Jongste, ons kind dus met een autisme spectrum stoornis, leert trompet spelen op de muziekschool. En thuis moet er geoefend worden. Hier over de bijzondere manier waarop hij omgaat met de afspraken rond de oefentijd:
Naast mij is Jongste net klaar met het oefenen op zijn trompet. Elke dag wordt hij verondersteld dat een twintigtal minuten te doen. Om die tijd bij te houden gebruikt hij een chronometer. En oefenen is oefenen. Wisselen van boek is bijvoorbeeld niet oefenen. Eventjes iets vertellen ook niet. Dus zet hij telkens de chronometer weer aan als hij aan een oefenblad begint en weer uit als hij even niet speelt. Heel soms vergeet hij de meter weer te laten lopen terwijl hij aan het spelen is. Oeps, dat is dan een probleem. Ofwel probeert hij dan te schatten hoe lang het stukje heeft geduurd, en telt die tijd erbij. Ofwel zingt hij het muziekstukje, terwijl hij de meter verder laat lopen, zodat de tijd die de chronometer aanduidt weer juist is. Hij zou die oefening nog een keer op zijn trompet kunnen spelen natuurlijk, maar dan moet hij berekenen hoeveel tijd het stukje duurt en die tijd er weer bijtellen. Zingen is dus minder ingewikkeld. Na tien minuten oefenen neemt hij altijd een korte pauze. Dan zet hij de keukenwekker op vijf minuten. En staat er na die vijf minuten gewoonlijk trouw weer terug. Net zoals de meeste kinderen, vindt hij het niet altijd even leuk om te moeten oefenen. Hij probeert er weleens onderuit te komen. Door te marchanderen over de oefentijd bijvoorbeeld. Maar nog geen enkele keer heb ik hem erop betrapt dat hij de chronometer stiekem laat verder lopen als ik even niet oplet. En als hij klaagt dat hij te moe is, hou ik daar rekening mee, want dan wéét ik dat hij zich werkelijk erg moe voelt. Dan hoeft hij een keertje niet of niet zo lang. Soms is het wel grappig, dat minitieus bijhouden van de tijd. Dan klinkt het bijvoorbeeld: "Mama, ik heb nu negen minuten, vijfendertig seconden en drieënvijftig honderdsten gespeeld. Is het goed als ik nu al een pauze neem?" Of zoals daarnet. Al zijn oefeningetjes waren klaar, maar hij had nog nét de twintig minuten niet bereikt. "Mag dit tellen voor twintig minuten?" vroeg hij toen "Ik kom zeven seconden en dertig hondersten tekort!"
|