We laten ons steeds meer verassen, zo blijkt uit allerlei studies.
Vijftien jaar geleden koos 17 procent voor crematie, nu al 38 procent. Belangrijkste reden: het is goedkoper dan een begrafenis. Maar crematie heeft nog andere voordelen. Wil je je nabestaanden bijvoorbeeld een origineel bidprentje schenken? Voor een zacht prijsje verwerkt de Limburgse kunstenares Carine Triest (nomen est omen) je as in acrylverf en maakt ze er een schilderij mee. Wie weet beland je zo na een tijdje wel in een museum. Of op een rommelmarkt. Nee, zo'n asschilderij, dat lijkt me wel wat. Alleen vraag ik me af: ben ik een landschap, of toch veeleer een stilleven? Weet je wat: die kunstenares moet me maar verrassen.
Miriam Ferguson (gouverneur van Texas in de jaren twintig en dertig, over haar beslissing om lesgeven in vreemde talen te verbieden): "Als Engels goed genoeg was voor Jezus, dan is het goed genoeg voor ons!"
Een avond na een drukke werkdag. De soep staat op het vuur, de strijk moet nog gedaan worden, de kleine maakt van zijn oren omdat hij zich verveelt, de hond wil eten, en de baas heeft gezegd dat dat rapport morgenochtend absoluut klaar moet zijn. Je komt een paar handen te kort, en net dan gaat de telefoon.
Opnemen? Niet opnemen? Liever niet natuurlijk, maar het zou wel eens belangrijk kunnen zijn, zo laat op de avond. Wie weet is moeder van de trap gedonderd en ligt ze nu kermend op de koude vloer, met haar laatste krachten haar gsm...
"Hallo."
"Dag meneer, met Wendy van de firma Huppeldepup, zou ik u een paar vragen mogen stellen?"
Beleefd probeer je het wicht af te wimpelen, maar ze zet je klem met haar vragen en maakt schaamteloos gebruik van je goede manieren. Ondertussen hoor je hoe de soep overkookt, de kleine enthousiast het behangpapier volkladdert en de hond met veel smaak het rapport naar binnen werkt. De brandgeur voorspelt weinig goeds voor het hemd dat je net aan het strijken was.
Vroeger zetten opdringerige verkopers hun voet tussen de deur, nu in je oor. Dat noemt men vooruitgang.
Ondernemingen grijpen steeds vaker naar de telefoon om hun producten en diensten aan de man te brengen. Ze zetten daar zogenaamde telemarketeers voor in. Vorige week had ik er drie aan de lijn. Niets helpt. Ze weten zich overal uit te lullen.
Juffertje: (zoetgevooisde stem) "Meneer, mag ik u een interessant aanbod doen?"
Ik: (zucht) "Ik heb echt geen tijd, mevrouw."
Juffertje: (lichtjes opgewonden) "Met onze firma kunt u de helft goedkoper bellen."
Ik: (probeert kalm te blijven) "Ik ben niet geïnteresseerd, mevrouw."
Juffertje: (gespeeld verontwaardigd) "Maar meneer, u wilt toch goedkoper bellen?"
Ik: (triomfantelijk, want denkend dat hij met wat volgt het gesprek zal kunnen beëindigen) "Nee, ik wil echt niet goedkoper bellen. Ik wil veel betalen."
Juffertje: (na een lichte aarzeling) "Waarom wilt u niet goedkoper bellen?"
Daar had ik niet zo meteen een antwoord op. Dus begon mijn tegenstandster toch weer aan haar uitleg over piek- en daluren, vaste lijnen en activatiekosten.
Ze zijn niet te verslaan.
Of toch? Telemarketeers maken gebruik van een script. Alle denkbare wendingen die een gesprek kan hebben worden daarin stap voor stap behandeld, met voor elk mogelijk antwoord een kant-en-klare nieuwe vraag. Telemarketeers hebben daardoor een grote voorsprong op hun opponenten. Het komt er dus op aan een tegenscript te ontwikkelen. De rollen omdraaien, zelf vragen stellen. Na een uurtje had ik zo'n tegenscript klaar, vervolgens wachtte ik geduldig af.
Twee dagen later was het weer zo ver.
"Met Nathalie van het enquêtebureau..."
"Dag Nathalie, met Tom. Nathalie, hoe spel je dat?"
"Euh, N, A, T, H, A, L, I, E. Meneer, zou ik u..."
