Zij vraagt telkens bevestiging. Zo onzeker als ze is over wat en hoe het moet. "Moet ik dit hier neerleggen?" "Mag ik hier gaan zitten?" "Mag ik hier mijn neus mee afvegen?"
Zij, een lange gestalte, kaarsrecht. Lange oorbellen sieren haar oren. Ze loopt eindeloos haar stramme mars door de gangen, met lege blik. "Ze was vroeger een fotomodel." weet de begeleidster.
Hij zit aan tafel. "Even wachten of hij zelf begint te eten!" draagt de begeleidster mij op. "Je mag hem voeren als het niet lukt. Soms weet hij niet meer hoe het moet." Deze keer lukt het hem vrij goed. Als hij klaar is met eten staat hij op, zijn blik zoekt traag de mijne. "Mama, gaan we nu naar huis?" vraagt hij dan.
Zij ziet het leven langs de zonnige kant. Giechelt en gibbert de hele tijd. Aan haar mond zijn nog wat etensresten, ik veeg ze af met een vochtig servet. "Stoeme kop..." giechelt ze "hi, hi, hi....!"
Zij vertelt wenend dat de dokter heeft gezegd dat ze wat meer moet stappen, dat beweging goed is voor haar zere knie. "En ben je daar zo verdrietig van?" vraag ik. Neen, eigenlijk vindt ze, dat het wel waar is, dat de dokter gelijk heeft. Een poosje later begint ze weer te wenen, ik begin te vermoeden dat ze altijd weent als iemand haar aanspreekt. "Mijn knie, zie nu eens, mijn knie....!"
Toen Ma terminaal ziek was, werd er bij een onderzoek "iets" in haar hersenen gevonden. Dit was voor haar de ergste nachtmerrie, ondanks wat ze allemaal al geleden had: dat ze nu ook nog haar verstand zou verliezen. Natuurlijk hoopten we voor haar dat dit niet zou gebeuren. "Maar" zei ik haar, toen we erover spraken "van één ding mag je zeker zijn. Als het gebeurt, dan zullen we jou steeds in je waarde blijven zien. Dan zullen we je altijd met veel respect en waardigheid blijven behandelen. Daar mag je gerust in zijn!" Bij Ma is het zover niet gekomen. Zij had hooguit een paar verwarde dagen, waarschijnlijk als gevolg van de medicatie. Maar nu moet ik er weer aan denken. Nu, tussen deze stoet van mensen met hun aangetast, verbrokkeld brein. Voor hen wil ik die belofte aan mijn moeder doortrekken: "Jullie mogen gerust zijn, ik wil jullie steeds in jullie waarde blijven zien. Ik zal jullie met veel respect tegemoet treden!"
|