Teaching English in Thailand
Inhoud blog
  • Zaterdag 12 juni 2010
  • Vrijdag 11 juni 2010
  • Donderdag 10 juni 2010
  • Woensdag 9 juni 2010
  • Dinsdag 8 juni 2010
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Dagboek van zes weken vrijwilligerswerk in een Thaïse school
    24-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maandag 24 mei 2010

    Deze week geef ik les aan Mathayom 6 (het zesde middelbaar), met Mr. Suwan. Elke les begint met een voorstelling van mezelf. Ze luisteren aandachtig, maar het is hier niet anders dan in de andere Mathayoms: er is er bijna niemand die een vraag durft te stellen. Wanneer ik vraag “Do you have any questions?” zijn er altijd wel een paar die heel snel “No!” roepen ;-)

    Mr. Suwan heeft een aparte stijl van lesgeven. Alhoewel zijn Engels tamelijk goed is spreekt hij tijdens de les bijna uitsluitend Thais. En ’t is blijkbaar een echte grapjas, want de leerlingen barsten voortdurend in lachen uit. Het voordeel is dat hij duidelijk de aandacht heeft van z’n leerlingen, ze zitten geboeid te luisteren. De keerzijde is dat ze geen Engels horen spreken, behalve dan van mij. En aangezien Mr. Suwan zoveel te vertellen heeft – hij weet veel over andere culturen en vertelt er graag over – is het niet altijd makkelijk om er een speld tussen te krijgen. Mr. Suwan heeft wel een aantal korte tekstjes in het Engels voorbereid die ik voorlees en met de klas bespreek. Ze moeten eerst goed luisteren naar de uitspraak en daarna leg ik de woorden uit die ze niet begrijpen. Leerlingen die een vraag hebben mogen die in het Thais stellen aan Mr. Suwan, waarna hij de vraag voor mij vertaalt… Niet ideaal om hen Engels te doen spreken natuurlijk. Maar goed, het lesgeven aan de hand van de tekstjes (over tuk-tuks, Cuzco, Marokko en Siberië) werkt wel. En de grappen van Mr. Suwan helpen om hen wakker te houden.

    ’s Middags eten we nam nuang, een Vietnamees koud gerecht dat ik eerder al eens heb gegeten bij Ms. Khem toen de elektriciteit was uitgevallen na een onweer: je maakt een pakketje van rijstpapier met daarin salade, kruidenblaadjes (ik denk basilicum), look, chilipepers, groene banaan, komkommer, een stukje varkensworst en een speciale roodbruine saus – en dat stop je op z’n geheel in je mond. Daarnaast is er ook nog wat lekkere curry (kaeng) met varkensvlees die Mrs. Surin heeft klaargemaakt.

    De nieuwe rugzak die ik vorige week in Surin heb gekocht heeft het al begeven: één van de schouderbanden is bijna helemaal doorgescheurd.’t Was te denken als je weet dat ik er maar 150B voor heb betaald. Van m’n oude rugzak is de ritssluiting kapot. Mr. Suwan neemt mijn twee rugzakken mee want hij kent wel iemand die ze kan repareren zegt hij. Ik ben benieuwd.

    ’s Avonds in de English Club wil ik starten met de bespreking van Happy Christmas (War Is Over) maar de leerlingen vragen om eerst nog eens Imagine te horen … en daarna nog eens, en nog eens. Ze zijn er dol op! Happy Christmas valt minder in de smaak (op het einde vraag ik welk nummer ze verkiezen en ze zijn unaniem). Na deze muzikale start spelen we het spel met de associaties, zoals we eerder al eens hebben gedaan. De winnaars mogen weer een snoepje uitkiezen.

    Het is bijna halfzes en vanavond moet ik spaghetti klaarmaken! Ik rep me met Mrs. Anyarin naar de markt om de ontbrekende ingrediënten op te snorren. De “westerse” champignons zijn niet te vinden, dus vervang ik ze door van die taaie Chinese. Gehakt hebben ze niet, dus kopen we een stuk vlees dat we zelf nog in kleine stukjes moeten hakken. Dat heb ik de meisjes al eens zien doen toen ze laab klaarmaakten. De hygiëne bij de slager is niet zoals bij ons: de stukken vlees en de varkenskoppen liggen op een tafel waarachter een vrouw staat die met een plasticzakje op een stokje de vliegen wegslaat.

    We komen nog Mr. Suwan tegen, die me mijn twee rugzakken terugbrengt. Ze zijn allebei al gerepareerd! Ik mag niks betalen: “it’s my duty!”.

    Ik ga nog snel een kwartiertje joggen en speel een spelletje badminton met Anyarin en de mannen. Dan is ’t alweer donker. Rond 19u begin ik dan aan mijn fameuze spaghetti, “Belgian style”. Inge heeft me per email het recept doorgestuurd want – vertel het niet verder – ik heb nog nooit spaghetti klaargemaakt. De dames helpen mee met het snijden van de groenten en het klaarmaken van het gehakt. Ze hebben natuurlijk wel door dat ik dit niet alle dagen doe en dat vinden ze heel grappig! Maar ‘k vind dat het resultaat er wel mag zijn en ‘k heb de indruk dat zij het ook lekker vinden. Natuurlijk springen ze kwistig om met het currypoeder en de tabasco. Alleen jammer dat ik vergeten ben geraspte kaas te kopen. Mr. Chuay komt er ook nog even van proeven.

    We maken ook nog wilde plannen voor vrijdag. Het zou een vrije dag zijn, ter gelegenheid van één of ander boeddhistisch feest. Anyarin heeft een auto en ze is bereid met Rungtip, Pu en mezelf een daguitstap te maken naar Phanom Rung, een historische Khmer-site. Maar één van de leraressen heeft slecht nieuws: in tegenstelling tot andere scholen in de omtrek heeft onze directeur beslist dat de school toch open blijft: er zou een soort opkuisdag worden gehouden. Morgen ga ik hem toestemming vragen om toch onze dagtrip naar Phanom Rung te mogen maken. "Een nee heb je, een ja kan je krijgen" zeggen ze bij ons...

    24-05-2010, 00:00 Geschreven door Thomas Haerynck  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    23-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zondag 23 mei

    ’t Is gisteren laat geworden en dus blijf ik vandaag eens wat langer liggen. Dat kan ook perfect in een kamer met airco en zonder lawaaierige hagedis achter de kast. Mijn oren suizen wel nog na van de keiharde muziek. ‘k Hoop dat ik geen blijvende gehoorschade heb opgelopen!

    Ik kuier nog een paar uurtjes rond in Surin. Er is inderdaad niet bijster veel te zien, de Lonely Planet had gelijk. Maar toch zijn er twee mooie tempels, Sra Wat Chumphol en Wat Burapa Ram, die wel een bezoekje waard zijn.

    Ik had op voorhand al geïnformeerd aan de busterminal hoe ik terug in Buached kon geraken en ik meende de uitleg te begrijpen, maar wanneer ik terug ga lijkt dezelfde vrouw van de informatiebalie me duidelijk te willen maken dat ik aan een ander station moet zijn. Ze spreekt geen Engels, ’t wordt dus weer een moeilijk gesprek. Vanmorgen heeft ze me nog netjes op papier gezet op welke uren er een bus vertrekt richting Buached en nu krijg ik te horen dat ik in ’t verkeerde station sta, begrijpe wie kan. Maar ze vindt snel een oplossing: haar dochter neemt me mee achterop de scooter en zet me af aan een bushalte langs de straat, waar de bus naar Sangkha staat te wachten. Ik weet niet hoe ik dit ooit zelf zou hebben gevonden.

    Op de bus maak ik kennis met een jonge gast, nickname Sak, die leraar wiskunde is in een school niet zo ver van Buached. Hij spreekt tamelijk goed Engels. ’t Is blijkbaar geen dommerik want hij zit al op het hoogste niveau van government teacher – er zijn drie niveau’s, legt hij me uit. We wisselen GSM-nummers uit voor het geval ik nog eens naar Surin zou komen. Hij stapt vroeger af, ik moet nog verder. In Sangkha zou ik moeten overstappen op een sorng-taa-ou , een grote pickup met overdekte laadruimte waarin bankjes zijn geïnstalleerd. Maar die komt maar niet. Ook hier weer hetzelfde probleem: niemand spreekt Engels, ook niet de ex-studentes van Buached Wittaya die zelf ook zitten te wachten op een rit naar Buached. Ze zaten waarschijnlijk in Mathayom x/5, anders zou hun Engels toch ietsje beter moeten zijn ;-). Sak is een goeie kerel want hij belt me nog om te vragen of ik geen problemen heb om in Buached te geraken. Hij stelt voor nog eventjes te wachten op de sorng-taa-ou en als die niet snel komt een tuk-tuk te nemen (een motortaxi met drie wielen en plaats voor een stuk of vier passagiers achter de chauffeur). Uiteindelijk ben ik het wachten beu. Ik huur een tuk-tuk die mij en de drie meisjes naar Buached brengt. Ms. Pu is buiten aan het babbelen en stelt me voor aan vier stagiair-leerkrachten die vandaag zijn aangekomen, twee mannen en twee vrouwen.

    ’t Is ondertussen halfzes en ik rep me om m’n loopkleren aan te doen om een halfuurtje te gaan joggen en daarna wat te fitnessen in het parkje. Daarna neem ik een douche en begin wat kleren met de hand te wassen. In de verte begint het te bliksemen, er is duidelijk een bui op komst. Gisteren heeft het ook geregend toen we in de supermarkt waren en vandaag tijdens de busrit. Ik haast me met de fiets naar het dorpje om te eten. ’t Is ondertussen halfacht en dat betekent dat bijna alles hier al dicht is. Op het avondmarktje staan vandaag maar een stuk of vijf kraampjes, normaal zijn het er toch minstens tien. Gelukkig is één van die vijf een noedelkraam waar een paar tafeltjes staan om aan te eten. De dorpelingen kijken glimlachend naar de farang die de weergoden uitdaagt door in de openlucht noedels te bestellen terwijl er duidelijk regen op komst is. ’k Heb nog geen twee minuten mijn kom noedels voor de neus en ’t begint te motregenen! Ik verwacht me aan een zondvloed en schrok snel mijn eten naar binnen. Daarna snel afrekenen (25B) en in ijltempo naar huis. De zondvloed blijft echter uit. Het blijft bij motregen, maar dan wel uren aan een stuk.

    De twee vrouwelijke stagiaires dwalen door het gras met een zaklampje en een lege colafles in de hand. Ik vraag of ze kikkers aan ’t zoeken zijn (“ob, ob”) maar ze schudden van neen en komen iets later hun buit tonen: in de fles zitten dikke vette insecten. Yummie!

    23-05-2010, 00:00 Geschreven door Thomas Haerynck  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    22-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zaterdag 22 mei 2010

    Volgens de Lonely Planet is er in Surin bitter weinig te zien, behalve in november wanneer honderden olifanten gedurende tien dagen in de stad verzamelen voor de Annual Elephant Roundup. Ik kan m’n bezoek aan de stad dus zeker combineren met een trip naar Ban Tha Sawang, één van de zogenaamde zijdedorpen in de buurt van Surin. Bij het ontbijt zoekt Darren uit Canada contact. Hij begint meteen z’n leven te vertellen en zelfs hoeveel hij verdient. Darren heeft vijf kinderen maar na 25 jaar is zijn huwelijk stukgelopen. Nu is hij hier met z’n Thaise vriendin. (Ik denk dat dit inderdaad de volgorde is geweest: eerst huwelijk stuk, dan Thaise vriendin.)

    Terwijl ik me klaarmaak om naar Ban Tha Sawang te vertrekken belt Mrs. Anyarin me op. Ik had haar gevraagd me te bellen indien ze in ’t weekend naar Surin zou komen maar ‘k had er niet op gerekend. Ik berg m’n plannen voor Ban Tha Sawang dan maar op, want ‘k ga ervan uit dat ik een rondleiding langs de diverse shopping malls ga krijgen. Een rondleiding van een bevriende “local” sla je nooit af, zelfs niet als ’t is om te shoppen ;-). En trouwens, morgen is er nog een dag, dan kan ik toch nog doen wat ik van plan was. Maar wanneer Anyarin me om 11u oppikt aan mijn hotel stelt ze meteen voor om naar Ban Tha Sawang te gaan… Excellent! Het gezin Namsawat houdt van countrymuziek en in de wagen doen de zoontjes Mo en Me al pogingen om mee te zingen met de covers van John Denver en co. Ze gaan trouwens serieus verwend worden vandaag: om de haverklap vragen ze iets om te snoepen (ijsje, frisdrank, nootjes, chips, nog een ijsje) en Anyarin zegt altijd ja. Misschien een beetje compensatie, want ze ziet hen enkel in het weekend. ’t Zijn wel brave gastjes.

    Het is heel rustig in Ban Tha Sawang, duidelijk geen hoogseizoen. We kunnen op ons gemak binnengaan in de werkplaatsen waar zijde wordt geweven en gedecoreerd met zilver- en gouddraad. De draden worden gekleurd met natuurlijke verf, gemaakt van onder andere gedroogd hout en gedroogde bananenbladeren. Sommige weefgetouwen worden vanop twee verdiepingen bediend door drie of vier vrouwen. Het decoreren is ook mooi om te zien, een echt monnikenwerk. ‘k Zit al te denken dat ik het ideale souvenir heb gevonden maar later blijkt dat ik nog wat zal moeten sparen: in de winkel van de werkplaats mogen we een afgewerkt stuk vasthouden – ik schat zo’n 5m2 – dat zomaar eventjes 180.000 Baht oftewel 4.500 Euro kost! Een ander exemplaar, met minder decoratie, mag je al meenemen voor 50.000 Baht. Weer een illusie minder. In een van de souvenirwinkeltjes langs de straat koop ik dan maar een kleiner stuk van vermoedelijk iets mindere kwaliteit … aan 450 Baht.

