Zoeken in blog

Categorieën
  • algemeen (1)
  • alternatieve klokaanlering (0)
  • alternatieve rekenstelsels (0)
  • artikels (3)
  • blokkenmodules (1/2 en 1/3) (0)
  • constructiespel (3-D) 'tripsi' (1)
  • coördi-spatiale cleaning (3)
  • coördifitness (2)
  • coördinatiematrix (3)
  • doordenkers (6)
  • gedifferentieerde rotatie (0)
  • getallenlijn voor positieve en negatieve getallen (0)
  • golfinductieoefeningen (1)
  • grondplanoefeningen (2-D-ruimtestructuratie) (0)
  • inkleding met thematypetjes (0)
  • leesdynamisering (0)
  • lineair rekenen met 'plus- en min' -stroken (0)
  • observatie van psychomotorische fenomenen (1)
  • rekenen in de 3-D-ruimte (0)
  • schrijfdynamisering (0)
  • therapieconcept en -voorstellen (1)
  • varia (2)
  • videofilms (1)
  • vanweertrpmtidee
    visie en oefenideeën rond psychomotoriek
    09-12-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.coördi-spatiale cleaning met zoutbord
    Voor binnenkort !    

    Zoutbord - oefeningideeën omtrent 'coördi-spatiale cleaning'

    Door de fundamentele basiscoördinatiepatronen ('a- en an-' voorlopig) te laten gebeuren met een visueel spoorvormend effect, wordt de ruimte waarbinnen men actief is, fundamenteel meegestructureerd.

    Van 'gelijkgerichte aanbieding' naar 'tegenoveraanbieding'
    - gelijkgericht
    - tegenover : met centrumfiguur / zonder centrumfiguur

    Van 'tweesporigheid' naar 'éénsporigheid'
    - gescheiden dubbelspoor
    - gekoppeld dubbelspoor
    - gekoppeld enkelspoor
    - enkelspoor
    Van 'lichamelijke' spoortrekkers naar 'lichaamsextensieve' spoortrekkers
    - voor de hand 'zittende' lichamelijke spoortrekkers
    - alternatieve lichamelijke spoortrekkers
    - lichaamsextensies 
    Van 'ééndimensionaal' kijken naar 'tweedimensionaal' kijken

    Van 'ééndimensionaal spoor' naar 'tweedimensionaal spoor'

    Van 'synchroon' met model spoortrekken naar 'postmodel' en 'beurtelings' spoortrekken

    Van 'unieke figuur' naar 'figuurreeks'

    Van 'actuele praxie' naar 'virtuele praxie'

    09-12-2009 om 00:00 geschreven door vanweertr


    Categorie:coördi-spatiale cleaning
    25-11-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.oefenideeën omtrent a- en an-patronen
    Kijk eerst naar het filmpje : 
    www.youtube.com/watch?v=Ko_y02qu1Ms

    PN. Wat volgt zijn 'ideeën' om oefeningen te construeren binnen het thema van coördinatiepatronen in diverse domeinen. De oefening op zich, aangepast aan de persoon in begeleiding, aan het moment, aan de situatie, moet hieruit nog worden gedistilleerd.

    manipulatie van balletjes - handenpop
    - trage uitvoeringen
    - basispatronen (a en an) sagittaal en lateraal
    - diverse balmanipulaties : vingerrollen / verplaatsen met balletjes in handen / wegrollen en opvangen / weggooien en opvangen
    - tempowisselingen
    - taalkoppeling is hier ook mogelijk (niet op video) : begeleiden met begrippen 'naar voor', 'naar achter', 'opzij naar deze kant', 'opzij naar de   
       andere kant', 'van me weg rollen', 'naar me toe rollen', 'eerst van me weg en dan opzij naar die kant', .... ;
       de bewegingen kunnen ook geïnitieerd worden door deze taalcommando's.

    handpositieveranderingen
    - keuze van de bewegingen :
    sagittaal  
    a) naar lichaam toe, intrekken : vingers buigen, elleboog buigen, schouder dorsaalwaarts
    b) van lichaam weg, uitreiken : vingers strekken, elleboog strekken, schouder ventraalwaarts
     
    lateraal 
    a) pro- en supinatie pols 
    b) ulnaire en radiale deviatie van de pols

    - vertrek vanuit de nulpositie : scharnierpunt voor de switch tussen sagittaal en lateraal / de 'comfortplaats' 

    klankkoppeling aan tikreeksen
    - alle basispatronen in sagittale, verticale en laterale richting / alle mogelijke combinaties van a- en an-patronen in die richtingen
    - alleen in heenrichting / in heen- en terugrichting
    - kleurneutrale matjes : klankreeksen a) tik-tik-tik  b) pief-poef-paf  c) 1-2-3  d) ik eet soep
    - kleurmatjes : verklanking stemt overeen met de kleur 
          a) vertrekkend van de ruimtelijke gegevenheid : de matjesconfiguratie en de daaraan gekoppelde basispatronen  
          b) vertrekkend van de klankensequentie : de opgegeven kleuren

    coördinatiepatronen in proximale en distale lichaamszones (Michael Jackson achterna !?)
    a- en an-patronen, tegelijkertijd, in een proximalere en een distalere lichaamszone :
           1) schouders + hand
           2) heupen + voeten (Michael !)
           3) heupen + onderbeen (in kniezit)
           4) schouders - heupen  +  handen - onderbenen (in kniezit, combinatie van vorige oefeningen a) en c) ) 

    1) proximaal schouders, aan- en afvoeren ; distaal polsflexie en -extensie met afwisselende steun van vingers en hiel van de hand
       * a proximaal + a distaal : symmetrisch verplaatsingspatroon, contradirectioneel 
       * an proximaal + an distaal : isodirectioneel 
       * a proximaal + an distaal : isodirectioneel voor beide ledematen, contradirectioneel voor het distale deel
       * an proximaal + an distaal : contradirectioneel voor beide ledematen, isodirectioneel voor het distale deel
    2) proximaal heupen, binnen- en buitenrotatie ; distaal enkelflexie en -extensie met afwisselende steun van voorvoet en hiel
          de mogelijke patronen : cfr. 1)

    De 'Michael Jackson'-beweging
     
    De derde van dit rijtje (a-patroon in de heupen ; an-patroon in het enkelgewricht)  is een verplaatsingsmanier die Michael
    Jackson geregeld in z'n danspassen inbouwde. Hij heeft daar nooit over nagedacht bij het creëren van zijn dansen zoals wij dat hier  
    doen. Bij hem waren dat spontane bewegingsmogelijkheden met heel fundamentele menselijke basispatronen, die in zijn   
    supergedifferentieerde motorische lichaam opborrelden.  Wíj kunnen het alleen maar analyseren, proberen te imiteren en misschien
    zelfs geleidelijk aan automatiseren. Dan is het wel een van bovenaf geïnstrueerde vaardigheid, die de spontane toegankelijkheid en de 
    hoge mate van vrijheidsgraad van 'de meester' moet missen. 
    Dit type leerproces (opgelegde instructie, vaak 'uitgelegd' via taal) gebeurt, jammer genoeg, maar al te vaak in het 'onderwijs' van
    vandaag, ook voor vaardigheden (motorische, emotionele, cognitieve), die nochtans ook die spontane, van onderuit tot
    standkomende verwerving hadden kunnen krijgen, indien een ander type aanbieding was gebeurd.  
    Voor kunststukjes, zoals deze beweging à la Michael Jackson, is instructie voor de 'leek' natuurlijk wel noodzakelijk. Maar voor vele
    vanzelfsprekende, eenvoudige (als ze zo blijven in de aanbieding tenminste) vaardigheden zou het 'spontane leerproces' (geen
    opgelegde instructie !)  zoveel beter aansluiten op het natuurlijke systeem van de mens en zou de verwervingsgraad stabieler zijn en
    meer toekomstperspectief hebben. 
       
