Hendrik Conscience werd geboren in Antwerpen. Zijn vader had de Franse nationaliteit en moeder was een rasechte Vlaamse. Als kind was Conscience dikwijls ziek waardoor hij slechts sporadisch naar school kon. Hij was een autodidact. Vooral de natuur en geschiedenis konden hem mateloos boeien. Hij werd hulponder- wijzer en kwam bij het uitbreken van de omwenteling in 1830 in het Belgisch leger terecht. Daar werd hij al snel gedegradeerd omdat hij zich als dromer en eenzaat niet kon aanpassen aan het harde leven tussen medesoldaten. Na zijn demobilisatie in 1836 begon hij te schrijven, eerst in het Frans, later in het Nederlands. Hij kwam aan de kost als klerk bij het provinciebestuur maar nam ontslag om zich helemaal aan het schrijven te wijden. Rond 1840 kwam Hendrik Conscience tot rust. Hij werd griffier bij de ?Academie voor Schone Kunsten? te Antwerpen en huwde in 1841 met Maria Peinen.In 1856 werd hij benoemd totarrondissementscommissaris te Kortrijk. Ongeveer tien jaar later werd hij conservator van het Wiertzmuseum te Brussel. Hij overleed op 10 september 1883 aan een slepende maagkwaal en vond zijn laatste rustplaats op het Kielkerkhof in Antwerpen. In 1936 werd zijn stoffelijk overschot overgebracht naar het Schoonselhof.