    We eten nog noedels in het dorpje, waar ook de weefsters komen schaften, en daarna weer de auto in. Nu gaat het terug richting Surin, naar het “Surin National Museum”, het natuurhistorisch museum van de provincie. Behalve wij en het personeel van het museum is er geen kat, maar ’t is nochtans wel een bezoekje waard. Het gaat onder andere over de drie etnische groepen in de regio: Suai, Lao en Khmer. Anyarin is een etnische Khmer. Ik vermoed dat de taal verloren zal gaan want zelfs haar zoontjes Mo en Me spreken geen Khmer meer, enkel nog Thais. Wat de communicatie tussen Anyarin en mezelf betreft, die verloopt met losse woordjes en veel gebarentaal.

    Genoeg cultuur, tijd voor shopping! Eerst gaan we naar Surin Plaza, de department store waar ik vorige week al ben geweest. Deze keer koop ik wat extra onderhemdjes (ik heb gemerkt dat die helpen om er wat minder als een natte dweil uit te zien), nog een olifantenhemd en een joggingtenue. Daarna naar de Big-C (ook dezelfde als vorige week) om ingrediënten te kopen voor de spaghetti die ik volgende week wil klaarmaken. ’t Zal een speciale spaghetti worden want veel zaken vind ik niet, en ook een dure want voor hun verlepte paprika’s vragen ze 250 Baht per kilo.

    De Namsawats moeten stilaan terug naar huis want pa zal wel al honger hebben. Na opnieuw een blitzbezoek aan de avondmarkt om eten te kopen brengt Anyarin me terug naar m’n hotel. Ik ben weer helemaal alleen, snik. M’n eten ga ik zoeken op de night bazaar, een groot plein vol met kraampjes waar eten en kleren worden verkocht. Het aanbod van zoete en hartige hapjes is enorm! Niet te vergelijken met de 10 kraampjes in Buached. Ik kies voor mosselen gewokt met ei en soyascheuten omdat ik dat ooit eens met Inge heb gegeten in Ayuthaya of Sukhothai, en dat toen wreed heeft gesmaakt. Nu trouwens ook weer.

    Anyarin heeft me aangeraden vanavond eens naar Tawan Dang te gaan, een plaats waar live “country music” wordt gespeeld. ’t Is ook een groot etablissement zoals Speed, maar met meer sfeer. De vele pop- en rockmuziek die ik hoor zou ik nu niet bepaald als “country music” bestempelen (lang geleden dat ik “Holiday” van The Scorpions nog eens had gehoord), maar er zitten ook traditionele nummers tussen met danseressen in prachtige zijden jurken en muzikanten met houten strijkinstrumenten die er uitzien als primitieve violen (de instrumenten, bedoel ik). Er staan constant tien à vijftien mensen op het podium. Ook hier is er geen dansvloer maar naarmate de avond vordert gaan meer en meer mensen tussen de tafels toch flink uit de bol. Dat zal misschien ook aan de whisky liggen die hier vlot wordt binnengegoten door zowel vrouwen als mannen – weliswaar aangelengd met ijs en soda. Ik maak ook kennis met enkele locals aan de tafeltjes rond mij. Een dikke ladyboy en daarna een dunne polsen toch eens of ik geen andere bedoelingen heb, maar ze hebben geen problemen met het woordje “no” (of “mai chai”) en dringen niet aan.

    22-05-2010, 00:00 Geschreven door Thomas Haerynck  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    21-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdag 21 mei 2010

    Vandaag draag ik het zijden hemd dat ik heb gekregen van Mr. Suwan. “Pure Thai Silk”, staat gedrukt in de kraag, maar Ms. Khem ziet vanop een kilometer afstand dat het geen echte zijde is. Het zit ook heel erg ruim, die XXL. Maar goed, de vrouwen zeggen weer “handsome man!” dus ben ik content.

    Ik heb m’n videocamera meegebracht om het begin van de schooldag te filmen. Grappig om te zien hoe de leerlingen die ik tegenkom me beleefd groeten met de wai, een hoofknikje met de handpalmen op elkaar en de vingertoppen naar omhoog. Ik kom Mrs. Surin tegen en vraag “Good morning, Mrs. Surin. How are you?” waarop ze antwoordt “I’m fat! I’m short and I’m fat!”.

    Na de ochtendceremonie neemt Ms. Jay haar klas apart voor een controle van de nagels: zijn ze wel kort en proper genoeg? De leerlingen zitten neer in het gras en Ms. Jay inspecteert. De ladyboys hebben al een paar waarschuwingen gekregen maar nog steeds hun nagels niet geknipt. Wie niet in orde is moet de hand uitsteken zodat Ms. Jay er met haar stokje een tik op kan geven. Dat gebeurt hier wel vaker, je mag de leerlingen nog aftroeven zoals bij ons in de goeie ouwe tijd ;-). Maar ik heb nog geen harde slagen gezien, vaak blijven de leerlingen er zelfs bij glimlachen. Misschien houden de leraressen zich in omdat ik erbij ben!

    De lesdag begint met Mathayom 5/2, de tweede beste klas van het vijfde middelbaar. Ze moeten om beurten naar voor komen om het zinnetje op te zeggen dat ze gisteren hebben voorbereid. Het gaat betrekkelijk goed, sommigen spreken zelfs de meervoud-“s” uit. Het tweede lesuur komt er niemand opdagen. Er is een wijziging in het lesrooster geweest en Ms. Khem vermoedt dat ze niet op de hoogte zijn gebracht. We gaan dan maar een koffie drinken in het schoolwinkeltje. Ik dacht dat je in heel Buached geen koffie kon krijgen en na 3 weken kom ik te weten dat ze er in het schoolwinkeltje hebben! Het is wel oploskoffie en enkel in “3-in-1”: koffie met melk en suiker. Ik drink m’n koffie liever puur, maar ’t is beter dan niks.

    De lessen gaan goed vandaag, de leerlingen zijn minder passief dan gisteren en velen hebben deze week precies toch wel iets bijgeleerd… straf hé! Na het laatste lesuur verzamelen alle leerlingen in de grote hal voor een soort godsdienstles. De hele hal is gevuld met jongens en meisjes die in kleermakerszit luisteren naar de leraar vooraan. Ik blijf nog een halfuurtje maar dan moet ik me dringend gaan klaarmaken om op citytrip te vertrekken: ik ga het weekend doorbrengen in Surin, de hoofdplaats van de provincie Surin.

    Ik mag mee met Mrs. Anyarin, die in Ban Trasang woont op twaalf kilometer van Surin. Het is een rit van ongeveer een uur, waarbij we ongeveer halverwege de school passeren waarnaar Mrs. Anyarin binnenkort wordt overgeplaatst. In Surin haalt ze eerst haar zoontjes Mo (9j) en Me (10j) op, waarna ze me naar het Majestic Hotel brengt om in te checken. Daarna gaan we samen naar zo’n typisch restaurant waar je precies in een tuin zit te eten. We bestellen tom-yam met vis, gewokte bamboescheuten met groenten en een salade waarvan ik de naam niet ken. De kinderen kiezen steak met frieten, mayonaise en ketchup! De tom-yam is geweldig lekker want er zitten mooie stukken visfilet in zonder graten (tot nu toe kreeg ik vaak stukjes vis met vel en graten). Het is wel allemaal mega-pikant, zo erg dat ik naar het einde toe constant m’n neus moet snuiten. Als ik geen pikant eten zou lusten zou ik nogal vermageren hier in Thailand… maar helaas!!!

    Na het avondeten brengen we nog een kort bezoekje aan de avondmarkt om ontbijt te kopen voor het gezin Namsawat en daarna dropt Mrs. Anyarin me terug bij m’n hotel. Ik besluit nog een stapje in de wereld te gaan zetten. Surin is een klein provinciestadje maar ’t is er toch eentje dat leeft! Er zijn een paar terrasjes met live muziek en een straat met cafés, karaokebars en zelfs een heuse discotheek. Uiteindelijk beland ik in die laatste: “Speed”. Het is een gigantische hal vol met hoge tafeltjes waaraan mensen staan te drinken en van de optredens op het podium te genieten. Een dansvloer is er niet. Er zijn relatief veel westerlingen, pakweg één op de twintig of dertig. Hoewel het hemeltergende gekweel dat je hoort in karaokebars anders doet vermoeden, zijn er wel degelijk Thais die kunnen zingen. Een schaars gekleed zangeresje met twee dansende ladyboys naast zich brengt onder andere een verdienstelijke versie van “Pokerface”. De zangers (m/v) en dansers (m/v/o) wisselen elkaar af. De muzikanten zijn ook goed, ze brengen stevige rockmuziek die heel je lijf doet meetrillen. Er is echter weinig ambiance, de meeste mensen staan gewoon te kijken zonder echt mee te dansen. Na de optredens begint de DJ een mix van Thaise en westerse popmuziek te draaien.

    21-05-2010, 00:00 Geschreven door Thomas Haerynck  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    20-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 20 mei 2010

    Om 7u20 kom ik aan bij het hoofdgebouw en door de luidsprekers schalt “Yesterday” van The Beatles. Schitterend! Iedereen is vandaag in sportieve outfit: de leerkrachten in een trainingsbroek met groene polo (zoals ik er nu ook eentje heb), de leerlingen dragen trainingsbroeken met polo’s in alle kleuren van de regenboog naargelang de klas waarin ze zitten. Er zijn er tamelijk veel die toch hun gewone schooluniform dragen, maar volgens Ms. Jay komt dit gewoon doordat het nieuwe leerlingen zijn en hun outfits nog niet werden geleverd.

    Kort voor acht uur neemt Ms. Jay me mee naar de schoolpoort waar ze vandaag op wacht moet staan om de laatkomers bij de kraag te vatten. Er zijn er toch een stuk of zes die nog op de brommer arriveren op het moment dat het volkslied start. Onmiddellijk afstappen en in de houding gaan staan! Ik vroeg me al af of het verkeer ook stopt tijdens het volkslied, maar nee hoor: de auto’s en scooters blijven gewoon voorbijrijden.

    Na de ochtenceremonie laten Mrs. Anjarin en Ms. Pu me het “huistempeltje” van de school zien, vlakbij de schoolpoort. Gisteravond hadden ze geprobeerd me uit te leggen wat het is en uiteindelijk hadden we afgesproken dat ze het gewoon eens zouden tonen.

    Het is vandaag een beetje een off-day wat de lessen betreft. Ik probeer de dingen met handen en voeten uit te leggen maar het lijkt wel of de leerlingen er geen half woord van begrijpen. Er is geen enkele respons en zelfs wanneer ik er wat “slachtoffers” uitpik en hen vraag hoe oud ze zijn kunnen ze enkel giechelen. Wanneer Ms. Khem een simpele oefening nog eens in het Thais uitlegt en vraagt of ze het begrijpen zeggen ze ja, maar daarna gebeurt er niks méér dan het letterlijk overschrijven van de opgave. Zelfs de voorbeeld-oefening, waarvan de oplossing letterlijk in hun handboek staat – één enkel zinnetje: “He used to play soccer but now he plays basketball” – lukt niet. Veel van de leerlingen hebben geen basiskennis Engels, begin dan maar eens het gebruik van “used to” uit te leggen. Bij Mathayom 4/5 is dat niet abnormaal maar vandaag loopt het zelfs bij Mathayom 4/2 allesbehalve vlot. Velen doen ook geen enkele moeite, ze halen niet eens hun schrift boven of ze stoppen het terug weg zonder dat ze de oefening hebben gemaakt. Zo zie je maar dat de Thaise jeugd ondanks de beleefdheden ook niet altijd “braaf” is.

    Tegen de middag vertrek ik te voet om mijn was te gaan afhalen in het wassalon, maar ik kom al snel Mrs. Anyarin tegen die voorstelt om me met haar auto te brengen en meteen ook iets te gaan eten. We gaan naar hetzelfde “restaurant” waar we op mijn eerste dag zijn geweest en deze keer trakteer ik. Met 80 baht (2€) ben ik er van af, drank inbegrepen.

    Ik was ook van plan naar de bank te gaan om mijn dollars voor bahts te wisselen maar Mrs. Jintana zegt me dat dat in Buached niet zal lukken. Daarom rijden we tussen twee lessen in naar Sangkha, 20km verder, om daar tot de vaststelling te komen dat alle banken gesloten zijn wegens de noodtoestand. Nochtans is die officieel niet van kracht in de provincie Surin… Ik begrijp er niet al te veel van en Mrs. Jintana precies ook niet. Het wordt dus een trip voor niks.

    In de leraarskamer staat de televisie op. Op Channel 3 zie je enkel het logo van de zender, geen programma’s. Dat komt doordat de roodhemden het omroepgebouw in Bangkok in brand hebben gestoken omdat ze niet tevreden waren over de berichtgeving. Mrs. Jintana zegt dat er ook in het noordoosten gebouwen zijn platgebrand, onder andere in Ubon. Maar niet in Surin.

    Na de gewone lessen is er vanavond weer Engelse les voor de leerkrachten, tot rond halfzes. Over een goed uur is het al donker! Ik ga nog een minuutje of 20 lopen met Mr. Winai en daarna fitnessen in het park. ‘k Had graag nog badminton gespeeld met de anderen (Mr. Chew & co) maar het is te laat: ze zijn hun net al terug aan het oprollen. Dan maar snel-snel een douche en daarna naar de markt om fruit te kopen voor vanavond. Uit beleefdheid koop ik ook een paar van die mierzoete gebakjes aan het kraampje van de studente die me er gisteren twee cadeau heeft gegeven.

    De dames geven me vanavond kookles: we gaan laab klaarmaken. Het begint met piepkleine bruine rijstkorreltjes die worden geroosterd in de wok en daarna fijngeplet in zo’n stenen stamper. Dan bakken we het varkensvlees, dat vooraf tot gehakt is gesneden. De rest van de ingrediënten wordt er koud aan toegevoegd: uien, kruidenblaadjes waarvan ik spijtig genoeg de naam niet ken (maar ze staan op video), komkommer en – of wat dacht je? – rode chilipepers. Het geheel wordt met langwerpige stukken komkommer gedresseerd (zoals zonnestralen). Delicious! Of voor de Thais onder ons: arroy! Mrs. At komt er ook bij zitten, ze heeft een gerechtje op basis van bamboescheuten meegebracht. Ook heel lekker en handig om de pikante laab nu en dan eens te neutraliseren.