    Voor onze therapie (met kinderen met motorische problemen) zijn deze Jacksonbewegingen veel te hoog gegrepen.
    We vonden het wel nodig en interessant om, in het kader van deze analyse, te laten zien hoe de meest simpele coördinatiepatronen
    door een originele hercombinatie tussen proximale en distale zones van het lichaam tot verrassende motorische innovaties kunnen
    leiden. 


      
    3) proximaal heupen, binnen- en buitenrotatie ; distaal onderbeen dat afwisselend steunt op scheen (kniestrekking) en op knie (kniebuiging)
            de mogelijke patronen : cfr. 1)
    4) combinatie van oefening 1) en 3) proximaal schouders-handen , distaal heupen-onderbenen
            de mogelijke patronen : cfr. 1)

    voortstuwbewegingen in diverse houdingen op skatebord
    De verplaatsingen gebeuren steeds in een heen- en terugrichting, waardoor ook telkens de tegengestelde patronen moeten ingeschakeld worden
    bij de terugbeweging.
    - kniezit op skatebord
    a-patroon : vooruittrekken met beide handen tegelijkertijd heen, terugduwen met beide handen tegelijkertijd
    an-patroon : als de ene hand trekt, doet de andere de tegenbeweging en vice versa

    - zit op skatebord, handensteun achter zitvlak op het bord, voeten stuwen
    a-patroon : trekken (heen)/duwen (terug) met beide hielen
    an-patroon : ene hiel trekt/duwt, de andere doet de tegenbeweging
    - zit op skatebord, voetensteun op bord, handen stuwen
    a-patroon : beide handen tegelijk trekken/duwen
    an-patroon : ene hand trek/duwt, andere hand doet de tegenbeweging
    - handensteun op bord, voeten stuwen
    a-patroon : beide voeten duwen voorwaarts/rugwaarts
    an-patroon : ene voet duwt voorwaarts/rugwaarts, andere doet de tegenbeweging

    afstootbewegingen met onderste ledematen in voorlig op Bobathbal 
    - symmetrisch afstoten tegen de plaat (a-patroon), benen gesloten
    - symmetrisch afstoten tegen de plaat (a-patroon), benen gespreid
    - asymmetrisch afstoten : een voet in flexie (afstoot met voetzool), andere voet in extensie (afstoot met voetrug) (an-patroon)
    -  idem, vice versa
    - onmiddellijke switch tussen de twee vorige oefeningen

    Onze verklaring van de 'steekvoet' bij schoolslagzwemmen vanuit dit denkkader
    Het symmetrisch afstoten met gespreide benen is de juiste stuwbeweging van de benen bij het schoolslagzwemmen. In de tweede oefenvorm is dit goed herkenbaar.
    Vaak ziet men in het zwembad dat 'mensen' een asymmetrisch afstootpatroon (één voet in strekking, stuwend met voetrug) gebruiken bij schoolslagzwemmen. Dit kan een hardnekkige, onzuivere manier van schoolslagzwemmen. Deze asymmetrische afstoot, het 'an-patroon' (één voet in flexie, stuwen met voetzool, andere voet in extensie, stuwen met voetrug)  laten we zien in de 3e, 4e en 5e uitvoeringsvorm in het filmpje.
    Dat het motorische lichaam terugvalt op dit an-patroon in het water, vinden we niet zo vreemd. Dit patroon gebruiken we immers veelvuldig, dag in, dag uit bij het stappen en lopen. Dat bij het in flexie gaan van de ene voet, de andere in extensie gaat, is met andere woorden een zeer ingebakken bewegingspatroon in het menselijke motorische arsenaal.
    Als deze analyse juist is en men de 'steekvoetzwemmerij' naar het juistere symmetrische bewegingspatroon wil omtunen, dan is het zaak om flexibiliteit te creëren in het gebruik van al deze mogelijke patronen, zeker ook in deze typische buiklighouding, zoals bij schoolslagzwemmen en zoals bij de getoonde oefening op de Bobathbal. We denken dat de voorgestelde oefenvormen het vastgeroeste steekvoetpatroon fundamenteel kunnen 'verweken' en heropvoeden naar symmetrisch stuwen in het zwembad.

    - directe switches tussen de voorgaande afstootvormen

           

    25-11-2009 om 00:00 geschreven door vanweertr


    Categorie:coördinatiematrix
    15-11-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.lijst videofilms
    In deze categorie worden alle videofilms opgelijst die er zijn gemaakt of waarnaar gelinkt werd, en die over de verschillende categorieën verspreid zitten.
    Wie liever alleen even de beelden bekijkt zonder de tekst te hoeven lezen, kan hier dus terecht.
    Bij elk filmpje wordt wel aangegeven in welke categorie het thuishoort. Mocht je interesse zijn gewekt door de beelden, dan kun je nog altijd de verdere uitleg in de betreffende categorie gaan lezen.
    www.youtube.com/watch?v=JEdAso9Wj-8   via 'golfinductie' naar uitlijning van de lichaamsas


    www.youtube.com/watch?v=TsfLgyR675s     de achtvorm ; opbouw met het spoorbord
    categorie 'coördi-spatiale cleaning'

    www.youtube.com/watch?v=qezfNFYckHI    coördifitness met het skisimulatortoestel
    categorie 'coördifitness'

    www.youtube.com/watch?v=cUY0Av3zsOw    opbouw naar schrijven  /  het spoorbord
    categorie 'coördi-spatiale cleaning'

    www.youtube.com/watch?v=0oRGTbTUG7o   3-D-constructie (designatelieropdracht)  
    categorie 'constructiespel (3-D) tripsi

    www.youtube.com/watch?v=whMn9MKylRg   coördifitness 1                                               
    categorie 'coördifitness'

    www.youtube.com/watch?v=vGpfzhf7F7U           Essboard (soort skatebord)                           
    categorie 'coördinatiematrix'

    www.razor.com/products/powerwing.php   'action video'   Powerwing-steptoestel                  
    categorie 'coördinatiematrix'

    www.youtube.com/watch?v=eEWacFwa5s8    agonistische en antagonistische patronen         
    categorie 'coördinatiematrix'

    www.youtube.com/watch?v=cb821En8HPk    a- en an-patronen wiskundige analyse             
    categorie 'coördinatiematrix'

    www.youtube.com/watch?v=bqv6G_JBmb8   gedragskenmerken in psychomotorische oefensituaties                            
    categorie 'observeren van psychomotorische fenomenen'

    www.youtube.com/watch?v=5u6JJXFhBi0      little birdy                                                                 
    geen categorie

    www.youtube.com/watch?v=Ko_y02qu1Ms   oefenideeën omtrent A- en An-patronen in diverse domeinen
    categorie 'coördinatiematrix'

    15-11-2009 om 00:00 geschreven door vanweertr


    Categorie:videofilms
    05-11-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.voorlopig concept
    Wat hier volgt is voluit in opbouw. Toch wil ik al wat 'grove' lijnen uitzetten. De verdere verfijning zal stapsgewijs volgen.

