Hoe ga je als kleuterleidster om met de verschillende feestdagen in de kleuterklas, rekening houdend met de verschillende religies?
21-04-2015
Interview met een leerkracht uit het Brusselse
Dit interview heb ik voorbereid door op voorhand vragen op te stellen, met de nadruk op diversiteit. Door hier de nadruk op te leggen, wilde ik vooral weten hoe ze in, zo een diverse culturele school, hiermee omgingen. Dat de verschillende feestdagen hierdoor mee aan bod kwamen was mooi meegenomen en lag mee in mijn interesse, doordat dit elk schooljaar opnieuw aan bod komt.
Voorbeeldvragen zijn: "Hoe werkt u aan diversiteit in de klas? Op welke manier wordt er met de ouders gecommuniceerd? Hoe wordt er omgegaan met anderstalige nieuwkomers? Op welke manier wordt er gecommuniceerd met kinderen die geen Nederlands begrijpen?"
Vooraleer we in de school waren,had ik geen hoge verwachtingen. De buurt zag
er erg kansarm uit, we zagen veel verlaten gebouwen met krakers in. Eenmaal we
binnen kwamen gingen mijn ogen open, de school zag er modern uit. Er waren veel
overeenkomsten met de scholen waar we hier, in Leuven, stage lopen. Bij de aankomst kregen we een uitgebreide rondleiding, waardoor er al veel vragen beantwoordt waren, en veel nieuwe vragen ontstonden.
Deze school is een totaal anderstalige, Katholieke school.
Ze bevindt zich recht over een krakerspand. De inrichting is modern, licht en
open. Het Sint-Pieterscollege wilt graag een thuishaven zijn voor iedereen. Dit
begint vanaf de crèche, bevindt zich bovenaan de school, tot aan het eerste
leerjaar. De school bestaat momenteel vier jaar, en wenst mee te groeien met
zijn/haar leerlingen.
Doordat er slecht één tot twee gezinnen over de gehele
school Nederlandstalig zijn, is er sprake van meertaligheid. De school gaat
hier mee om door buitenschoolse activiteiten te organiseren. De kinderen kunnen
dansen, crea, volgen. Om de Nederlandse taal te stimuleren kunnen de kinderen
gaan lezen bij Nederlandstalige gezinnen.In de vakanties wordt er opvang voorzien, die gepaard gaan met diverse,
thematische activiteiten. Dit is een onderdeel van brede school. Een thuishaven
willen zijn voor iedereen gaat verder dan deze opvang en organiseren van
buitenschoolse activiteiten. Om de kinderen thuis te stimuleren om te leren,
werd er een project opgestart. In het weekend worden er rugzakjes meegegeven om
te spelen, rond talenten. Dit gaat over rekenen, taal, motoriek, natuur en
knutselen. Dit gebeurt enkel tot het tweede leerjaar.
Anderstalige nieuwkomers vanaf het basisonderwijs, spenderen
het eerste jaar in de OKAN-(onthaal)klas. Dit is een klas waar de nadruk ligt
op de taalontwikkeling. Kinderen uit de gehele basisschool zitten hier samen in
één klas. Er wordt lesgegeven op het kind zijn/haar eigen tempo en niveau.
Nadat het kind hier een jaar doorgebracht heeft, sluit het terug aan bij
zijn/haar leeftijdsgenoten. Kleuters sluiten aan in hun klas, en leren de taal
spelenderwijs.
In de klassen wordt er aan diversiteit gewerkt door stil te
staan bij de verschillende origines en culturen. Bijvoorbeeld: Pasen brengt
vasten met zich mee, dit brengt vervolgens de Ramadan ter sprake. Samen met de
kleuters wordt er gezocht naar verschillen en gelijkenissen. In de klassen
wordt er steeds een halve dag een extra SES-leerkracht ingezet om het mee te
begeleiden van activiteiten.
Op de speelplaats wenst de school het leren door te trekken,
dit zouden ze doen door een spiegel, krijtbord, speelboot, fontein en
verkeersparcour te plaatsen. Op deze manier is het leren een continue proces.
Ook wordt er een ruimte voorzien om de ouders op te vangen. Hier kunnen de
ouders steeds terecht met problemen of om bij te praten, er zullen ook
begeleiders aanwezig zijn.Dit is een
deel van brede school waarnaar dit beleid streeft.
Het contact gebeurt schriftelijk. Deze briefjes bestaan uit
korte zinnen, samen met pictogrammen. De mondelinge communicatie met de ouders
verloopt in het Nederlands en Frans. De ouders hebben een eigen ruimte in de
school om te praten. Er is een oudercomité aanwezig in de school. De ouders
kunnen deelnamen aan diverse activiteiten om de school, georganiseerd door
Femma.
Wat ik hier vooral uit geleerd heb is om gesprekken open te trekken en niet enkel stil te staan bij de eigen, christelijke, godsdienst. Dat het ene gesprek kan overlopen in andere gesprekken over andere godsdiensten, en op die manier aansluit bij interesse en leefwereld van alle kleuters. Op die manier wordt er gewerkt aan diversiteit en de eigenheid van kleuters. Een tweede punt dat ik hieruit geleerd heb is dat het bijbrengen van leerstof, ook op godsdienstelijk vlak, op allerlei manieren kan gebeuren, ook buiten de klas. En dat kinderen niet onderschat mogen worden door hun origine of culturele achtergrond. Elke origine heeft zijn eigen invalshoek, maar sluit op de een of andere manier toch aan bij elkaar.
Bewijsmateriaal: aanwezigheid bij abc II - Brusseldag. Bron: leerkracht tweede kleuterklas: juf Jessika rondleiding: mevrouw Lore Arnauts