In mijn jonge jaren, toen ik nog geen kinderen had, fantaseerde ik er soms over hoe het zou zijn om er wel te hebben. En al ging mijn gedachtegang dan wel niet helemáál voorbij aan de realiteit, tenslotte was ikzelf de oudste van zeven en had ik mijn jongere broers en zussen mee groot zien worden, toch stelde ik het "moederschap" toch heel wat harmonieuzer en meer idyllisch voor dan de huidige werkelijkheid. Zo zag ik toen bijvoorbeeld in gedachten "mijn gezin" al samen zijn op een rustige, vrije zondagnamiddag: de kinderen zoet spelend aan onze voeten, met -natuurlijk- pedagogisch verantwoord speelgoed, en wij ons ontspannend verdiepend in eigen creatieve bezigheden. Dit fantasietje komt me ineens weer voor de geest als wij op een keer eens echt zo'n moment beleven: grote broer is naar de scouts en kleine broer speelt met zijn "duplo", waarmee hij bizarre grote "machienen" maakt, met langs alle kanten kraanarmen en schoppen en uitsteeksels. En natuurlijk met werkluimannetjes erop. Werkluimannetjes zijn die duplofiguurtjes die een witte pet op hebben. Moest grote broer er nu bij zijn, dan was er allang ruzie geweest om die schaarse "ventjes-met-witte-pet". Maar deze keer is dat dus niet het geval en zo besturen die mannetjes met z'n allen het ingenieuze ontwerp van kleine man. Zus speelt ook met figuurtjes, zij het dan op een totaal andere manier. Als zij geen fantasie- mensen of diertjes heeft, dan máákt ze er. Soms van heel onnozele dingetjes, als potloodjes of penselen of ander materiaal. Daar prutst ze dan rokjes of haartjes of gezichtjes aan en daar is ze dan minutenlang mee in de weer. Haar figuurtjes zijn geen werkers, zoals bij haar broer, maar echte "kletskousen", die ze de hele tijd met elkaar in gesprek laat zijn, met hoge namaakstemmetjes. Dan laat ze haar fantasie de vrije loop: het is haar héél eigen, rustige manier van zich ontspannen en uitleven. Ook op deze ruzievrije zondag dus. Als ik mijn man vertel dat het zó is dat ik het me eens had voorgesteld, heft hij zijn ogen ten hemel, verbluft door zulk een groot gebrek aan nuchtere realiteitszin. En de werkelijkheid is heel dikwijls ook héél anders. Zo zijn er van die dagen die wel één grote, doorlopende ruzie lijken te zijn. Kibbelen, bekvechten, stompen, huilen en gillen. Voor de onbenulligste kleinigheden. Ik denk dat er niets is dat ouderlijke haren nog meer ten berge kan doen rijzen dan die ruziemakerij. Iets anders dat me wel eens als een grote druk op de schouders ligt is de hele organisatie die er nodig is om alles wat voor schoolse en naschoolse ontwikkeling moet gebeuren ook in orde te krijgen. Elke dag met je kind een tiental minuten lezen is op zichzelf niet erg, met hem tien minuten tafels oefenen of zorgen dat hij ze oefent ook niet, en les overhoren ook niet, en er op letten dat je dochter haar notenleer niet vergeet, en huiswerken nakijken of helpen als 't moeilijk gaat, en taxi spelen naar de muziekschool, en een verhaaltje voorlezen dat zo goed is voor de onderlinge relatie en de ontwikkeling van het kind, en met kleine man naar het zwembad, en zorgen dat ze voldoende slapen, en dat ze toch een beetje behoorlijk eten, en er aan helpen denken dat ze hun zwemgerief niet vergeten of de boeken voor de bib, en de haren in een staart voor de turnles, en de centjes voor het drinken in de schooltas... en...en... . Al die dingen apart zijn helemaal niet moeilijk, maar dat allemáál durft wel eens wat veel zijn voor mama's ongestructureerde hersencomputertje. Ik heb dan ook een mateloze bewondering voor die mama's en papa's bij wie dat alles wel gesmeerd loopt, bij wiens kinderen de plakstift meteen weer vervangen wordt als die op is, die altijd met alles keurig op tijd zijn! Bij ons zal het altijd wel een ietwat wanordelijk boeltje blijven, zo denk ik, maar we doen ons best! En gelukkig zijn er toch die zalige, aandoenlijke, genietelijke ogenblikjes. Als grote broer zo heerlijk gezellig, en in grote samenhorigheid, de benen van kleine man als hoofdkussen gebruikt terwijl hij ligt TV te kijken. Of als hij in grote opwinding naar buiten loopt om ons, zeer ernstig en gewichtig, te vertellen wat hij net in het journaal heeft gehoord: "Papa, in 't nieuws zeggen ze dat de verbrandingsoven op 2 april weer open gaat!", of "'t Gaat niet goed met de voetbalploeg van Antwerpen, ze zullen het nog heel moeilijk krijgen. Die meneer van 't nieuws heeft het gezegd!" Of als zus op haar muziekinstrument aan 't oefenen is en ik gezeten op de tafelrand, haar meehelp om het juiste ritme te vinden. Kinderen hebben, moeder zijn: niet altijd zoals ik het had gedroomd... . Maar voor geen goud ter wereld zou ik het willen missen...!
Cursiefje voor de schoolkrant: Dochter was toen negen, Oudste Zoon acht en Middelste Zoon vijf en een half.
|