Reeds lang zochten Louis, Marcelle, Greet en ik naar de meest interessante manier om een tocht te maken door de Vikoskloof. Op eigen houtje scheen dat moeilijk te organiseren. We vonden onze gading in de brochures van Ross Holidays en besloten om in te schrijven op het trekkingsprogramma Zagoriadorpen dat eind mei 2008 gepland stond.
2008.
Het werd een fantastische ervaring, niet alleen omwille van de tocht zelf, maar grotendeels omdat de 15 deelnemers en de gids vanaf de eerste dagen een hechte vriendengroep vormden.
Twaalf van hen besloten toen om in juni 2009 deel te nemen aan die andere tocht in dezelfde regio: het Pindosavontuur. Makis Logiotatidis van Compassadventures was er zeker van dat iedereen die tocht aankon. De twaalf stelden één voorwaarde: dat Makis ook deze tocht zou gidsen.
Zodra de reisdata voor 2009 bekend waren zoefden de mails van de ene naar de andere Zagoriadeelnemer en nog vóór de jaarwisseling waren 10 van de 12 ingeschreven. Gert en Hilda twijfelden nog even, maar na grondige training raakten zij ook overtuigd van hun kunnen en plaatsten het deelnemersaantal op 12.
2009
Toen ik op 18 mei bij Ross informeerde was er nog niets gewijzigd aan het aantal deelnemers. Zes Belgen en zes Nederlanders die het in Zagoria bont gemaakt hadden zouden in het Pindosgebergte een tweede keer het mooie weer gaan uitmaken. Figuurlijk en letterlijk, want bij nazicht van de weersvoorspellingen op Zoover.be werden temperaturen van 29 tot 32° aangekondigd en volle zon. Dit kon niet stuk en het ging ook niet stuk. Dat bewijst dit reisverslag.
Tony Peirsman
5 juni 2009
Middernacht. Bornem Taxi haalt eerst Louis en Marcelle op in Hingene, en 10 minuten later rijdt hij bij ons (Tony en Greet) de oprit op. Wij staan klaar.
Twee en half uur duurt de rit naar Schiphol. Daar belanden we meteen in een nachtelijke chaos. Alle vluchten van Transavia zijn opgeschort. Reizigers worden van de ene incheckbalie naar de andere gestuurd: Meer info aan balie 24 . Neen toch, ga maar terug naar balie 17 of 18 Misschien 21 ??? Hostessen weten te vertellen dat er een structureel probleem is. Dat slaat natuurlijk nergens op. Later vernemen we de ware toedracht: alle vliegtuigen van Transavia zouden schade opgelopen hebben tijdens de hagelbuien van enkele dagen geleden en zijn aan een grondige inspectie toe. Dat kan kloppen. In die periode vielen er in het Waasland ook kanjers van hagelbollen, tennisballen groot.
We krijgen aan balie 18 een papier toegestopt dat toch wat paniek zaait: Wegens overmacht kan de vlucht één tot twee dagen uitgesteld worden. Het staat iedereen vrij om terug naar huis te gaan en daar de berichtgeving af te wachten. Voorlopig geeft niemand daar gevolg aan.
Terwijl Louis en ik beurtelings de inkomhall rondlopen komen ook Danny en Ingrid en Gert en Hilda toe. Kusjes, pollekens schudden, en dan weer van de ene balie naar de andere. Greet en Marcelle waken ondertussen over de bagage. Wat een poespas!
Om 4 uur komt de verlossende mededeling: Reizigers voor Transavia mogen inchecken aan balie 18. De instapkaart die we daar krijgen vermeldt Gate C16. Boarding time 05.00 Da s op tijd vertrekken ! Fenomenaal .!
Helaas! Dat was iets te veel aan euforie. C16 is zo verlaten als een voetbalveld zonder spelers. Er hangt ergens een briefje: Gelieve u te begeven naar gate D68. Was dat geen politieke partij in Nederland? oppert Greet. Bijna juist. Dat was D66.