    Therapieconcept

    1. Werken aan de uitzuivering van de coördinatiepatronen : coördi-cleaning
    Het gaat hier om het op punt stellen van de basiscoördinatiepatronen die wij identificeren : 
    a-patronen (agonistische patronen) / an-patronen (antagonistische patronen) / a+an-patroonintegratie tot isodirectionele rotatie /
    alt-patronen (alternatie) / ol-patronen (overlapcoördinatiepatronen, golfpatronen) / og-patronen (ontkoppelde gelijktijdigheidspatronen) /
    uni-patronen (unilaterale patronen)

    We onderscheiden hierbij 3 aanbiedingsmodaliteiten :
    inductiemethode : de therapeut 'induceert' de bewegingspatronen bij de persoon
    assistmethode : de therapeut assisteert terwijl de persoon mee uitvoert
    zelfstandige uitvoering : persoon voert alleen uit

    We onderscheiden 4 belangrijke lichaamszones, waar deze patronen op toegepast kunnen worden :
    de askoker : de totale lichaamsas, alle lichaamsdelen in één 'aslichaam' verenigd
    zone bovenste ledematen (met achtergrondstabilisatie van de rest van het lichaam)
    zone onderste ledematen (met achtergrondstabilisatie van de rest van het lichaam)
    zone duim-vingers (met achtergrondstabilisatie van de rest van het lichaam (de lichaamsas, het contralaterale bovenste lidmaat, de isolaterale, proximalere delen van de hand/pols/arm )

    2. Toepassen van de coördinatiepatronen in een werkruimte : coördi-spatiale cleaning
    De ruimte waarin de coördinatiepatronen worden uitgevoerd, wordt mee gestructureerd
    bv. de sagittale ruimte bij sagittale a-patronen, an-patronen, .... (zie coördinatiematrix)

    3. Toepassen van de coördinatiepatronen in een tijdgebonden context : coördi-temporele cleaning
    De coördinatiepatronen worden met een bepaalde tijdsdynamiek uitgevoerd : in bepaalde tijdsvolgorde, met bepaalde ritmische accenten, ...

    4. Virtuele praxie
    Van actueel handelen, over samen tegelijk hetzelfde uitvoeren, naar uitvoeren in al dan niet directe opvolging, naar uitvoeren met uitstel (na een volledige demonstratie), tot virtueel uitvoeren (mentale uitvoeringsplanning).
    Taal gaat  hierbij mee van belang worden !

    05-11-2009 om 00:00 geschreven door vanweertr


    Categorie:therapieconcept en -voorstellen
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.prototype blokconstructie
    Als opdracht in de cursus 'designatelier' moesten we een 'prototype' maken, een voorontwerp in eenvoudig materiaal met de bedoeling de eigenschappen van het materiaal te ontdekken, verwerkingstechnieken te leren kennen en ook al een 'eigen ontwerp' te creëren.

    Ik heb gekozen voor een ontwerp dat gebaseerd is op een constructiespel, zoals we dat aan het uitwerken zijn.
    In volgend filmpje kan men een 'voorsmaakje' proeven/zien van het constructiespel. De principes van het spel zitten in deze 'creatie' verwerkt.
    Kan je er al wat vinden ?

    klik op :    www.youtube.com/watch?v=0oRGTbTUG7o

    05-11-2009 om 00:00 geschreven door vanweertr


    Categorie:constructiespel (3-D) 'tripsi'
    27-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Coördifitness 1
    Kijk eerst even naar het filmpje :  www.youtube.com/watch?v=whMn9MKylRg

    Wat is coördifitness ?

    Het is gewoon de samentrekking van 'coördinatie(training)' en 'fitness'. Als je het filmpje bekeken hebt, is het fitnessaspect gemakkelijk te identificeren : repetitieve bewegingen met een bepaalde belasting over een bepaalde tijdsduur.
    Voor het coördinatieaspect is een woord uitleg nodig. In de categorie 'coördinatiematrix' werd reeds uitgebreid ingegaan op de 'coördinatiepatronen', die ook in deze fitnesstoepassing aan bod komen.

    Fitness
    Bedoeling hiervan is om de basisfysieke kwaliteiten van cardiorespiratorische uithouding en weerstand, kracht en krachtuithouding, snelheid en lenigheid te onderhouden en te verbeteren. Hiertoe worden per oefening de parameters belasting (weerstand en snelheid van uitvoering), duur en aantal herhalingen aangepast.

    Coördinatie
    Hier gaat het om het inschakelen van bewegingspatronen en de fijnregeling daarbinnen (evenwichtsaanpassingen, krachtsdosering, tijdruimtelijke afstemming).

    Bij klassieke fitness zijn de bewegingsbaan, de bewegingsamplitudo, de stabilisatie vaak volledig door het toestel gedetermineerd. De te  gebruiken bewegingspatronen hebben daardoor in coördinatorisch opzicht heel weinig vrijheidsgraden.
    Bij onze coördifitness willen we net deze bewegingspatronen uitlokken en de fijnregeling ervan op de proef stellen. Het accent van de training wordt aldus veel meer in de richting van 'coördinatie' verschoven.
    De bewegingspatronen zijn het uitgangspunt bij het construeren van de oefenvorm.
    In dit filmpje worden a-patronen (agonistisch spierwerk), an-patronen (antagonistisch spierwerk) en de a-+ an- integratievormen (wat tot 'rotatie' leidt) getoond (zie infra).
    Later gaan alle andere basispatronen (zie coördinatiematrix) ook aan bod komen in coördifitnesstoepassingen.

    Coördifitness = bewegingszuiverheid + energetische efficiëntie

    Coördifitness wordt echt plezant als de vereiste coördinatiepatronen zuiver zijn, d.w.z. juist qua bewegingsbaan, krachtsinzet, ritme, timing. Als dit het geval is, dan verlopen de bewegingen soepel en gemakkelijk en zijn er de minste 'energetische kosten'. Het bewegen gebeurt dan 'efficiënt' en dat voelt goed aan.
    Het repetitieve karakter van 'fitnessoefeningen' biedt de kans om deze bewegingsefficiëntie na een aantal uitvoeringen te ontdekken, als het bewegingsapparaat van de persoon daar tenminste op eigen houtje toe in staat is. Als dat laatste niet het geval is, dan heeft de therapeut de kans om via manuele (be)geleiding deze bewegingservaringen te 'induceren'. 
    Vermits we 'basiscoördinatiepatronen' in de oefeningen steken, kan (onder andere) door deze coördifitness  het basismotorisch arsenaal van de persoon volledig ontgonnen, fundamenteel verfijnd en stabiel verworven worden. Alle 'hogere' gedrag dat hieruit oprijst, plukt daar de vruchten van.

