uit het manuscript in wording van het vyfde deel van de geur van nat haar
Hij bood mij de helft van zijn twee handschoenen aan. Ik kon niet anders dan weigeren. Dan pas vroeg hij of ik hem wilde volgen. Alles was mij liever dan nog één minuut langer te moeten stilstaan in dit tochtig bureel, dus okay.
Hierlangs..
We begaven ons achter elkander aan langs de diepe, ijzeren roosters, de overloop naar de binnenste trappen van de Bandenfabriek. Per verdieping werd ik aan andere, zij het onderling wat weerzin betrof aan elkander verwante herinneringen bevangen. De vervallen camionet van De Greg, van zijn motorgestel ontdaan, hing met lange kettingen bij de platte snuit in de lucht geheven. Hier had ik op een fatale keer, op een afscheidsfeestje, achter het stuur zo in de lucht, een achttienjarige vriendin van Valerie toch ontmaagd
De verdieping hierboven: hier hadden De Stannie en ik geloof De Lander een slappe lachaanval gekregen. Die bovendien zolang duurde dat er twee ambulanciers bij te pas kwamen (de dag daarop zou mijzelf dit ook weer overkomen, zon slappe lachaanval. Een verschil was: ik lag toen reeds in de ziekenboeg, ik hoefde dus niet meer te worden getransporteerd - ik lag al goed.)
Tezamen met deze, door De Vilvis vrijwillig gegidste en waarlijk niet onuitgebreide wandeltocht als onbezoldigde archeologen door het nabije verleden, bovenwaarts gravend in plaats van naar beneden, ontfermde er zich bovenop dat gevoelen van eigenlijk ondefinieerbare onlust, tevens een meer theatrale gewaarwording over mijn geest: alsof het op een of andere magische manier tot mij moest doordringen dat er hierna, na dit bezoek vanmiddag, niets meer kwam Dit wordt, dacht ik alvast, Mijn laatste handeling aller tijden. Hierna kom ik nooit meer achter mijn schrijftafel vandaan.
Ja, raadde De Vilvis mijn gedachten. Op korte tijd oud zijn we hier geworden.
Ja
En wat wij hier hebben meegemaakt, goddomme
Gelukkig laat het zich nooit navertellen, jongen! Ge kunt proberen wat ge kunt, dat is voorbij voor altijd...
Nog sprak hij:Ik was hier de baas Den Hellerik in Düsseldorf, De Lander reeds in Rijkevorsel, toch aldoor. Hier had ik, hij wees met zijn inmiddels weer gelaarsde linkervoet naar het tochthol achter enkele vaten. De fotostudio, - te gek! Daar, hij wees mij op een soort ijzeren kooi bovenaan de trappen. Daar ging, wie was het, De Rosse Michel - maar das zéér lang geleden, leefde gij toen al? Met de modellen die hier binnen woeien, naar bed die klootzak, De Michel.
Wat wilt gij me laten zien? Uw sexy memoires? Mij weggeroepen hebt gij, in het midden van een belangrijk huiswerk.
Zie!
Een stank van ontbinding blies ons tegemoet.
De bovenste zijde van een uit scharnieren opgetrokken liftkooi middenin deze trappenhal: hier kwam die stank kennelijk vandaan. En daar trof mijn jammerlijke blik het verwrongen lijk van een zwerfkat of een dode vos, die er moest zijn opgehangen aan een stuk ijzerdraad.
Een gitaarsnaar. Honderd procent zeker met opzet kortom, zei De Vilvis.
Een zwerfkat? vroeg ik. Of een van die vijfhonderd katten van Den Trip van de zomer?
Zou op hetzelfde neerkomen. Maar het is erger, veel erger.
Ik bedekte mijn neus om het mormel te bestuderen. Een afzichtelijke sensatie.
Dat beest liep hier al een week of twee. Steevast bij dat kapotte glasraam daarboven. In plaats van vierentwintig uur per dag in de garage muizen te gaan vangen.
Zijn enige speeltuin die glasbakken en dat ondergescheten tapijt. Ik dacht er wel aan dat scharminkel weg te halen, maar ja.
Marlies zou naar hier komen verhuizen. Dat is niet doorgegaan maar die kat was al op prospectie.
Fok, zei ik. Dit schepsel is de Lappenkat van Marlies??
De Gierke moet hier zijn binnengebroken, wat overigens verre van de eerste keer zou zijn! Met wat hij al niet aan de haal is, die bandiet! Die charlatan! Ook spullen van De Lander.
