"Mama, ik heb een probleem. Mijn fiets is gepikt!" Héél vroeg zondagochtend kreeg ik dit telefoontje van Middelste Zoon. Met het verzoek om hem aub te komen ophalen. Middelste Zoon was zaterdagavond uit gegaan met enkele vrienden. Met de fiets waren ze naar de fuifplek gereden. En op het moment dat hij weer terug naar huis wou, bleek zijn fiets dus verdwenen te zijn. Of hij hem wel behoorlijk op slot had gezet? Eeh..., hij had daar in de loop van de avond nog over getwijfeld. Had even zijn zakken na gezocht, zijn sleuteltje niet gevonden en was toen nog speciaal gaan kijken naar zijn fiets. Op dat moment stond die op slot. Maar enkele uren later was de fiets foetsie, en ook zijn sleuteltje had hij niet meer. Diep ouderlijk gezucht... En een heleboel ouderlijk gepreek over nonchalance, over fietsen die horen vastgelegd te worden met een extra kabelslot, zeker op zulke gelegenheden en dit soort plekken. En waarom hij die niet bij had? En of zijn vrienden niet zo'n kabeltje hadden gehad om de fietsen aan elkaar vast te maken. Ook Dochter en Oudste Zoon mengden zich in de reacties. Dochter benadrukte het belang van altijd zorgvuldig vastleggen van het stalen ros. Oudste Zoon vond, in een hoogoplopende discussie, dat het toch kon gebeuren dat je dat al eens een keer vergat. Kortom, het verlies van het vehikel zorgde voor een heleboel commotie. Nog niet eens het meest door de ontriefde eigenaar. Die wist zichzelf zonder weerstand verantwoordelijk voor het voorval, en accepteerde gelaten dat hij uit eigen zak voor vervanging moest zorgen. Of zich uit de slag trekken met een oude damesfiets, die nu nog met gebroken wielspaken in de garage stond. Jongste had bij alle gesprekken stil geluisterd en gezwegen. Eén keer vluchtte hij naar de living, met de handen voor de oren, omdat een discussie zijn tolerantiedrempel, wat geluid betreft, oversteeg. Pas enkele dagen later, toen de storm rond de gestolen fiets wat was gaan liggen, gaf hij zijn visie op het gebeurde. "Misschien" vond hij "wou Broer zo heel graag naar dat feestje, en wilde hij zo vlug binnen zijn, dat hij vergat zijn fiets op slot te zetten. Dat kan toch hé? En als je dat dan één keertje vergeet, en net die éne keer wordt je fiets gestolen, dan heb je toch wel heel veel pech! Broer heeft toch veel pech gehad!" Ik moest erom glimlachen. Onze kleinste, maar soms de meest wijze.
"Als iedereen eens met de handen van andermans spullen af zou blijven!" had Echtgenoot nog eens gezucht. Want het verlies van die fiets, van een prima kwaliteit, en nog niet lang geleden helemaal weer in orde gezet, kwam toch hard aan. Toen ik gisteren na mijn lesdag, de weg van de bushalte naar huis te voet aflegde, want Middelste Zoon was met mijn fiets naar school, moest ik er aan denken. Hoeveel mooier de wereld zou zijn als inderdaad iedereen te vertrouwen zou zijn en niemand zou nemen wat niet van hem is. Als fietsen en huizen en auto's niet op slot zouden hoeven...!
|