Ik ben van de week, op een avond, uit mijn vel gesprongen. Tegenover Jongste. Nu, bij Jongste heb ik meestal veel geduld. Heb noodgedwongen geléérd om veel geduld te hebben. Omdat uitvliegen, hem onder druk zetten of hem al te nadrukkelijk tot haast aansporen, meestal het omgekeerde effect heeft van wat ik wil bereiken. Maar héél soms, tja, dan gebeurt het. Zoals eergisterenavond dus. Ik moest ergens naartoe en Jongste moest nog wat werken voor notenleer en oefenen op zijn trompet. Bij dat laatste hou ik graag een oogje in het zeil. Of in dit geval een "oortje". Hij was op de computer bezig. Ik had met hem het uur afgesproken waarop hij zou beginnen te oefenen. Tien minuten op voorhand waarschuwde ik even dat dat moment er zat aan te komen. Op de afgesproken tijd riep ik hem. En jawel, hij stond direct op en kwam naar de keuken. Keek met verstoorde blik op de klok. "Oh, maar die klok staat drie minuten voor op die van de computer!" ontdekte hij. En voor ik antwoorden kon was hij weer weg. Om nog drie minuten voort te gaan met zijn spelletje. Ik zuchtte, maar zei er niets van. Juist is juist tenslotte. Drie minuten later was hij terug. Zonder trompet. "Ik moet eerst nog even plassen!" En daarna zijn handen wassen. Heel keurig. We waren zeker al vijf minuten verder. Of zes, of zeven.. Hij begon eraan. Na enkele noten moest hij dringend iets vertellen. "Ja, ja,.." antwoordde ik, kon mijn ongeduld nauwelijks in toom houden "Maar nu vlug voortdoen hé!" Hij speelde enkele stukjes. Tot op een moment, middenin zo'n stukje, zijn trompet plots stokte. "Hier staat een hoge fa! Die heb ik nog niet geleerd. Ik weet niet hoe dat moet." "Dan sla je dat stuk voorlopig maar over." Maar Jongste bleef nog een hele poos staan dralen bij die fa. Keek na of die onspeelbare noot ook in het volgende stuk voorkwam. En had er weer heel wat bij te vertellen. "Jongen, doe nu gewoon verder. Je hebt nog maar enkele minuutjes gespeeld. Zo meteen moet ik weg en jij moet die Italiaanse woordjes nog leren. En het is bijna slaaptijd." Ik ging me omkleden. Na weer een minuut of twee was er weer geen instrument te horen. Jongste was even naar de badkamer om een vlekje op zijn tandvlees nader te bekijken. En een poosje later moest hij terug naar het toilet. Hij nam er zijn tijd voor. Letterlijk "op 't gemakske". De stoom was ondertussen al zowat uit mijn oren gekomen. Ik wachtte nog een poosje. En toen, ja, toen kwam de ontploffing. Ik trok de deur van de WC open en vroeg briesend of meneer er vandaag nog van plan was af te komen. En wanneer hij dan wel dacht zijn huiswerk af te werken. En voegde eraan toe dat alles keurig moest gebeuren. Dat het anders morgen een dagje zonder die verdomde computer zou worden. En ik zou niet meer kunnen helpen, ik moest nu weg... Zoon keek me aan met grote ogen. Er wisselden zich verschillende emoties in z'n blik: schrik, boosheid, maar ook een nieuwsgierig observeren. En toen hij er even tussen kon komen, zei hij met afgemeten stem: "Dat is héél onbeleefd, de WC-deur opendoen zonder te kloppen!"
Toen ik die avond terug kwam was alles gebeurd zoals het moest. Hij had zijn oefentijd vol gemaakt, de notenleeroefeningen afgewerkt en blijkbaar ook de woordjes geleerd. Dat zag ik aan de nog openliggende kaft. Echtgenoot vertelde gniffelend wat hij nog aan hem was komen vragen: "Papa, hoe lang ben jij met mama getrouwd?" "Tweeëntwintig jaar." antwoordde zijn vader. "Tweeëntwintig jaar!" had Jongste vol verbaasd ongeloof gereageerd "Hoe heb je dát kunnen volhouden?"
|