Een kwartiertje wandelen. D68. O.K. . O.K.? Er wordt een melding omgeroepen: De Transaviavlucht van 05u40 wordt verschoven naar 09u25. Passagiers kunnen aan terminal T2 een lunchbon afhalen. Die bon is 14,25 waard per persoon. Ik koop daarvoor een schitterende Griekse sla en twee flesjes witte wijn en nog een pakje chocolade. Zoveel gulheid compenseert wel het lange wachten. Gert en Hilda zijn van geen kanten meer te bespeuren. Hoera! Shoppen had ik Hilda nog een tijdje geleden horen juichen. Ik haal mijn gsm boven en vraag of ze ook naar de luchbar komen. Allemaal samen zitten we aan een grote tafel plezier te maken. De tijd vliegt.
Transavia heeft een KLM-toestel ingehuurd. Om 9 uur mogen we boarden.Ongeveer drie uur later landen we in Prevesa met een vertraging van 4 uur. 19°, blauwe lucht. Bagage ophalen, flesje water kopen, naar de uitgang.
Blij weerzien met Makis, Frank en Vera. Zij hebben hier ook vier uur lang op onze vlucht moeten wachten. Nelleke en Marleen, die we normaal gezien in de omgeving van Ioannina moesten oppikken, houden nu al een siësta in Tsepelovo.
Surprise! Er gaan nog 8 Nederlanders mee met de bus: 4 voor de Zagoriatrekking en 4 Pindosgangers. Ha, bon, die 12 deelnemers zijn dan toch aangegroeid.
De nieuwkomers houden zich wat op de achtergrond. Ze nemen ook achteraan in de bus plaats (heel wijs van die gasten), en kijken vermoedelijk wat raar aan tegen de kierewiete bende vooraan. Stilaan begint de vermoeidheid toe te slaan en hier en daar sluimert er eentje in. Het landschap langs deze uiterste westkant van Griekenland nodigt ten andere niet uit tot bewondering.
Halfweg krijgen we een plasstop. Omdat water toch maar water is hol ik recht naar de biertoog. Of ze Mythos hebben? Het wordt wel een Amstel, maar de Vlaamse zucht naar een pilsje is daarmee dubbel en dik voldaan.
Rond 17 uur rijden we Tsepelovo binnen. Het hobbelkasseitje naar hotel Gouris ligt er nog net bij als vorig jaar, dus rollen we de bagage met een oorverdovend lawaai naar boven. Dag Anthoula! Herken je ons nog? En of antwoordt het lieve dametje met de glimlach. We kiezen dezelfde kamer als vorig jaar, dat geeft zon prettig thuisgevoel. Peter en Paul, twee soloreizigers, krijgen een tweepersoonskamer toegewezen in een huisje in de buurt. Nood dwingt wet. Douchen en uitpakken laten we onverbiddelijk achterwege. We willen de platia gaan inpalmen. Amstel voor iedereen! Gezondheid! We zijn klaar voor de tocht!
Voor het avondmaal heeft Anthoula de tafel buiten gedekt. Ze heeft weer super gekookt, maar de tsipouro aan het eind blijft voor alle veiligheid achterwege. Morgen staat er een zware dagtocht gepland. We beginnen nu al te zweten.
We maken ook kennis met Lefteris, de chauffeur van het minibusje en manusje-doet-al. Ziet er een sympathieke jongen uit.
Zondag 7 juni 2009.
Vandaag stappen we het traject Tsepelovo(1000m) - Tsouka Roussa (2315m) Vrissochori (1100m). De Rossbrochure vermeldt 8 wandeluren. Daar moet Makis fijn mee lachen.
We zitten vroeg aan het ontbijt. Dat is net als vorig jaar uitgebreid, overvloedig, en verzorgd.
Om 7u30 staan we op de platia het proviand voor de picknick te verdelen. Plichtsgetrouw neemt elk wat in zijn rugzak.
Op zondag is het met prachtige muurschilderingen versierde kerkje open. Ongetwijfeld één van de mooiste kerkinterieurs van het Griekse vasteland, vol eeuwenoude en ongeschonden frescos. Vijf minuutjes ingetogenheid bij het begin van deze wandelweek, het kan geen kwaad.
Terug op de platia wensen weAnthoula een goede zomer (kalo kalokairi) en beklimmen meteen een korte maar steile helling. Een kuitenbijter van jewelste, en een prima test om de conditie te peilen. Iedereen is geslaagd.