    A-patronen, An-patronen, A+An-patronen

    'A-patronen' staat dus voor agonistische patronen :  dezelfde spieren aan beide lichaamskanten werken samen ; bij bewegingen in het sagittale en verticale vlak gaan de twee lichaamskanten in dezelfde richting (isodirectioneel) ; bij bewegingen in het laterale vlak gaan de twee lichaamskanten in tegengestelde richting (contradirectioneel).
    Dit is te zien in volgende oefeningen :
    - ruglig op skatebord, afstoot symmetrisch van beide benen op tafelkader
    - kniezit (opgericht, eerste uitvoering) en kniehielzit (tweede uitvoering) op het skatebord, in de heenrichting door concentrische symmetrische tractie van de armen op het touw, op het switchmoment door het symmetrisch openen van de knotsen op het touw (contradirectioneel, a-patroon lateraal), in de terugrichting door excentrische symmetrische tractie van de armen op het touw
    - buiklig op de bobathbal, symmetrische afstoot beide benen ;
    - gesteunde kniehielzit op de boogbaan, symmetrisch strekken en buigen van de lichaamsas (openen en sluiten van heup- en schouderhoek)
    loopband met de pedalo , symmetrisch openen en sluiten van de lichaamsas in de heen- en terugbeweging 

    'An-patronen' staat voor antagonistische patronen : de tegengestelde spieren aan beide lichaamskanten werken samen ; bij bewegingen in het sagittale en verticale vlak gaan de twee lichaamskanten in tegengestelde richting (contradirectioneel) ; bij bewegingen in het laterale vlak gaan de twee lichaamskanten beide in dezelfde richting (isodirectioneel). 
    De heenbeweging van de oefening aan de loopband en de pedalo laat zien hoe de handen dit antagonistisch patroon 'hanteren' met beide handen op de trapvlakken van de pedalo. Deze oefening laat ook al zien dat in de verschillende lichaamszones andere patronen tegelijk kunnen ingezet worden (an-patroon in bovenste ledematen, a-patroon over de rest van de lichaamsas).

    Als sagittale A-patronen (isodirectioneel) geïntegreerd worden met laterale An-patronen (ook isodirectioneel) dan krijgt men een isodirectioneel rotatief patroon. Dit isodirectionele rotatieve patroon neemt een centrale plaats in in onze benadering, sterk gericht op het coördinatorisch vrijmaken van het motorische systeem. 
    Dit is te zien in twee oefeningen van het fitnessparcours :
    - de 8-baan : directe switch tussen de horaire en de antihoraire rotatie in de boven- en onderboog ; ook mogelijk in de tegengestelde richting ;
    analoge actie van de handen op de steunpunten en de lichaamsas op het wagentje
     - de 'ronde ton' : ofwel horaire ofwel antihoraire rotatie, ook weer met analoge acties tussen handen en voeten op het wandrek en de lichaamsas op de loopwagen.

    Materiaalaanpassingen en vertrekhoudingen

    We werken bij coördifitness met elastische banden, hellingen, boogbanen, ballen, touwen, ... Deze materialen moeten op een creatieve maar verantwoorde en veilige wijze ingebouwd worden in de oefenvorm. Een plezante uitdaging, maar vaak experimenteren geblazen !!

    Een juiste symmetrische vertrekhouding met een evenwichtige gewichtsverdeling over het steunoppervlak is bij alle oefeningen van belang. Bijvoorbeeld de oefening in buiklig op de bobathbal moet beginnen met een middenpositielig op de bal en de tractierichting van de elastische band in de lijn van de lichaamsas.
    Bij een asymmetrische gewichtsverdeling op het skatebord zal de oefening bemoeilijkt worden door de afwijking van de rechte lijn, die het bord dan zal maken. 
    Kleine asymmetrieën kunnen opgevangen worden door de fijnregeling van het coördinatiepatroon, wat op zich een positieve uitdaging voor het motorische systeem betekent. Te grote asymmetrieën, die reacties buiten het basispatroon uitlokken (vaak massale evenwichtsreacties), moeten vermeden worden.

    27-10-2009 om 00:00 geschreven door vanweertr


    Categorie:coördifitness
    20-09-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.basiscoördinaties bij 2 (rij)tuigen
    Basiscoördinatiepatronen, toegepast bij 2 '(rij)tuigen
    In dit bericht wil ik even tonen hoe we 'basiscoördinatiepatronen'  in onze hedendaagse wereld zoal kunnen tegenkomen.
    Ik stel voor om eerst even te kijken naar de 2 tuigen. De bespreking daarna, binnen de context van deze coördinatiematrix, zal gemakkelijker zijn.
    Kijk even naar :    het Ess-board :  www.youtube.com/watch?v=vGpfzhf7F7U  ;   na 1'30'' in het filmpje wordt mooi geïllustreerd welke beweging we bedoelen. 
                                                                                                                                       
                                 de Powerwing : www.razor.com/products/powerwing.php  , klik op deze pagina op 'action video'.

    De basiscoördinatiepatronen, gebruikt bij deze twee tuigen :
    1. bij het Ess-board : het antagonistisch patroon sagittaalwaarts  ; dit is dus een contradirectionele beweging.
    Als het ene been voorwaarts beweegt, beweegt het andere achterwaarts, en vice versa, dus een tegengestelde beweging (contradirectioneel).
    De beweging wordt voornamelijk gerealiseerd door de heupbuigers/-strekkers

    2. bij de Powerwing : het antagonistisch patroon lateraalwaarts ; dit is dus een isodirectionele beweging.
    Als het ene been naar links beweegt, gaat het andere been mee naar links, en vice versa, dus een beweging van beide kanten in dezelfde richting (isodirectioneel).
    De beweging wordt voornamelijk gerealiseerd door de heupaanvoerders/-afvoerders.

    Origineel aan beide tuigen is, dat de bewegingsrichting in het lichaam 'haaks' staat op de voortbewegingsrichting van het rijtuig.
    Bij het Essboard staat men met z'n zijkant in de rijrichting, waardoor de sagittale lichaamsbeweging haaks op die rijrichting gebeurt.
    Bij de Powerwing staat men met z'n voorkant in de rijrichting, maar nu gebeurt de lichaamsbeweging lateraalwaarts, ook weer haaks op de rijrichting. Bij de meeste voortbewegingsacties (bv. fietsen) of projectieacties (bv. darts) gebeurt de stuwactie in hetzelfde vlak en richting als de resulterende verplaatsingsrichting. In dit opzicht zijn beide tuigen in mijn ogen wel 'innovatief'. 

    Als men in therapie naar deze basiscoördinaties toegewerkt heeft (voorbeelden hiervan volgen in dit blog), kunnen bovengenoemde tuigen plezante ultieme toepassingen betekenen. Zeker de Powerwing is in dat opzicht veiliger en haalbaarder.

    20-09-2009 om 00:00 geschreven door vanweertr


    Categorie:coördinatiematrix
    06-09-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.doordenker 5
    Barenswee

    Vandaag toevallig een interessante uitspraak gehoord (op de fiets in het fitnesscentrum, kijkend naar televisie, zender 'lichtpunt' (nooit eerder van gehoord !)). Simon Vinkenoog, een Nederlands excentriek schrijver, werd geïnterviewd. Hij stelde op een bepaald moment in z'n betoog dat heersende visies altijd in beweging zijn (evolueren). Ze zijn daarbij nog onderhevig aan de laatste stuiptrekkingen van voorbijgestreefde strekkingen, maar ook al aan de barensweeën van op bevallen staande nieuwe tendenzen.

    Een mooie metafoor, vond ik, met, mijns inziens heel wat realiteitslading. De toekomst zal uitwijzen of dit blog een barensweetje is.

    06-09-2009 om 20:44 geschreven door vanweertr


    Categorie:doordenkers
    25-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.doordenker 4
                                                  '  When the going gets tough, the tough get going  '

    De titel van een hit van Billy Ocean, waarin door middel van woorden gegoocheld wordt met dynamiekprincipes 'uit  psychomotoriek'.   
    Een 'staaltje' van hoe ons 'taaltje' het speerpunt op bewust niveau is, van wat op on-/ en voorbewust niveau z'n psychomotorische fundamenten kreeg.
    Wat gebeurt er in deze zinssnede :
           the going gets tough                                               the tough get going    
                  going                              onderwerp                     tough                                 
                  gets                                koppelwerkwoord            get
                  tough                              gezegde                         going

    De kantwoorden 'going' en 'tough' switchen rond hun middenwoord ('get'). Het aanvoelen van deze symmetrische kantenswitch, waarvoor voldoende psychomotorische verfijningsgraad noodzakelijk is, is niet iedereen 'zomaar' gegeven ! Soepel van kant wisselen in motorische contexten is een natuurlijke basis voor deze cognitieve (mentale) switch.

