Midden vorige week. Jongste kwam in de deuropening staan om me iets mee te delen. "Mama, weet je? De zwarte weduwe is in het land!" Wat verstoord maakte ik me los van het computerscherm. "Wie is er in het land?" reageerde ik fronsend. "De zwarte weduwe. Die is nu in ons land!" "Eeh...bedoel je die soort spin?" "Ja, die is hier. In de provincie Antwerpen!" "In de provincie Antwerpen? Van waar heb je dat?" "Papa heeft het in de krant gelezen. Hij heeft het me laten zien." "Och, ik denk niet dat er daar zo veel van zijn hoor! Dat zal zo'n vaart wel niet lopen!" meende ik en verplaatste mijn blik weer naar wat ik bezig was. Jongste nam daar geen genoegen mee: "Ja halloho! Vergeten misschien dat wij in de provincie Antwerpen wonen?" "Och, maar die spinnen gaan zeker niet tot bij ons geraken!" maakte ik me ervan af, want ik wou eigenlijk niet gestoord worden. Even later stond hij er alweer. "Er gebeuren de laatste tijd veel slechte dingen in België, vind ik!" "Wat gebeurt er dan zoal?" vroeg ik, benieuwd naar wat hij nog meer mee droeg van het nieuws. "Ja, eerst ontnappen er een heleboel boeven uit de gevangenissen. En nu wordt ons land nog overspoeld door giftige spinnen!" Pas 's avonds werd het me duidelijk hoe groot de impact was van het bericht over die spinnensoort. Hij verzekerde er zich van of de luiken gesloten waren, of het vliegenraam er goed in zat. Hij kwam minstens nog twee keer uit zijn bed omdat hij de slaap niet kon vatten. "Ik durf niet slapen omdat ik bang ben van de zwarte weduwe!" "Wat is dat met die spinnen?" vroeg ik aan Echtgenoot. Hij legde me uit, dat die met containers mee gekomen waren uit Amerika, en nu in het Antwerpse waren aangetroffen. Dat ze hier misschien een dankbare biotoop zouden vinden om zich voort te planten. De dagen erna begon Jongste nog ontelbare keren over de zwarte weduwe. En op een ochtend zat hij met een treurig gezicht op de rand van ons bed, om vier uur. Omdat hij weeral niet slapen kon. Toen we zondag naar het familiefeest reden, koos ik in Mechelen de autostrade richting Brussel. "Oef!" zuchtte hij opgelucht, toen hij zag dat we de tegenovergestelde richting van Antwerpen uit reden "Nu rijden we weg van de zwarte weduwe hé!" Terloops hoorde ik vertellen dat het in de Kempen zou zijn dat de spin aangetroffen was. Zonder me verder te informeren vertelde ik dat aan Jongste, toen hij er weer over begon. "En de Kempen, waar is dat dan?" "Dat ligt ver van ons, meer in het Noorden. Tante Lia woont bijvoorbeeld in de Kempen. En moemoe en je trompetleraar..." "O..., dat zijn er dus drie "in gevaar"!" vond hij bezorgd. "Ja maar, er zijn er nog maar enkele gevonden hoor! Daar zijn er nog echt niet veel van! Zo veel gevaar lopen de mensen daar niet." Maar een dag of wat later: "Toch blij dat we niet in de Kempen wonen! Wie woonde daar nu alweer?" Eindelijk heb ik nu gedaan wat ik tot nu toe had verzuimd omtrent dit onderwerp: er zelf eens wat info over opzoeken. En wat blijkt? De zwarte weduwe komt ook voor in Antwerpen zelf. In de Zoo en op het Kiel. Oepsie, de volgende keer als hij het weer ter sprake brengt wordt het dus kiezen: de juiste info geven of hem in de waan laten dat het gevaar ver van huis is. Ik neem me voor om zo snel mogelijk met hem de info door te nemen: hoe vaak het dier al voorkomt, hoeveel er ongeveer van zijn, hoe je zo'n spin moet herkennen en hoe ernstig zo een beet eigenlijk is. Gelukkig lijkt ondertussen de angst van Jongste voor het spinnig gespuis wat afgenomen.
Vanmorgen, in de "Gazet van Antwerpen" een hele bladzijde over giftige spinnen. Jongste en ik hebben er samen al naar gekeken. En ineens staat hij weer in de deuropening als ik aan de computer bezig ben: "Mama, weet je. De giftigste spin hé, de Braziliaanse zwerfspin, die kan bij ons niet eens overleven!" Oef!
|