Fragmenten uit de geschiedenis van de Gentse politie.
16-04-2011
Julien Sturtewagen.
Julien
Sturtewagen.
5 juni 1968 was een zwarte dag voor de familie Sturtewagen,
het Gentse politiekorps, en de Belgische wielerbond. Een krantenbericht van de
volgende dag maakt ons een en ander duidelijk.
Woensdagvoormiddag omstreeks 9 uur voelde adjunct-politiecommissaris
Julien Sturtewagen zich onwel op het bestendig politiebureau, en vroeg aan een
collega om zijn wagen voor te brengen om naar een dokter te rijden. Plots zeeg
hij ineen aan zijn bureau en bleef op slag dood. Een hartaderbreuk had hem op
51-jarige leeftijd getroffen.
De heer Julien Sturtewagen was een voorbeeldig
politieofficier die bekend stond om zijn eenvoudige en joviale omgang met
iedereen. Hij trad in 1941 als politieagent in dienst te Gent en in 1949 werd
hij tot adjunct-politiecommissaris benoemd In de bijna 20 jaren was de heer
Sturtewagen een figuur geworden bij de politie en dan vooral bij grote
manifestaties. In de sportwereld is hij zeker geen onbekende. Zelf heeft hij aan talrijke proeven op
toeristisch gebied deelgenomen, zelfs met zijn oudste zonen, want hij telt 5
kinderen.
Hij was afgevaardigde voor Oost Vlaanderen van de
Belgische Wielrijdersbond, voorzitter van de Wieler- en toeristenbond der
Gentse politie, nationaal voorzitter van het Komitee van bekwaamheidsproeven
voor jonge fietsers en nationaal secretaris van de Cyclobalkommissie
Zijn familie zal aan hem veel verliezen, maar de
wielersport en vooral de toeristische wielersport niet minder.
Aan de achtbare familie bieden wij ons christelijk
rouwbeklag aan.
De dood van Julien Sturtewagen werd door zijn kollegas en
ondergeschikten, door zijn vrienden en kennissen en door al wie van ver of
nabij met hem te maken had op ongeloof
onthaald. Een sportman die steeds bereid gevonden werd om het beste van zijn
kunnen te geven kon niet zomaar in één klap van het toneel verdwenen zijn. Maar
de werkelijkheid verdrong dat ongeloof.
Zijn nagedachtenis bleef evenwel verder bestaan in de Gentse
Politie Wieler- en Toeristenclub waarvan hij de medeoprichter en eerste voorzitter
was en bij de Belgische Wielrijdersbond, afdeling Oost Vlaanderen, waar vandaag
de dag nog steeds de trofee Julien Sturtewagen wordt uitgereikt aan de
wielerclub met het grootste aantal Provinciale Laureaten.
Klaar voor de start van één van de vele toeristische ritten waaraan hij deelnam.
Foto uit 1947 van de jonge agent J.Sturtewagen.
Klaar voor de begeleiding van één van de vele wielerwedstrijden.
(Foto rond 1955)
Het Krantenbericht.
Aan het sterfhuis.
De begrafenisstoet, voorafgegaan door kollegas en personeel van het bestendig bureau.
Een grafrede werd uitgesproken door hoofdcommissaris Roman Dhondt.
1974 - I.P.A.Oost Vlaanderen viert feest te Sint-Amandsberg.
1974 - I.P.A.Oost Vlaanderen viert feest
te Sint-Amandsberg.
Het
is alweer meer dan 35 jaar geleden dat een aantal buitenlandse politiebeambten
op uitnodiging van I.P.A Oost Vlaanderen hun opwachting kwamen maken te
Sint-Amandsberg. De inwoners van de gemeente trokken grote ogen open toen zij
moesten vaststellen dat het verkeer aan de voornaamste kruispunten geregeld
werd door afwisselend Engelse, Duitse, Franse, Italiaanse en Nederlandse
politiemannen. En de begijntjes die toen nog het Begijnhof bewoonden wisten
niet waar ze het hadden toen een ware stoet in vreemde uniformen gehuld
mansvolk hun rustige stede kortstondig kwam bevolken.
De
inrichters van deze internationale meeting kregen de volle medewerking van het
gemeentebestuur en konden achteraf terugblikken op een zeer geslaagd feest dat
weerklank vond tot ver buiten het werkgebied van de afdeling Oost-Vlaanderen
van de InternationalPoliceAssociation. De hiernavolgende
fotos zijn dan ook souvenirs van een hoogdag voor de vereniging en degenen die
er het beste van hun kunnen voor gaven om het geheel te doen slagen.
