Teaching English in Thailand
Inhoud blog
  • Zaterdag 12 juni 2010
  • Vrijdag 11 juni 2010
  • Donderdag 10 juni 2010
  • Woensdag 9 juni 2010
  • Dinsdag 8 juni 2010
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Dagboek van zes weken vrijwilligerswerk in een Thaïse school
    09-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zondag 9 mei 2010

    Ik neem de bus van Khorat naar Sangkha, op een 20-tal kilometer van Buached. De reis begint goed maar bij elke tussenstop stapt er meer volk op de bus en stapt er niemand af. Ik sta mijn plaats af aan een vrouw met een peuter en ga in de middengang staan. Maar ook de middengang raakt overvol en we staan daar als haringen in een ton in de plakkerige hitte. Na nog twee uur in deze oncomfortabele omstandigheden komen we eindelijk aan in Sangkha. De meeste mensen spreken geen woord Engels en slagen er niet in me uit te leggen hoe ik nu in Buached geraak. Ik besluit mijn hulplijn te gebruiken en bel naar Mrs. Jintana maar die neemt niet op (stond onder de douche, zo blijkt later). Bij Ms. Khem heb ik meer geluk en zij legt aan de loketbediende uit waar ik naartoe wil.

    Een halfuurtje later zit ik op de gammele bus naar Buached. Daar aangekomen ga ik op zoek naar eten, maar aangezien het al na 14u is moet ik me tevreden stellen met een paar brochettes (vlees en fish balls) die ik kan kopen bij een oud vrouwtje op de hoek. Twee jongens die in de schaduw zitten te drinken komen me spontaan een beker water brengen. Ik neem nog wat mangosteen en rambutan mee en loop de school binnen. Het is er nog heel rustig want de meeste leerkrachten die tijdens de week op school verblijven zijn nog niet aangekomen. Na een verkwikkende douche pak ik mijn laptop en mijn zak fruit en installeer me in een kiosk waar houten banken en tafels staan. Het is een strategische locatie want van hieruit kan ik connecteren op het wireless netwerk. In de volgende uren check ik mijn mail en zet de foto’s van mijn trip op de laptop.

    ’s Avonds belt Inge. Het is Moederdag vandaag en ik ben het natuurlijk vergeten, maar ze neemt het me niet kwalijk… zegt ze ;-) Victor is ziek, hij heeft hoge koorts gehad gisteren maar is nu al wat beter.

    Voor het avondeten ga ik naar het dorpje (stel je hier vooral niet te veel bij voor, er is zelfs geen Seven Eleven supermarkt die je zowat overal in Thailand vindt) en ga een eethuisje binnen. Er staan maar twee tafeltjes en aan een ervan zitten de kinderen des huizes te eten. De vrouw spreekt geen woord Engels en er is geen menukaart, dus wordt het een verrassing wat ik zal krijgen. Het wordt geroerbakt varkensvlees met rijst, lekker pikant. De drank mag ik zelf uit de koelkast gaan nemen. Na mijn diner koop ik op het mini-avondmarktje nog een inktvisbrochetje, maar – eerlijk is eerlijk – dat valt tegen: na een paar happen van de tentakels gooi ik de rest toch maar in de vuilnisbak. Ik had iets teveel het gevoel dat ik rauwe inktvis naar binnen aan ’t werken was.

    09-05-2010, 00:00 Geschreven door Thomas Haerynck  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    08-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zaterdag 8 mei 2010

    Om 9u brengen de mensen van Greenleaf Guesthouse ons naar Pakchong waar ik afscheid neem van Tom, Marit, Lenny, India en Elly. Heel toffe mensen, waar ik twee mooie dagen mee heb beleefd. Ik neem de bus naar Khorat (74B; 1,5u), waar ik rond 11u aankom. Van daaruit gaat het in een open bus naar Phimai, een rit van anderhalf uur. Phimai is een goed gerestaureerde Khmer-site die volgens sommigen model zou hebben gestaan voor het tempelcomplex van Angkor Wat in Cambodja. Het is nog steeds onwaarschijnlijk heet en daarom ga ik eerst een kijkje nemen in het bezoekerscentrum, waar ze airco hebben. Als farang is het niet moeilijk om kennis te maken met Thaïse mensen (het is hier wel veel toeristischer dan pakweg Buached, maar de meeste toeristen zijn Thaïs). Zo raak ik al snel aan de praat met de meisjes aan de balie, Apho en Pho, die hier hun stage doen. Ze zijn graag bereid om mij een rondleiding te geven, want dat geeft hen de kans om hun Engels te oefenen. Eentje heeft haar parasol mee. Ze zijn super beleefd, doen hun best om alles goed uit te leggen en poseren graag voor de foto, aandoenlijk om te zien. Af en toe roept er een kleine met veel lef “farang” naar mij. Meestal neem ik er dan een foto van, en altijd zijn de ouders heel bereidwillig om hun koters mooi op het plaatje te krijgen. Een Thaïse familie wil met mijn twee bevallige gidsen op de foto en ik moet er ook bij – in ’t midden dan nog wel!

    Na afloop geef ik Apho en Pho een fooi en beloof hen dat ik de foto’s naar hun emailadres ga sturen. Uit het emailadres blijkt dat Apho eigenlijk “Apple” is, op zijn Thaïs uitgesproken. Zou Pho dan Ple zijn? Geen idee, want haar email-adres heb ik niet.