Langs een schijnbaar glooiend landschap met soms snedige hellingen en verraderlijke hoogteverschillen stappen we naar de top van de Touka-Rossa. Vier uur lang de hoogte in. Wilde paarden gaan ons een poosje voor en dat levert toffe kiekjes op. Allerlei verrassend mooie bergbloempjes gaan ook op de foto. Vooral de velden vol blauwe krokussen ze groeien zelfs door de sneeuw heen - verrassen iedereen.
We moeten af en toe een sneeuwstrook oversteken. Dat ziet er bij aanvang wat angstwekkend uit.Concentratie is er absolute vereist en vermits wij braaf en correct de aanwijzingen van gids Makis opvolgen nemen we deze overtochten probleemloos.
Nu zitten we weer aan de rand van zo een sneeuwveld. Makis gaat hogerop een kijkje nemen en wenkt ons: Come and have a look! Wat we voor ons zien lijkt onoverbrugbaar: een gletsjer die in de diepte duikt met links en rechts steile rotswanden, enkel geschikt voor getrainde berggeiten en bokken. Voor ons, op en top amateurs wat alpinisme betreft, is hier geen beginnen aan. Dat denken wij tenminste.
Terwijl wij de picknick organiseren verdwijnt Makis achter de rotsen, touwen losjes over de schouder, het houweel tussen de broeksriem. Geruime tijd later komt hij op zijn gemakske afgeslenterd, eet woordeloos een hapje en geeft dan het sein om de achterliggende rotstop te beklimmen. Daar valt ieders mond open van verbazing: we gaan abzeilen, de koord- en riementechniek die echte bergbeklimmers hanteren.
Het is maar een klein eindje, zon 25 meter naar beneden schat ik. Diep genoeg om er zenuwachtig van te worden. Louis gaat als eerste. Zei Caesar niet dat de Belgen de dappersten van alle Galliërs waren? Alle anderen volgen in lukrake volgorde. Sommigen met knikkende knieën, anderen als ervaren specialisten. Ieder in zijn eigen karaktervolle stijl. Het is een schitterend schouwspel, maar het duurt wel ontzettend lang. Makis doet als laatste de afdaling al skiënd zonder skis. Mooi om zien.
Nog weten we niet waar het vervolg van de weg ligt. We staan te wiebelen op de steile berghelling, met achter ons de rots waarvan we afdaalden en rechts een onduidelijk pad dat volgens ons rond de bergtop heen loopt. Tientallen meter lager schuift de volgende skipiste als een trechter het dal in. Iedereen denkt dat we om de berg heen gaan lopen. Maar dat hebben we mooi mis! Het wordt nu echt kermis!. Eerst dalen we voorzichtig af tot aan de sneeuwrand, dan mogen we schuifafje spelen! Glijden tot beneden in het dal, naar schatting meer dan honderd meter de diepte in. Makis belooft een pint aan wie als eerste durft te gaan. Louis staat al klaar maar Danny is hem te vlug af. Met een Jaaaaa! en veel vrolijkheid naar beneden. Ik ga pal achter Hilda aan en moet bijsturen om haar niet omver te glijden. Als ik uitgebold ben en rechtsta schijnt er een scheur in mijn broek te zitten. Koddig zicht voor wie achter mij aanloopt. Sneeuw zit opgehoopt in mijn stapschoenen, kousen doornat. Ik zie Greet nog net als laatste de berg afschuiven. Ze vindt het een ware ellende. En nog is het avontuur niet voorbij. Want de gletsjer gaat nog zon halve kilometer verder. Greet glijdt uit bij elke stap, dus ga ik haar steunen. En Vera heeft zelfs de reddende tussenkomst van Gert nodig of ze gaathelemaal de foute richting uit. Een mensenleven gered, Gert ! Arm in arm bereiken Greet en ik vaste grond. Zie ne keer wat een lief koppeltje daar aankomt, hoor ik Marcelle zeggen.