De autobestuurders waren eerder verrast toen zij plots voor een Italiaanse
verkeersagent stonden in het centrum van Sint Amandsberg.....
Die enkele tellen later werd afgelost door zijn kollega uit San Marino.
Onder het waakzaam oog van inspecteur Dauwe neemt de Parijse "Flic" het hier over van een Duitse "Boule".
Ook een authentieke Britse "Bobby" kwam aan bod.
Heel wat van die vrienden hebben intussen het tijdelijke met het eeuwige verwisseld.
Zo ook de parijzenaar Guy Fouquet.
Het spreekt vanzelf dat onze eigen Rijkswacht niet op het appel ontbrak.
Uit Duitsland was zowel de Grenzschutzpolizei als de Landespolizei sterk vertegenwoordigd.
Verzameling voor bezoek aan het Begijnhof. Naast het vaandel staat de voorzitter van I.P.A. Oost Vlaanderen, Remi De Mey (+). Uiterst rechts de politiebrigadiers van Sint Amandsberg, Albert de Waele (+) en Jozef De Graeve (+)
Wachtend op het sein om het Begijnhof te veroveren.Groot Brittanië, San Marino en
Luxemburg (Onderaan)
Op het avondfeest ontmoetten naamgenoten van toch verschillende nationaliteiten elkaar.
In casu : Schepen Jacques Plateau(+) van Sint Amandsberg en Bernard Plateau (+) van Parijs.
Burgemeester Monsart bij het uitwisselen van souvenirs met de Parijse delegatie.
Wij herkennen ook de IPA-bestuursleden Aimé De Mol, Remi De Mey(+) en Roger Bauwens(+). voor de Franse delegatie Claude Paris, Bernard Plateau(+) en Guy Fouquet(+)
Naast het nagenoeg voltallig schepencollege en de leden van het feestcomitee der gemeente was er heel wat volk komen opdagen voor het avondfeest.
Geen enkele deelnemer keerde naar zijn land terug zonder een gepaste herinnering aan de gemeente waar hij gedurende een paar dagen eregast was.
Op het einde van
de 19°eeuw werd in Gent, zoals trouwens ook in Brussel de helm ingevoerd.
De helm was min of meer gestoeld op het Engels bobby-model maar met een
helmversiering in de vorm van een naar boven uitstekende, spits
toelopende pin. Al spoedig
had de volksmond een treffende benaming gevonden. In Brussel werden de dragers
van de helm Ajuinen genoemd en in Gent waren het Pinnen. Nu is het zo dat
de politieagenten in die tijd veelal arme drommels waren. Zeker de nachtwakers
die in Gent toen nog een heel apart statuut genoten, oefenden hun politiedienst
dikwijls slechts als bijberoep uit. Zij hielden noodgedwongen de knip op de
beurs en in het Gents sprak men al gauw van Een gierige Pinne als men iemand
bedoelde die nauwgezet met zijn karig loon omging.
Pinne rond 1900. Het gaat hier om een brigadier, te herkennen
aan de volle zilveren band rond de helm en aan het kraagborduursel. Deze
kraagversierselen leiden dikwijls tot de verkeerde veronderstelling dat de
dragers ervan officieren waren. Mis hoor! Als ze naast de lauwertak op de kraag
ook nog een dienstnummer dragen dan mag men met zekerheid zeggen dat het om een
brigadier gaat.
Links:Voor feestelijke
gelegenhedenwerd de helmpin
afgeschroefden vervangendoor een zwart- witte vederbos.
Rechts:Brigadier
Rowan.Bemerk ookhier het zilverborduursel
op de kraag en zijn
dienstnummer13
De pinhelm.
In 1912 ging te Gent een
historische ommegang door.
Het ganse politiekorps was zowat gemobiliseerd ter begeleiding van de stoet.
Uiteraard was dit een enige gelegenheid om op zijn paasbest de opdracht te
vervullen. Op de hierbijgaande reeks prentkaarten kan men de zwart-witte
vederbossen als het ware zien wapperen.
Na de eerste wereldoorlog verdween de
Pinne uit het straatbeeld. De bevolking had zulke onzalige herinneringen aan
pinhelmen dat alleen al het zien ervan afkeer opwekte.
De nog voorradige helmen werden ontdaan van het nu gehate
helmsieraad en wit geschilderd. Zij deden korte tijd dienst voor de agenten
belast met verkeersregeling en diegenen die zich per motorfiets verplaatsten.