    Na het bezoek aan de historische site loop ik nog wat rond in het stadje Phimai, dan terug de bus op naar Khorat. De begeleider van de bus is een ladyboy. Wanneer we afstappen in Khorat vraagt de jongedame die naast mij zat mijn GSM-nummer. Ondertussen is ze aan het bellen met haar vriendin, ik hoor veel gegiechel en af en toe mijn naam en het woord farang er tussendoor. Ik schrijf dit stukje drie dagen later en ze heeft me nog steeds niet gebeld. Het zou trouwens een lastig telefoongesprek zijn: zij spreekt vijf woorden Engels en ik drie woorden Thaïs.

    Ik laat me door een tuk-tuk afzetten in het stadscentrum bij het herdenkingsmomument voor Thao Suranari, een plaatselijke heldin. Het is zaterdagavond en er is veel te doen op het centrale plein. Ik neem een kamer in een hotel in een van de straten die op het plein uitkomen en trek erop uit. Zelfs hier, in deze relatief grote stad, zie je heel weinig westerlingen. Er is een zogenaamd jazz festival bezig, maar de groep die aan ’t spelen is brengt covers van Thaïse popmuziek en westerse popmuziek uit de jaren stillekes. Aan het monument van Thao Suranari brengen mensen bloemen naar het beeld en steken kaarsen (of zoiets) aan. Vlak daarnaast is er een bijeenkomst van roodhemden. Ze zitten op plastic stoeltjes urenlang te kijken naar speeches op een groot scherm. Vooraan staan borden met foto’s van de rellen in Bangkok, inclusief bloederige foto’s van slachtoffers die bij de roodhemden zijn gevallen. Er hangt een vreemde sfeer. Iets verderop op het plein is het toch aangenamer. In de waterpartij in ’t midden van het plein gooien kinderen gekleurde ballen over en weer. Rondom staan kraampjes waar eten en drank wordt verkocht. Ik bestel een pad thai en ga zitten aan een van de tafeltjes, waar ik in gesprek raak met een locale kapster die blijkbaar graag mijn haar eens onder handen zou willen nemen. Dat meen ik toch te begrijpen, want ze spreekt praktisch geen Engels. Het zal voor een andere keer zijn, want morgenvroeg laat ik Khorat achter mij.

    08-05-2010, 00:00 Geschreven door Thomas Haerynck  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrijdag 7 mei 2010

    Vandaag wordt Ms. Khem dertig. Op haar verjaardag brengt ze altijd een bezoek aan de tempel en ik mocht met haar mee gaan, maar deze ervaring moet ik aan me voorbij laten gaan. Je kan niet alles hebben hé.

    Alhoewel ik het Thaïse hartige ontbijt nog lang niet beu ben kies ik in Greenleaf Guesthouse toch voor boterhammen met confituur en een koffie, omdat ik weet dat ik in de komende vijf weken geen keuze meer zal hebben. Na het ontbijt vertrekken we. Er is een zesde persoon bijgekomen: Elisabeth (Elly) uit Oostenrijk heeft twee weken als vrijwilliger in een Laotiaans weeshuis gewerkt, is nu al enkele weken door Thailand aan het trekken en gaat straks nog vier weken Engelse les geven in een school in het islamitische zuiden van Thailand.

    Deze keer is Puma onze hoofdgids. Onderweg naar het natuurreservaat stoppen we aan een panoramisch punt om foto’s te nemen en speciale sokken/beenbeschermers aan te doen tegen de teken en de bloedzuigers. Lenny en vooral India worden door enthousiaste Thaïs gevraagd om met hen op de foto te gaan. Net zoals wij foto’s willen nemen van koddige Thaïse kindjes, vinden zij de westerse kindjes heel speciaal.

    We rijden nu het park binnen en stoppen een eerste keer aan het bezoekerscentrum. Tussen het gebladerte zien we een gigantische hagedis ui t het water kruipen: de water monitor lizard, die twee tot drie meter lang wordt. Wat verderop zit een kleiner soort hagedis op een tak te rusten: de Indochinese water dragon. In het bezoekerscentrum staan een aantal opgezette dieren, waaronder een tijger die door parkwachters is doodgeschoten nadat hij twee van hen had aangevallen en de dag nadien was teruggekomen om hun huisje binnen te dringen. Er wordt geschat dat er nog maar een tiental tijgers in Khao Yai rondlopen, dus de kans dat we er eentje te zien krijgen is niet bijster groot. Zelfs voor Puma zou dat een primeur zijn.

    Nu trekken we het regenwoud in voor een tocht van een drietal uren. Hierbij een korte samenvatting van wat we hebben gezien… Een cinnamon tree met een strangling ficus er omheen. Iets verderop de grootse ficus in de streek, die 300 jaar oud is en waar je tussen de wortels doorheen kan kruipen. Een bont gekleurd vogeltje, de red-headed trogan. Het pantser van een siccada, een kever die ondertussen ontpopt is. Een zwarte reuzeneekhoorn (black giant squirrel). De klauwafdrukken van een beer op een boomstam, het kan een zonnebeer of een zwarte beer zijn geweest. Een “keeack” (?) slangetje dat mijn vinger probeert te wurgen wanneer ik de staart vastpak. Een dikke duizendpoot die wel tien centimeter lang is en diarree heeft – dat laatste leid ik af aan de bruine drek die hij op mijn arm achterlaat. Een boom die onderaan bedekt is met modder van een wild zwijn dat zich er tegenaan heeft geschurkt; de modder is nog vers, maar ’t zwijn is nergens meer te bekennen natuurlijk. Veel van de beesten die we zien zijn met het blote oog nauwelijks te spotten, maar daarvoor hebben we de telescoop van Puma.