"Nathalie, hoe heten jouw ouders?"
"Meneer, dat lijkt me niet relevant."
"Waarom wil je mijn vraag niet beantwoorden, Nathalie?"
"Ik zie echt niet in..."
"Ik verzeker je dat je antwoorden strikt vertrouwelijk behandeld zullen worden. Of heb je problemen met het telefonisch beantwoorden van vragen die je worden gesteld door mensen die je van haar noch pluim kent?"
"Ik heb hier geen tijd voor, meneer, ik..."
"Je hebt geen tijd? Geen probleem, wanneer schikt het je om mij terug te bellen, Nathalie?"
Stilte aan de andere kant van de lijn. Dan toch: "Ik zal u morgen eens terugbellen."
Zo'n twintig jaar geleden wonden de Iraanse ayatollahs zich op over 'De Duivelsverzen' van Salman Rushdie. Die postmoderne roman is, ik citeer even een of andere duffe recensent, "een ingewikkelde reis door ruimte en tijd, waarin de auteur de onderlinge verwisselbaarheid van goed en kwaad, engel en duivel lijkt te willen illustreren". Kortom: een roman die alleen maar uitgelezen wordt door mensen met vijf universitaire diploma's en een IQ van 160. Maar de tijden veranderen. Anno 2006 maken de ayatollahs zich namelijk druk over de tekenfilmfiguren Tom en Jerry. Uit een uitzending van de Iraanse staatstelevisie: "'Tom en Jerry' is een joods complot. Die tekenfilm is gemaakt met de bedoeling iedereen ervan te overtuigen dat muizen (= joden) beter en slimmer zijn dan katten (= niet-joden). Dat was nodig omdat Hitler de joden vieze muizen noemde." Van Salman Rushdie tot Tom en Jerry: als ik van Nijntje was, zou ik alvast maar onderduiken.
Nog maar net hebben we Vrouwendag en Antidieetdag achter de rug, of vandaag, zondag 7 mei, is het Wereldlachdag.
Overal worden vandaag lachactiviteiten georganiseerd. Zo is het de bedoeling dat de Fransen vandaag massaal naar de voet van de Eiffeltoren komen, om er om 15u gezamenlijk in de lach te schieten.
Zoals mijn grootmoeder altijd zei: lachen is als een pamper verversen. Het lost niets definitiefs op, maar het maakt de zaken voor een tijdje draaglijker.
Vandaar deze kleine bijdrage tot Wereldlachdag.
WK-finale 2006, een man loopt het stadion in naar zijn stoel. Onderweg ziet hij tot zijn grote schrik een lege stoel. Dus hij zegt tegen de man naast de lege plek: "Is het niet ongelofelijk! Het is zo moeilijk om kaartjes te krijgen, ze kosten al meer dan 500 euro op de zwarte markt, en is het al maanden uitverkocht. En dan is er hier een lege stoel!"
"Nou," zegt de man. "Het zit zo, ik ging al 20 jaar met mijn vrouw naar elke finale van het WK en EK, we hebben er nooit één gemist. Maar nu is ze overleden... Dus daarom is die stoel vrij."
"Ooow, excuus meneer, dat wist ik niet, gecondoleerd! Maar, met alle respect meneer, waarom neemt u dan geen vriend of familielid mee of zo?"
De man kijkt hem aan, en antwoordt: "Tja, iedereen is naar de crematie!"
Ik maak me grote zorgen om mijn vriend, dokter Jean-Claude Bana.
Zo'n jaar geleden kwam hij onverwacht en ongevraagd in mijn leven, toen ik zijn kaartje in mijn brievenbus vond. Met zijn grote ogen staarde hij mij vriendelijk en doordringend aan, terwijl zijn weelderige baard wijsheid leek uit te stralen. En inderdaad: hij was een "grote helderziende, medium en wonderdokter uit Afrika", schreef hij. Geheel spontaan bood hij aan om me te helpen, want "geen leven zonder problemen en geen probleem zonder oplossing".
"Stel dat uw vrouw verdwenen is", schreef mijn nieuwe vriend. "Kom me bezoeken en zij zal terugkomen zoals een hond naar zijn baas."
Dokter Jean-Claude was overduidelijk geen feminist.
Bescheiden was hij evenmin: "Ik los alles op. Honderd procent garantie en resultaat binnen drie dagen."