    De Thais geloven dat er in elk huis geesten zitten en de dames hebben me eerder al gevraagd of ik bang ben van geesten. Ik heb toen geantwoord dat ik er niet bang van ben, maar nu heeft Mr. Klaang hen gezegd dat hij denkt dat ik afgelopen zaterdag wél bang was toen hij me na het avondeten naar huis bracht. Ik ben nochtans die avond nog op m’n eentje een wandeling gaan maken, maar misschien is ‘t net daarom dat hij dat denkt: ik wilde misschien niet alleen zijn met de geesten)? Anyarin heeft meer schrik van mensen dan van geesten, zegt ze. Ik geef haar gelijk ;-)

    20-05-2010, 00:00 Geschreven door Thomas Haerynck  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    19-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woensdag 19 mei 2010

    Elke dag begint nu op dezelfde manier: m’n wekker is ingesteld op 6 uur maar de hagedis maakt me wakker tussen 5 uur en halfzes. Vandaag draag ik m’n “olifantenhemd”, een opzichtig hemd met olifanten en tempelruïnes erop dat door de leerkrachten op woensdag wordt gedragen. Het is eigenlijk het hemd van de provincie Surin en veel mensen dragen dit, niet alleen de leerkrachten en niet alleen op woensdagen. Iedereen kan het kopen maar je ziet het vaak bij overheidspersoneel (in scholen, ziekenhuizen enz).

    De dag begint zwaarbewolkt en duidelijk frisser dan anders – maar toch nog achter in de twintig graden schat ik. Ik ben te vroeg op school en begin al wat op mijn laptop te werken in het hoofdgebouw waar de leerkrachten zich elke morgen komen registreren.

    Ms. Khem is genezen maar er is vandaag slechts één lesuur voorzien voor haar. Daarom assisteer ik tijdens het 2e en 3e lesuur Ms. Jay, bij de zesdejaars en de vierdejaars. We luisteren naar Yesterday van The Beatles, dat ik op m’n iPod heb staan.

    Daarna lunch in de cantine, samen met Ms. Jay: som-tam (papayasalade) met een stuk gefrituurde kip en sticky rice. Na onze eerste portie bestelt Ms. Jay nog een variant: som-tam in Laotiaanse stijl. Er is toch wel een groot verschil met de Thaise stijl: in de stijl van Laos is het veel minder “toegankelijk” voor westerlingen. Het ruikt een beetje naar rotte vis, zoals de stinkende fish sauce die je bij ons ook kan vinden. Als dessert nemen we watermeloen, jackfruit en ma-yom. Dat laatste (star gooseberries in het Engels) zijn lichtgroene bolletjes iets groter dan een knikker die tamelijk zuur smaken en gedipt worden in een mengeling van rietsuiker en pikante kruiden.

    In de namiddag neemt Mr. Suwan me mee op de scooter om een bezoekje te brengen aan de lagere school (primary school, prathom in het Thais) enkele kilometers verderop. Mr. Suwan draagt een helm – zeer uitzonderlijk hier – en rijdt redelijk traag. “Safety first!”, zegt hij. De lagere school van Buached heeft maar een 300-tal leerlingen en ziet er veel armoediger uit dan de middelbare school. Het zijn een paar gebouwtjes met één verdieping en primitieve klaslokalen. We bezoeken de klasjes van het 4e, 5e en 6e leerjaar waar ik mezelf voorstel en hen wat Engelse woordjes laat zeggen. De directeur, in scoutsuniform, gaat mee en neemt massa’s foto’s. In het zesde leerjaar zit een kindje met haar broertje op schoot, hij is drie jaar. Er is nochtans ook een crèche in het schooltje. Ook Shon, het dochtertje van Mr. Suwan, zit in deze klas (mooi op de eerste rij). Twee kindjes komen ons een glas water brengen, een koffie met een koekje erbij en op ’t einde nog een cola met ijs. Ze kennen al redelijk wat Engelse woordjes. De onderwijzer is goed bezig want hij legt er de nadruk op dat ze de eindmedeklinkers moeten uitspreken: cat, goat, elephant. Na onze drie “officiële” klasbezoeken loop ik nog binnen in een paar andere klasjes. Op den duur heb ik een horde kleintjes in mijn kielzog, die telkens hard weglopen wanneer ik terug buiten kom. Misschien gaan we volgende week nog eens terug om een les te geven, dat zou fijn zijn.

    Na schooltijd in de English Club luisteren we nog eens naar “Imagine”. Mrs. Jintana begint al mee te zingen! De naam Jintana betekent ook “imagine” zegt ze. Daarna luisteren we één keer naar “So This is Christmas (War Is Over)”, ook van John Lennon. De bespreking is voor later, nu is het tijd voor een spelletje dieren raden: we maken vier teams, twee tegen twee. Het ene team moet telkens het dier van het andere team raden door vragen te stellen.

    Na de les ga ik snel m’n loopkleren aantrekken. Het is al halfzes en ’t wordt hier vroeg donker. Mr. Winai staat al voor de deur. We lopen deze keer rondjes rond de schoolgebouwen. Ondertussen is Anyarin gaan badmintonnen met de mannen en na onze vier rondjes ga ik ook eens kijken. Ze spelen dubbelspel. Ik jog zo nonchalant mogelijk voorbij – ‘k wil me vooral niet opdringen J – en het duurt geen vijf seconden voor er eentje zijn racket aan mij geeft. Ik speel nog twee matchkes, daarna is het te donker geworden. Het eerste spelletje verliezen we nipt maar het tweede (met Anyarin) gaan we toch een beetje af en ‘k vrees dat het aan mij ligt want zij kent er wel wat van. Nu ja, ik speel dan ook nooit badminton thuis …

    Daarna snel een douche en naar de woensdagse “grote” avondmarkt. Het is nog maar halfacht maar ze zijn al volop aan het opkramen. Ik kan wel nog dourian, rambutan en mangkut kopen. Dourian is duur in vergelijking met de rest: voor de inhoud van een hele dourian (een halve kilo eetbaar spul schat ik) betaal ik 90B, voor rambutan en mangkut 20B per kilo. Af en toe is er een leerlinge die me aanspreekt en ’t is nu al de tweede keer dat ze me vragen waarom ik vandaag niet in het park ben gaan joggen ;-). Ik maak een praatje met een leerlinge van Mathayom 5 die achter een gebakkraam staat, en wanneer ik afscheid neem geeft ze me een kokosgebakje en een soort eierflan cadeau (twee lekkere caloriebommen).

    ’s Avonds ga ik weer eten bij Anyarin, Rungtip en Pu. Zoals altijd zijn er weer een stuk of vier verschillende gerechtjes, onder andere een heerlijke tom-yam die Anyarin heeft klaargemaakt. Er is ook naam prik, ik weet nog altijd niet wat het eigenlijk is maar ’t smaakt goed met gekookte Thaise aubergines. We babbelen onder andere over hun roots. Anyarin en Rungtip zijn Khmer, maar dat betekent niet dat ze van Cambodja afkomstig zijn. Het zijn Thais, net als Pu, maar Khmer-sprekende Thais. En daarnaast heb je dan nog de Thais die Thai, Lao of Suay als moedertaal hebben. Misschien is ’t vergelijkbaar met Nederlandstalige, Franstalige en Duitstalige Belgen. Zo heb ik het toch begrepen…

    De dames zeggen dat de roodhemden in Bangkok zich hebben overgegeven nadat de overheid de zware middelen heeft ingezet. Benieuwd of ik dat juist heb verstaan…

    Ik leer hen weer veel nieuwe Engelse woorden (zoals “to surrender” in verband met de roodhemden) maar deze keer krijg ik ook wat Thaise les. Het is een moeilijke taal omdat ook de toonhoogte belangrijk is. “Ver” en “dichtbij” zijn in het Thais allebei “glai”, maar het ene moet je hoog en het andere laag uitspreken! Da’s om verwarring vragen hé… Begin dat maar eens te leren op zes weken! Ze zingen ook nog een Thais kinderliedje voor mij en geven me de opdracht om het tegen morgen in te studeren.

    Inge belt. Victor is genezen, ik hoor hem brabbelen aan de telefoon. Hannah komt ook een paar woordjes zeggen, ons Maxke is te verlegen. Hij zou hier niet misstaan tussen de Thaise kindjes qua verlegenheid ;-). Maandag doet Inge mee aan Kortrijk Loopt. Wie dit leest kan misschien gaan supporteren!

    19-05-2010, 00:00 Geschreven door Thomas Haerynck  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    18-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dinsdag 18 mei 2010

    ’s Morgens ben ik al vroeg paraat – alweer dankzij die hagedis – en de deuren van het English Department zijn nog niet open. Ik installeer me dan maar op een bankje in de schaduw. Een groepje oudere leerlingen komt erbij zitten en na een kwartiertje zijn ze zo stoutmoedig me te vragen om hen te helpen met hun huiswerk Engels. Een klein stapje voor de mensheid maar een grote stap voor hen!

    Mr. Suwan heeft een cadeautje voor me meegebracht: een zijden hemd (pure Thai silk) dat hij ooit in Chiang Mai heeft gekocht. Het is paars met goudkleurige versieringen vooraan.’t Is wel een XXL maar volgens hem past het perfect – ik durf te hopen dat dit toch een maatje of twee te groot is voor mij. ‘k Zal het vrijdag dragen, want vrijdag is de dag waarop veel leerkrachten in traditionele klederdracht verschijnen.

    Ms. Khem is nog steeds ziek – ‘t is een beetje een puppe denk ik want er lijkt niet veel aan de hand te zijn en tussen de lijnen door begrijp ik dat Ms. Jay ook haar twijfels heeft – en daarom helpt Ms. Jay me bij mijn les aan Mathayom 4/5. Dat is ook wel nuttig want hun Engels is o zo slecht! Met uitzondering van een paar meisjes op de eerste rij; voor hen is het eigenlijk wel jammer dat het niveau zo fel naar beneden wordt getrokken door de kinderen op de achterste rijen die er duidelijk absoluut niks van begrijpen. Ik krijg weer te kampen met twee van mijn frustraties tijdens het lesgeven. Ten eerste copiëren de leerlingen alles, vaak zonder te begrijpen wat ze aan ’t overschrijven zijn. De antwoorden op de oefeningen mogen ze niet in het handboek schrijven maar in hun schrift, en ze hebben de gewoonte om ook de volledige opgave over te schrijven. Dat kan heel lang duren, zodat sommigen er nooit toe komen om effectief de oefening te maken. Mijn tweede – kleinere – frustratie is het gebruik van tippex: als je ze op een fout wijst duurt het vijf minuten voor ze tippex hebben geleend van een klasgenootje, netjes het woord hebben overschilderd en de tippex voldoende is gedroogd om het correcte woord erover te schrijven.

    De lessen beginnen hier trouwens nooit op tijd omdat de leerlingen van het ene gebouw naar het andere moeten en er geen tijd is voorzien tussen twee lessen in. Je kan al van ver zien of je leerlingen zijn gearriveerd aan de schoenen voor de deur: ze moeten hun schoenen uitdoen en in de gang voor de klasdeur zetten. Vaak gaat er wel een kwartier verloren voor de les kan beginnen. Er is trouwens ook geen speeltijd. De dag is ingedeeld in 8 periodes van 55 minuten:

    ·         Period 1: 08:30 – 09:25

    ·         Period 2: 09:25 – 10:20

    ·         Period 3: 10:20 – 11:15 (Lunchtijd voor de eerste drie middelbaren)

    ·         Period 4: 11:15 – 12:10 (Lunchtijd voor de laatste drie middelbaren)

    ·         Period 5: 12:10 – 13:05

    ·         Period 6: 13:05 – 14:00

    ·         Period 7: 14:00 – 14:55

    ·         Period 8: 14:55 – 15:50

    Vandaag is de noodtoestand afgekondigd in 17 provincies, waaronder vele in het noordoosten omdat die streek gezien wordt als een bolwerk van de roodhemden. Mathias stuurt me via email de telefoonnummers van de Belgische ambassade in Thailand, waar hij een aantal mensen kent. Je weet maar nooit dat ik ze kan gebruiken. Maar voorlopig zal ’t niet nodig zijn want Surin is een heel landelijke provincie zonder grote steden. Hier wordt de noodtoestand niet afgekondigd en merk ik ook niets van de problemen.

    In de namiddag sta ik alleen voor de klas. Ik probeer het gebruik van “used to” uitgelegd te krijgen, met een tijdslijn en zoveel mogelijk andere visuele hulpmiddeltjes. Daarna doen we samen een oefening maar het is zo moeilijk om wat respons te krijgen dat ik besluit het over een andere boeg te gooien. Ik ben hier vooral om hen Engels te leren spreken, de grammatica is bijzaak. Dus laat ik hen één voor één voor de klas komen om zich voor te stellen. “Hello, my Nickname is xxx. I have yyy brothers and zzz sisters.” Er wordt ongelooflijk veel gegiecheld maar ze hebben nu tenminste een paar woorden Engels gesproken. De meervoud-s (two brothers) kan je er bijna niet in krijgen, het lijkt voor hen ook fonetisch heel moeilijk te zijn. Maar we blijven proberen…

    Tussen twee lessen in breng ik mijn vuile was naar het wassalon. Op de 8e, 18e en 28e van elke maand is er een grote(re) markt maar ze zijn al aan het opkramen. Ik koop nog snel wat dourian en rambutan, voor straks in de leraarskamer en vanavond bij de overburen.

    Na schooltijd geef ik weer les aan de teachers. De opkomst is wat minder groot dan de eerste keer (de directeur is er al niet meer bij, ik denk dat hij vorige week gewoon acte de présence gaf) maar we zijn toch nog met een stuk of twaalf. We doen een rollenspelletje om de kennismakingszinnetjes in te oefenen en daarna recycleer ik mijn lessen van Mathayom 4 over “like/enjoy/love/hate”. Ze zijn heel gemotiveerd en stellen veel vragen. Mr. Klaang wil onder andere ook weten hoe je slaapwandelt, snurkt en een scheet laat in het Engels.

