Fragmenten uit de geschiedenis van de Gentse politie.
15-12-2010
Vraag en antwoord op een politie-internetforum.
Vraag en antwoord op een politie-internetforum.
Ik wil jullie
even laten meegenieten van vraag en antwoord tussen politie en burger op een
nieuw internet-forum.
Het thema was COMMUNITY POLICING".
Eén van de
burgers stelde de volgende vraag:
"Ik had
graag geweten hoe het mogelijk is dat politiebeambten voortdurend mensen pesten
en er nog ongestraft mee wegkomen ook nog?"
Door een waakzaam politieambtenaar werd er, met het nodige gevoel voor humor,
als volgt op geantwoord:
Beste
mevrouw,
Het is niet
altijd even gemakkelijk. In ons land hebben we op 10.000.000 inwoners bijna
40.000 politieagenten, wat neerkomt op 1 agent per 250 inwoners. Ongeveer
60% van deze agenten bevinden zich op patrouille, waar wij het merendeel van
onze pesterijen uitvoeren. Eén vijfde van die 60% is op dat moment van
dienst en beschikbaar om mensen te pesten. Dus, één agent is verantwoordelijk
voor het pesten van ongeveer 4.800 inwoners.
Wanneer we nu gaan kijken in de commerciële centra, de bedrijven en
toeristische omgevingen, betogingen en sportactiviteiten die hier bovenop ook
nog eens massa's volk aantrekken, dan kan het soms voorkomen dat je een
situatie hebt waarbij één enkele politieagent verantwoordelijk is voor het
pesten van 20.000 personen of zelfs meer per dag. Een dienst van bijvoorbeeld
10 uur heeft 36.000 seconden. Dit geeft één agent de tijd om in één seconde
ongeveer één persoon te pesten en drievierde van een seconde om een
boterhammetje te eten en snel iemand anders te vinden om te pesten. Dit is echt
geen eenvoudige opgave. De meeste politieagenten kunnen dit tempo niet
aan en zijn niet geneigd om dag in dag uit hier gevolg aan te geven. Aan
een dergelijk tempo zouden ze er al snel de brui aan geven.
Daarom gebruiken wij nu enkele materialen en handigheden om ons bij deze zware
taak van het pesten te ondersteunen. Deze zijn als volgt:
Telefoon:
Mensen telefoneren ons en confronteren ons met dingen die ons toelaten ons te
focussen op bepaalde personen die bijzondere pesterijen verdienen. "Mijn
buurman is zijn vrouw aan het afslaan", is onder andere één van de codes
die wij gebruiken. Een andere populaire oproep, vooral in het weekend, is:
"Wij kunnen niet slapen van het lawaai in het café hiernaast".
Dan gaan we er naar toe en gebruiken de speciale pestmiddelen.
Voertuigen:
We hebben speciaal opgeleide politieagenten om mensen die voertuigen besturen
te pesten. Zij houden ervan de bestuurders van snelle voertuigen te
pesten, boomcars van de straat te plukken, voertuigen zonder verzekering of
zonder inschrijving lastig te vallen, enzovoorts... Het is bijzonder plezierig
als je hen uit het verkeer kan halen enkel en alleen maar wanneer hij door een
rood verkeerslicht rijdt. Soms kan je er zelfs een schepje bovenop doen
om hen verder te pesten wanneer de bestuurder onder invloed van drugs is, drugs
bij zich heeft, dronken is, of om één of andere reden gezocht wordt.
Zij die zich aan
de controles onttrekken:
Sommige mensen slaan op de vlucht wanneer zij ook maar een glimp van een
politieagent opvangen. Niets geeft dergelijke voldoening dan wanneer je
achter hen aan kan gaan als een jachthond die zijn konijn geroken heeft. Je
krijgt er zelfs een blauw zwaailicht en een sirene voor. Als je er dan in
slaagt om hen te vangen, dan kan je hen urenlang pesten.