    In de categorie 'coordinatiematrix' in dit blog wordt veel belang gehecht aan dit kantigheidsaspect (samenwerking tussen de twee lichaamskanten : agonistische, antagonistische, alternerende, éénkantige, ontkoppeld gelijktijdige, overlapcoordinatie, ... ). Volg hiervoor de uitwerking in de categorie 'coordinatiematrix' in dit blog).

    Deze switchdynamiek tussen de kanten kan om meerdere redenen niet vlot verlopen : onvoldoende psychomotorische ontwikkelingsgraad ; moeizame omzetting van actueel geleefde (motorisch) inzichten naar het (hogere) niveau van mentaalcognitieve beleving ; cognitieve starheid of beperking ; cognitieve bewustwordingsvernauwing bij emotionele druk, stress, ....

    In de continue (de woorden volgen in de tijd op elkaar, het ene na het andere) en lijnige (de woorden worden van links naar rechts ruimtelijk weergegeven) presentatie van taal  zijn deze kantigheids- en dynamiekprincipes volledig geintegreerd met de betekeniscontext van het geheel.
    Dus : twee betekeniskernen  :  1. the going gets tough, 'het verloop is stroef'
                                                  2. the tough get going, 'de taaien blijven ervoor gaan'
            technisch gescheiden door de komma, de markering tussen deze twee betekenisentiteiten
            ingeleid door het woordje 'when' (als), waardoor de 2 betekeniskernen semantisch aan mekaar gelinkt worden.

    Dit uiteindelijke 'betekenisgeheel' blijft hangen in onze bewuste perceptie als een 'begrijpen' (voor wie daarin slaagt), als de 'zichtbare' gloeiende lava en rook die uit de vulkaan tevoorschijn komt. De 'onzichtbare' fysische gebeurtenissen tot kilometers onder de krater, die leiden tot de vulkaanuitbarsting, zijn vergelijkbaar met al die on- en voorbewuste processen in ons brein, die de taalexplicitatie voorafgaan.

    Hoe onbegrijpelijk complex zit alles toch in elkaar, wat een ongelooflijk superieur instrument ('taal') heeft de menselijke soort toch weten te ontwikkelen !


    25-07-2009 om 00:00 geschreven door vanweertr


    Categorie:doordenkers
    21-07-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.doordenker 3
                                            ' WE DENKEN IN GROTE LIJNEN, WE LEVEN IN DETAILS '

    Deze uitspraak kan ook naar psychomotorische context vertaald worden :

     ' We beschrijven psychomotorische methoden, we behandelen mensen, individu- en momentspecifiek'


    Ik bedoel maar, men kan en moet theoretiseren over de zaken, maar uiteindelijk moet het allemaal gerealiseerd worden in het geleefde contact met de mens die op dat moment begeleid wordt. Uitgangspunten, filosofische overwegingen en inzichten zijn een abstract kader , het echte werk gebeurt heel concreet intermenselijk.
    Bij het neerschrijven van dit blog, merk ik hoeveel 'dingen' er vaak niet in woorden kunnen gevat worden. Taal als 'representant van de realiteit' heeft zijn beperkingen !

    21-07-2009 om 10:49 geschreven door vanweertr


    Categorie:doordenkers
    27-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.doordenker2
    'HIJ IS DUN VAN HAAR, ZIJ IS DIK VAN HEM'

    Hoe in een kort zinnetje als dit, erg veel 'dynamiek' ge-/verstopt kan zijn ! Hoe met 'taal' allerhande betekeniswendingen kunnen uitgehaald worden ! Wie deze 'wendbaarheid' met taal mist, kan de betekenis vaak niet 'grijpen', kan niet 'begrijpen' wat er bedoeld wordt.
    In bovenstaande zin even de 'dynamische wendingen' analyseren :
       - er zitten 4 tegenstellingen in : 1/ hij   versus   zij
                                                     2/ dun   versus  dik
                                                     3/ haar   versus   hem
                                                     4/ de zin voor de komma     versus    de zin na de komma
       - er zitten 3 woorden in met een dubbele betekenis :  
                                1/  haar  : a) het gewas op ons hoofd     b) vrouwelijk persoon
                                2/  dun :  a) mager     b) weinig (dun van haar = kalend)
                                3/  dik  :  a) corpulent   b) vulgaire vorm van 'zwanger'.

    Met een soepele, 'wendbare' geest kan deze flitsende dynamiek in het begrijpen van de taalhumor, als hierboven, resulteren. Vlot kunnen rondspringen in deze ruimte van de betekeniscontext is ongetwijfeld een facet van taalgevoel, taalrijkdom. Het jonge kind (peuter/kleuter) is volop bezig dit te leren, het autistische kind krijgt dit maar niet geleerd, een overspannen geraakte, rigied(e) of oud(e) (geworden) volwassenengeest heeft het misschien wel afgeleerd.

    Een korte zin, die een lange analyse onderging !

    N.B. Naar onze mening kan psychomotorische dynamisering (inspiratie hiertoe te vinden in dit blog) deze men-ta(a)l -e dynamisering mee op gang brengen !

    27-06-2009 om 23:31 geschreven door vanweertr


    Categorie:doordenkers
    07-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.opbouw van een coördinatiematrix
    PN. Om het lezen van wat volgt te vergemakkelijken, ga even kijken naar het videofilmpje op youtube. 
                                             Klik op deze link :             
    www.youtube.com/watch?v=eEWacFwa5s8

    In dit bericht wil ik van start gaan met het uitzetten van een schema, waarbinnen de coördinatorische mogelijkheden van een mens 'gekaderd' kunnen worden. Zo'n kader kan dienen om : 1/ inzicht te krijgen in de werking van dit coördinatorische systeem         2/ oefenideeën en nieuwe hypothesen (heuristische waarde) af te leiden. Ik vind dit belangrijk omdat werken aan basale motorische componenten van het functioneringssysteem in onze holistische visie ook positieve effecten kan hebben op de totale persoonlijkheidsstructuur, dus ook op de emotioneel-affectieve, cognitieve en vitaalsomatische aspecten ervan.

    De verschillende parameters die we stapsgewijs in deze coördinatiematrix willen uitbouwen zijn : 1/ de basiscoördinatiepatronen    2/ de lichaamszones waar die patronen gebruikt worden   3/ de verfijning van deze patronen door rijping (met de leeftijd) en door stimulering (leerprocessen). Om 'mee' te kunnen zijn met deze matrix moet men dus wel de categorie 'coördinatiematrix' in haar geheel blijven volgen.

    In dit eerste bericht bespreek ik (en toon ik in de videofilm) de meest basale coördinatiepatronen : agonistische en antagonistische patronen.
    De menselijke anatomische structuur is symmetrisch opgebouwd. Het hele motorische systeem (brein, zenuwbanen, spieren, gewrichten, botten) is door deze opbouw meebepaald, sluit erop aan, is erop geënt tot een functionele eenheid. Het samenwerkingsverband tussen de twee helften van het lichaam is daarom zeer fundamenteel in ons coördinatorische patrimonium. De twee meest basale patronen daarin zijn :
    1/ als dezelfde spieren in beide lichaamshelften tegelijkertijd samentrekken (agonisten)          
    2/ als de tegengestelde spieren in beide lichaamshelften tegelijkertijd samentrekken (antagonisten).