    Na een paar uur door de dichte begroeiing van de jungle komen we in een open landschap met hoog gras. Het is prachtig weer, we stappen onder een blakende zon met hier en daar een wolkje. Ik doe mijn best om dit moment in mijn geheugen op te slaan. Lenny en India doen het verbazend goed, nu pas moet India voor het eerst op de schouders van Tom. We komen langs een plaats waar olifanten het natuurlijke zout uit de grond komen eten. We zien afdrukken van olifantenpoten met hier en daar een olifantendrol. Maar de afdrukken en de drollen zijn niet vers, spijtig genoeg.

    We stoppen bij een uitkijktoren om te rusten en de gidsen hebben een lunchpakketje voor ons meegebracht: rijst met tofu en groenten, met als dessert een bananenblad gevuld met zoete rijst en een soort kokospudding. Elly heeft onderweg een aantal bloedzuigers opgepikt maar bij mezelf zie ik geen parasieten.

    Ik blijf een beetje op m’n honger zitten omdat we nog geen enkele neushoornvogel (hornbill) hebben gezien, nochtans een bekende bewoner van het reservaat. Puma en z’n maat doen hun best en slagen er uiteindelijk toch in om er een paar te spotten, hoog in de bomen op een paar honderd meter van ons vandaan. Onvoorstelbaar hoe Puma ze heeft opgemerkt met het blote oog, wij zien ze zelfs niet wanneer we weten in welke boom ze zitten. Met de telescoop kunnen we ze wel tamelijk goed bekijken, al zitten ze wel half verscholen achter het gebladerte. We horen ook hun eigenaardige roep. Ik ben in elk geval blij dat we er een glimp van hebben opgevangen.

    We komen eindelijk terug op de openbare weg, waar de pick-up truck klaarstaat. Enkele kilometers verder zien we bruine en zwarte withand-gibbons slingeren in de bomen. Ze zijn heel goed te zien. Deze apen leven continu in de bomen, ze zetten nooit een voet op de grond. Hun enige vijanden zijn slangen en natuurlijk mensen. Aan een vijver wat verderop komen een tiental sambaherten drinken en zich verfrissen. We zien ook makaken langs de weg. Ze zitten op de vangrail, op een meter van onze auto, maar we mogen niet uitstappen omdat deze apen lelijk kunnen bijten.

    En dan komt het moment suprême: wilde olifanten! Puma en z’n maat hebben hen tussen de struiken gezien. We maken rechtsomkeert en wachten geduldig in de pickup, muisstil. De natuurlijke geluiden van het oerwoud zijn nochtans oorverdovend: een of andere krekel (denk ik) maakt een lawaai dat klinkt alsof er iemand met een kettingzaag aan het werk is. De gidsen lopen rond om te zien waar de olifanten heen gaan, wij moeten blijven zitten. Puma is er zeker van dat ze de straat zullen oversteken, ze wachten alleen het geschikte moment af. Af en toe rijdt de gids onze pickup een stukje vooruit, zodat we maar een meter of twintig van de olifanten verwijderd blijven. Nu en dan rijdt er nog een auto langs. Het begint nu stilaan te schemeren. Zelfs de kinderen kunnen zich nog steeds heel goed stil houden, de spanning is te snijden. We zien de olifanten tussen het struikgewas op een tiental meter van de weg. En plots, na bijna een uur geduldig wachten, gebeurt het: de olifanten komen uit het struikgewas tevoorschijn en stappen de weg op. Het grootste mannetje loopt voorop, vier kleinere waaronder een baby-olifant volgen hem. De leider komt recht op ons afgestapt om ons te verjagen. De gidsen rijden telkens een paar tientallen meter verder wanneer hij te dicht nadert. Hij loopt zigzaggend over de weg, om de anderen te beschermen. Een formidabel schouwspel waarvan heel ons gezelschap onder de indruk is! Dit is een prachtige afsluiter.

    Bij het avondeten praten we met de safari-gangers na over een bewogen dag. Elly gaat nog uit terwijl  Tom, Marit en ik nog een hele tijd verder babbelen bij een paar flessen Chang-bier. Ondertussen spelen Joe en de andere gidsen met de kinderen, die hier heel graag gezien zijn. Tom & Marit besluiten morgen naar Ayutthaya te gaan. Ikzelf zal nog niet naar Buached terugkeren maar morgen een bezoekje brengen aan de historische site van Phimai.

    07-05-2010, 00:00 Geschreven door Thomas Haerynck  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    06-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Donderdag 6 mei 2010

    Om 7u neemt Ms. Khem me mee in haar pick-up naar Prasat. Nog snel een roerbakschoteltje binnengewerkt aan het busstation en dan de bus op (180B), die om 8u30 vertrekt. Het is een tamelijk moderne bus, met airco. Na een rit van bijna vier uur komen we om 12u15 aan in het drukke busstation van Nakhon Ratchasima, onder de bevolking nog steeds Khorat genoemd. Hier moet ik overstappen op de bus naar Pakchong (57B). Die vertrekt al om 13u, dus koop ik een paar flesjes water en een snelle hap om op de bus te eten: een portie gefrituurde bananen. Deze keer is het een hypermoderne bus met een airco die me doet wensen dat ik een trui had meegenomen. Er wordt een DVD opgezet met Thais variété, veel van de danseressen lijken me heel sterk op ladyboys.