Van hier af volgt een lange afdaling naar Vrisochori, door diepgroene pijnboombossen, langs hobbelige bospaden, over en onder omgevallen bomen, soms over zachte naaldbedden die nochtans bezaaid zijn met tergend vervelende dennentoppen. Stilaan valt de groep uiteen. Het wordt uitkijken naar de voorgangers en achterom zien naar diegene die volgt. Vooral Dirk heeft het moeilijk. Af en toe hijgt hij uit, steunend op een overhangende boom. Zijn dochter Lucia blijft in de buurt. Bezorgd. Er vormt zich een bus, zoals ze dat in de Tour noemen: Peter en Paul, Greet en ik, Dirk en Lucia. De oude garde van de groep bijeengetroept, op Lucia na, natuurlijk, die ondanks haar talrijke sigaretjes nog heel wat adem over schijnt te hebben.
Een bord Vrisochori komt belachelijk vroeg naast de weg te staan en schept valse hoop. Het dorp ligt nog mijlen ver. En we stappen en we stappen tot we aan een brede, berijdbare weg komen. Daar komt Lefteris ons tegemoet gereden (op vraag van Makis) en brengt ons in 2 ritjes naar de eindbestemming: Vrissochori. Het is 20u30. We zijn 13 uur onderweg geweest.
We puffen uit in het portaaltje van ons tweede verblijf. Tien gasten kunnen ter plekke blijven, de rest krijgt onderdak verderop. De zes Belgen zijn meteen kandidaat en helpen Lefteris met het laden van hun valiezen die door een oude jeep en dito eigenaar naar het tweede pensionnetje gevoerd worden.
We kunnen het toch niet nalaten om een tijdje aan de Amstel te gaan zitten. Er gaat bijna een hele bak aan. Dat brengt de planning danig in de war. En ondertussen wordt de pastitio koud. Dus laten we noodgedwongen het douchen voor een later tijdstip en schuiven aan aan de lange keukentafel. Van de pastitio blijft geen gram over. Heerlijk, die Griekse gerechten. Tsipouro als afsluiter, het is onmisbaar. Lucia showt nog even het trouwkleed van de overgrootmoeder: een zwarte cape met rondom een rode band, doorweefd met gouddraad. Hij staat haar beeldig. Samen met Lefteris gaan de Belgen naar hun slaapvertrekken. We snuiven nog wat feestsfeerop als we het dorpscafé voorbijgaan. Het is Griekse Pinksteren, en te horen aan het lawaaiuit de dorpskroeg hebben de mannen al flink gevierd. Als ze ons maar niet wakker houden. Geen nood, ons pensionnetje ligt ver genoeg van de baan af. De hospita is de vriendelijkheid zelf, en excuseert zich dat er een badkamer moet gedeeld worden. Vera, Frank, Louis en Marcelle geven ons de voorkeur voor de kamer met geïntegreerde wc en douche. Het is maar een sluisje van twee vierkante meter waar alles bijeengepropt staat, maar we zijn uiteraard blij met deze privacy. Er staat ook een kacheltje op de kamer met een hele lange stoofbuis waar je in de winter best wat warmte van kan krijgen. Het doet toch vreemd aan. Wij hebben dat nooit gekend. Als kind sliepen wij onder de dakpannen zonder enige verwarming.
We mogen uitslapen vandaag. Ontbijt om 8 uur. Een relatieve toegeving, want elke morgen moeten de koffers gepakt worden en dat vraagt wat extra tijd. Lefteris komt ons ophalen. Vanaf het balkonnetje genieten we nog een paar minuutjes van het prachtig panorama over het groene Vrissochori. Dit is de favoriete plek van Makis, zo vertelt hij me aan het ontbijt. We lopen door het achtertuintje en langs een overgroeid kasseiwegje tot aan de kerk, steken de baan over en begroeten de rest van de compagnie. Ze zitten al aan het ontbijt en roepen plagerig: Te laat, alles is op.
Iedereen gaat mee op stap vandaag. Het wordt niet eens moeilijk want we gaan een nieuw aangelegde asfaltbaan volgen. Het monopati dat er vroeger was ligt voor het grootste deel bedolven onder brokstukken van gedynamiteerde rotsen en is onbegaanbaar geworden. Pas in september zal het oude traject terug gevolgd kunnen worden. Bergschoenen zijn dus niet nodig.
We stappen voorbij een torentje dat helemaal scheef hangt met daaronder een bronnetje. Ik kijk even achterom en bemerk een bord met daarop Café Psisteria. Mooi voor een detailfoto. Wat verder kijkt Louis recht in een bolle spiegel, blijft zelfvoldaan staan en stoot Danny aan: t Is moeilijk bescheiden te blijven .
