Jongdementie
We wandelen samen in het park.
Wij, twee vrouwen, even oud of preciezer, zij, op de kop af, een half jaar jonger dan ik.
Allebei zijn we mama ook, en vorig jaar studeerden haar dochter en mijn zoon op hetzelfde moment af aan de hogeschool.
Allebei moeder, maar alleen ik heb weet van de kommer en vreugde die het hart bezwaart en vervult.
Zij, door de groeiende mazen in haar brein, heeft van alsmaar minder weet.
Zorg draagt ze niet meer, ze ís nu zorg.
En het niet meer kennen, weten, herkennen en beheersen, maakt haar vaak zo triest en boos.
Maar niet nu.
We wandelen samen en ze geniet. Wendt haar gelaat naar de zon, en een grasspriet, een bloem, het kleinste blad brengt haar bijna in een staat van extase.
Ze wijst en wijst, spreidt blij de armen: "Zie hoe schoon!" en "Kijk hoe dat blinkt..!" En ik zie het dan ook: hoe oud al de zomer, toch doet het zonlicht de bladeren glanzen.
We wandelen samen in het park,
zij beleeft de vreugde van de verwondering en ik verwondering om haar vreugde.
jb
|