    Rond 14u30 word ik als enige afgezet in het busstationnetje van Pakchong. Na twee uren op een bus met te harde airco is het nu alsof ik een oven binnenstap. Er zijn al kandidaten om me naar een hotel te brengen maar ik bel toch maar liever eerst naar Greenleaf Guesthouse, de “best pick” van de budgethotels volgens mijn Lonely Planet reisgids. Ze organiseren ook safari’s in het natuurpark. Een goeie keuze, zo blijkt, want ze sturen stante pede een auto om me gratis te komen ophalen (een rit van een kwartiertje). Greenleaf heeft kamers van 200B en 300B, ik laat me eens gaan en kies voor die van 300. Hiervoor krijg ik een kamer met eigen wc/douche en een ventilator.

    Mijn timing is perfect, want ik ben net op tijd om de halve-dag-tour mee te pikken die over een halfuur vertrekt. Samen met de tour van een hele dag kost me dit 1800B. Ik sluit aan bij een Nederlands gezinnetje: mama Marit, papa Thomas (of Tom), zoontje Lenny (8j, genoemd naar Lenny Kravitz) en dochtertje India (bijna 6, dankt haar naam aan het feit dat Tom voor een paar weken naar India is geweest tijdens de zwangerschap van Marit). Ze zijn voor twee weken op vakantie en hebben gekozen voor het avontuur. Ze komen van Lopburi (met de apen) en weten nog niet precies waar ze na Khao Yai naartoe gaan. Doordat het nu toeristisch laagseizoen is zijn we slechts met ons vijf voor de tocht. Vandaag gaan we nog niet in het park zelf, maar daarbuiten is ook al heel wat te zien.

    We springen in de bak van de pick-up, waarin aan weerszijden bankjes staan. Joe, onze gids, stopt al na een paar kilometer om ons een paar reusachtige en prachtig gekleurde spinnen te tonen in het struikgewas langs de kant van de weg. Daarna gaan we een halfuurtje zwemmen in een natuurlijke bron, mooi gelegen tussen de bomen. Gelukkig heb ik m’n zwembroek mee. Pas later valt het me op dat de Thaïs hun T-shirt aanhouden bij het zwemmen. Volgens Joe doen ze in een zwembad wel hun T-shirt uit, maar hier is het anders. Terwijl wij aan het zwemmen waren hebben de gidsen een whip snake en een gekko gepakt om aan ons te tonen.

    Dan gaan we terug in de pick-up en rijden naar de bat cave, de vleermuizengrot. Het is een onderaardse grot die gelegen is aan een tempel. We dalen een lange trap af. Het is pikdonker maar Joe heeft een paar sterke zaklampen mee. In de eerste grotkamer staat er een Boeddhabeeld waar de monniken gaan bidden. Aan het plafond van de grot zien we tientallen vleermuizen hangen, waaronder een moedervleermuis met haar baby ernaast. Op de grond liggen de uitwerpselen van de vleermuizen, guano, die geen geur hebben en voor allerhande toepassingen worden gebruikt. We dringen dieper door in de grot tot we aan een gat komen waaruit vleermuizen de grotkamer waar we zijn binnenvliegen. Ze vliegen recht op ons af. Je zou verwachten dat er eens eentje tegen je kop gaat botsen, maar toch scheren ze altijd rakelings langs ons heen. De gidsen spotten een volgens hen zeldzame spin met zes poten en een soort scharen vooraan. Nadat Joe me verzekerd heeft dat ze niet gevaarlijk is laat ik ze ook eens over mijn hand lopen.

    We moeten ons nu weer naar de pick-up haasten om de vleermuizen te zien buitenkomen. Enkele kilometers verderop parkeren we in een veld met zicht op de heuvelrug waarin zich de uitgang van de grot bevindt. We stoppen op zo’n honderd meter van de voet van de heuvel en er staan ook twee andere pick-ups met toeristen. Elke dag rond 17u30 komen hier twee miljoen vleermuizen naar buiten om zich daarna te verspreiden en eten te gaan zoeken. De haviken die aan de uitgang geduldig zitten te wachten weten dat er vanavond weer vleermuis op het menu staat. Met de telescoop van Joe zien we hoe er steeds meer beweging komt aan de uitgang van de grot: vleermuizen beginnen rond te cirkelen maar komen nog niet naar buiten. En dan is het plots zover: in een ellenlange sliert vliegen de vleermuizen naar buiten. Doordat ze steeds tegen de wind in vliegen en de wind voortdurend lichtjes van richting verandert lijkt het op een langgerekte spiraal. Het is een prachtig schouwspel, dat ongeveer een uur duurt. Voor ons entertainment geven de gidsen ons ondertussen wat popping seeds: als je ze onder je tong steekt klappen ze open door het vocht.

    Het is genoeg geweest voor vandaag, ondertussen is het al donker geworden. Onderweg naar de guesthouse lijkt de weg wel bedekt met een tapijt van insecten. Na een broodnodige douche en een telefoontje van Mrs. Jintana om te vragen of alles goed gaat, is het hoogtijd voor het avondeten: stir-fried pork met cashewnoten een een fles Singha-bier, heerlijk. Tot slot nog een cola in een karaoke-bar waar bitter weinig te horen en te zien valt en dan ga ik slapen.