    Ik wil mijn analyse aan de hand van deze twee basispatronen beginnen. (Nogmaals, hiertoe is het best eerst even het videofilmpje te bekijken, zodat de omschrijvingen dan gemakkelijker concreet kunnen voorgesteld worden. )    Dan blijkt dat op dit fundamentele niveau al interessante werkingsprincipes aan het licht komen, die heel wat oefenideeën opwerpen. Het richtingsaspect komt hier namelijk al om de hoek kijken : 1/ agonistische samenwerking in sagittale (voor/achterwaartse) en verticale richting gebeurt isodirectioneel (beide kanten gaan in dezelfde richting) ; agonistische samenwerking in laterale richting gebeurt contradirectioneel (2 tegengestelde richtingen)           2/ antagonistische samenwerking in sagittale en verticale richting gebeurt contradirectioneel ; antagonistische samenwerking in laterale richting gebeurt isodirectioneel.
    Dit even in schema uitzetten, maar vooraf even volgende afkortingsafspraken : A-patronen = agonistische patronen ; AN-patronen = antagonistische patronen ; ID = isodirectioneel ; CD =contradirectioneel.

                                                   sagittaal      verticaal         lateraal                              
                      A-patronen               ID               ID                CD  

                    AN-patronen              CD             CD               ID

    Voor A-patronen en AN-patronen is er dus een tegenstelling m.b.t. bewegingsrichting (iso- of contradirectioneel) tussen het sagittale/verticale bewegingsplan en het laterale bewegingsplan.

    Deze patronen kunnen in de meest proximale lichaamszone ingezet worden (t.h.v. de lichaamsas), evenals in de meest distale (bv. buigen van de twee pinken). Bovendien kan men patronen en zones gaan combineren, bv. A-patronen in een proximale zone met AN-patronen in een distalere zone. Om al maar even aan te geven wat een arsenaal aan mogelijkheden hier ligt te wachten. In de oefenvoorbeelden op het einde van het filmpje wordt dit hopelijk al wat duidelijker. Nu wil ik evenwel al benadrukken dat het niet alleen de patronen op zich zijn die kunnen geëxploreerd worden, maar ook de switch tussen patronen, die een verrijkend effect voor de systeemwerking met zich meebrengt.  



    Bespreking van  2e videofilm : analyse basispatronen.    
                                             Klik op deze link :   
    www.youtube.com/watch?v=cb821En8HPk 
                                               (NB. mogelijk geluidsstoring, zet het geluid even af, niet nodig)

    In dit filmpje wordt een 'wiskundige analyse' gemaakt van de agonistische (a-) patronen en de antagonistische (an-) patronen in de 3-dimensionale ruimte. We willen hier aantonen hoe de lichaamsstructuratie in het ontdekken van de a- en an- basispatronen samengaat met de structuratie van de ruimte nabij het lichaam.

    We willen nu al onderstrepen dat de a- en an-patronen geactualiseerd worden in samenwerkingsopdrachten tussen de twee lichaamskanten (in de oefeningen met de balletjes in het filmpje, met de bovenste ledematen). Bij de mens heeft deze kantensamenwerking nog een verdere verfijning doorgemaakt binnen één lichaamskant, namelijk tussen duim en vingers (zie Mesker). Op dit verfijnde niveau (ook 'fijnmotoriek' genoemd) zijn het dezelfde, in ons brein voorgeprogrammeerde, a- en an-patronen die op de kleinere spiertjes van duim en vingers toegepast worden. 'Schrijven', bijvoorbeeld, zet 'isodirectionele' patronen in om met de twee kanten (duim -  vingers) het éne schrijfspoor te realiseren (de twee 'kanten' (duim en vingers) moeten samen steeds samenwerken in dezelfde richting, isodirectioneel dus !) .  Hierover later meer.

    Enkele bemerkingen bij het filmpje :
    - Dit is een 'wiskundige analyse', zo wordt niet aan therapie gedaan ! De oefeningensequentie is geen oefeningenopbouwrecept.
    Voorbeelden van therapeutische toepassing komen in het volgende filmpje aan bod.
    - De oefeningen zijn exemplarisch gekozen, niet alle mogelijkheden worden getoond. Er kunnen met de gehanteerde principes nog heel wat oefeningen bijgemaakt worden : een andere vertrekpositie kiezen, hetzelfde aan de andere kant doen, de oefening in omgekeerde zin uitvoeren).

    Gehanteerde principes bij deze oefenvoorbeelden van a- en an-patronen :
    vis-à-vis - contact
    Therapeut en kind zitten tegenover elkaar, ontmoeten elkaar in een frontaal contact, zoals dat menselijkerwijze meestal het geval is.
    In dit vis à vis - contact gaan we in lateraal opzicht af op de ruimtelijke kantigheid, niet op de lichaamskantigheid van therapeut en kind. Dat wil zeggen, wat in de ruimte als dezelfde kant wordt beschouwd, is voor de één z'n linkerkant en voor de ander z'n rechterkant. De kleur van de balletjes is in het filmpje indicatief hiertoe . In een spontaan, direct beleven van de situatie is dit kantengebruik trouwens vanzelfsprekend. Erg 'mentaal' ingestelde kinderen zullen evenwel geregeld de opmerking maken dat als de therapeut iets met zijn rechterarm doet, hij/zij dan toch ook z'n rechterarm moet gebruiken. Om de oefening te doen, zoals getoond, moet deze onduidelijkheid in zo'n geval via instructie opgehelderd worden voor het kind ('als ik het gele balletje gebruik, dan gebruik jij ook jouw gele balletje').
    In sagittaal opzicht wordt in deze vis à vis - ontmoeting wel het lichaam als referentie genomen : een balletje van zich weg rollen voor de ene, is ook van zich weg voor de andere, met als gevolg dat de balletjes in tegengestelde bewegingszin rollen. Vele kinderen hebben het daar (in het begin) nog moeilijk mee. Het magneeteffect van het modelballetje (van de therapeut), dat wel in lateraal opzicht geldt, moet worden doorbroken in sagittaal opzicht. Vaak 'plakken' de balletjes aan mekaar in zowel lateraal als in sagittaal opzicht.
    Als het kind nog teveel moeite heeft met deze vis à vis - principes, kan begonnen worden met de balletjesoefening voor een spiegel, waarbij het kind licht schuin achter de therapeut zit.
    In een volgend filmpje zal getoond worden hoe de vis à vis - ontmoeting 'therapeutisch verantwoord' kan worden aangeboden.

    - onmiddellijke opvolging
    De getoonde oefeningen gebeuren 'in directe opvolging' door het kind, d.w.z. het kind zet de getoonde beweging door de therapeut onmiddellijk om in een eigen beweging, zonder tussenkomst nog van bewuste overwegingen. De situatie moet in al z'n facetten 'voor zich' spreken, wat het kind ziet, doet het ook (direct erna). Erg bewust sturende kinderen kunnen zo trouwens leren om (terug) spontaan te worden in situaties waarin dat kan, mag, zelfs moet. Verstandelijke, bewuste controle op de situatie kan in deze werkvorm niet dienen omdat dat teveel vertraging oplevert.

