Verdriet
En dan... klopt het verdriet aan je deur.
Niet welkom en niet verdiend.
Het klopt, maar je hoort het niet, ziet het niet. Je wil niet luisteren, niet kijken.
Je barricadeert de deur, houdt je ogen stijf dicht, stopt je vingers in de oren.
Maar het verdriet klopt en bonkt en beukt.
En dan plotseling, schijnbaar onvermoed, breekt het door, overspoelt en overmant je...
Wat ook kan:
zijn komst verwachten, de deur openen voor het verdriet. Het uitnodigen aan je tafel, het in de ogen kijken. Luisteren. Het erkennen, het doorvoelen.
Verdriet doet dan nog zeer, héél zeer. De wezenskern van verdriet is pijn.
Maar zo verplettert, verstikt, verwoest en verbittert het
misschien minder. jb
|