    06-05-2010, 00:00 Geschreven door Thomas Haerynck  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    05-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Woensdag 5 mei 2010

    Het is het begin van het regenseizoen maar gelukkig heb ik nog geen regen gezien. Gisteravond bliksemde het wel in de verte. Woensdag 5 mei begint onder een stralende zon. Ik ga weer met Ms. Khem op de scooter naar het schoolgebouw waar er in de leraarskamer een (veel te) uitgebreid ontbijt voor me klaarstaat. Mrs. Jin heeft twee gewokte (stir-fried) gerechtjes klaargemaakt en alsof dat niet voldoende zou zijn voor een ontbijt heeft ze ook nog een portie gefrituurde (deep-fried) catfish gekocht op de markt. Daarna volgt het dagelijkse ritueel op het grasplein, onder de bakkende zon. Ik vrees de dag dat ik hier zal staan met een beproefde maag door het vele pikante eten. Maar so far, so good!

    Tijdens het eerste lesuur met Mrs. Jin aan Mathayom 5 beginnen we met een herhaling van het rollenspel met de shopkeeper en de customer. Een paar chinese vrijwilligers mogen de klant spelen, ik ben telkens de winkelier. Daarna beginnen we met een nieuw rollenspel,“asking directions”: ik teken een plannetje op het bord en leg uit hoe je van plaats A naar plaats B gaat.

    Aangezien er in het tweede lesuur niks is voorzien voor mij vraagt Mrs. Jintana me om Ms. Khem te assisteren bij haar les. Ik stel mezelf voor, er zijn een paar vragen van leerlingen en dan moeten alle leerlingen zich op hun beurt voorstellen. Ik stel telkens 3 vragen: What is your name?, What is your nick-name? en How many brothers and sisters do you have? Met een klas van wel vijftig leerlingen is het lesuur snel voorbij.

    Rond 11u30 ga ik eten in de cantine met Ms. Dokkoon en Ms. Jay. Deze keer maak ik een veilige keuze, omdat ik schrik krijg dat ik mijn maag teveel zou belasten: gewokte groenten met rijst. Na de lunch kuier ik nog wat rond op het schooldomein. Rond het drankkraampje staan grote drommen dorstige leerlingen. Groepjes jongens en meisjes lopen rond, zitten in het gras in de schaduw van een boom of aan de een van de vele picknicktafels en houten banken die overal verspreid staan. Voor de eerste keer zijn er twee meisjes van een jaar of vijftien die me effectief aanspreken: “Hello, how are you?” Verder blijft het bij beleefde buiginkjes, giechelen en verlegen terugzwaaien.

    In de leraarskamer staat de TV op: het is vandaag Coronation Day, de herdenking van de kroning van koning Phumiphon. De koning is al oud, hij wordt in een elektrische rolstoel naar zijn troon gereden. Ik vraag me af hoe de politieke situatie nu is in Thailand. Ik probeer nog eens op internet te gaan en deze keer heb ik geluk. Nog net de tijd om wat emails te versturen want straks nemen Ms. Khem en Ms. Jay me mee op verkenning in de omgeving van Buached.

    We vertrekken om halfdrie met de pickup van Ms. Khem. Ze rijdt heel traag en lichtjes uit haar baanvak, maar er is toch nauwelijks verkeer. Eerst bezoeken we een plaatselijke tempel met heel mooie plaasteren beelden van allerhande boeddhistische taferelen. De dames babbelen wat met de monniken die in de schaduw in kleermakerszit op een verhoogje zitten. We rijden verder en bezoeken de restanten van een tempel uit de periode van de Khmer. Er staan grote palmbomen – zo zien ze er toch uit – waaruit plots een kolos van een vrucht naar beneden valt, op een meter van waar we lopen. Stel je voor dat je zo aan je einde komt… Vanaf nu lopen we met een boogje om de palmbomen heen. Even een kleine zijsprong: Mrs. Jintana vertelde me gisteren dat haar man een paar jaar geleden uit een palmboom is gevallen. Zijn heup was gebroken en hij heeft wekenlang in het ziekenhuis gelegen. Nu is zijn ene been twee centimeter korter dan het andere.

    Daarna gaan we op zoek naar nog een oude Khmer-site. Het duurt lang voor we hem vinden maar de zoektocht op zich is al fantastisch. Dit is echt het Thaise platteland waar nauwelijks een buitenlander komt. Vaak moet Ms. Khem stoppen om de weg te vragen en zo zie ik de echte huiselijke tafereeltjes. Uiteindelijk vinden we de site, waar ook een tempel naast ligt. Ms. Jay is nogal avontuurlijk aangelegd en klautert over een hoopje stenen tot aan de voet van de prang (toren), waar in een klein kamertje een Boeddhabeeld staat. Ze begint plots te bidden, nodigt mij uit om mee te doen en legt me uit hoe het moet. Hier zitten we dan, in een Khmer-ruïne geknield naast elkaar te bidden. Onbetaalbaar!

    We zeggen nog eens goeiedag aan de monniken, die zich met plezier laten fotograferen. Ik toon ook altijd het resultaat – een van de grote voordelen van een digitaal fototoestel bedenk ik nu – en dat vinden ze leuk. Aan de tempel roept Ms. Khem een klein ventje op een fietsje tot bij ons, zodat ik een foto van hem kan nemen. Hij krijgt een paar Belgische chocolaatjes die we hadden meegenomen voor onderweg. Het is grappig om te zien hoe hij met ernstige blik de mignonettes in zijn handjes neemt en begint te knabbelen.

