Van "ons" woonzorgcentrum zijn er op dit moment een aantal bewoners met vakantie. Drie begeleiders en enkele studenten zijn met twaalf demente bewoners naar een bungalowpark in Nederland getrokken. Eén van die "studenten" ben ik: de bedoeling is dat ik me daar een deel van de tijd mee dienstbaar zal maken om onze mensen een reuze vakantie te bezorgen. Voor mezelf wellicht een onvergetelijke ervaring. Gisteren heb ik de caravan mee gevolgd, onze auto volgeladen met materiaal. Heb die eerste onrustige uren in de twee gehuurde bungalows mee helpen overleven. Uren waarin de auto's moesten worden uitgeladen, een plaatsje gezocht voor het vele materiaal, de bedden gedekt, koffers leeggemaakt en bovendien onze mensen gerust gesteld en wat bezig gehouden. In het begin waren de bewoners erg onwennig met de situatie, en de meesten wilden naar huis. Zaak was dan om goed op hen te letten. Twee van onze dametjes liepen op een ogenblik rond, zusterlijk arm in arm op zoek naar de uitgang. Vast besloten om de weg naar huis te voet aan te vatten. In hetzelfde bungalowpark was net ook een groep bewoners van een naburig woonzorgcentrum neergestreken. Ook daar kenden ze dezelfde ik-wil-naar-huis-onrust. Op het asfaltweggetje van het park bewoog één van hun mensen zich langzaam voort in haar rolstoel, onder toeziend oog van haar verzorgers. Als je haar kruiste vroeg ze telkens: "Madame, weet gij wanneer de bus komt? Ik moet met de bus naar Antwerpen!" Josje van onze groep klampte zich, zoals ze vaak doet in onwennige situaties, stevig vast aan het geloof van haar kindertijd. Ze had het de hele tijd over het "Kinneke Jezus", dat haar in deze situatie vast zou komen helpen. Hij zou ervoor zorgen dat ze op tijd op het toilet geraakte, dat ze de weg terug zou vinden, dat ze naar huis zou kunnen gaan. Als ze aanvoelde dat iemand er een beetje lacherig over deed, voer ze fel uit en verdedigde haar Heiland met alles wat ze in zich had. Tijdens een ommetje dat ik met haar en een ander dametje liep, vertelde ze de hele tijd over haar "Kinneke Jezus". " Ja," pleitte ze vurig "het Kinneke Jezus hé, dat is 'n een hele brave mens, dat is..., dat is.... 'n een héle chrístelijke mens!"
De onrust bij de mensen is niet blijven duren. Diezelfde avond zaten we in een grote samenhorige groep lang en gezellig te tafelen en leken ze het best naar hun zin te hebben. Want nabijheid, erbij horen, deel uitmaken van de groep, daar blijken deze mensen nog zo verbazend gevoelig voor!
|