    Mrs. Anyarin is 37 en heeft vandaag eindelijk goedkeuring gekregen voor overplaatsing naar een andere school dichter bij huis, na bijna tien jaar in Buached Wittaya. Toevallig hebben we het er gisteren nog over gehad, ik vroeg haar of ze niet dichter bij huis zou willen werken aangezien ze een man en twee zoontjes heeft die ze alleen in het weekend ziet. Het is nu afwachten wanneer ze effectief vertrekt, maar dat zou snel kunnen gaan. Ik hoop toch dat ze na mij vertrekt want ’t is een toffe. De gesprekken met haar zijn de max; ’t Is altijd een combinatie van Engels en gebarentaal, met hier en daar een Khmer woord ertussen.

    ’s Avonds ga ik opnieuw joggen. Mr. Winai daagt niet op en dus loop ik wat mee met Mrs. Anyarin en Ms. Nii. Ze houden het al snel voor bekeken, dus loop ik nog wat verder buiten het schooldomein en stop in het parkje om te fitnessen. Na een douche fiets ik naar de markt waar ik wat brochetjes koop en een soort poffertjes met kokosnoot. De lucht is dreigend en je hoort de donder in de verte. Af en toe een bliksemschicht, nu nog veraf maar ’t komt steeds dichterbij. Er is duidelijk een ferm onweer op komst. Ik fiets snel naar huis met m’n boodschappen. Onderweg belt Ms. Pu me op om te vragen of ik kom eten. Ik ben heel content want ‘k had echt geen zin om alleen op mijn kamertje te gaan zitten. Ik ben nog maar een kwartiertje aangekomen en het onweer barst in alle hevigheid los. ‘k Heb nog net de tijd gehad om mijn fruit uit de gemeenschappelijke ijskast te gaan halen. (Wanneer ik de deur opentrek komt de stank van de dourian me tegemoet – en toch blijf ik er bij dat het niet slecht smaakt!). Zoals altijd eten we voor het huis onder het afdak aan een lage bamboehouten tafel, waar je naast of op zit. Voor mij zetten ze altijd een klein stoeltje bij maar ondertussen probeer ik toch zoals iedereen op de tafel of op een minuscuul houten bankje te zitten.

    De dames (Pu, Anyarin en Rungtip) hebben bezoek van een bevriend koppel met twee zoontjes van 4 en 6 jaar. De man is onderdirecteur in een school dichtbij Surin, de vrouw is lerares. Omdat ze net government teacher is geworden moet ze straks voor twee jaar naar een school in een provincie in het noordwesten van Thailand dicht bij Chiang Mai, tegen de grens met Myanmar. Da’s 800km van Buached, waar ze wonen! Ze zal maar een keer in de zes maanden naar huis terugkeren om haar gezin te zien, de zoontjes blijven bij de vader in Buached. Bovendien is ze zwanger, maar voor de bevalling zal ze wel naar Buached komen. Je moet er toch veel voor over hebben…

    De regen wordt steeds heviger en de harde wind blaast de druppels tot onder ons afdak, waardoor we op den duur naar binnen moeten verhuizen. We eten verder op een mat op de grond. Tegen het einde van de avond is de storm gaan liggen.

    18-05-2010, 00:00 Geschreven door Thomas Haerynck  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    17-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maandag 17 mei 2010

    Die f*** hagedis maakt me weer wakker om halfzes. ’t Is vandaag maandag en dus dragen veel leerkrachten een militair uitziend uniform, maar Mrs. Kae vertelt me dat het niks met het leger te maken heeft: het is een lerarenuniform. Ms. Khem heeft zich ziek gemeld en Ms. Jay loopt er een beetje depri bij; ze moeten een jaar wachten voor ze een volgende kans krijgen om voor het overheidsexamen te slagen.

    Na de ochtendceremonie is er een keuring van de haarsnit en de roklengte van de meisjes. Die waarvan de rok te kort is worden apart gezet en krijgen een preek van Mr. Winai. Het moet echt over millimeters gaan want bij vele van de afgekeurde meisjes zie ik geen verschil met de goedgekeurde. Mrs. Jintana legt uit dat het voor hun eigen welzijn is, want wanneer ze alleen naar huis gaan zouden dronken mannen wel eens slechte gedachten kunnen krijgen als de meisjes er te sexy uitzien. Er is niet veel criminaliteit in Buached, maar er zijn toch arme gezinnen waarvan de man veel geld verliest met gokken (in Cambodja) en aan de drank is.

    Als ontbijt krijg ik van Mrs. Jintana schoonzooneieren (zoete hardgekookte eieren) met rijst. Ik informeer nog eens naar de toestand in Bangkok. Ze heeft in haar dorp gehoord dat de roodhemden 500 Baht betalen aan wie hen komt versterken in Bangkok. Velen in de regio van Buached sympathiseren met de roodhemden (ze zijn dus voor de afgezette premier Taksin en tegen de huidige regering), zegt ze.

    Na Mrs. Jintana in de eerste week en Mrs. Surin in de tweede, moet ik deze week Ms. Khem assisteren. Zij geeft les aan Mathayom 4 (het 4e middelbaar) en er zijn voor haar vandaag maar drie lessen voorzien. Aangezien ze ziek is doe ik een les alleen, bij de andere twee krijg ik assistentie van Ms. Jay en Mr. Suwan. Het gaat over het gebruik van “used to”, zoals in “I used to ride a bicycle with three wheels when I was a kid”. Bij Mathayom 4/2 lijkt het er redelijk goed in te gaan en werken ze goed mee (pas op, alles is relatief…). Bij 4/5 is het stukken moeilijker. Ik merk ook dat ze geen enkele dag van de week kunnen opnoemen en neem wat tijd om dat er in te pompen.

    ’s Middags mag ik weer zelf m’n potje koken met Mrs. Jintana en Ms. Jay. Het wordt tom yam kung (water koken, bouillonblokje erin, look, ajuin, rode chilipepers, sojasaus, grote garnalen, inktvis, tomaten, proeven en op smaak brengen met nog wat sojasaus – misschien vergeet ik nog een paar ingrediënten). Ik bak ook een omelet “thai-style”, met sojasaus en een of andere kruidenmix erin. De eieren worden vooraf flink geklopt maar eens ze in de pan liggen mag je er niet meer aankomen, behalve om de volledige omelet om te keren eens ze een mooi bruin korstje heeft.

    Om 16u start dan de English Club. We luisteren naar “Imagine” van John Lennon, ik heb de tekst van het internet gehaald en voor hen gecopieerd. Daarna spelen we “Simon says” of in dit geval “Thomas says”: ik geef een instructie in de zin van “Thomas says: touch your left knee” en zij moeten dit zo snel mogelijk uitvoeren. De winnaars mogen een kleine prijs kiezen: snoep van de Big-C of een buisje met pepermuntjes van Deloitte (die ik heb meegekregen van Ilse en Els). Zonder uitzondering kiezen ze voor de pepermuntjes.

    Het is om 16u beginnen regenen en nu zitten we echt in een tropisch onweer met stortregen, hevige donder en bliksem. Mijn joggingplannen vallen letterlijk in ’t water. Uiteraard valt de elektriciteit uit maar het duurt deze keer niet lang. Rond 18u30 stopt het met regenen en vertrek ik naar de markt om eten te kopen. En ja hoor, Anyarin roept me bij haar J. Ze spreekt bijna geen Engels maar met gebarentaal en een paar woorden begrijp ik dat ik geen moeite moet doen want de markt is toch uitgeregend en er is genoeg eten voor mij ook. Gelukkig heb ik nog een halve watermeloen liggen, ik ga hem snel halen. Bij het terug buitenkomen springt er zowaar een kikker op m’n hoofd en van daar op mijn schouder!

    Je leert hier echt wel wennen aan “ongedierte”. Hagedissen in grote en kleine maten, kevers zo lang als mijn duim, kikkers, krabben, schorpioenen, rode mieren, sprinkhanen, … Het krioelt hier trouwens van de kikkers en padden, vooral na een regenbui. Op de rand van de wok waarin Rungtip net een ei heeft gebakken zit nu een kikker. Hij laat zich rustig fotograferen en springt dan door het raam naar buiten. Later die avond zien we in de verte mannen met zaklampen op kikkervangst. ’t Is een plaatselijke lekkernij.

    Zo wordt het dus weer een avond in vrouwelijk gezelschap: Anyarin, Rungtip, Jay en At. Ik vind het niet erg want ze zorgen goed voor mij (opmerking voor Inge: dat laatste is puur in de moederlijke betekenis!). Na het eten toon ik nog aan Mrs. Anyarin m’n foto’s van Khao Yai.

    17-05-2010, 00:00 Geschreven door Thomas Haerynck  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    16-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zondag 16 mei

    Ik was van plan vandaag eindelijk eens uit te slapen op zondag, want ik sta nu al twee weken aan een stuk rond zes uur op (erger dan thuis!). Maar om zes uur word ik vanzelf wakker, ‘k denk niet dat mijn huisdier er voor iets tussen zit want deze keer heb ik hem niet bewust gehoord. Misschien is het gewoon van de hitte. Die ventilator helpt wel, maar ’t blijft toch broeierig warm in mijn kamer. Ik doe moeite om terug wat in te dommelen en rek het zo nog tot iets voor negenen.

    Na een uurtje kleren wassen met de hand – alweer een totaal nieuwe ervaring voor mij, zij het dan één van de minder aangename van de voorbije twee weken – besluit ik een fietstochtje te maken door de woonwijk. Het is er heel erg rustig, hier en daar zie je iemand luieren in z’n hangmat en wat spelende kinderen. In een bijgebouwtje van een hui s staan een dertigtal mensen te zingen, sommigen dansen er ook redelijk enthousiast bij. De liedjesteksten zijn in het Thais maar af en toe hoor ik het woord “hallelujah” ertussen, dus ’t zal een minderheid van christenen zijn.

    Na deze fysieke inspanning in de verzengende zon heb ik wel een brunch verdiend. In het dorpje bestel ik noedels maar in plaats daarvan krijg ik krokant gebakken varkensvlees met een oranjerode saus. Niet erg, denk ik, want dit is ook heel lekker. Maar dit blijkt maar een voorgerechtje te zijn want de kokkin blijft druk bezig in haar mobiele keukentje en komt even later aanzetten met een grote kom noedels met varkensvlees (en dat alles voor 50 Baht). Daar gaat mijn goede voornemen om wat minder te gaan eten… Op weg naar huis koop ik op het marktje nog een watermeloen, dat is tenminste low-calorie.

    Wanneer ik terug op m’n kamer kom zie ik de hagedis van op mijn matras naar de muur spurten. Ze hadden me gezegd dat die beesten alleen op muren en plafonds komen maar dit is toch een iets avontuurlijker exemplaar. ‘k Heb weer chance. Wat ben ik blij dat ik mijn muskietennet heb voor ’s nachts – niet alleen tegen de muskieten!

    Er zijn al heel veel Thaise mensen – vooral vrouwen natuurlijk – die me gezegd hebben dat ze jaloers zijn op mijn witte huid terwijl ik het net mooi vind als je een bruin kleurtje hebt. ‘k Ga me hiermee dus niet aantrekkelijker maken bij het vrouwvolk van Thailand maar ik kan het niet laten: ik doe m’n zwembroek aan en ga een uurtje zonnebaden! Ondertussen lees ik in het handboek Engels van de vierdejaars, aan wie ik volgende week les moet geven.

    Aangezien het internet op de school (alweer) niet werkt rij ik naar het internetcafé om m’n emails te checken en mijn blog bij te werken. Ik stuur ook een mailke naar Mathias want ’t is vandaag zijn verjaardag. Op de site van De Redactie staat te lezen: ”Thailand op de rand van de confrontatie”. Na de aanslag op een hoge piet van de roodhemden is het geweld terug opgelaaid. Gisteren zijn er 17 doden gevallen en in bepaalde straten is de avondklok ingesteld. Maar de rellen blijven beperkt tot Bangkok, en dan nog maar een welbepaalde wijk. ‘k Zal me voorlopig dus niet te veel zorgen maken, we zien wel hoe de situatie over vier weken is wanneer ik terug naar huis moet.

    Na twee uur internetten (30B) maak ik me klaar om te gaan joggen en daar staat Mr. Winai voor m’n deur. Goeie timing. De tweelingbroertjes B1 en B2 zijn ook mee, ze zitten met z’n drieën op de scooter. We lopen vijf rondjes rond het voetbalveld terwijl B1 en B2 wat shotten, daarna naar het parkje om te fitnessen. Mr. Winai wil me naar de school terugbrengen maar met vier op de scooter lijkt me toch iets te riskant, ik loop liever. Hij loopt dan maar met me mee uit solidariteit, terwijl B1 en B2 volgen met de scooter. Ze zijn pas 11 jaar!

    Op het schooldomein komen we Ms. Pu tegen die ook aan het joggen is en wanneer Mr. Winai weer vertrokken is besluit ik nog wat mee te lopen met haar. We lopen in een slakkengangetje een paar rondjes rond het basketbalterrein. Pu nodigt me uit om te komen eten en dat sla ik niet af. Ik breng wel m’n watermeloen mee. Ms. Ob en Ms. Nii komen er ook bij zitten, maar alle drie eten ze zo goed als niks. Ms. Pu heeft al om 17u gegeten omdat het slecht is voor de lijn als je te laat eet. Er is gebakken ei “Thaise stijl” (met onder andere sojasaus erin, smaakt een beetje zoet), gedroogd varkensvlees uit Ubon (ook zoet) en pad thai.’t Is weer heel lekker maar deze keer hou ik me toch een beetje in. Zij diëten en ik moddervet worden zeker!

    Het is al pikdonker wanneer Ms. Dokkoon op de school arriveert – het wordt hier wel heel vroeg donker, al kort na 18u. Dokkoon is in de wolken want geslaagd voor haar overheidsexamen (de resultaten zijn dit weekend op het internet gepubliceerd). Mr. Chuay en Mr. Lek ook, maar spijtig genoeg zijn Ms. Khem en Ms. Jay niet bij de gelukkigen.