    - de O-positie ('nulpositie') (vertrek erin/eruit ; hoek erin/eruit)
    Hiermee bedoelen we de neutrale vertrekpositie : symmetrisch opgericht, handen centraal voor het lichaam in de ruimte waar de blik valt in deze standaardpositie. Het is een belangrijke referentiepositie : men kan er in de drie hoofdrichtingen (sagittaal, verticaal, lateraal) uit weg gaan en er terug naartoe keren. Een zuiver beleefde O-positie is essentieel om de ruimtestructuur op te bouwen, zoals in de oefeningen getoond. Een goed gestructureerd lichaam kan beter deze ruimtestructuur ontdekken, anderzijds (complementair eraan) zal in het ontdekken van deze ruimtestructuren dat lichaam beter gestructureerd geraken.
    Oefenvormen die de O-positie gebruiken als vertrekpositie of als scharnierpositie bij het maken van bewegingshoeken, zijn gemakkelijker dan wanneer de oefeningen opgebouwd zijn met vertrek- of scharnierposities die uit de O-positie liggen.
    Kinderen helpen om een stabiele, zuivere, vertrouwvolle O-positie te verwerven is een belangrijke psychomotorische doelstelling in onze benadering.

    - 2 driedimensionele, denkbeeldige kubussen, één voor het linkerlidmaat, één voor het rechterlidmaat
    De bewegingsrichtingen van de balletjes situeren zich voor zowel het linker- als het rechterlidmaat binnen een denkbeeldige 'kubus'. De getoonde oefeningen gebruiken 1, 2 of 4 ribben van deze kubussen. Naargelang de gebruikte patronen, worden deze ribben iso- of contradirectioneel doorlopen. Hierin tekenen zich enkele moeilijkheidsgraadprincipes af :
    1/ circuits die alleen a-patronen gebruiken zijn gemakkelijk, omdat beiderzijds gewoon dezelfde spieren samenwerken 
    2/ circuits die isodirectioneel (combinatie van a-patronen of van a- en an-patronen) verlopen, zijn ook gemakkelijk.  Dit is logisch omdat de ogen alleen isodirectioneel functioneel samenwerken en dus met isodirectionele patronen van de ledematen gemakkelijk kunnen integreren. 
    Laterale a-patronen zijn van de ene kant gemakkelijk, omdat beiderzijds dezelfde spieren werkzaam zijn, maar tegelijk ook wat moeilijker, omdat de balletjes contradirectioneel bewegen en de ogen ze niet allebei kunnen volgen (met als gevolg dat isodirectionaliteit soms dominant kan worden, het a-patroon door een an-patroon vervangen wordt en beide balletjes in dezelfde laterale richting gerold worden).
    Sagittale an-patronen zijn binnen de besproken groep bewegingspatronen het moeilijkst, omdat het tegengestelde spieren zijn die samenwerken en omdat het bewegingsverloop contradirectioneel is. 
            
    - het gemak van isodirectionaliteit
    In vorig punt al duidelijk aan bod gekomen, maar toch nog even naar voren schuiven als een zeer belangrijk bewegingsprincipe. Wanneer beide lichaamskanten dezelfde bewegingsrichting en -zin aannemen, spreken we dus van isodirectionaliteit. Ons brein kent dit principe zeer goed, kan het toepassen op alle spierenparen in ons lichaam en is dus uitermate geschikt om met twee lichaamskanten één spoor te trekken.
    Dus 'isodirectionaliteit' dynamisch weten te gebruiken,  is een belangrijke behandelingsdoelstelling.
    Een 'schrijf- of tekenspoor' wordt (mede, niet alleen !) door de isodirectionele inzet van duim- en vingersspieren gerealiseerd, want duim en vingers zijn ook vertegenwoordigers van twee kanten, binnen éénzelfde lichaamskant weliswaar.

    - andere thema's die in de getoonde oefenvormen gehanteerd kunnen worden :
    *synchroniciteit : eenmaal een circuit geïnitieerd, kan gestreefd worden naar een volledige afstemming van het bewegingstempo op elkaar, zodat de bewegingen van therapeut en kind synchroon verlopen
    *tempo : de therapeut kan het kind tempogevoelig leren worden door de bewegingen van traag naar snel, of omgekeerd, uit te voeren 
    *taalintegratie : een verbaal ritme kan met de bewegingen gesynchroniseerd worden (bv. 1-2-3-4  /  naar voor, op, naar acher, af  / 'wie'  'doet'  'er'  'mee'  / pan-ne-koe-ken  / ...................
    *initiatiefwissel tussen kind en therapeut : bij alle voorgestelde oefenvormen kan de therapeut op een bepaald moment zeggen : "en nu ben jij de baas, doe jij nu de oefening voor, dan zal ik jou proberen te volgen". Voor veel kinderen betekent zoiets een plezante affectieve wending aan de situatie en als therapeut kan men zien wat het kind begrepen heeft ; is het kind volgzaam in oefeningenkeuze of gaat het eigenzinnig op zoek naar persoonlijke creaties.

     

          



          

    07-06-2009 om 00:00 geschreven door vanweertr


    Categorie:coördinatiematrix
    01-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.eerder verschenen artikels in tijdschrfit 'Tetraëder' van VKOH (Vereniging ter bevordering van de Kritische Ontwikkelingsbegeleiding volgens Hendrickx)
    zie bijlagen

    Bijlagen:
    Alexander.doc (93.5 KB)   
    diepteanalysestrik.doc (8 MB)   
    Dyslexie,bekeken vanuit...doc (121 KB)   
    lofzanglijf.doc (22.5 KB)   
    Ruimtevaart en dyslexie.doc (33.5 KB)   
    vergelijking pmtesten.rtf (64 KB)   

    01-06-2009 om 00:00 geschreven door vanweertr


    Categorie:artikels
    26-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.doordenker 1
    Men is normaal 'mee' als men begrijpt wat er gezegd wordt ; men is 'dom', als men niet begrijpt wat er gezegd wordt ; men is 'wijs' als men begrijpt wat niet gezegd wordt ; men is 'autistisch' als men niet begrijpt wat niet gezegd wordt.

    26-05-2009 om 00:00 geschreven door vanweertr


    Categorie:doordenkers
    24-05-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.gedragskenmerken in psychomotorische oefensituaties
    Voor je dit leest, ga eerst even kijken naar het filmpje op youtube.
                                        Klik op deze link :   www.youtube.com/watch?v=bqv6G_JBmb8

    Bespreking van de verschillende scènes :
    - de knikkerkanteldoos met draaiknoppen, het meisje
    Merk op hoe het meisje de doos met een hoekpunt naar midden voor zich draait, om met de handen gemakkelijk de draaiknoppen te kunnen bedienen. 

    - de knikkerkanteldoos met draaiknoppen, het jongetje
    Merk op hoe de jongen de doos wel laat staan, maar zelf een asymmetrische romphouding aanneemt, om ook weer de draaiknoppen symmetrisch te kunnen benaderen met beide handen.

    - de knikkerkanteldoos op een kantelbord, symmetrische sturing
    Op de bovenrand van de doos staan gekleurde knopjes, gelijke kleuren op gelijke afstanden, aan beide dooskanten. De doos staat op een bord dat in alle richtingen kan kantelen op een centrale bol eronder. Bij de eerste beelden mag het meisje 'symmetrisch' sturen, beide handen op gelijke afstand aan gelijke kleurknopjes.

