Mensen met dementie in de "verdwaalde fase" doorleven hun ziekteproces vaak op heel verschillende manieren. Allemaal kennen ze angst en onzekerheid. Maar voor sommigen lijkt de ziekte zwaarder te wegen dan voor anderen. Zoals één van de dames bij ons in het woonzorgcentrum, die altijd maar tracht om datgene wat haar overkomt op een rijtje te krijgen. Heel de godganse dag probeert ze nadenkend de flarden herinnering die nog huizen in haar geheugen tot een geheel bij elkaar te puzzelen. Wat haar niet meer lukt. Wat zou het fijn zijn, denk ik dan, om eventjes rust te kunnen brengen in dat zware hoofd. Anderen lijken dan weer meer door het leven te dansen. Zoals Bieke. Als er geen speciale activiteiten zijn, wandelt ze meestal samen met haar zus in een strak tempo op en neer door de gangen. Dan stappen ze vrolijk één van de woonkamers binnen, gaan even aan tafel zitten of nestelen zich in een zetel, en bijna meteen al staan ze weer recht en hop, zijn ze weer weg. De zus zegt bijna niks, maar Bieke tatert honderduit. Ze laat er geen twijfel over bestaan dat ze erg gehecht is aan haar zuster. "Ja maar, gij zijt echt 'n een schat hoor!" zegt ze vaak,terwijl ze liefkozend over diens schouder streelt. Dan wendt ze zich naar iemand van ons: "Ja, dat is echt waar! Zó een schat dat dat is! Echt, het is zó'n lieveke hé!" Dan kijken ze elkaar glimlachend aan. En de zus straalt. De hartelijke opmerkingen betreffen niet alleen haar zusje. Ook bij andere mensen drukt ze zich al eens zo waarderend uit. Zoals laatst bij Maria. Maria is de laatste tijd erg achteruit gegaan. Was ze een half jaar geleden nog met alles mee, nu zit ze meestal stilletjes in haar stoel. In het voorbijgaan valt het oog van Bieke op de krullen van Maria. Ze houdt haar pas in, laat de hand van haar zus los, gaat achter Maria staan en legt teder de handen om haar hoofd. Dan laat ze zachtjes de haren tussen haar vingers door glijden. "Zie eens, zo'n schoon haar! Schoon krullekes hebde gij hé!" en als ze mij in het vizier krijgt: "Ja maar zij hier, dat is een schat hoor! En zulke schone krullen dat ze heeft." En terwijl ze zich weer naar Maria keert: "Ja hé, gij zijt echt een lieveke zenne!" En Maria glimt onder die warme aandacht. Bieke zit al in een ernstige fase van dementie. Veel zinnige gesprekken zijn met haar niet te voeren. De naam van haar geliefde zus kent ze niet meer: ze noemt haar steevast bij een andere naam. Van één van haar andere zussen, want ze waren thuis met velen. Bieke kan erg furieus worden als iemand haar te na komt of met een te harde stem tegen haar praat. Bieke heeft al veel vermogens verloren. Maar desondanks tovert ze soms een blije, trotse glimlach op het gezicht van haar lotgenoten. Een lieve schat is ze dan! Echt een engel. Een engel met dementie.
|