    Nog iets dat zo typisch is: wanneer ik vraag of er in de regio malaria voorkomt schudden de dames allemaal van neen: “not in Thailand!”. Maar even later vertellen ze dat er elk jaar een vijftigtal leerlingen van Buached Wittaya malaria krijgen! Misschien heb ik hen verkeerd verstaan, maar ‘k ga voor de zekerheid toch maar mijn doxycycline blijven innemen… Het is me trouwens ook niet meer duidelijk hoever we hier zijn van de grens met Cambodja; de ene zegt 30km, de andere 150.

    16-05-2010, 00:00 Geschreven door Thomas Haerynck  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    15-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zaterdag 15 mei 2010

    Vandaag gaan we naar Ban Tha Klang, het olifantendorp! Om 7u30 wandel ik naar de ingang van de school waar de minibus al klaar staat, muziek vollen bak. Mr. Suwan is er met zijn vrouw en zijn twee kinderen: Champ(ion), een jongetje van 14 jaar en Shon, een meisje van 11. Kort daarop arriveert Mr. Klaang met z’n vrouw en hun dochtertje (naam vergeten), en even later ook Mr. Sumeth met vrouw en zoontje Ed. Mr. Klaang is een heel sympathieke vent die redelijk goed Engels spreekt, als is hij wiskundeleraar. Mr. Sumeth, die leraar Engels is, spreekt eigenlijk zo goed als geen Engels: bijna geen woordenschat en compleet fout qua grammatica. Na een rit van een kleine twee uur komen we aan in Ban Tha Klang.

    ’t Is de eerste keer dat ik zoveel farangs bij elkaar zie, al is de grote meerderheid van de toeristen toch Thais. We zijn mooi op tijd om de olifantenshow te zien, waarbij chans in alle maten de revue passeren: van een baby-olifantje van anderhalve meter hoog tot het pronkstuk van de hoop, een gigantisch exemplaar (‘k weet niet hoeveel meter) van 36 jaar oud. Ze staan op hun achterpoten, shotten naar een goal, spelen basketball, maken een schilderij – dat daarna voor 200B wordt verkocht – en gooien met hun slurf pijltjes naar een bord met ballonnen. ’t Zijn kunstjes die de dag van vandaag in de circussen van Europa not done zijn denk ik, maar goed. We kopen wat trossen kleine banaantjes, die de kinderen na elk nummer aan de olifanten mogen gaan geven. Voor een ander nummer gaan Mr. Klaang en ik temidden van de piste op een matje liggen, waarna een olifant over ons heen stapt en ons ondertussen een lichte tik geeft. Na de show loop ik nog wat rond op het domein, waar her en der olifanten staan. Grappig om te zien is een huis met een carport waaronder een olifant geparkeerd staat. Een mahout is zijn beest aan het wassen en Mr. Suwan neemt een foto van mij terwijl ik naast de kolos sta en z’n oor vasthoud; het voelt aan als een zeemvel.

    Rond de middag laten we Ban Tha Klang alweer achter ons. Langs de weg stoppen we om aan een stalletje een ware lekkernij te kopen: een bamboestok gevuld met zoete, kleverige rijst met kokosmelk. ‘k Vrees wel dat het een caloriebom is, het vult in ieder geval heel erg maar ’t is zo lekker dat ik er van blijf eten. Ik ga ervan uit dat dit ons middagmaal is maar een kwartiertje later slaan we een aardewegje in en stoppen aan het huis van de moeder van Mr. Suwan waar heel ons gezelschap verwacht wordt voor de lunch. Op het menu staan tom-yam en som-tam, dat laatste is de typische pikante papayasalade. ’t Is een heel gezellige boel. De broer en de vier zussen van Mr. Suwan komen ook langs. Sommigen van hen zijn ook leerkracht net als hij, andere landbouwer. Na de maaltijd komt er fruit op tafel, onder andere mango die wordt gedipt in rietsuiker met pikante toevoeging.

    Een man met een gammele bakfiets hobbelt langs over het aardewegje. Het is zowaar de ijskar! Ik vermoed dat ik weer niet ga mogen betalen voor mijn eten (wat later ook blijkt: “it’s my duty to take care of you” zegt Mr. Suwan altijd) dus grijp ik mijn kans en trakteer alle kinderen die daar rondlopen op een ijsje. 45B voor negen ijsjes, ’t is de wereld niet. Sommigen kiezen voor iets wat wij niet kennen: ijsbollen op een hotdogbroodje in plaats van in een hoorntje!

    In de namiddag gaan we shoppen in Surin. Eerst naar een department store, vergelijkbaar met de Inno bij ons, en daarna in een Big-C, een soort Carrefour. Ik koop een joggingshirt, een “olifantenhemd” zoals de leerkrachten op woensdag dragen, een paar onderhemden (ik heb gemerkt dat je er minder doorweekt uitziet wanneer je een onderhemd aan hebt), een rugzakje (mijn tirette is kapot) en een massa Thaise snoeprepen die zullen dienen als prijs voor de English class. Voor de kinderen in ons busje koop ik “echte” Snickers, die bijna evenveel kosten als bij ons en dus voor hen heel duur zijn.

    Om halfzes zijn we terug in Buached Wittaya School. Het heeft ondertussen geregend. Mr. Klaang en Mr. Suwan nodigen me uit om te komen eten. Ik neem snel een douche, maak een pakketje Belgische chocolaatjes klaar voor de kinderen en even later staat Mr. Klaang met z’n scooter voor mijn deur om me naar zijn huis te brengen. Mr. Klaang heeft een mooi houten huis met veel grond. Hij is niet alleen leraar maar verbouwt ook rijst, zes percelen van 20m op 20m. Een ander stuk grond is hij aan het klaarmaken om mangobomen op te zetten.

    Onder het grote afdak voor het huis is Mr. Suwan al bezig de Thaise barbecue aan te steken; we gaan weer eten in Djengis Khan-stijl, zoals vorige week op restaurant. Ik weet dat ik in herhaling val maar ‘t is weer enorm lekker. Rond half negen brengt Mr. Klaang me terug naar de school. Ik heb geen zin om al in mijn kamer te gaan zitten en maak nog een wandelingetje door de drie straten die Buached rijk is. Terug op weg naar de school kom ik Mr. Suwan tegen, die me met zijn scooter tot voor mijn deur brengt. Hij zegt dat het wel veilig is in Buached, maar toch… ik ben een farang en hij is verantwoordelijk voor mij. In mijn kamer begin ik aan mijn verslag van de voorbije dagen…

    15-05-2010, 00:00 Geschreven door Thomas Haerynck  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    14-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdag 14 mei 2010

    Het overheidsexamen was blijkbaar moeilijk, de missen Khem en Jay zien er niet al te happy uit. Maandag krijgen ze de resultaten, ik ben benieuwd. Het is een concours, hoe hoger je scoort hoe sneller je een benoeming in een school kan krijgen.

    Ik moet vandaag het eerste uur lesgeven aan Mathayom 1/4, gastjes die net van de basisschool komen. Het is een moeilijke klas, ze kunnen niet stil blijven en zijn redelijk brutaal naar Thaïse normen. Maar er zitten er wel een paar bij die toch al een behoorlijk niveau van Engels hebben.

    Terug in de leraarskamer ontmoet ik Mr. Udom en zijn vrouw. Mr. Udom is inspecteur/coördinator voor Engels, verantwoordelijk voor 256 scholen in de regio. Vandaag bezoekt hij enkele scholen waaronder de onze. ‘t Is een heel vriendelijke man die goed Engels spreekt. Terloops polst hij of ik niet voor drie maanden of langer kan blijven, want zes weken is toch zo kort. In de buurt zit een Amerikaan van het Peace Corps die hier voor 2 jaar is. Ik zal ’t eens vragen aan mijn vrouw…

    Lunch in de cantine. De leerkrachten hebben hun zinnetjes van gisteren goed onthouden: how are you; I’m fine thank you; how is your lunch; I must go now; … In de namiddag geef ik mijn laatste lessen aan Mathayom 3, volgende week wordt het Mathayom 4. Ik leg extra veel nadruk op de uitspraak van de eind-medeklinkers. “I like” spreken ze steevast uit als “I lie”, “sometimes” als “somtam”. En meervouden gebruiken ze niet: “one book, two book”. Ook de meeste leraressen maken deze fouten constant, dus van hen gaan ze ’t niet leren. Ik probeer het erin te pompen door hen het zinnetje “I sometimes eat som-tam” te doen opdreunen. Ze vinden het super grappig en het helpt – hoop ik – om hen duidelijk te maken dat je sometimes niet op dezelfde manier uitspreekt als som-tam (een Thais gerecht, papayasalade). ‘k Hoop dat Mrs. Surin goed meeluistert J.

    Na schooltijd ga ik lopen met Mr. Winai en daarna weer fitnessen in het park. Het is vrijdag en dus vertrekken veel van de leerkrachten die tijdens de week op de school verblijven nu naar hun stad of dorp, vaak op een paar uur rijden. Ms. Nyang gaat dit weekend niet naar huis en Ms. Khem morgen pas, en zo hebben we afgesproken om samen op restaurant te gaan. Omdat je in Buached geen “echte” restaurants vindt rijden we naar Sangkha, een kleine 20km verder. ’t Is een gezellig restaurant met een mooi terras en veel groen. De vrouw die ons bedient spreekt tamelijk goed Engels. Ze trouwt binnenkort met een Noorse man en gaat daarna mee naar Noorwegen. We eten een gele curry met inktvis, een grote kom tom-yam en een hele vis op een bedje van groenten. Nyang en vooral Khem eten bijzonder weinig en ik probeer dat te compenseren door weer véél te veel te eten. Het restaurant heeft ook een karaoke-gedeelte – heel populair in Thailand – en zo kunnen we meegenieten van het gekweel van enkele would-be zangeressen. Gelukkig gaat het niet te luid, ze zingen alleen maar romantische muziek.

    14-05-2010, 00:00 Geschreven door Thomas Haerynck  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    13-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 13 mei 2010

    Vandaag zijn de leerkrachten in sportieve outfit: blauwe traingsbroek en grasgroene sportieve polo. Dat is blijkbaar elke donderdag zo, of er nu sport op het programma staat of niet. Voor mijn ontbijt  heeft Mrs. Surin een soort Thaise paella meegebracht.

    Ik begin elke les met een herhaling van de grammatica die we tot nu toe hebben geleerd: frequency en like/enjoy/love/hate. Opnieuw worden de niveauverschillen duidelijk: sommigen lijken er absoluut niks van te hebben opgestoken, zelfs aflezen uit hun boek lukt niet. Er zijn er bij die nauwelijks Thais kunnen lezen, laat staan Engels. Bij anderen lukt het al veel beter, dat geeft dan weer hoop.

    Aangezien ik druk aan ’t werk ben met de voorbereiding van de Engelse les voor de teachers en met het aanmaken van mijn blog (www.bloggen.be/teachinginthailand) heb ik geen tijd om te koken en maakt Mrs. Surin de lunch klaar. Het wordt tom yam kung. Ze heeft ook een cadeautje voor mij: een sportpolo zoals de leerkrachten op donderdag dragen. Mijn hemd is ondertussen al doorweekt (het is in de veertig graden) dus dat komt al meteen van pas.

    Rond halfvijf starten we met de les English for teachers. Er zijn wel een stuk of twintig geïnteresseerden en zelfs de schooldirecteur is erbij. De les vindt plaats op een “luxe”-locatie: een lokaal met airco. Ook Mr. G die onderwijzer is op de basisschool (Prathom 1 tot 6) is gekomen. Kinderen in de basisschool krijgen in principe al Engelse les maar het probleem is dat de leraars nauwelijks Engels spreken. Mr. G is heel gemotiveerd om te leren. We beginnen met the very basics: good morning/afternoon/evening, how are you, enz. Daarna wat zinnetjes over het weer en over eten (How was your lunch? It was delicious!) Een jonge lerares wil weten hoe ze me in ’t Engels uit eten kan vragen J. De naschoolse les voor leerkrachten wordt positief onthaald want achteraf vragen ze om het twee keer per week te doen. De leerlingen zullen het dan maar met een English club minder moeten stellen.

    Mr. Winai is een fervent jogger en nu wil ik eindelijk eens met hem meegaan. We joggen vier rondjes rond het voetbalveld. Daarna neemt hij me mee op zijn scooter naar het parkje waar niet alleen speeltuigen voor de kinderen staan maar ook fitnesstoestellen in de open lucht. Het zijn simpele ijzeren tuigen maar er staan er toch wel een stuk of vijftien. We fitnessen een halfuurtje en daarna weer de scooter op. Mr. Winai laat me de woonwijk zien waar veel leerkrachten wonen. We eindigen bij het huis van de familie Mee-in en daar aangekomen speel ik wat voetbal met B1 en B2. Mrs. Surin geeft me stukken mango om ter plekke op te eten en nog twee extra mango’s om mee te nemen. Daarna brengt Mr. Winai me terug naar de school.

    Zoals ik had gehoopt nodigen de dames van de overkant me opnieuw uit om te komen eten. Ik wil niet met lege handen aankomen en rij eerst met de fiets naar het marktje om wat fruit te kopen: rambutan en jackfruit. Hier zullen ze wel van eten denk ik, ’t is tamelijk low-calorie.

    Het wordt een heel gezellige avond met Mrs. Anyarin, Ms. Rung-tip en een nieuw gezicht, Ms. Ob (ook Ms. Frog genoemd, omdat kikkers “ob ob ob” zeggen). Zij heeft tom yam kaeng meegebracht, met vis erin. Het is lekker maar moeilijk om te eten want de kleine vissen liggen er op hun geheel in en zitten vol met graten. Ze zijn blij dat ze met mij de zinnetjes kunnen inoefenen die we eerder vanavond in de les hebben gezien.

    Anyarin krijgt nog telefoon met breaking news: er is in Bangkok een aanslag gepleegd op Seh Daeng, een overgelopen generaal die nu een van de leiders is van de roodhemden. Het geweld zal nu wel weer toenemen. Ze zijn verrassend open over de politiek: volgens hen is heel de school aanhanger van de geelhemden met uitzondering van vier personen, die ze ook bij naam noemen. Mrs. Jintana was hier vanmiddag voorzichtiger in: ze zei dat er twee taboes zijn in Thailand, politiek en seks.

