Twee keer heb ik ermee in mijn handen gestaan. Twee keer heb ik het om en om gedraaid, de info op de doos gelezen, getwijfeld. Het zag er ook zo mooi uit, die variant op het Monopolyspel: Monopoly City. Ik weet hoe blij Jongste daar mee zou zijn. Hoe mooi hij die 3D gebouwtjes zou vinden, hoe zijn ogen zouden glanzen, hoe gretig en meteen hij het spel zou willen spelen. Maar dan hoor ik het hem weer zeggen, zoals al enkele keren de laatste week. "Wij hebben een hele stapel gezelschapsspellen," moppert hij dan gefrustreerd "maar wat heb ik daar nu aan? Niemand wil ze met mij spelen!" En hij heeft gelijk. Laatst zag ik nog hoe hij zijn Strategospel had opgesteld. En dan het hele huis en alle kamers doorliep om aan elk van zijn huisgenoten te vragen om het met hem te spelen. "Alstublieft?" Maar niemand die tijd of zin had. Het spel werd ongespeeld weer weggeborgen. Een andere keer kwam hij met de doos Trivial Persuit aandragen. Liet zich niet meteen uit het lood slaan en vuurde de spelvragen af aan zijn broers en zijn papa, die af en toe verstrooid hun blik van het scherm haalden om de vraag te beantwoorden. Heel soms wil Oudste Zoon zich nog wel eens aan een spelletje wagen met zijn jongste broer. Maar verder schijnt niemand in huis zich geroepen te voelen. Ikzelf heel, héél soms. Uit medelijden met Jongste. Maar echt graag heb ik dat nooit gedaan, gezelschapsspelletjes spelen. Alleen Jongste: die houdt niet van tekenen en knutselen, om nog maar te zwijgen van kleuren. Maar gezelschapsspellen vindt hij leuk. Daarom dus dat ik het bewuste Monopolyspel twee keer twijfelend in mijn handen hield. En twee keer heb ik het terug in het rek gezet. Met spijt. Maar het zou inderdaad de stapel maar weer hoger maken. Om na misschien één keer niet meer gespeeld te worden. Toch wringt het schuldgevoel. "Wat wil je nu dat hij minder TV kijkt, of computer speelt, als je je niet wil engageren om eens met hem te spelen?" hoont een kijvend stemmetje. Ik ben net weer naar de speelgoedwinkel geweest. Ben het Monopolyspel voorbij gelopen. Maar ik heb intens gezocht. Naar gezelschapsspelletjes waarvan ik vermoed dat ik ze ook een beetje graag zal spelen. In kleine doosjes, die de stapel niet erg vergroten. Met wat info over hoe lang ongeveer zo één spelletje duurt, liefst niet lang. Ik heb er twee gekozen. Het hoort vast weer bij die gevaarlijke "goede voornemens". Maar toch, laat dit dan het echte eindejaarscadeautje zijn aan onze jongste zoon: enkele keren per week samen met hem een gezelschapsspelletje spelen.
|