Ook het oude boogbrugje dat we gisteren vanuit het minibusje bemerkten krijgt de nodige aandacht. Hilda loopt er graag eens over, en ik bekijk dat vanaf een bankje naast de weg waar ik me even op te rusten zet. Niet uit vermoeidheid. Naar het schijnt heb ik iets met bankjes.
Het valt echt lelijk tegen, dat stappen op asfalt. En dan nog die hitte die ervan opstijgt en de zon die in de nek brandt. Geen zuchtje wind. Slopend. Enkel op de brug over de Aoösrivier krijgen we wat verkoeling. Greet puft. Elke stap is er te veel aan. Hilda en Gert zien het na een paar uur ook niet meer zitten. Pure krachtverspilling. Ze stappen mee in het Lefterisbusje dat door Makis opgeroepen is. De rest van de bende zwoegt lekker verder, onverwacht toch langs een eindje grindpad, tot aan een kapel-met-hofje waar de picknick in de schaduw van de bomen kan bovengehaald worden. Lekker fris hier. Er staat onder het buitenportaal van de kapel een rood tentje. Rare plek om te kamperen.
Het geeft niet eens dat we wat langer verpozen. De eindbestemming ligt vlakbij, slechts een kwartiertje gaans. Op die bestemming zit Greet al comfortabel van een Griekse sla te genieten en heeft het daar best naar haar zin, verneem ik van Gert en Hilda. Die zijn met Lefteris meegekomen om samen met ons te picknicken.
We zijn hier in Pades en betrekken er een hoteldomein met drie terrassen, een tuin met een kerkje er middenin waarvan de houten klokkentoren in een boom geplaatst is, en een tweede, hoger gelegen tuin met bijgebouwtjes. Daar vind je nog een huis met vier ruime kamers en een soort prefabgebouwtje waarin Makis en Lefteris huizen. De uitbaters van het domein zijn lieve mensen bij wie we ons weer helemaal thuis voelen. Na Amstel en Kaiser maken we afspraak om 19u30 voor de avonddis. De kippensoep-met-citroen is verschrikkelijk lekker en gelukkig niet te heet want Greet krijgt er een klad van op de broek dankzij een onhandig dienstertje. De soepkip krijgen we ook als hoofdschotel, aangevuld met pasta. Fenomenaal! Als dessert heerlijke yoghurt met kerasia en gliko tou koutaliou (kersenkonfijt en zoet opgelegde stukjes fruit).
Zoveel ruimte, zoveel terrassen! Daarvan moeten we profiteren om onze Griekse dansen te oefenen. Ik geef mijn cd-tje af en dat wordt meteen gespeeld. Maar eerst vertelt Makis hoe de volgende dag er uit zal zien: een eind met het busje de bossen in, dan enkele uren klimmen tot aan het Drakolimni (=Drakenmeer een ander dan dat van vorig jaar) en vandaar naar de top van de Smolikasberg, 2637 meter hoog. Hoe daarna de tocht verder zal gaan is niet voorspelbaar. Twee weken geleden is er nog extra sneeuw gevallen en het is twijfelachtig of we sommige passages wel kunnen nemen. Er moet wellicht gekozen worden voor een alternatief. Dat zal Makis ter plaatse beoordelen. We hebben er alle vertrouwen in. Dansen dus.
Marcelle, Greet, Lucia en ikzelf zetten de toon. Kalamatiano om de spieren los te werken, nissiotika, ons aangeleerd door de vrouw des huizes, tsamiko, balos en natuurlijk de dans van deze streek: epirotiko. Lucia volgt ook Griekse dansen in Utrecht, en is echt in haar nopjes. Haar dansstijl is gracieuzer dan de onze, duidelijk door een andere leermeester aangeleerd. Zo is het in Griekenland trouwens ook: in elke regio danst men dezelfde dans met totaal andere danspassen, soms onderling helemaal onherkenbaar. Het went nooit.
Wij amuseren ons, met veel applaus van ons gezelschap en van de Grieken zelf. Nog één Kaiser (dank je wel, Lucia) en dan toch weer braafjes op tijd naar bed. Morgen moeten we vroeg uit de veren.