Codes:
Als er je dan even niets te binnenvalt hoe je iemand kan pesten, dan zijn er
nog de boeken vol met ideeën die je van naaldje tot draadje uitleggen hoe je
mensen verder kan pesten. Je hebt ondermeer de "wegcode",
"het strafwetboek", "de technische eisen",
"Koninklijke Besluiten", "politieverordeningen opgesteld door
het gemeentebestuur", "fiscaal recht", "handelsrecht",
en nog vele anderen... Zij leggen je allerlei mogelijkheden uit hoe je
werkelijk mensen ongestraft op de rooster kan leggen en door de mangel halen.
Nadat je deze wetgevingen gelezen hebt kan je even rondjes gaan rijden tot je
iemand ziet die met één van deze wetten in overtreding is en de pesterijen
kunnen beginnen.
Verleden week nog zag ik toevallig een jongeman een venster van een
personenauto stukslaan. Wel, in één van deze wetgevingen staat dat dit
verboden is. Dat maakt dat ik gemachtigd ben om hem te pesten. We
hebben met betrekking hiertot een aardig doordacht systeem ontwikkeld en het
werkt effectief.
Het lijkt erop dat ik een oneindig aantal mogelijkheden heb om mensen te
pesten. En... het belangrijkste is dat we er ongestraft mee wegkomen!
Waarom?
Wel, beste mevrouw, omdat u en de andere goede burgers belastingen betalen om
de straten voor hen veilig te houden. Wanneer u zich dus volgende keer in
mijn stad bevindt, geef me dan een vingerteken, wuif er even mee in mijn
richting. Dat is dan voor mij het signaal dat het uw wens is om u eens
van naderbij te bekijken. En misschien vind ik wel de mogelijkheid en een
reden om ditmaal u te pesten.
Met vriendelijke
groeten,
Een gemotiveerd
(of was het gefrustreerd, ik hou die twee woorden nooit uiteen)
politieambtenaar
Op 10 november overleed Erik Caspeele,
hoofdinspecteur bij de recherche van de Gentse politie.
Wij kenden Erik sinds zijn zeventiende. Hij was bevriend geweest met
mijn eigen kinderen en zij hadden samen met ons en zijn ouders een paar keren
vakantie gevierd.
Ik herinner mij nog levendig de tijd dat hij
bij de politie kwam. Aanvankelijk aarzelend die grote stap wagend. Hij was nu
eenmaal het type dat niet onbesuisd een beslissing nam die zijn verder leven
zou tekenen.
Hij trouwde en kreeg twee flinke dochters. En
Erik ontpopte zich als een lieve echtgenoot en vader. Hij deed zijn job met
hart en ziel en was voor zijn collegas een oprechte vriend. Naarmate wij ouder
werden verloren wij het nauwe contact wel, maar toch volgden wij elkaar van op
een zekere afstand. Wij kenden elkaars wel en wee, zeg maar.
En toen sloeg voor Erik het noodlot toe. Hij
werd zwaar ziek. Hij toonde zich enorm kranig, in zoverre dat wij echte
bewondering koesterden voor hem. Wij hadden de gewoonte om s vrijdags samen
met zijn moeder koffieklets te houden en Erik maakte er een erezaak van om, als
zijn behandeling het toeliet, daarop aanwezig te zijn.
En ik genoot van zijn gezelschap net zoals hij
zich goed voelde bij ons. Tussen twee vrijdagen in trachtte ik hem op te
monteren met een paar e-mailtjes met mooie
toeristische diareeksen.
Want Erik hield van de natuur en van reizen.
Kort voor hij ziek werd had hij nog de
Verenigde Staten en Zuid Afrika bezocht en hij liet ons genieten van de mooie
fotos die hij er gemaakt had.
In zijn laatste levensjaar groeide er opnieuw een wederzijds respect en vriendschap tussen ons waarvoor ik dankbaar ben. In mijn herinneringen blijft Erik leven als een goed mens, een goede politieman, maar vooral een goede vriend. En ook al is het stoffelijke van die vriend voorgoed verdwenen, zijn geest blijft zijn vrienden en familieleden inspireren om te leven zoals hij.