Mijn vrouw was echter niet verdwenen, ze zat in de keuken, dus legde ik zijn kaartje bij het oud papier.
Dokter Jean-Claude was evenwel bijzonder hardnekkig: hij bleef me bestoken met zijn briefjes waarin hij opschepte over zijn vele gaven. Voor "een kleine vergoeding" wou hij wel mijn borsten vergroten, Satan verdrijven en de juiste lottocijfers invullen. En in zijn grote apotheek had hij tal van middeltjes tegen impotentie, onvruchtbaarheid, examenvrees, nicotineverslaving, allergieën, maagzuur, tennisellebogen, liefdesverdriet, slechte geesten, puisten en boeken van Kristien Hemmerechts.
"Belangrijk", schreef hij me op een keer, en hij zette er een hele verzameling uitroeptekens achter. "Ongeneeslijk bestaat niet!!!!!" Er is namelijk geen Afrikaanse plant of er is wel een vreselijke ziekte die ermee bestreden kan worden. De "kleine vergoeding" wordt dan wel een stukje minder petieterig: dokter Jean-Claude moet zo'n plant namelijk helemaal uit een of ander Afrikaans oerwoud laten overkomen, en dat kost toch wel een paar duizend euro.
Aangezien mijn vrouw maar niet verdween en mijn examenvrees ook niet meer is wat hij geweest is, was er geen reden om op de kaartjes te reageren. Dat maakte dokter Jean-Claude blijkbaar een beetje korzelig. "Wil u niet geholpen worden?", schreef hij op een keer vermanend.
Na een tijdje begon ik behoorlijk gesteld te raken op mijn Afrikaanse vriend. Groot was dan ook mijn vreugde toen ik merkte dat hij zijn kaartjes was gaan ondertekenen met "professor" in plaats van "dokter". Jean-Claude had promotie gemaakt!
U ziet het, ik begon met hem mee te leven.
Maar sinds enkele weken: geen kaartjes meer. Ja, wel van professor Halilou, maraboe Dabankou en meester Zakaria, maar niet van professor dokter Jean-Claude. Geen woord. Dus maak ik me stilaan zorgen. Er zal toch niets gebeurd zijn? Hij zal toch geen zware ziekte hebben? Zo een waar mensen zo wanhopig van worden dat ze naar kwakzalvers gaan? Die dan schaamteloos van de vertwijfeling van hun 'patiënten' gebruikmaken om ze geld uit hun zakken te kloppen met verhaaltjes over exotische planten? Nee toch? Professor Jean-Claude, kom terug! Geen probleem zonder oplossing!!!!!
Vreemde voornamen zijn een trend. Veertig jaar geleden werden borelingen Jos, Marie of Jef genoemd, nu Kenji, Shania, Lente, Appel, Honeyblossom, Trixibelle of Suri. Dat kan vervelende combinaties opleveren: Lente Dewinter bijvoorbeeld, of Appel Boom. Alhoewel sommige achternamen op zichzelf al genoeg zijn om met een levenslang trauma opgezadeld te zitten. Zo wonen er in ons land 52 mensen met de naam Kalf, aldus de website www.familienaam.be. Verder heten er 3 Aap, 5 Vies, 8 Vet, 31 Fluit, 10 Curry en is er 1 Worst (gelukkig niet getrouwd met Curry). Maar de grootste sukkelaars zijn toch die twee die met de naam Naam door het leven moeten. Kan je je de dialogen al voorstellen? Bediende: "Wat is uw naam?" Naam: "Naam." Bediende: "Nee, uw naam." Naam: "Naam." Bediende: "Zeg, niet met mijn voeten spelen, hé manneke. Uw naam!" Naam: "Naam zeg ik u!" Enzovoort, enzoverder.
Onheilstijding deze week: "Over tien jaar schiet er van Scherpenheuvel niets meer over."
Aardbeving? Al-Qaida? Meteoriet? Tsunami? Di Rupo? Nee, het bedevaartsoord kampt al jaren met een dalend bezoekersaantal. En dat heeft zo zijn gevolgen: ooit stonden er 75 souvenirkraampjes onder de basiliek, nu zijn dat er nog amper elf. "Het is hier binnenkort gedaan", vrezen de inwoners.