    We beginnen stilaan terug te keren naar Buached, met nog een paar tussenstops, onder ander om buffels te fotograferen op het domein van een lagere school en om een oma, mama en twee kleine meisjes van 4 en 5 jaar te fotograferen. Ook hier komt de chocolade weer van pas bij het afscheid.

    Het is halfzes en hier betekent dat dat het tijd is om aan het avondeten te denken. Het minste wat ik kan doen is mijn twee gidsen trakteren op een diner. Khem bestelt een drietal schoteltjes en daarna volgt nog een grote kom tom yam met zeevruchten. Jay en ik drinken Leo-bier, Khem kiest voor  Pepsi. Aan het tafeltje naast ons zitten een stuk of zes jongens van Buached Wittaya te eten. We worden bediend door kinderen van een jaar of tien, ik vermoed dat de volwassenen in de keuken staan. De rekening is niks in vergelijking met België: drie- of vierhonderd Baht.

    Voor we naar de school terugkeren gaan we nog even naar de woensdagse avondmarkt. De meest opvallende kraampjes voor mij zijn dat met de levende kikkers om op te eten (ik neem een foto en krijg er direct eentje in mijn hand gestopt door de vriendelijke verkoper) en dat met de gedroogde insecten. Khem wil me van de insecten laten proeven maar ik pas voorlopig nog. Toch wil ik zeker nog eens insecten eten voor ik hier weer weg ga. Insecten eten is niet ongebruikelijk in Isaan, maar Khem zelf moet er niks van weten. Khem en Jay kopen elk een horloge. Ze bedenken ook nog een bijnaam (nickname) voor mij: Ton, wat blijkbaar boomstam betekent. Benieuwd of dit verspreid zal worden als mijn nickname.

    Terug thuisgekomen neem ik een douche en maak mijn bagage klaar voor mijn vertrek naar Khao Yai. Ms. Khem moet morgen toch in Prasat zijn voor een vergadering en zal me daar afzetten om de bus te nemen.

    05-05-2010, 00:00 Geschreven door Thomas Haerynck  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    04-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dinsdag 4 mei 2010

    Ik mag met Ms. Khem’s roze scooter naar de school rijden en zij zit achterop. We zijn nog goed op tijd en Mrs. Jin trakteert me op een grote portie jackfruit die we in de leraarskamer opeten. En daarna haalt ze een uitgebreid ontbijt boven dat ze voor mij heeft meegebracht: thom yam (zoetpikante soep) met stukjes varkensvlees, een schoteltje gebakken groenten en sticky rice. Het smaakt me heel erg, zelfs om halfacht ’s morgens! Wanneer ik zeg dat ik moddervet naar huis zal gaan antwoordt Mrs. Jin “I hope so! It will be as if you have a Thai pregnancy!” Dat belooft.

    Dan gaan we naar de dagelijkse ceremonie – die van gisteren was indrukwekkend maar nu begrijp ik dat dit dagelijkse kost is. Het begint met het schoollied dat door de luidsprekers schalt. Kort voor acht uur schakelt men over op de nationale radio, want om klokslag acht uur speelt het nationale volkslied. Dit wordt elke dag in heel Thailand uitgezonden en de Thais blijven staan en zingen (soms) mee. Na de radio-uitzending volgen nog wat korte toespraken van de schooldirectie en komen twee nieuwe leraars, waaronder Mr. Chuay, zich voorstellen.

    In de voormiddag heb ik twee lessen samen met Mrs. Jin. We doen een spelletje waarbij de leerlingen in vijf groepjes worden verdeeld en om ter snelst de tekening van een voorwerp moeten linken aan het Engelse woord voor dat voorwerp (met puzzelstukjes). Daarna mag ik een hele reeks kruideniersproducten uitleggen aan de hand van een mandje met speelgoedfruit. In de vrije tijd na het tweede lesuur probeer ik op internet te geraken, wat maar eventjes lukt. Er is wireless internet maar je moet op een welbepaalde stoel gaan zitten om ontvangst te hebben, en dan nog… Blijkbaar is er een probleempje waaraan gewerkt wordt, hopelijk mag ik het resultaat nog ondervinden. Ik vervang nu ook mijn Belgische SIM-kaart door een Thaise prepaid SIM-kaart. Dat zal een stuk goedkoper zijn om hier lokaal te bellen. Daarna schrijf ik een korte conversatie voor een rollenspel dat we straks willen doen, over een klant die een winkel binnenstapt om melk en een ananas te kopen.

    Voor de lunch neemt Mrs. Jintana me nog even mee naar het plaatselijke marktje om wat inkopen te doen en te tonen waar het wassalon is. Dat laatste zal ik hier trouwens vaak nodig hebben want het is echt gloeiend heet, een vochtige hitte bovendien. Ze wil ook doerian voor me kopen, want ze heeft gehoord dat ik dat nog nooit gezien, laat staan geproefd heb. Dourian is een grote stekelige vrucht met een harde dikke buitenlaag die wordt opengekapt om er het eetbare binnenste uit te halen. Het is gekend om zijn onaangename geur waardoor het zelfs wordt verboden door sommige luchtvaartmaatschappijen, dus dat moet ik zeker geproefd hebben.

    Daarna ga ik met Mrs. Jin naar de schoolcantine voor de lunch. Het is een open ruimte, zonder muren, onder een groot afdak. Er is tamelijk veel keuze en de prijzen zijn super laag: 15 Baht (dus 15 oude BEF) voor een curry met rijst. Als dessert eten we in de leraarskamer de doerian op. Het stinkt een beetje maar ik had veel erger verwacht. ’t Is ook nogal kleverig en het ziet er niet bijzonder appetijtelijk uit, maar de smaak valt best wel mee.

    In de namiddag volgen nog 3 lessen met Mrs. Jin waarin we weer “ask the farang” spelen, puzzeltjes leggen en winkeltje spelen. Het is enorm moeilijk om de lessen interactief te maken door vragen te stellen, maar met een spelletje lukt het wel om ze enthousiast te krijgen.

    Na schooltijd is Mrs. Jin druk in de weer met informatie zoeken over hoe ik in het natuurreservaat Khao Yai kan geraken. Ze weet dat ik dit graag zou doen en er is een gelegenheid, want donderdag en vrijdag moet ik niet werken omdat de government teachers op seminarie gaan naar Ubon. Eerst hadden ze gezegd dat ik mee zou gaan maar nu blijkt dat alles in het Thais zal verlopen en dat ik er dus weinig aan zou hebben. Ter info, er zijn twee soorten leerkrachten in Buached: government teachers die vast benoemd zijn door de staat, en contractuelen die door de school extra worden aangetrokken als er budget voor is. De government teachers hebben werkzekerheid en nog andere voordelen zoals bijvoorbeeld deze opleiding. Momenteel zijn een stuk of vier contractuele leerkrachten van Buached zich aan het voorbereiden om volgende week mee te doen aan het staatsexamen in Surin.

    En dan belt Inge! Het is gelukt om me op mijn Thaise nummer te bereiken. Het is een kort gesprek, maar morgen zal ’t langer zijn want dan is ’t woensdag en kan ze in de Belgische namiddag bellen.

    Vanavond is er geen etentje voorzien dus zal ik mijn plan moeten trekken. Maar ik heb geluk: wanneer ik na een broodnodige douche – je smelt bijna in dit klimaat – eventjes naar buiten ga roepen de dames van de nabijgelegen bungalow, die buiten zitten te babbelen, Mr. Thomas bij zich. (Geen paniek Inge, er komen ook nog mannen bij en bovendien weten ze dat ik een trouwe echtgenoot en vader van drie kinderen ben.) Ms. Jay biedt aan met de scooter naar het marktje te rijden opdat ik die halve kilometer niet te voet zou moeten doen. Ik mag weer met de scooter rijden, met Ms. Jay achterop. We kopen wat curry en andere gerechtjes in plastic zakjes en rijden terug naar “huis”. Terwijl de rijst op het vuur staat eten we wat fruit en wordt er druk in het Thaïs gebabbeld, met af en toe wat Engels ertussen naar best vermogen. Af en toe komt er iemand bij en gaat er iemand weg. Uiteindelijk zijn we nog met zes om te eten: vier leraressen (o.a. Ms. Dokkoon en Ms. Jay) , Mr. Chuay en ik. Daarna gaat iedereen weer naar zijn of haar bungalow. En ik heb weer veel tijd om aan mijn reisverhaal te schrijven!

    04-05-2010, 00:00 Geschreven door Thomas Haerynck  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    03-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maandag 3 mei 2010

    Mrs. Surin heeft Thaïs ontbijt klaargemaakt: rijst met gebakken kippenboutjes. Het zal hier zes weken zonder stuten te doen zijn, met of zonder speculoospasta! Na een snel ontbijt spring ik in de bak van de pickup om naar de school te worden gebracht, een paar straten verderop. Je ziet de leerlingen in hun blauw-witte uniformen van alle kanten toestromen, te voet, met de fiets en velen met de scooter.

    Het is de eerste schooldag na een vakantie van een maand. Er zijn meer dan 1000 leerlingen in Buached Wittaya School maar Mrs. Jintana – Jin voor de vrienden – zegt me dat een deel van de laatstejaars pas volgende week zullen arriveren omdat ze nog bezig zijn met hun vakantiejob in Bangkok. Alle leerlingen verzamelen op het grasplein voor een groot podium waar een paar van hen de Thaïse vlag hijsen. Rechts van het podium staat een soort schrijn met de portretten van de Thaïse koning en koningin. Het volkslied wordt gezongen en er volgen een paar toespraken van directie en leraren, waarna ik op het podium word geroepen om me kort voor te stellen en een paar vraagjes van de “presentator” te beantwoorden. Ik ben de enige “farang” (vreemdeling) in de school – de enige bleekscheet en dan nog eentje met blond haar – dus dat valt wel op.

    De rest van de voormiddag is vrij voor mij: de leerlingen helpen de leerkrachten met een grote opruimactie. Ik breng eerst mijn kamer wat in orde (heb gisteravond gewoon de boel binnengegooid om direct met het gezin-Surin mee te gaan) en wandel daarna wat rond op het schooldomein. Overal lopen groepjes kinderen. Ze zijn heel verlegen, ze glimlachen en giechelen wat. Sommigen durven “good morning” of “hello” te zeggen. Ook doen ze vaak de “waj”, het beleefde buiginkje met de handen gevouwen voor het gezicht. Dit is een gebaar dat ik snel zal moeten leren!

    Wanneer ik terug naar mijn kamer slenter kom ik Mrs. Anyarin (kortweg An) tegen, die net met de auto vertrekt om te gaan lunchen. We hebben elkaar nog nooit gezien maar toch nodigt ze me prompt uit om mee te gaan. We gaan naar een typisch Thaïs eethuisje, waar ook nog een andere lerares (bijnaam Tip) ons komt vergezellen. En ook nu weer mag ik niet betalen! Next time, zeggen ze dan.

    In de namiddag heb ik mijn eerste drie lessen aan Mathayom 5 en Mathayom 6, het 5e en 6e middelbaar. Elke Mathayom is onderverdeeld in een aantal klassen die blijkbaar de niveauverschillen tussen de leerlingen weerspiegelen: Mathayom 5/1 is bijvoorbeeld een “betere” klas dan Mathayom 5/5. Het zijn grote klassen, vaak in de veertig leerlingen. Eerst assisteer ik Mrs. Jin, daarna Mr. Suwan en in het 3e uur weer Mrs. Jin. We beginnen uiteraard met een korte voorstelling door de farang en daarna mogen ze vragen stellen. We moet het er echt uit sleuren want ze zijn helemaal niet gewend Engels te spreken en het niveau is echt niet hoog. De meesten spreken naast Thai ook nog Lao en sommigen Khmer. Engels leren is voor hen een hele opdracht, want het alfabet is natuurlijk anders. Ik begin dan maar vragen te stellen over de kleuren van de Belgische vlag, over Europa, over Thailand enz. enz. Voor het 3e uur heeft Mrs. Jin een aantal vragen over mij op papier gezet en uitgedeeld aan de leerlingen. Ze moeten nu enkel nog een vraag uitkiezen en voorlezen, wat al een klein beetje vlotter gaat. In de les met Mr. Suwan verdeel ik ze in 3 groepen en laat ze zoveel mogelijk dierennamen opschrijven. Daarna moeten ze om beurten een naam voorlezen. De “ondeugende” jongens hebben niet alleen “monkey” opgeschreven maar ook “King Kong”. Hilariteit!

    Na schooltijd blijf ik nog wat bij Mrs. Jin – en haar man Mr. G, die er ondertussen is bijgekomen – om de lessen van morgen voor te bereiden. We gaan een rollenspel doen om te leren hoe je groenten en fruit bestelt in een winkel. Aangezien de leerlingen heel schuchter zijn is het belangrijk dat we de lessen zo interactief mogelijk maken, zodat ze gestimuleerd worden om te spreken.

    Daarna nog snel een douche nemen…  in de vernieuwde douche die ze vandaag hebben geïnstalleerd. Het is eigenlijk gewoon een slang met douchekop naast het toilet, maar het werkt. De verf is nog nat, ze hebben voor Deloitte-groen gekozen. Ik weet niet of dit toeval is.

    De leerkrachten hebben me uitgenodigd om mee te gaan eten in een restaurant wat verderop. Ik mag mee achter op de scooter met een nieuwe leraar, Mr. Chuay. Het is maar een kilometer ver. Er volgen nog een tiental mensen, met auto’s en scooters: leraren en leraressen waarvan sommigen met hun gezin. B1 en B2 zijn ook van de partij. Het wordt een soort Thaïse gourmet, maar uiteraard in de openlucht: er wordt een pot gloeiende kolen in een gat in de tafel gezet en daarop komt een metalen bolvormige grill met rondom een ring waarin water wordt gegoten. We hangen stukjes vlees en fishballs op de grill, in het kokende water komen de groenten en doorschijnende noedels. Mr. Suwan, die in zijn jonge jaren ober was in een hotel in Bangkok en daardoor gewend is met toeristen om te gaan, vertelt me dat dit een gebruik is dat afstamt van Djengis Khan. Het is bekend over heel Thailand, maar wordt volgens hem bestempeld als het voedsel van de armen. ’t Is pertank alweer heel lekker. Ik krijg ook weer een vrucht te eten waar ik nog nooit van had gehoord: mang-kut of mangosteen, een donkerpaarse bolvormige vrucht met de bovenaan vier groene harde blaadjes en een steeltje; onder de dikke schil zit het eetbare gedeelte, verdeeld in kleine witte partjes. De ietwat zurige smaak is heel verfrissend. Er is ook rambutan, en ik krijg de rest mee naar huis.

    Het is nog maar een uur of acht en ‘k heb geen zin om al te gaan slapen. Ik zoek dan maar contact met de man die ik zie zitten op het terras van de bungalow voor mij. Mr. Lamud wil graag zijn Engels wat verbeteren, dus dat komt goed uit. Hij is een wiskundeleraar die samen met zijn vrouw, die chemielerares is, op het schooldomein verblijft. In de weekends gaan ze terug naar hun huis in Surin. Hij blijkt niet mijn overbuur te zijn maar is gewoon op bezoek; mijn overburen zijn Ms. Khem (lerares Engels), Mrs. Anyarin (lerares wiskunde) en nog een andere Ms. van wie ik de naam weer vergeten ben. De dames komen erbij zitten en ik krijg een cola aangeboden met ijsblokjes erin. Ms. Khem noemt Mr. Lamud “the black man” omdat zijn huid iets donkerder is dan die van de meeste Thaïse mensen. Rond halftien houden we het voor bekeken en ga ik naar mijn kamer om met mijn dagboek te beginnen. Ms. Khem zegt dat ik morgen met haar mee kan rijden naar de school. We zitten hier op het domein van de school en de schoolgebouwen zijn amper 300m verder, maar er gebeurt hier weinig te voet (ik vermoed omwille van de grote hitte, zelfs ’s morgens vroeg).

    03-05-2010, 00:00 Geschreven door Thomas Haerynck  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Archief per week
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 10/05-16/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs