Klik op : www.youtube.com/watch?v=qezfNFYckHI Alternatieve fitnessoefeningen met gebruik van ht skisimulatortoestel. In elke oefening is een belangrijke coördinatiecomponent aanwezig, die de oefening vloeiend maakt.
Het is gewoon de samentrekking van 'coördinatie(training)' en 'fitness'. Als je het filmpje bekeken hebt, is het fitnessaspect gemakkelijk te identificeren : repetitieve bewegingen met een bepaalde belasting over een bepaalde tijdsduur. Voor het coördinatieaspect is een woord uitleg nodig. In de categorie 'coördinatiematrix' werd reeds uitgebreid ingegaan op de 'coördinatiepatronen', die ook in deze fitnesstoepassing aan bod komen.
Fitness Bedoeling hiervan is om de basisfysieke kwaliteiten van cardiorespiratorische uithouding en weerstand, kracht en krachtuithouding, snelheid en lenigheid te onderhouden en te verbeteren. Hiertoe worden per oefening de parameters belasting (weerstand en snelheid van uitvoering), duur en aantal herhalingen aangepast.
Coördinatie Hier gaat het om het inschakelen van bewegingspatronen en de fijnregeling daarbinnen (evenwichtsaanpassingen, krachtsdosering, tijdruimtelijke afstemming).
Bij klassieke fitness zijn de bewegingsbaan, de bewegingsamplitudo, de stabilisatie vaak volledig door het toestel gedetermineerd. De te gebruiken bewegingspatronen hebben daardoor in coördinatorisch opzicht heel weinig vrijheidsgraden. Bij onze coördifitness willen we net deze bewegingspatronen uitlokken en de fijnregeling ervan op de proef stellen. Het accent van de training wordt aldus veel meer in de richting van 'coördinatie' verschoven. De bewegingspatronen zijn het uitgangspunt bij het construeren van de oefenvorm. In dit filmpje worden a-patronen (agonistisch spierwerk), an-patronen (antagonistisch spierwerk) en de a-+ an- integratievormen (wat tot 'rotatie' leidt) getoond (zie infra). Later gaan alle andere basispatronen (zie coördinatiematrix) ook aan bod komen in coördifitnesstoepassingen.
Coördifitness wordt echt plezant als de vereiste coördinatiepatronen zuiver zijn, d.w.z. juist qua bewegingsbaan, krachtsinzet, ritme, timing. Als dit het geval is, dan verlopen de bewegingen soepel en gemakkelijk en zijn er de minste 'energetische kosten'. Het bewegen gebeurt dan 'efficiënt' en dat voelt goed aan. Het repetitieve karakter van 'fitnessoefeningen' biedt de kans om deze bewegingsefficiëntie na een aantal uitvoeringen te ontdekken, als het bewegingsapparaat van de persoon daar tenminste op eigen houtje toe in staat is. Als dat laatste niet het geval is, dan heeft de therapeut de kans om via manuele (be)geleiding deze bewegingservaringen te 'induceren'. Vermits we 'basiscoördinatiepatronen' in de oefeningen steken, kan (onder andere) door deze coördifitness het basismotorisch arsenaal van de persoon volledig ontgonnen, fundamenteel verfijnd en stabiel verworven worden. Alle 'hogere' gedrag dat hieruit oprijst, plukt daar de vruchten van.
A-patronen, An-patronen, A+An-patronen
'A-patronen' staat dus voor agonistische patronen : dezelfde spieren aan beide lichaamskanten werken samen ; bij bewegingen in het sagittale en verticale vlak gaan de twee lichaamskanten in dezelfde richting (isodirectioneel) ; bij bewegingen in het laterale vlak gaan de twee lichaamskanten in tegengestelde richting (contradirectioneel). Dit is te zien in volgende oefeningen : - ruglig op skatebord, afstoot symmetrisch van beide benen op tafelkader - kniezit (opgericht, eerste uitvoering) en kniehielzit (tweede uitvoering) op het skatebord, in de heenrichting door concentrische symmetrische tractie van de armen op het touw, op het switchmoment door het symmetrisch openen van de knotsen op het touw (contradirectioneel, a-patroon lateraal), in de terugrichting door excentrische symmetrische tractie van de armen op het touw - buiklig op de bobathbal, symmetrische afstoot beide benen ; - gesteunde kniehielzit op de boogbaan, symmetrisch strekken en buigen van de lichaamsas (openen en sluiten van heup- en schouderhoek) - loopband met de pedalo , symmetrisch openen en sluiten van de lichaamsas in de heen- en terugbeweging
'An-patronen' staat voor antagonistische patronen : de tegengestelde spieren aan beide lichaamskanten werken samen ; bij bewegingen in het sagittale en verticale vlak gaan de twee lichaamskanten in tegengestelde richting (contradirectioneel) ; bij bewegingen in het laterale vlak gaan de twee lichaamskanten beide in dezelfde richting (isodirectioneel). De heenbewegingvan de oefening aan de loopband en de pedalo laat zien hoe de handen dit antagonistisch patroon 'hanteren' met beide handen op de trapvlakken van de pedalo. Deze oefening laat ook al zien dat in de verschillende lichaamszones andere patronen tegelijk kunnen ingezet worden (an-patroon in bovenste ledematen, a-patroon over de rest van de lichaamsas).
Als sagittale A-patronen (isodirectioneel) geïntegreerd worden met laterale An-patronen (ook isodirectioneel) dan krijgt men een isodirectioneel rotatief patroon. Dit isodirectionele rotatieve patroon neemt een centrale plaats in in onze benadering, sterk gericht op het coördinatorisch vrijmaken van het motorische systeem. Dit is te zien in twee oefeningen van het fitnessparcours : - de 8-baan : directe switch tussen de horaire en de antihoraire rotatie in de boven- en onderboog ; ook mogelijk in de tegengestelde richting ; analoge actie van de handen op de steunpunten en de lichaamsas op het wagentje - de 'ronde ton' : ofwel horaire ofwel antihoraire rotatie, ook weer met analoge acties tussen handen en voeten op het wandrek en de lichaamsas op de loopwagen.
Materiaalaanpassingen en vertrekhoudingen
We werken bij coördifitness met elastische banden, hellingen, boogbanen, ballen, touwen, ... Deze materialen moeten op een creatieve maar verantwoorde en veilige wijze ingebouwd worden in de oefenvorm. Een plezante uitdaging, maar vaak experimenteren geblazen !!
Een juiste symmetrische vertrekhouding met een evenwichtige gewichtsverdeling over het steunoppervlak is bij alle oefeningen van belang. Bijvoorbeeld de oefening in buiklig op de bobathbal moet beginnen met een middenpositielig op de bal en de tractierichting van de elastische band in de lijn van de lichaamsas. Bij een asymmetrische gewichtsverdeling op het skatebord zal de oefening bemoeilijkt worden door de afwijking van de rechte lijn, die het bord dan zal maken. Kleine asymmetrieën kunnen opgevangen worden door de fijnregeling van het coördinatiepatroon, wat op zich een positieve uitdaging voor het motorische systeem betekent. Te grote asymmetrieën, die reacties buiten het basispatroon uitlokken (vaak massale evenwichtsreacties), moeten vermeden worden.