    We blijven babbelen tot 23u, wat uitzonderlijk laat is hier. De touké is ook weer van de partij. We zien een schorpioen, ik kan hem heel dicht benaderen om een foto te nemen. Met een hagedis op mijn kamer kan ik nog leven maar dit beest wil ik liever niet te vaak tegenkomen.

    13-05-2010, 00:00 Geschreven door Thomas Haerynck  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    12-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woensdag 12 mei 2010

    Ik begin stilaan te begrijpen dat er op school een dresscode is voor elke dag van de week. Vandaag dragen de meeste leerkrachten een kleurrijk hemd overdadig bedrukt met olifanten en tempelruïnes. Je hebt ze in ’t lichtblauw en in ’t roze, maar dat heeft niks met geslacht te maken: sommige leraressen dragen blauw, sommige leraars roze.

    Ms. Khem en Ms. Jay zijn naar Surin vertrokken om er deel te nemen aan het overheidsexamen, dat over twee dagen is gespreid. Vandaag is ook de dag dat de naschoolse “clubs” worden aangekondigd: de leerlingen hebben de keuze om na schooltijd een extra les te volgen in een bepaald domein. Zo heb je bijvoorbeeld een math club, een sports club, een yoga club (gegeven door Ms. Pu), … en natuurlijk ook een English club. De English club zal op woensdag worden gehouden door mezelf en Mrs. Jintana. Maar ook veel leerkrachten willen hun Engels verbeteren en daarom beslissen we om op donderdag na schooltijd ook voor hen een Engelse les te organiseren.

    Ik heb vandaag maar vier lessen te geven aan Mathayom 3, dus is er tussendoor tijd om de andere sessies voor te bereiden. Ik ben het natuurlijk niet gewoon om les te geven maar ‘t gaat steeds beter. Ondertussen weet ik ook al een beetje wat ik kan verwachten van een Mathayom 3/5 in vergelijking met een 3/1. En gaandeweg begin ik meer visuele hulpmiddeltjes te gebruiken, bijvoorbeeld smileys om het verschil tussen to like, to enjoy, to love en to hate uit te leggen. Dat vinden ze enorm grappig! En ‘k hoop dat ze het nu ook wat beter gaan onthouden…

    ’s Middags is er weer kookles voor mij in de leraarskamer, met instructies van Mrs. Jintana en Mrs. Surin: varkensvlees met groenten, deze keer zonder chilipepers. Misschien hebben ze gemerkt dat de kost van gisteren vonken uit mijn neus deed schieten.

    Na de lessen in de namiddag heb ik een uurtje vrij, daarna begint de English club. We hebben tegen de dertig inschrijvingen, de meesten uit Mathayoms 5 en 6. We beginnen met een spelletje “associations”: de leerlingen staan in een cirkel rond Mrs. Jintana en mezelf. We zeggen een Engels woord (bijvoorbeeld tomato) en ze moeten om beurten een woord zeggen dat ze ermee associëren. Wie niks kan zeggen valt af, tot er nog eentje overblijft. De winnares mag een snoepreep uitkiezen, die ik vooraf in het schoolwinkeltje ben gaan kopen. Daarna doen we “word guessing”: we delen ze in in teams van zes, ik schrijf een woord op een papiertje en de teams moeten om beurten een vraag stellen waarop ik enkel met ja of neen antwoord. De leden van het winnende team mogen weer een prijs kiezen. Het is blijkbaar een succes, want na afloop vragen ze om niet één maar drie English clubs per week te doen!

    Terug in mijn kamer trek ik een lade open en de hagedis springt eruit en nestelt zich op de muur net onder het plafond. Ik vrees dat ik zal moeten wennen aan mijn nieuwe huisdier. ‘k Hoop wel dat hij geen vriendjes meebrengt… één hagedis in mijn kamer is voor mij meer dan voldoende.

    Mr. Klaang, die ik nog nooit heb gezien, fietst voorbij met zijn dochtertje en zegt dat ik een fiets van hem mag gebruiken. Wanneer ik uit de douche kom staat de fiets voor mijn deur. Ik gebruik hem meteen om naar de woensdagse avondmarkt te rijden. Mrs. Anyarin en de andere ladies hebben me alweer uitgenodigd om bij hen te komen eten maar deze keer wil ik ook mijn bijdrage leveren. Ik koop een groene en een rode curry, gebakken rijst met blokjes gemaakt van kippenbloed (dat wist ik niet toen ik het kocht, bweurk) en een zak popcorn. De dames eten er niet veel van want ze letten allemaal heel erg op hun lijn… ik heb blijkbaar gekozen voor high-calorie gerechten. Hun salades zijn low-calorie maar toch heel lekker.

    Na het avondeten belt Inge en krijg ik te horen dat Victor al sinds maandag in het ziekenhuis ligt met een zwaar abces. Gelukkig is hij ondertussen al beter, maar hij zal toch niet voor het einde van de week naar huis mogen. Inge heeft me niet eerder gebeld dan we hadden afgesproken (vandaag) om me niet ongerust te maken. Lief hé.

    12-05-2010, 00:00 Geschreven door Thomas Haerynck  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    11-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dinsdag 11 mei 2010

    Gisteren hebben we vooral woordenschat aangeleerd over sporten en emoties. Met de beste klassen kunnen we nu overgaan tot de volgende onderwerpen op het verlanglijstje van Mrs. Surin: adverbs of frequency (always, usually, often, sometimes, seldom/rarely, never) en verbs of liking (like/enjoy/love/hate). Je merkt wel opnieuw de grote niveauverschillen: sommigen kunnen bijvoorbeeld geen enkele dag van de week opnoemen.

    Mrs. Jintana is een echte schat. Ze weet dat ik dol ben op de Thaise kost en dat ik graag Thais zou leren koken, en daarom heeft ze een kookplaat en een boel ingrediënten meegebracht zodat ik zelf in de leraarskamer mijn lunch kan klaarmaken! We beginnen met een scheut soja-olie, veel look en een massa rode chilipepers. Daarna een portie inktvis, uien, verse kruidenblaadjes uit de tuin van Mrs. Jintana, preischeuten (denk ik), oestersaus, een beetje seasoning sauce, wat kruidenmix uit een pakje en een eetlepel lichtbruine rietsuiker. Als je weet wat je erin moet doen is het in een wip klaar. Het is zo pikant dat ik tijdens het eten af en toe mijn neus moet snuiten maar toch o zo lekker.

    Na meer dan een week heb ik al een flinke hoop vuile was om naar het wassalon te brengen. Mijn ondergoed moet ik zelf wassen, het betaamt blijkbaar niet om dat ook mee te geven. Ik stap met m’n wasmand onder de arm de schoolpoort uit en ‘k heb alweer geluk: een computerlerares die op haar scooter passeert neemt me mee achterop en brengt me tot voor de deur. Mrs. Jintana heeft me een briefje meegegeven waarop in het Thais geschreven staat wat er moet gebeuren: wassen, strijken en geen farang-prijzen aanrekenen.

    Rond halfzes ga ik een halfuurtje joggen, de eerste keer sinds ik in Thailand ben. Het moet nog diep in de dertig graden zijn. Ik keer terug met een kop zo rood als een tomaat maar het heeft wel deugd gedaan. Ik neem een douche en vertrek naar de markt om te eten, maar word na vijf stappen al geroepen door de dames aan de overkant: Mrs. Anyarin, Ms. Pu, Ms. Tip en Mrs. At (verwacht een baby in december). Ze schuiven direct een stoeltje bij, scheppen een bord rijst op en ik mag me bedienen van de gerechtjes die op tafel staan waaronder visschotel, groentenschotel, kikker (!) met groenten en … een bordje geroosterde insecten! Van dat laatste proef ik nu toch ook eens: ik begin met een halve kever en neem er daarna nog een hele bij, weliswaar een klein exemplaar. Het smaakt niet slecht maar je mag er toch niet teveel bij nadenken. Daarna eten we nog wat fruit als dessert.

    Er vliegen vandaag ongelooflijk veel insecten rond, doordat het gisteravond zo hard en lang heeft geregend. Insecten zijn hier een gewone zaak, de dames vissen ze gewoon uit het eten en doen verder. Wanneer er een sprinkhaan in Pu’s haar belandt begint ze niet te gillen maar pakt hem rustig vast tussen duim en wijsvinger en zet hem wat verder neer. Onder ons afdak steekt een grote hagedis zijn kop naar buiten. Hij maakt een vreselijk lawaai, het lijkt bijna op het blaffen van een klein hondje. Ze noemen het een “touké” en zeggen dat ik er niet te dicht bij mag komen omdat hij me wel eens zou kunnen aanvallen. En als iemand wordt gebeten door een touké zullen er drie koppels scheiden, zo zegt het bijgeloof. Dat wil ik niet op m’n geweten hebben!

    Ik blijf nog wat hangen bij Ms. Khem en Ms. Nyang die voor Khem’s huisje aan het babbelen zijn en ga dan slapen. Op de aardeweg tussen onze huisjes zit een kleine krab. We zitten hier nochtans heel ver van de zee, maar deze leeft in de rijstvelden.

    11-05-2010, 00:00 Geschreven door Thomas Haerynck  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    10-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maandag 10 mei 2010

    Vannacht heb ik ontdekt dat er een hagedis in mijn kamer is binnengedrongen. Met veel moeite heb ik hem naar buiten gekregen, de gang op, maar om 5u30 haalt het rotbeest me toch weer uit mijn bed met zijn oorverdovende geroep. Hij zit terug achter mijn kast. Niet verwonderlijk eigenlijk dat hij weer is binnengekomen, de kier onder de deur is een halve centimeter hoog. Ik denk dat ik er voortaan een handdoek voor zal leggen.

    Deze week assisteer ik Mrs. Surin en bijna alle lessen zijn met Mathayom 3, het derde middelbaar dus. Tijdens het ochtendritueel valt het me op dat de vastbenoemde leerkrachten (government teachers) een militair uniform aan hebben. Dat is elke maandag zo, in alle scholen van Thailand, zegt Mrs. Surin. De contractuele leerkrachten dragen gewone kleren. Na de gebruikelijke toespraken die voor mij uiteraard totaal onbegrijpelijk zijn klimt Mr. Winai het podium op. Hij gedraagt zich als een militair, roept dingen naar de leerlingen die klinken als bevelen. Maar af en toe gooit hij er blijkbaar een kwinkslag tussen, want de leerlingen vinden de tussenkomst van Mr. Winai duidelijk grappig. Zo serieus moeten we het dus ook allemaal niet nemen.

    Er zit een echte ladyboy in een van de klassen van Mathayom 3. Ik heb er eigenlijk nog niet zoveel gezien… ofwel hebben die anderen zich wel héél goed getransformeerd. Mrs. Surin heeft me het leerboek van Mathayom 3 gegeven en aangeduid welke lessen ik deze week moet geven. Al snel blijkt dat we de verwachtingen zullen moeten bijstellen want veel leerlingen spreken nauwelijks een woord Engels. Volgens Mrs. Surin komt dit doordat er op de lagere school van Buached geen leraar Engels was en ze dus later dan normaal gestart zijn. Het niveau van Mathayom 3/1 is wel duidelijk veel hoger dan dat van 3/5, en zelfs binnen dezelfde klas zijn er grote verschillen.

    Omdat het zo heet is stelt Mrs. Surin voor dat ik voortaan in het kantoor van de schooldirecteur ga slapen in plaats van mijn kamertje in de bungalow, want daar is er airco. Ik krijg zelfs een rondleiding van haar. Het is een heel grote kamer met vasttapijt, TV met DVD-speler, douche en een westers toilet. Ik zeg dat ik er nog eens over zal nadenken maar eigenlijk ben ik helemaal niet van plan het te doen. Ten eerste wil ik me niet “laten kennen” en ten tweede zou ik dan afgezonderd zitten van de andere leerkrachten die op de school verblijven.

    Na schooltijd blijf ik nog wat verder werken in de leraarskamer, tot rond halfzes. De zon is nu volledig verdwenen achter een dik pak grijze wolken en de wind is opgestoken. Alles wijst erop dat we ons aan een tropische regenbui kunnen verwachten… het moest er een keer van komen.

    Ik heb om 18u met Ms. Jay afgesproken om haar te helpen met de voorbereiding van haar examen Engels, één van de onderdelen van het overheidsexamen waar ze deze week aan deelneemt. Mrs. Surin en haar man komen nog langs om me een nieuwe voorraad drinkwater te brengen en we eten wat Belgische chocolade terwijl het weer steeds dreigender wordt. Kort na hun vertrek breekt de moesson los. ’t Is nog geen kwartier bezig met stortregenen en de elektriciteit valt al uit!

    Maar plicht roept: ik moet Ms. Jay gaan helpen, dus moet ik de tropische regenbui trotseren. Ik ben hier tenslotte om te werken hé. We hebben afgesproken bij mijn overbuurvrouw, Ms. Khem, die ook aan het examen deelneemt. Maar omdat het keihard blijft doorregenen moet Ms. Jay verstek laten. Nu ik er toch ben nodigen Ms. Khem en een van haar huisgenotes me uit om te blijven eten. De andere huisgenote, Mrs. Anyarin, is er niet. Omdat er geen elektriciteit is moeten we ons behelpen en zo wordt het een heel speciale maaltijd. We zitten op een mat op de grond, met een klein kaarsje als enige verlichting. We maken kleine pakketjes met onderaan een slablad en daar bovenop rijstpapier dat in water is gedrenkt, drie soorten kruidenblaadjes, groene banaan, stervrucht, kleine stukjes varkensworst en speciale zoete saus die ze hebben laten meebrengen uit Ubon. Als ik in het kantoor van de directeur was gaan slapen had ik een onvergetelijke ervaring gemist.

    Plots floepen de lichten weer aan. Ik blijf nog een uurtje babbelen en keer dan terug naar mijn kamer. Voor mijn deur zit een enorme pad ter grootte van mijn handpalm en wat verderop een miniatuur kikkertje zo groot als mijn kleine teen.