Het staat hier zo leeg als een tochthol, Vilvis.
Dat is het juist. Dus deze keer moet hij er helemaal geen zak meer aan hebben gevonden, is hij tot hier geklommen speciaal om dat arme mormel bij het nekvel te pakken: en recht tegenover onze vroegere biljartzolder op te hangen.
Goddomme, man! Wat een ongemene stank heb ik nooit eerder meegemaakt!
Ik wel soms??
Echt, man! Dit stinkt zo erg dat ik flauwval. Echt, dit heeft de geur als bij het slachthuis op een hete zomerdag, - walging.
Ja, beaamde De Vilvis. Zuivere walging!
3.
Kom, ging hij voort. Help mij die klotenzooi nu maar te verwijderen.
Hij wrong de liftkooi open met een ijzeren staaf. Gelukkig werkt die niet meer. Anders was ik nu een salami aan het plafond alreeds.
Waarom moet ik hier eigenlijk bij zijn?
Doe mij een lol, Vitalski! Ge ziet het zelf, - hoe ernstig deze janboel is! Hoe moet het verder? Ik word almaar erger onder druk gezet
Wat kan ik doen?
Ga zeker niet alleen maar voor uw eigen belang naar het kamp van de vijand! Dat is axioma nummer een. De ene na de andere is al overgelopen.
Hij probeerde het gedrocht met zijn twee armen op te heffen. Kennelijk woog het bijzonder zwaar. Ik keek naar zomaar ergens anders, het glasraam onder de duivenstront, om deze kruisafneming geenszins te hoeven volgen.
Zoek uw eigen een goed afgeschermde attitude, sprak hij voort. Barricadeer de voordeur die leidt naar het gezichtsbedrog. Sluit voorste vensters van het verraad en vat een gigantisch diplomatenwerk aan iets, sprak hij, Waarvoor ge uit uw doppen moet blijven zien! Rondhangen, sprak hij, Is de beste remedie tegen het egoïsme van deze tijd!
De Gierke heeft u wel in zijn greep, merk ik.
Ga naar De Gierke, zei De Vilvis. Zeg hem, droeg hij me op, Zeg hem dat ik zijn boodschap heb begrepen.
Het is toch niet bewezen dat het zijn werk is?
Maar zeg hem bovendien dat ik hem, als het zou moeten, onder vier ogen kom vertellen wat ik ervan denk. Ge hebt gelijk: dit stinkt, Vitalski! Dat is zijn gehele opzet: ik wil dat gij hem mijn komst gaat aankondigen! Hier wil ik mijn tijd voor pakken om het boeltje stop te zetten! We gaan dit doodserieus nemen!
Vooral hiermee ga ik mij echt niet bezighouden, Vilvis!
Ge laat mij in de steek!
Ga terug naar Rijkevorsel.
Hier, sprak hij. Een granaat van De Stannie. Pak die maar van me aan, das een echte granaat uit de Golfoorlog. Hij werkt nog.
Uit zijn gerafelde vest pakte hij letterlijk een granaat tevoorschijn.
Die pin er uitsnokken zoals op de tv. Dit gaat u van pas komen, ge zult zien. Neem dit ook mee. Iets van de muziekdoos van Den Bram Hellerik of De Koen Boyden!
Eenmaal hij klaar was met het knoopwerk in de noodlottige gitaarsnaar, stortte het lijk van de Lappenkat pardoes naar beneden. Het dode beest plofte vijftien meters dieper tegen de aarden vloer, zoals alleen echte dode katten zoiets konden. Een kat, meende De Vilvis, kwam toch niet altijd op zijn pootjes.
Dan vroeg hij zich af:Wat, vroeg hij, Is de volgende stap? Toch niet de Schelde in, - met zon dood dier op onze schoot de stad doorkruisen!
En dan te bedenken, zei ik, Dat Stuyvenberg vroeger effectief een kerkhof was.
Dat weet ik. Ook een dierenkerkhof: voor de huisdieren van de Koster van Bartholomeus.
Hij draaide zich naar een hoek van het vertrek en begon te zeiken.
Op alles dat hier zopas nog van glorie getuigde.
Maar ja, sprak hij. Ik leef nog. Op zich al iets bijzonders! Naar het schijnt sta ik in de top vier van te verwachten dode ex-Schedeldakkers, ik weet het.
Baby Olifant, De Morrie, Den Charles Maria Nelson, De Waller en nu De Vilvis, sprak hij. Per avontuur één dode - maar ik wil het niet!!
31-01-2007 om 23:07
geschreven door Vitalski 
|