Wil je weten ofdat je een Markske, een Doortje of een Boma bent los dan deze quiz op en kijk wie je bent. Onthou of schrijf de gezichtje op, hetgeen dat je het meeste hebt, ben je van kampioenenpersoonlijkheid.
1. Als je een nieuwe trui koopt, let je vooral op a. de prijs b. de kwaliteit c. een opvallend, kleurijk motief
2. Tijdens een avondwandeling in de stad (alleen!) merk je dat je gevolgd wordt. Wat doe je? a. je begint vlugger te lopen: je bent wel wat bang. b. je vraagt of je hem kunt helpen. c. je draait je om en velt je achtervolger met een welgemikte slag tegen de vlakte.
3. Iemand vraagt je 100 euro te lenen. Hij of zij heeft wel de repuatie een slechte terugbetaler te zijn. Wat doe je? a. Je geeft hem zonder er verder over na te denken het geld. Als de ontlener nadien een excuus verzint om het niet terug te hoeven betalen, aanvaard je dat. b. Eerst stribbel je tegen, maar uiteindelijk laat je je goede hart zien. c. Je schreeuwt hem meteen toe: "Ik denk er niet aan om een bedrieger als jij geld te lenen. Scheer je weg!"
4.Stel, je gaat een weekendje uit. Welke kleren trek je aan? a. een gemakkelijk zittende broek en trui. b. Dat beslist mijn moeder (oma, vriend, vriendin,...). c. Ik kleed me mooi op. Je moet altijd piekfijn voor de dag komen.
5.Hoe ga je de tijd doorbrengen tijdens dat weekendje uit? a. Je trekt de stad in om zalig lang te schoppen. b. Je laat je eens goed verwennen in een kuuroord. c. Je maakt er een afwisselend weekendje van: sportief (je houdt van wandelen), cultureel (een stadsrondleiding hoort er ook bij).
6.Als je jezelf met een dier moet vergelijken, dan vind je dat je het meest lijkt op een: a. blindengeleidehond: trouw, goedmoedig en steeds behulpzaam. b. vos: slim, steeds uit op je eigen voordeel. c. kat: je wilt vertroeteld worden en leeft graag zo luxueus mogelijk.
7. Je hebt je vrienden bij je thuis uitgenodigd voor een avondje tv-kijken. Welke hapjes ze je klaar? a.allerlei vruchten en groenten eventueel met een gezonde dipsausje. b. chocomelk, en voor iedereen een portie balletjes in tomatensaus. c. pralines.
8. Je hebt de lotto gewonnen en wil een nieuwe auto kopen. Hij mag kosten wat je wilt! Je koopt: a. een klein, maar degelijk autootje in een mooi kleurtje. b. een blitse sportwagen, type Porsche, waarmee je indruk kunt maken op al je vrienden en vriendinnen. c. een grote familiewagen, waarmee je grote voorwerpen mee kunt vervoeren.
9. Je hebt de lotto gewonnen, maar je hebt nu heb je geen nieuwe auto nodig. Wat doe je dan met je geld? a. Je zet het meteen op de bank. Je hebt nu eenmaal de gewoonte om flink te sparen. b. Je zet er meteen de bloemetjes mee buiten. Je gaat feesten en koopt allerlei dingen waarvoor je anders het geld niet hebt. c. Je koopt er dingen mee die je echt nodig hebt. De rest spaar je. Je leent ook geld aan je vrienden, zonder erbij stil te staan dat je het misschien nooit meer terugziet.
10.Je hebt een afschuwelijk slescht spreekbeurt gegeven op school. De leraar legt aan de hand van jouw voordracht uit hoe het vooral niet moet. a. Je denkt: "Oef, het zal toch zo slecht niet zijn, want de leraar kan diet goed gebruiken om zijn lessen duidelijk te maken. b. Je bijt je leraar onmiddillijk toe:" Zeg, wie denk je wal dat je bent? Maak een ander belachelijk!" en je loopt de klas uit. c. Je schaamt je te pletter en staat met een knalrode kop onhandig voor de klas wat aan je trui te friemelen.
uitslagen: = Jij bent een echt Marksek: je bent onzeker, véél te goedgelovig en ietwat onhandig. Het grote voordeel is dan weer dat je zeer geliefd bent. = Je lijkt wel wat op Doorje: praktisch en een tikkeltje antiek. Zonder haar organisatorische talent zou er heel wat mislopen! = Jij lijkt als twee druppels water op Bieke, zo energiek en eigenzinnig ben je. = Het kan niet anders of jij moet één van de vele (ontwettige) kinderen van Boma zijn: even vlammend, maar de zaken altijd goed onder controle. = Ben je even goedmoedig als Maurice? Proficiat, dan ben je een zeer aangenaaam en behulpzaam persoon. = Die trouwe Pascale kan zó je moeder zijn. Je lijkt op haar omdat je altijd kwalitiet aflevert én omdat je houdt van snoepen en winkelen. = Net als Fernand bereken ook jij hoe je zo vlug mogelijk rijk kunt worden. Onthoud dat je vrienden bedriegen niet de beste manier daarvoor is. = Je lijkt tweelingbroer of -zus van Pol: even energiek en sportief ... en met gouden hart! = Jij bent altijd heel enthousiast, je hebt altijd een antwoord klaar en laat je af en toe eens graag verwennen: typisch Carmen.
Veel regenwouddieren zoals de slingeraap, hebben een staart die ze als een haak om een tak kunnen krullen. Hun staart is zo sterk dat die als extra hand fungeert. Slingerapen gebruiken hem ook om bladeren en vruchten van de bomen te plukken.
Met klauwen en poten als kleerhangers hangen luiaards ondersteboven aan takken. Ze beschermen zich er ook mee tegen vijanden en verzamelen er bladeren en vruchten mee. Ze verplaatsen zich traag en slapen wel 18 uur per dag.
Met hun lange armen slingeren gibbons tussen de boomtakken van het regenwoud. Ze kunnen zich zeer snel EN geruisloos verplaatsen, met sprongen van 15 meter.
Dankzij zijn gevlekte vacht kan de jaguar zich tussen takken verschuilen en verrassingsaanvallen op bijvoorbeeld wilde zwijnen uitvoeren. Soms joagen jaguar zelfs op krokodillen. Ze hebben krachtige kaken en tanden die door botten heen kunnen bijten.
De enorme ogen en oren van de bushbaby (is geen baby/kind) helpen om insecten in het donker te vangen. Zijn vreemde roep lijkt op kindergehuil, vandaar zijn naam.
Chimpansees zijn slimme dieren. Van een takje maken ze een werktuig waarmee ze termieten kunnen vangen. Ze duwen de stengel in een termietenheuvel en als ze die er weer uittrekken, kleven er termieten aan. Slechts een paar andere diersoorten gebruiken hetzelfde trukje.
De enorme kaken van de vliegende herten lijken op het gewei van een hert, vandaar hun naam. Mannetjes gebruiken hun kaken om rivalen aan te vallen. De kevers grijpen naar elkaars kaken in onderlinge krachtmetingen. Ze proberen elkaar op te tillen en weer op de grond te gooien.
Monarchen overbruggen duizenden kilometers om aan de koude winters in Canada te onsnappen. Ze vliegen richting het zuiden naar de bossen van Mexico, waar het warmer is. Om energie te besparen, laten ze zich meevoeren op de wind zonder met hun vleugels te fladderen.
Koekoeken bouwen niet zelf een nest, maar leggen hun eieren in nesten van andere vogels. Als een koekoeksjong uit het ei komt, wipt hij de andere eieren gewoon uit het nest.
Overdag rust de nachtzwaluw uit op de gevallen bladeren in bosrijke gebieden. Zijn bruingespikkelde verenkleed zorgt voor een goede camouflage zodat roofdieren hem nauwelijks zien. 's Nachts vliegt hij laag bij de grond met zijn bek open om insecten op te vangen. Een nachtzwaluw eet kevers en andere insecten.
In de herfst begraafd de blauwe gaai vaak zaden om die later in de wintermaanden weer op te graven en te eten. Veel van deze zaden bijven liggen en groeien uit tot nieuwe bomen.
Spechten hebben een puntige, scherpe snavel waarmee ze op boomstammen tikken op zoek naar insecten. Ze likken die op met hun kleverige tong die net zo lang is als hun eigen lijf.
De snavelhelften van de kruisbek krisen elkaar op het puntje, vandaar hun naam. Dankzij deze vorm kunnen ze schillen van dennenappels oplichten om bij de voedzame zaden binnenin te komen. Volwassen kruisbekken voeren die aan hun jongen.
De lange en zware staart van de kangoeroe fungeert als een gigantische poot. Zo houden ze zich in evenwicht als ze huppen. Kangoeroebaby's zijn bij hun geboorte zo klein als een pinda.
Uilen die in bosrijke gebieden leven, zoals de bosuil, hebben korte, brede en ronde vleugels waarmee ze tussen de smalle ruimtes van bomen door kunnen vliegen. Hun donzige verenkleed dempt het geluid van hun vleugelslagen. Ze duiken daardoor geruisloos op hun prooi af met hun scherpe klauwen.
Grootoorvleermuizen maken hoge piepgeluiden. Ze gebruiken hun oren om de echo's die tegen nabijgelegen objecten terugkaatsen op te pikken. Zo weten ze waar ze zijn en kunnen ze 's nachts door de bomen vliegen op zoek naar insecten om te eten.
De slaapmuis overleeft de koude wintermaanden door een winterslaap te houden. Al zijn functies vertragen en hij leeft van de lichaamsvetten die hij in de herfst heeft opgebouwd.