Flashback. Dikke Herman, Kareltje en ik waren een jaar of veertien: pubers met meer puisten dan verstand, wat tijdens de naschoolse sportactiviteiten al eens tot blessures leidde, zoals die keer dat we een bowlingbal als voetbal gebruikten en Kareltje per se wou koppen. Meneer Directeur nam dan ook geen risico's: we zouden tijdens de jaarlijkse sportdag braafjes met meester Janssens naar Scherpenheuvel wandelen, een simpele tocht van dertig kilometer. Geen ongelukken, geen problemen.
Meneer Directeur was een goeie kerel, maar nogal naïef.
Nauwgezet bestudeerde meester Janssens die ochtend de kaart. "'t Is langs hier", sprak hij gedecideerd, dus gingen we met zo'n dertig leerlingen enthousiast op weg, de overbekende hit brullend: "We gaan te voet naar Scherpenheuvel, o ja te voet naar Scherpenheuvel, maar wanneer komen wij daar aan, met zoveel kroegen langs de baan? Tsjalala lala lala la! Hoi!"
Helaas: weinig kroegen langs de baan, en nog minder wegwijzers. Na een halfuur ronddwalen bleek dat we min twee kilometer hadden afgelegd. Min twee! Verbijsterd keken we naar meester Janssens. "'t Was blijkbaar langs daar", mompelde hij ietwat beschaamd.
Kort daarna brak er een verschrikkelijk onweer los. Compleet doorweekt vonden we uiteindelijk een stal om in te schuilen, in het gezelschap van een stel onwelriekende schapen en een vreemde meneer met een gigantische schaar, van wie we hoopten dat hij de boer was.
Ons "Tsjalala lala lala la" klonk al wat minder overtuigd.
Ietsje later kwamen we aan een kruispunt dat niet op de kaart stond. Meester Janssens vroeg de weg aan een inboorling. Wellicht een atheïst, of een kinderhater, want een uur later bleek dat we vrolijk richting Leuven aan het wandelen waren.
Terug op het rechte pad bereikten we een wei. Meester Janssens kroop over de prikkeldraad. Helaas werd hij daarbij opgemerkt door een bronstige koe. Wij wisten niet dat onze leraar op zijn leeftijd nog zo snel kon lopen.
"Tsjalala lala lala la. Hoi!"
De meester kwaad omdat sommige leerlingen voor de koe hadden gesupporterd. "En niet meer door de weiden! Dan maar telkens een omweg!"
Tsjalala.
Opnieuw een regenbui.
Tsjala.
Weer de weg kwijt.
Tsja.
Ik denk dat we die dag zo'n vijftig kilometer hebben gewandeld. Onze voeten kregen allerlei ongezonde kleuren, onze tongen hingen tot op onze knieën, Dikke Herman begon te hallucineren, Kareltje sukkelde van vermoeidheid in een gracht en ik was dermate aan het zweten dat men op mijn rug een bad kon nemen.
Net toen we ervan overtuigd waren dat we tot aan het eind van onze dagen door Vlaanderen zouden strompelen, zagen we in de verte de basiliek opdoemen. Dolgelukkig namen we Scherpenheuvel in: ik kocht in de eerste de beste winkel een lichtgevend Mariabeeld, Dikke Herman een megazak snoep, en Kareltje genoeg noveenkaarsen om de hele basiliek mee plat te branden. Daarna bestelden we wafels met slagroom, de lekkerste die we ooit hadden gegeten. Scherpenheuvel was de max.
En dat paradijs van lekkers en prullaria zou nu verdwijnen? Tijd dat ik dat lichtgevend Mariabeeld van de zolder haal. Je weet nooit of het helpt.
Neen, uw blog moet niet dagelijks worden bijgewerkt. Het is gewoon zoals je het zélf wenst. Indien je geen tijd hebt om dit dagelijks te doen, maar bvb. enkele keren per week, is dit ook goed. Het is op jouw eigen tempo, met andere woorden: vele keren per dag mag dus ook zeker en vast, 1 keer per week ook.
Er hangt geen echte verplichting aan de regelmaat. Enkel is het zo hoe regelmatiger je het blog bijwerkt, hoe meer je bezoekers zullen terugkomen en hoe meer bezoekers je krijgt uiteraard.
Ik ben Tom De Smet
Ik ben een man en woon in Antwerpen (België) en mijn beroep is journalist.
Ik ben geboren op 02/10/1974 en ben nu dus 50 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: neuspeuteren.
E-mail mij
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek