Zoals de meesten wel weten, is het gedichtendag. Wel, ik had een gedichtje van het internet kunnen halen, hier kunnen posten en mijn mening geven. Maar ik wou een gedicht met een échte betekenis voor mezelf. In mijn jonge tijd was ik namelijk stapelzot van mijn kabouterboek dat ik gekregen had van mijn tante. "365 kabouterverhaaltjes" had een enorme indruk op mij, ik leefde mee met die kaboutertjes. Telkens als ik een verhaaltje las, bevond ik mij ook in hun wereld, als persoon tussen de kaboutertjes. Het doet goed om dit boek nog eens open te doen, het is nu zo'n 5 jaar geleden dat ik het nog open heb gedaan, maar ik herinner me het als de dag van nu. In het boek is er voor elke dag een verhaaltje of een gedichtje neergeschreven, hierbij een gedichtje:
Een poes en twee kaboutertjes (8 februari):
Arme Lekka, arme Gootje is dat even pech! Nu zit daar een grote kater en die gaat niet uit de weg.
Dinges kijkt met grote ogen, dit heeft hij nog nooit gezien. Kijk, die ene heeft bewogen, kan die praten ook, misschien?
Uit 356 kabouterverhaaltjes, p. 34
Geweldig toch? Hoe je als kind je hier in kan opleven (en ik nog steeds)! Maar voor morgen voor te dragen zal ik maar een iets minder nostalgisch, simplistisch gedichtje zoeken, zeker... ;)