    10-05-2010, 00:00 Geschreven door Thomas Haerynck  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    09-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zondag 9 mei 2010

    Ik neem de bus van Khorat naar Sangkha, op een 20-tal kilometer van Buached. De reis begint goed maar bij elke tussenstop stapt er meer volk op de bus en stapt er niemand af. Ik sta mijn plaats af aan een vrouw met een peuter en ga in de middengang staan. Maar ook de middengang raakt overvol en we staan daar als haringen in een ton in de plakkerige hitte. Na nog twee uur in deze oncomfortabele omstandigheden komen we eindelijk aan in Sangkha. De meeste mensen spreken geen woord Engels en slagen er niet in me uit te leggen hoe ik nu in Buached geraak. Ik besluit mijn hulplijn te gebruiken en bel naar Mrs. Jintana maar die neemt niet op (stond onder de douche, zo blijkt later). Bij Ms. Khem heb ik meer geluk en zij legt aan de loketbediende uit waar ik naartoe wil.

    Een halfuurtje later zit ik op de gammele bus naar Buached. Daar aangekomen ga ik op zoek naar eten, maar aangezien het al na 14u is moet ik me tevreden stellen met een paar brochettes (vlees en fish balls) die ik kan kopen bij een oud vrouwtje op de hoek. Twee jongens die in de schaduw zitten te drinken komen me spontaan een beker water brengen. Ik neem nog wat mangosteen en rambutan mee en loop de school binnen. Het is er nog heel rustig want de meeste leerkrachten die tijdens de week op school verblijven zijn nog niet aangekomen. Na een verkwikkende douche pak ik mijn laptop en mijn zak fruit en installeer me in een kiosk waar houten banken en tafels staan. Het is een strategische locatie want van hieruit kan ik connecteren op het wireless netwerk. In de volgende uren check ik mijn mail en zet de foto’s van mijn trip op de laptop.

    ’s Avonds belt Inge. Het is Moederdag vandaag en ik ben het natuurlijk vergeten, maar ze neemt het me niet kwalijk… zegt ze ;-) Victor is ziek, hij heeft hoge koorts gehad gisteren maar is nu al wat beter.

    Voor het avondeten ga ik naar het dorpje (stel je hier vooral niet te veel bij voor, er is zelfs geen Seven Eleven supermarkt die je zowat overal in Thailand vindt) en ga een eethuisje binnen. Er staan maar twee tafeltjes en aan een ervan zitten de kinderen des huizes te eten. De vrouw spreekt geen woord Engels en er is geen menukaart, dus wordt het een verrassing wat ik zal krijgen. Het wordt geroerbakt varkensvlees met rijst, lekker pikant. De drank mag ik zelf uit de koelkast gaan nemen. Na mijn diner koop ik op het mini-avondmarktje nog een inktvisbrochetje, maar – eerlijk is eerlijk – dat valt tegen: na een paar happen van de tentakels gooi ik de rest toch maar in de vuilnisbak. Ik had iets teveel het gevoel dat ik rauwe inktvis naar binnen aan ’t werken was.

    09-05-2010, 00:00 Geschreven door Thomas Haerynck  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    08-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zaterdag 8 mei 2010

    Om 9u brengen de mensen van Greenleaf Guesthouse ons naar Pakchong waar ik afscheid neem van Tom, Marit, Lenny, India en Elly. Heel toffe mensen, waar ik twee mooie dagen mee heb beleefd. Ik neem de bus naar Khorat (74B; 1,5u), waar ik rond 11u aankom. Van daaruit gaat het in een open bus naar Phimai, een rit van anderhalf uur. Phimai is een goed gerestaureerde Khmer-site die volgens sommigen model zou hebben gestaan voor het tempelcomplex van Angkor Wat in Cambodja. Het is nog steeds onwaarschijnlijk heet en daarom ga ik eerst een kijkje nemen in het bezoekerscentrum, waar ze airco hebben. Als farang is het niet moeilijk om kennis te maken met Thaïse mensen (het is hier wel veel toeristischer dan pakweg Buached, maar de meeste toeristen zijn Thaïs). Zo raak ik al snel aan de praat met de meisjes aan de balie, Apho en Pho, die hier hun stage doen. Ze zijn graag bereid om mij een rondleiding te geven, want dat geeft hen de kans om hun Engels te oefenen. Eentje heeft haar parasol mee. Ze zijn super beleefd, doen hun best om alles goed uit te leggen en poseren graag voor de foto, aandoenlijk om te zien. Af en toe roept er een kleine met veel lef “farang” naar mij. Meestal neem ik er dan een foto van, en altijd zijn de ouders heel bereidwillig om hun koters mooi op het plaatje te krijgen. Een Thaïse familie wil met mijn twee bevallige gidsen op de foto en ik moet er ook bij – in ’t midden dan nog wel!

    Na afloop geef ik Apho en Pho een fooi en beloof hen dat ik de foto’s naar hun emailadres ga sturen. Uit het emailadres blijkt dat Apho eigenlijk “Apple” is, op zijn Thaïs uitgesproken. Zou Pho dan Ple zijn? Geen idee, want haar email-adres heb ik niet.

    Na het bezoek aan de historische site loop ik nog wat rond in het stadje Phimai, dan terug de bus op naar Khorat. De begeleider van de bus is een ladyboy. Wanneer we afstappen in Khorat vraagt de jongedame die naast mij zat mijn GSM-nummer. Ondertussen is ze aan het bellen met haar vriendin, ik hoor veel gegiechel en af en toe mijn naam en het woord farang er tussendoor. Ik schrijf dit stukje drie dagen later en ze heeft me nog steeds niet gebeld. Het zou trouwens een lastig telefoongesprek zijn: zij spreekt vijf woorden Engels en ik drie woorden Thaïs.

    Ik laat me door een tuk-tuk afzetten in het stadscentrum bij het herdenkingsmomument voor Thao Suranari, een plaatselijke heldin. Het is zaterdagavond en er is veel te doen op het centrale plein. Ik neem een kamer in een hotel in een van de straten die op het plein uitkomen en trek erop uit. Zelfs hier, in deze relatief grote stad, zie je heel weinig westerlingen. Er is een zogenaamd jazz festival bezig, maar de groep die aan ’t spelen is brengt covers van Thaïse popmuziek en westerse popmuziek uit de jaren stillekes. Aan het monument van Thao Suranari brengen mensen bloemen naar het beeld en steken kaarsen (of zoiets) aan. Vlak daarnaast is er een bijeenkomst van roodhemden. Ze zitten op plastic stoeltjes urenlang te kijken naar speeches op een groot scherm. Vooraan staan borden met foto’s van de rellen in Bangkok, inclusief bloederige foto’s van slachtoffers die bij de roodhemden zijn gevallen. Er hangt een vreemde sfeer. Iets verderop op het plein is het toch aangenamer. In de waterpartij in ’t midden van het plein gooien kinderen gekleurde ballen over en weer. Rondom staan kraampjes waar eten en drank wordt verkocht. Ik bestel een pad thai en ga zitten aan een van de tafeltjes, waar ik in gesprek raak met een locale kapster die blijkbaar graag mijn haar eens onder handen zou willen nemen. Dat meen ik toch te begrijpen, want ze spreekt praktisch geen Engels. Het zal voor een andere keer zijn, want morgenvroeg laat ik Khorat achter mij.

    08-05-2010, 00:00 Geschreven door Thomas Haerynck  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdag 7 mei 2010

    Vandaag wordt Ms. Khem dertig. Op haar verjaardag brengt ze altijd een bezoek aan de tempel en ik mocht met haar mee gaan, maar deze ervaring moet ik aan me voorbij laten gaan. Je kan niet alles hebben hé.

    Alhoewel ik het Thaïse hartige ontbijt nog lang niet beu ben kies ik in Greenleaf Guesthouse toch voor boterhammen met confituur en een koffie, omdat ik weet dat ik in de komende vijf weken geen keuze meer zal hebben. Na het ontbijt vertrekken we. Er is een zesde persoon bijgekomen: Elisabeth (Elly) uit Oostenrijk heeft twee weken als vrijwilliger in een Laotiaans weeshuis gewerkt, is nu al enkele weken door Thailand aan het trekken en gaat straks nog vier weken Engelse les geven in een school in het islamitische zuiden van Thailand.

    Deze keer is Puma onze hoofdgids. Onderweg naar het natuurreservaat stoppen we aan een panoramisch punt om foto’s te nemen en speciale sokken/beenbeschermers aan te doen tegen de teken en de bloedzuigers. Lenny en vooral India worden door enthousiaste Thaïs gevraagd om met hen op de foto te gaan. Net zoals wij foto’s willen nemen van koddige Thaïse kindjes, vinden zij de westerse kindjes heel speciaal.

    We rijden nu het park binnen en stoppen een eerste keer aan het bezoekerscentrum. Tussen het gebladerte zien we een gigantische hagedis ui t het water kruipen: de water monitor lizard, die twee tot drie meter lang wordt. Wat verderop zit een kleiner soort hagedis op een tak te rusten: de Indochinese water dragon. In het bezoekerscentrum staan een aantal opgezette dieren, waaronder een tijger die door parkwachters is doodgeschoten nadat hij twee van hen had aangevallen en de dag nadien was teruggekomen om hun huisje binnen te dringen. Er wordt geschat dat er nog maar een tiental tijgers in Khao Yai rondlopen, dus de kans dat we er eentje te zien krijgen is niet bijster groot. Zelfs voor Puma zou dat een primeur zijn.

    Nu trekken we het regenwoud in voor een tocht van een drietal uren. Hierbij een korte samenvatting van wat we hebben gezien… Een cinnamon tree met een strangling ficus er omheen. Iets verderop de grootse ficus in de streek, die 300 jaar oud is en waar je tussen de wortels doorheen kan kruipen. Een bont gekleurd vogeltje, de red-headed trogan. Het pantser van een siccada, een kever die ondertussen ontpopt is. Een zwarte reuzeneekhoorn (black giant squirrel). De klauwafdrukken van een beer op een boomstam, het kan een zonnebeer of een zwarte beer zijn geweest. Een “keeack” (?) slangetje dat mijn vinger probeert te wurgen wanneer ik de staart vastpak. Een dikke duizendpoot die wel tien centimeter lang is en diarree heeft – dat laatste leid ik af aan de bruine drek die hij op mijn arm achterlaat. Een boom die onderaan bedekt is met modder van een wild zwijn dat zich er tegenaan heeft geschurkt; de modder is nog vers, maar ’t zwijn is nergens meer te bekennen natuurlijk. Veel van de beesten die we zien zijn met het blote oog nauwelijks te spotten, maar daarvoor hebben we de telescoop van Puma.

    Na een paar uur door de dichte begroeiing van de jungle komen we in een open landschap met hoog gras. Het is prachtig weer, we stappen onder een blakende zon met hier en daar een wolkje. Ik doe mijn best om dit moment in mijn geheugen op te slaan. Lenny en India doen het verbazend goed, nu pas moet India voor het eerst op de schouders van Tom. We komen langs een plaats waar olifanten het natuurlijke zout uit de grond komen eten. We zien afdrukken van olifantenpoten met hier en daar een olifantendrol. Maar de afdrukken en de drollen zijn niet vers, spijtig genoeg.

    We stoppen bij een uitkijktoren om te rusten en de gidsen hebben een lunchpakketje voor ons meegebracht: rijst met tofu en groenten, met als dessert een bananenblad gevuld met zoete rijst en een soort kokospudding. Elly heeft onderweg een aantal bloedzuigers opgepikt maar bij mezelf zie ik geen parasieten.

    Ik blijf een beetje op m’n honger zitten omdat we nog geen enkele neushoornvogel (hornbill) hebben gezien, nochtans een bekende bewoner van het reservaat. Puma en z’n maat doen hun best en slagen er uiteindelijk toch in om er een paar te spotten, hoog in de bomen op een paar honderd meter van ons vandaan. Onvoorstelbaar hoe Puma ze heeft opgemerkt met het blote oog, wij zien ze zelfs niet wanneer we weten in welke boom ze zitten. Met de telescoop kunnen we ze wel tamelijk goed bekijken, al zitten ze wel half verscholen achter het gebladerte. We horen ook hun eigenaardige roep. Ik ben in elk geval blij dat we er een glimp van hebben opgevangen.

    We komen eindelijk terug op de openbare weg, waar de pick-up truck klaarstaat. Enkele kilometers verder zien we bruine en zwarte withand-gibbons slingeren in de bomen. Ze zijn heel goed te zien. Deze apen leven continu in de bomen, ze zetten nooit een voet op de grond. Hun enige vijanden zijn slangen en natuurlijk mensen. Aan een vijver wat verderop komen een tiental sambaherten drinken en zich verfrissen. We zien ook makaken langs de weg. Ze zitten op de vangrail, op een meter van onze auto, maar we mogen niet uitstappen omdat deze apen lelijk kunnen bijten.

    En dan komt het moment suprême: wilde olifanten! Puma en z’n maat hebben hen tussen de struiken gezien. We maken rechtsomkeert en wachten geduldig in de pickup, muisstil. De natuurlijke geluiden van het oerwoud zijn nochtans oorverdovend: een of andere krekel (denk ik) maakt een lawaai dat klinkt alsof er iemand met een kettingzaag aan het werk is. De gidsen lopen rond om te zien waar de olifanten heen gaan, wij moeten blijven zitten. Puma is er zeker van dat ze de straat zullen oversteken, ze wachten alleen het geschikte moment af. Af en toe rijdt de gids onze pickup een stukje vooruit, zodat we maar een meter of twintig van de olifanten verwijderd blijven. Nu en dan rijdt er nog een auto langs. Het begint nu stilaan te schemeren. Zelfs de kinderen kunnen zich nog steeds heel goed stil houden, de spanning is te snijden. We zien de olifanten tussen het struikgewas op een tiental meter van de weg. En plots, na bijna een uur geduldig wachten, gebeurt het: de olifanten komen uit het struikgewas tevoorschijn en stappen de weg op. Het grootste mannetje loopt voorop, vier kleinere waaronder een baby-olifant volgen hem. De leider komt recht op ons afgestapt om ons te verjagen. De gidsen rijden telkens een paar tientallen meter verder wanneer hij te dicht nadert. Hij loopt zigzaggend over de weg, om de anderen te beschermen. Een formidabel schouwspel waarvan heel ons gezelschap onder de indruk is! Dit is een prachtige afsluiter.

    Bij het avondeten praten we met de safari-gangers na over een bewogen dag. Elly gaat nog uit terwijl  Tom, Marit en ik nog een hele tijd verder babbelen bij een paar flessen Chang-bier. Ondertussen spelen Joe en de andere gidsen met de kinderen, die hier heel graag gezien zijn. Tom & Marit besluiten morgen naar Ayutthaya te gaan. Ikzelf zal nog niet naar Buached terugkeren maar morgen een bezoekje brengen aan de historische site van Phimai.

    07-05-2010, 00:00 Geschreven door Thomas Haerynck  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    06-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 6 mei 2010

    Om 7u neemt Ms. Khem me mee in haar pick-up naar Prasat. Nog snel een roerbakschoteltje binnengewerkt aan het busstation en dan de bus op (180B), die om 8u30 vertrekt. Het is een tamelijk moderne bus, met airco. Na een rit van bijna vier uur komen we om 12u15 aan in het drukke busstation van Nakhon Ratchasima, onder de bevolking nog steeds Khorat genoemd. Hier moet ik overstappen op de bus naar Pakchong (57B). Die vertrekt al om 13u, dus koop ik een paar flesjes water en een snelle hap om op de bus te eten: een portie gefrituurde bananen. Deze keer is het een hypermoderne bus met een airco die me doet wensen dat ik een trui had meegenomen. Er wordt een DVD opgezet met Thais variété, veel van de danseressen lijken me heel sterk op ladyboys.

    Rond 14u30 word ik als enige afgezet in het busstationnetje van Pakchong. Na twee uren op een bus met te harde airco is het nu alsof ik een oven binnenstap. Er zijn al kandidaten om me naar een hotel te brengen maar ik bel toch maar liever eerst naar Greenleaf Guesthouse, de “best pick” van de budgethotels volgens mijn Lonely Planet reisgids. Ze organiseren ook safari’s in het natuurpark. Een goeie keuze, zo blijkt, want ze sturen stante pede een auto om me gratis te komen ophalen (een rit van een kwartiertje). Greenleaf heeft kamers van 200B en 300B, ik laat me eens gaan en kies voor die van 300. Hiervoor krijg ik een kamer met eigen wc/douche en een ventilator.

    Mijn timing is perfect, want ik ben net op tijd om de halve-dag-tour mee te pikken die over een halfuur vertrekt. Samen met de tour van een hele dag kost me dit 1800B. Ik sluit aan bij een Nederlands gezinnetje: mama Marit, papa Thomas (of Tom), zoontje Lenny (8j, genoemd naar Lenny Kravitz) en dochtertje India (bijna 6, dankt haar naam aan het feit dat Tom voor een paar weken naar India is geweest tijdens de zwangerschap van Marit). Ze zijn voor twee weken op vakantie en hebben gekozen voor het avontuur. Ze komen van Lopburi (met de apen) en weten nog niet precies waar ze na Khao Yai naartoe gaan. Doordat het nu toeristisch laagseizoen is zijn we slechts met ons vijf voor de tocht. Vandaag gaan we nog niet in het park zelf, maar daarbuiten is ook al heel wat te zien.

    We springen in de bak van de pick-up, waarin aan weerszijden bankjes staan. Joe, onze gids, stopt al na een paar kilometer om ons een paar reusachtige en prachtig gekleurde spinnen te tonen in het struikgewas langs de kant van de weg. Daarna gaan we een halfuurtje zwemmen in een natuurlijke bron, mooi gelegen tussen de bomen. Gelukkig heb ik m’n zwembroek mee. Pas later valt het me op dat de Thaïs hun T-shirt aanhouden bij het zwemmen. Volgens Joe doen ze in een zwembad wel hun T-shirt uit, maar hier is het anders. Terwijl wij aan het zwemmen waren hebben de gidsen een whip snake en een gekko gepakt om aan ons te tonen.

    Dan gaan we terug in de pick-up en rijden naar de bat cave, de vleermuizengrot. Het is een onderaardse grot die gelegen is aan een tempel. We dalen een lange trap af. Het is pikdonker maar Joe heeft een paar sterke zaklampen mee. In de eerste grotkamer staat er een Boeddhabeeld waar de monniken gaan bidden. Aan het plafond van de grot zien we tientallen vleermuizen hangen, waaronder een moedervleermuis met haar baby ernaast. Op de grond liggen de uitwerpselen van de vleermuizen, guano, die geen geur hebben en voor allerhande toepassingen worden gebruikt. We dringen dieper door in de grot tot we aan een gat komen waaruit vleermuizen de grotkamer waar we zijn binnenvliegen. Ze vliegen recht op ons af. Je zou verwachten dat er eens eentje tegen je kop gaat botsen, maar toch scheren ze altijd rakelings langs ons heen. De gidsen spotten een volgens hen zeldzame spin met zes poten en een soort scharen vooraan. Nadat Joe me verzekerd heeft dat ze niet gevaarlijk is laat ik ze ook eens over mijn hand lopen.

    We moeten ons nu weer naar de pick-up haasten om de vleermuizen te zien buitenkomen. Enkele kilometers verderop parkeren we in een veld met zicht op de heuvelrug waarin zich de uitgang van de grot bevindt. We stoppen op zo’n honderd meter van de voet van de heuvel en er staan ook twee andere pick-ups met toeristen. Elke dag rond 17u30 komen hier twee miljoen vleermuizen naar buiten om zich daarna te verspreiden en eten te gaan zoeken. De haviken die aan de uitgang geduldig zitten te wachten weten dat er vanavond weer vleermuis op het menu staat. Met de telescoop van Joe zien we hoe er steeds meer beweging komt aan de uitgang van de grot: vleermuizen beginnen rond te cirkelen maar komen nog niet naar buiten. En dan is het plots zover: in een ellenlange sliert vliegen de vleermuizen naar buiten. Doordat ze steeds tegen de wind in vliegen en de wind voortdurend lichtjes van richting verandert lijkt het op een langgerekte spiraal. Het is een prachtig schouwspel, dat ongeveer een uur duurt. Voor ons entertainment geven de gidsen ons ondertussen wat popping seeds: als je ze onder je tong steekt klappen ze open door het vocht.

    Het is genoeg geweest voor vandaag, ondertussen is het al donker geworden. Onderweg naar de guesthouse lijkt de weg wel bedekt met een tapijt van insecten. Na een broodnodige douche en een telefoontje van Mrs. Jintana om te vragen of alles goed gaat, is het hoogtijd voor het avondeten: stir-fried pork met cashewnoten een een fles Singha-bier, heerlijk. Tot slot nog een cola in een karaoke-bar waar bitter weinig te horen en te zien valt en dan ga ik slapen.

    06-05-2010, 00:00 Geschreven door Thomas Haerynck  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    05-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woensdag 5 mei 2010

    Het is het begin van het regenseizoen maar gelukkig heb ik nog geen regen gezien. Gisteravond bliksemde het wel in de verte. Woensdag 5 mei begint onder een stralende zon. Ik ga weer met Ms. Khem op de scooter naar het schoolgebouw waar er in de leraarskamer een (veel te) uitgebreid ontbijt voor me klaarstaat. Mrs. Jin heeft twee gewokte (stir-fried) gerechtjes klaargemaakt en alsof dat niet voldoende zou zijn voor een ontbijt heeft ze ook nog een portie gefrituurde (deep-fried) catfish gekocht op de markt. Daarna volgt het dagelijkse ritueel op het grasplein, onder de bakkende zon. Ik vrees de dag dat ik hier zal staan met een beproefde maag door het vele pikante eten. Maar so far, so good!

    Tijdens het eerste lesuur met Mrs. Jin aan Mathayom 5 beginnen we met een herhaling van het rollenspel met de shopkeeper en de customer. Een paar chinese vrijwilligers mogen de klant spelen, ik ben telkens de winkelier. Daarna beginnen we met een nieuw rollenspel,“asking directions”: ik teken een plannetje op het bord en leg uit hoe je van plaats A naar plaats B gaat.

    Aangezien er in het tweede lesuur niks is voorzien voor mij vraagt Mrs. Jintana me om Ms. Khem te assisteren bij haar les. Ik stel mezelf voor, er zijn een paar vragen van leerlingen en dan moeten alle leerlingen zich op hun beurt voorstellen. Ik stel telkens 3 vragen: What is your name?, What is your nick-name? en How many brothers and sisters do you have? Met een klas van wel vijftig leerlingen is het lesuur snel voorbij.

    Rond 11u30 ga ik eten in de cantine met Ms. Dokkoon en Ms. Jay. Deze keer maak ik een veilige keuze, omdat ik schrik krijg dat ik mijn maag teveel zou belasten: gewokte groenten met rijst. Na de lunch kuier ik nog wat rond op het schooldomein. Rond het drankkraampje staan grote drommen dorstige leerlingen. Groepjes jongens en meisjes lopen rond, zitten in het gras in de schaduw van een boom of aan de een van de vele picknicktafels en houten banken die overal verspreid staan. Voor de eerste keer zijn er twee meisjes van een jaar of vijftien die me effectief aanspreken: “Hello, how are you?” Verder blijft het bij beleefde buiginkjes, giechelen en verlegen terugzwaaien.

    In de leraarskamer staat de TV op: het is vandaag Coronation Day, de herdenking van de kroning van koning Phumiphon. De koning is al oud, hij wordt in een elektrische rolstoel naar zijn troon gereden. Ik vraag me af hoe de politieke situatie nu is in Thailand. Ik probeer nog eens op internet te gaan en deze keer heb ik geluk. Nog net de tijd om wat emails te versturen want straks nemen Ms. Khem en Ms. Jay me mee op verkenning in de omgeving van Buached.

    We vertrekken om halfdrie met de pickup van Ms. Khem. Ze rijdt heel traag en lichtjes uit haar baanvak, maar er is toch nauwelijks verkeer. Eerst bezoeken we een plaatselijke tempel met heel mooie plaasteren beelden van allerhande boeddhistische taferelen. De dames babbelen wat met de monniken die in de schaduw in kleermakerszit op een verhoogje zitten. We rijden verder en bezoeken de restanten van een tempel uit de periode van de Khmer. Er staan grote palmbomen – zo zien ze er toch uit – waaruit plots een kolos van een vrucht naar beneden valt, op een meter van waar we lopen. Stel je voor dat je zo aan je einde komt… Vanaf nu lopen we met een boogje om de palmbomen heen. Even een kleine zijsprong: Mrs. Jintana vertelde me gisteren dat haar man een paar jaar geleden uit een palmboom is gevallen. Zijn heup was gebroken en hij heeft wekenlang in het ziekenhuis gelegen. Nu is zijn ene been twee centimeter korter dan het andere.

    Daarna gaan we op zoek naar nog een oude Khmer-site. Het duurt lang voor we hem vinden maar de zoektocht op zich is al fantastisch. Dit is echt het Thaise platteland waar nauwelijks een buitenlander komt. Vaak moet Ms. Khem stoppen om de weg te vragen en zo zie ik de echte huiselijke tafereeltjes. Uiteindelijk vinden we de site, waar ook een tempel naast ligt. Ms. Jay is nogal avontuurlijk aangelegd en klautert over een hoopje stenen tot aan de voet van de prang (toren), waar in een klein kamertje een Boeddhabeeld staat. Ze begint plots te bidden, nodigt mij uit om mee te doen en legt me uit hoe het moet. Hier zitten we dan, in een Khmer-ruïne geknield naast elkaar te bidden. Onbetaalbaar!

    We zeggen nog eens goeiedag aan de monniken, die zich met plezier laten fotograferen. Ik toon ook altijd het resultaat – een van de grote voordelen van een digitaal fototoestel bedenk ik nu – en dat vinden ze leuk. Aan de tempel roept Ms. Khem een klein ventje op een fietsje tot bij ons, zodat ik een foto van hem kan nemen. Hij krijgt een paar Belgische chocolaatjes die we hadden meegenomen voor onderweg. Het is grappig om te zien hoe hij met ernstige blik de mignonettes in zijn handjes neemt en begint te knabbelen.

    We beginnen stilaan terug te keren naar Buached, met nog een paar tussenstops, onder ander om buffels te fotograferen op het domein van een lagere school en om een oma, mama en twee kleine meisjes van 4 en 5 jaar te fotograferen. Ook hier komt de chocolade weer van pas bij het afscheid.

    Het is halfzes en hier betekent dat dat het tijd is om aan het avondeten te denken. Het minste wat ik kan doen is mijn twee gidsen trakteren op een diner. Khem bestelt een drietal schoteltjes en daarna volgt nog een grote kom tom yam met zeevruchten. Jay en ik drinken Leo-bier, Khem kiest voor  Pepsi. Aan het tafeltje naast ons zitten een stuk of zes jongens van Buached Wittaya te eten. We worden bediend door kinderen van een jaar of tien, ik vermoed dat de volwassenen in de keuken staan. De rekening is niks in vergelijking met België: drie- of vierhonderd Baht.

    Voor we naar de school terugkeren gaan we nog even naar de woensdagse avondmarkt. De meest opvallende kraampjes voor mij zijn dat met de levende kikkers om op te eten (ik neem een foto en krijg er direct eentje in mijn hand gestopt door de vriendelijke verkoper) en dat met de gedroogde insecten. Khem wil me van de insecten laten proeven maar ik pas voorlopig nog. Toch wil ik zeker nog eens insecten eten voor ik hier weer weg ga. Insecten eten is niet ongebruikelijk in Isaan, maar Khem zelf moet er niks van weten. Khem en Jay kopen elk een horloge. Ze bedenken ook nog een bijnaam (nickname) voor mij: Ton, wat blijkbaar boomstam betekent. Benieuwd of dit verspreid zal worden als mijn nickname.

    Terug thuisgekomen neem ik een douche en maak mijn bagage klaar voor mijn vertrek naar Khao Yai. Ms. Khem moet morgen toch in Prasat zijn voor een vergadering en zal me daar afzetten om de bus te nemen.

    05-05-2010, 00:00 Geschreven door Thomas Haerynck  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Archief per week
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs