We zijn nu al iets
meer dan een week in Mannheim en nu wordt het wel tijd om iets meer tekst op
mijn blog te plaatsen. Zoals sommigen opmerkten, was de vorige post die met
de meest schattige dochter ter wereld minder scherp dan de voorgaande. Dat
komt door de nieuwe IK. Ik had me voorgenomen om de sarcastische, cynische
Stefan in België achter te laten en het leven in Duitsland door een positieve
bril te bekijken. Daarom was de commentaar ook in cursief gedrukt, als teken
van mijn mentale zuivering, mijn catharsis als het ware.
Maar,
Op die week tijd ben ik al twee keer langs moeten gaan in K7,
in vorige post aangeduid als het Huis Waar Men Gek Wordt. De regering van Baden-Württemberg
heeft het probleem van ongemotiveerde en onvriendelijke ambtenaren nog steeds
niet aangepakt, dit ondanks het herhaaldelijk invullen van klachtenbrieven van
mijnentwege. Deze keer moest ik ons laten registreren in de stad Mannheim.
Daarna vroeg ik of ik nu in aanmerking kwam voor een gratis parkeerplaats in
onze straat. Dat kon, zei de vrouw met het zwart en roze kapsel, maar dan moest
ik eerst mijn Belgische nummerplaten inleveren zodat ik van die Duitse in de
plaats kreeg. Een beetje overweldigd keerde ik terug naar ons appartement waar
ik begon te twijfelen. Zou ik afstand kunnen nemen van mijn nummerplaat met
beginletters TTE, eentje die vele mensen herkennen en onthouden door zijn
unieke lettercombinatie? (Voor de kinderen onder de lezers, TTE staat voor
TaarTEn) En wat krijg ik in de plaats? Alle nummerplaten hier starten met MA,
dus zou ik toch graag de nummerplaat hebben die begint met MA MMEN, kwestie van
in de sfeer te blijven (Kindjes, Mammen is het Duitse woord voor mattentaarten).
Achteraf bleek het veel eenvoudiger te gaan aangezien we hier maar voor drie
maanden blijven. Ik kon mijn oude nummerplaat houden, maar moest toch nog eens
terug naar K7. In deel drie van mijn queeste kwam ik bij de oudste en meest gevreesde
ambtenaar van al terecht, de mevrouw van loket 1. Haar kwaadheidslevel stond op
maximum, aangezien het maandagochtend was, ze geen parkeerplaats gevonden had
voor haar bezem, haar kat overreden was door de draak van haar buur en het net
die tijd van de maand was, net zoals bij alle andere vrouwelijke wezens van haar
kolonie. Ze vertelde me dat ik een formulier nodig had dat aantoonde dat we werkelijk
maar drie maanden gingen blijven. Na lang aandringen ging ze het toch nog eens
checken bij haar collega ,die met de glazen bol. Ze moestme toch gelijk geven en op 10 minuten was
alles in orde. Ik nam afscheid met volgende woorden: Ich tanke sie für ihnen geduld!
Oh yeah, sarcasme in het Duits, ik begin me hier toch een
beetje thuis te voelen.
In mijn eerste blog tijdens ons lang verblijf laat ik Margot haar favoriete plaatsjes op ons appartement voorstellen.
Er zitten eendjes op de badkamer die regelmatig gevoederd moeten worden en ook af en toe een badje moeten krijgen.
Er is ook speelgoed meegekomen van thuis. Zo kan ik ook hier met mijn favoriete blokken spelen.
Mama en papa hebben ook een bed dat heel zacht is, perfect voor mijn para-commando-oefeningen.
En na al dat harde werk moet ik ook regelmatig gevoederd worden. Koeken, boterhammen, yogurtjes, patatten, speel ik hier allemaal vlot naar binnen. (Noot van mama: heeeel vlot).
Vandaag heb ik het systeem van straten ontcijferd. De
binnenstad is opgedeeld in twee stukken door middel van een verticale lijn (=
de Breite Strasse). In het linkse deel onderaan begint men aan de rechterkant
(= naast die brede straat) met blok A1. Links daarnaast is blok A2 en dan A3,
en zo verder. De blok boven A1 is B1, daarboven C1, . Zo gaan we naar de
rivier de Neckar tot blokkenrij K. De letter I gebruikt men om één of andere
reden niet, waarschijnlijk omdat het dan te eenvoudig wordt. In het rechterdeel
beginnen we nu aan de linkerkant (= opnieuw naast de Breite Strasse) met blok L1.
En nu tellen we van links naar rechts. Allemaal logisch dus, maar ik ben blij
dat ik geen dyscalculie heb.
Vandaag zijn we eens gaan kijken naar ons appartement en de
crèche waar onze dochter Margot de plak zal zwaaien. Alles zag er in orde uit
en de mensen van het Welcome Centre waren heel behulpzaam. Op het einde van ons
gesprek vraagt één van hen of we al een milieusticker hebben, aangezien dat in
vele Duitse steden waaronder Mannheim verplicht is. Ze stelde voor dat ik toch
nog snel naar de betreffende dienst trok zodat we geen boete hadden. Het begin
van een calvarietocht. Neem het van mij aan, bureaucratie is een Duits woord.
Dankzij mijn nieuw verworven inzicht had ik de
bevolkingsdienst in blok K7 snel gevonden. 20 loketten met gemotiveerde
ambtenaren die nog liever kartoffeln uit
hun neus vissen dan te helpen. Je kan er voor alles terecht, behalve voor een Umweltplakette für Auslander. De
vleesberg (vermoedelijk vrouwelijk) aan wiens bureau ik terecht kwam wist me te
zeggen dat ik naar de toef moest.
Aangezien ik haar aankeek alsof ik het in Keulen hoorde donderen, deed ze de
moeite om het nog eens te herhalen: Sie müssen nach den toef gehen! In een vlaag van wanhoop wrikte ze zich uit haar stoel,
slofte naar een kast en haalde er met zucht een telefoonboek uit. Daarin toonde
ze het adres van de TÜV, in de
Dudenstrasse, inderdaad, achter het kerkhof. Een bus en wandeltocht van 30 om
aan te komen in het verkeerde gebouw. Gelukkig was er nu wel een vriendelijke
medewerker die me het juiste adres gaf. Vijf minuten later kwam ik eindelijk
bij de juiste TÜV, te vergelijken met de autokeuring bij ons. De medewerker
daar was ook heel vriendelijk, maar had blijkbaar nog nooit van het merk
Peugeot gehoord. Niet verwonderlijk in een stad waar vooral witte Audis en
BMWs rondrijden. Waarschijnlijk iets goedkoper dan een gekleurde versie.
Op de terugweg leerde ik een ander deel van Mannheim kennen.
De binnenstad deed me gisteren denken aan meer zuiderse steden, maar blijkbaar hebben
ze het Oostblok naar het deel boven de Neckar geïmporteerd. De ene woonkazerne
na de andere, de ingang aangegeven met telkens een nieuwe bedelaar. De mensen
zagen onmiddellijk dat ik een buitenlander was, niet alleen wegens het
ontbreken van een snor en nektapijt (Maaskantjeuh!), maar ook was ik niet in
orde met de dresscode van vette broek, kapotte t-shirt en 3 literfles sangria. De
weg vinden was niet eenvoudig, want hier maken ze gebruik van straatnamen.
Gelukkig kwam ik Chris Dusauchoit tegen die op weg was naar een of ander
weeshuis. Dankzij zijn aanwijzingen bereikte ik weer veilig het hotel.
Aangezien we in september voor drie maanden naar Duitsland
verhuizen, zijn Ellen en ik voor een paar dagen naar de stad Mannheim getrokken.
Ellen om er te werkenen ik om eens kennis te maken met de Quadratestadt.
Mannheim dankt deze bijnaam aan het feit dat de binnenstad is opgebouwd in
een schaakbordpatroon. Straatnamen komen er bijna niet voor, alles is volgens
een bepaald systeem genummerd. Welk systeem? Dat is voor mij nog een raadsel. Ik
ben dan ook niet gekend om mijn oriëntatievermogen.
Albert Speer, architect van Adolf Hitler en nazi-kopstuk, was uit
Mannheim afkomstig en speciaal om hem te tergen is er tijdens de wederopbouw na
WO II met de klak naar gesmeten heeft. Zowel de modernisten als de nostalgici
hadden een eigen voorstel en ze hebben dat allemaal op een hoop gesmeten
waardoor barokke gebouwen afgewisseld worden door moderne torens.
De binnenstad wordt gedomineerd door een groot kasteel, dat één venster
meer heeft dan Versailles! Wees maar zeker dat ze er trots op zijn. Verder is
er nog een centrale winkelstraat waar alle gekend ketens aanwezig zijn. Overal
zijn er kleine broodjeszaken en in elke straat vind je typisch Duitse
specialiteiten zoals sushi, tandoori en durüm. Door dit allesdoet de stad me denken aan Gent. Bovendien
ligt ook Mannheim aan de samenvloeiing van twee rivieren (Neckar en Rijn),
organiseert de stad gratis optredens (morgen: Ricky Martin, jawel!) en versta
ik gien kluuten van het dialect. Want blijkbaar is mijn Duits zo
slecht dat men denkt dat ik een Amerikaan ben (mister The Clarck?). Gelukkig
hebben de mensen hier veel geduld en als het niet lukt in het Duits, schakelen
ze snel over naar het Engels. Mijn Jean-Marie Pfaff Duits is dus geen probleem,
of ze mijn Milan Jovanovic Engels verstaan, thats an other pair of sleeves!