    - de knikkerkanteldoos op een kantelbord, asymmetrische sturingsuggestie
    Nu wordt een asymmetrische sturing gevraagd : gebruik eens stuurknopjes van verschillende kleur, dus op een ongelijke afstand voor de bovenste ledematen. Het meisje kiest evenwel niet voor deze asymmetrische contacthouding, ze draait de doos een kwartslag verder, zodat de ongelijke kleurknoppen toch weer symmetrisch kunnen bediend worden.

    Eerste conclusies : de wereld 'symmetrisch' benaderen is een voorkeurspatroon. Ofwel doe ik daartoe de wereld 'passen' binnen deze voorkeurshouding (het meisje, dat de kist naar zich toe draait, zelfs als daardoor het object 'scheef' komt te staan (een rechthoekige kist op een rechthoekige tafel (carpenters world) met rechtlijnig geplaatste tussenschotten op de gaatjesplaat). Ofwel pas ik daartoe mijn eigen lichaamshouding aan (de jongen) en laat ik de 'buitenwereld' bestaan zoals die gestructureerd is.


    - potlood en lat,  het meisje
    Merk op hoe het meisje dezelfde lichaamspositie handhaaft door het blad steeds verder te draaien.

    - potlood en lat, het jongetje
    De jongen laat het blad liggen, maar kruipt als het ware rond de tekening door z'n houding aan te passen.

    Hetzelfde fenomeen als bij de knikkerkantelkist van hierboven : het meisje 'vervormt  de wereld' om hem te doen passen aan haar actielichaam, de jongen 'vervormt' z'n lichaam' om het de doen passen aan de eis van de buitenwereld. Twee manieren om te voldoen aan  'assimilatie' (Piaget), maar toch  twee fundamenteel andere manieren van 'in contact gaan' met de buitenwereld.
    Het hoeft niet altijd zo te zijn, maar deze vastgestelde 'psychomotorische fenomenen' kunnen typische 'persoonlijkheidskenmerken' zijn, die ook op te merken zijn in bijvoorbeeld emotioneel, sociaal of cognitief opzicht.

    Beide manieren van 'in contact gaan' zijn functioneel-efficiënt (de tekenopdracht lukt bij zowel het meisje als het jongetje). Het best is als men van deze 'contactstrategieën' op het juiste moment en in de juiste mate gebruik weet te maken, m.a.w. als men ze dynamisch en flexibel weet toe te passen. Alleen en altijd maar de wereld willen doen overeenkomen met onze eigen maatstaven kunnen we ons niet permitteren. Zichzelf steeds slaafs conformeren aan de eisen van buitenaf is ook niet goed.

    Op het continuüm tussen deze twee contactwijzen kunnen psychomotorische oefensituaties bedacht worden voor elk type van persoonlijkheid : 1/ om vrij te komen van een te strakke gebondenheid aan één van de twee polen  +  2/ om dynamische flexibiliteit over het hele continuüm heen te creëren. Het meisje (met ASS-diagnose) is er bijvoorbeeld mee gebaat wat meer vrij te komen uit de té starre symmetrische manier van de wereld in te trekken. Hieronder enkele oefensuggesties (uit een 'totaalaanpak', hierover later meer), die daartoe zouden kunnen dienen.  

    - blokjes snijden ( perfectiedrang)
    Hier wordt gevraagd om de 'plaats van actie'  telkens te verleggen van de ene naar de andere kant (een blokje 'afsnijden' en vooruitschuiven, afwisselend links en rechts ; dan idem, terugschuivend). Het kind mag in deze oefenvorm 'zichzelf' zijn (strikt, eng afgelijnd, Pietje precies), maar toch wordt ze ook uitgenodigd om dynamisch te switchen tussen 2 contactplaatsen, die niet meer centraal voor haar gesitueerd zijn.

    - matjes schuiven met de tweepikkel  (opnieuw het perfectionistje)
    Een gelijkaardig oefenidee als het vorige. Op het moment dat ze zich realiseert dat ze vergat te switchen, moet de hele oefening opnieuw gebeuren.  Een 'uitvoering' moet immers strikt passen binnen de 'opdracht', enige 'marge' bestaat voor deze, nog (té)rigiede persoonlijkheidsstructuur, niet.

    - matjes schuiven met de driepikkel (suggestie naar dynamisering lichaamsgebruik en actieterrein)
    Nogmaals een dynamiseringssuggestie. Die schuilt niet alleen in de benutting van een ruimer actieterrein, maar ook in een verfijnder drukverdeling over het 'stuur', om ook het middenmatje mee te nemen. Toch is deze oefenvorm nog voldoende passend voor haar 'starre' persoonlijkheidsstructuur.

    - bimanuele toetsreeks
    In de gevraagde oefening wordt proximaal (schoudergordel) een antagonistisch samenwerkingsverband tussen beide lichaamskanten gevraagd (de armen moeten lateraalwaarts verplaatsen door aanvoeren van de ene arm + afvoeren van de andere arm) terwijl distaal een agonistisch patroon gevraagd wordt (beide onderarmen moeten tegelijkertijd pro- en dan supineren). Dit laatste symmetrische patroon wordt bij dit coördinatorisch te weinig verfijnde kind opgeslorpt door het isodirectionele  (alles in dezelfde richting) patroon (hier het antagonistische patroon, omdat de oefening in laterale richting verloopt). Het symmetrische agonistische patroon van de distale lichaamsdelen gaat over in het asymmetrische antagonistische patroon. Bij de terugkeerbeweging wordt bovendien gepersevereerd op het moeizaam gevonden antagonistisch patroon uit de heenrichting.

    In de tweede oefenvorm wordt het isodirectionele patroon aan dit kind aangeboden. Dit patroon sluit beter aan op de momentele mogelijkheden van dit kind en is daarom een betere, minder frustrerende vertrekoefening. Bij voldoende vertrouwensopbouw binnen deze moeilijkheidsgraad kunnen daarna 'hogere' samenwerkingsverbanden tussen de twee lichaamskanten aangeboden worden.

    In de 'coördinatiematrix' gaan we later deze agonistische en antagonistische patronen  in een 'kader' proberen te plaatsen.

    - symmetrische afstoot in zit op bal
    Hier zien we een symmetrisch agonistisch samenwerkingsverband tussen de twee lichaamskanten (afstoten met de onderste ledematen),  isodirectioneel, in sagittale richting dit keer. Bij afstoten met de armen (ruglings) wordt haar vertrouwen in de totaalsituatie op de proef gesteld. De dynamisering in affectief opzicht is hier een belangrijk facet van de therapeutische intentie (meer nog dan het coördinatorisch eenvoudige symmetriepatroon sagittaalwaarts). 

    - observatie bij omkleden (ingeplooid lichaam)
    Ook bij activiteiten in het dagelijkse leven, zoals omkleden, kiest zij vaak voor symmetrische,  naar zichzelf terugplooiende bewegings- en houdingspatronen.   

    - observatie in les bewegingsopvoeding 1 (late reactie)
    Haar rigiede binding met de buitenwereld maakt dat ze niet direct en alert kan reageren op prikkels in die leefwereld. De 'verbinding' wordt pas met enig uitstel gemaakt.

    - observatie in les bewegingsopvoeding 2 (frunniken aan kledij)
    Veel interactie gebeurt met haar eigen nabije (kledij) of interne milieu (lichaamssensaties), die als het ware de stroef verlopende interactie met het van buitenaf opgelegde milieu verdringt.

    24-05-2009 om 00:00 geschreven door vanweertr


    Categorie:observatie van psychomotorische fenomenen


    mail

    Druk op onderstaande knop om te e-mailen.



    recent : motorische analyses van 'fietsen' en 'orbit wheelen'

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs