Dinsdag (21/07) namen we rustig een ontbijtje en gingen te voet richting ile de Fadiouth oftewel het schelpeneiland. Er loopt een lange, houten wandelbrug over het water tot op het eiland. Auto's zijn er niet welkom. Zelfs met ezel en kar stappen de inzittenden af om te voet over te steken. En de kar te dragen. (Oké, nee, dat was een mopje 😊)
Het is een klein dorpje met kerk en moskee, en in het centrum een grote baobab, waarvan de mensen geloven dat die hen geluk brengt. Ongeveer iedereen is er bezig met schelpen rapen/drogen/verkopen. Alle wegen zijn bezaaid met witte schelpjes. Bij laag tij komt het hele gebied rond het eiland droog te staan en gaan (ik denk vooral de dames) (en ook de varkentjes) op zoek naar schelpen. Dit eiland is nog met een andere brug verbonden aan een kleiner eiland. Dat is het kerkhof, het enige ter wereld waar zowel christenen als moslims begraven liggen. Het landschap is er heel mooi, met in de verte mangroven en houten 'paalhutten' waarin vroeger het graan in verzameld werd tegen brand.
Hierna vatten we de tocht aan naar de Baobab sacré, de grootste baobab van Senegal. Zeer stoffige rit over een vlak, savanne-achtig landschap, willekeurig bezaaid met baobabs en cocosnootbomen en hier en daar wat termietenheuvels. En daar stond hij dan. Onder de baobab zaten wat mannen in de schaduw, er lagen wat houten beeldjes te koop en in de boom was een klein gat. We kregen meteen een demonstratie van hoe precies door dat gat te kruipen. En, na wat wringen, floep erdoor, hoorden we al meteen veel bedrijvigheid boven ons hoofd. De baobab zat vol met vleermuizen! En wij stonden met onze teensletskes middenin de ... jawel, kaka. Het rook er nogal onfris en de insecten kropen zo langs de enkels omhoog. Dus floepten we maar vlug weer de boom uit. Er zouden vroeger nog rovers in geschuild hebben, ofzoiets.
's avonds zijn we dan nog eens over de brug van Fadiouth gewandeld, het water was toen bijna op zijn laagste punt. Mooi!
Woensdag (22/07) spullen gepakt en rond de middag richting Djiffer gebold, over een hobbelige zandweg met een volksmuziekje met (veel te) schelle stemmetjes op de achtergrond. Djiffer is een gek stukje land, heel smal. Met aan een kant de oceaan, en aan de andere kant mangroven en een rivier die hier uitmondt, dus ook water. We gingen naar Maurice, heeft daar enkele hutjes met een mooi zicht op het water. Van daaruit maakten we een (korte) strandwandeling, want groot is het niet. Alweer lagen er heel veel prauwen op strand en in het water. Het was er heel druk. Mensen waren zich aan het klaarmaken om te gaan vissen of kwamen net terug. Een vrouw die in de schaduw van een prauw zat met haar baby, riep me bij haar en vroeg me in wollof of ik haar kindje niet wilde. Euhmm?!
'S avonds was er nog een gek volksfeest: Le faux lion. Enkele mannen die gek gekleed zijn, waarvan één in een leeuw. De leeuw jutte eerst de hele straat op, zat achter de mensen aan en maakte iedereen een beetje bang. Dan was er een spektakel achter hekken waarvoor we 200 cfa of 30 cent moesten betalen. Dus dan deden we dat maar, uit curieuziteit. Er werd op djembé ' s gespeeld door een hele bende en gek gedanst door de leeuw en companen. Of er een verhaal achter zat was niet helemaal duidelijk, zo in het wollof. En op het einde werden we verdorie naar voren getrokken en moesten we meedansen!
Waarschijnlijk hebben ze allemaal eens goed gelachen! Maar wij ook, twas leuk 😊
|