Inhoud blog
  • Prehistorie pagina
  • Het Trias
  • Jura
  • Het Krijt.
  • Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    prehistorie pagina
    prehistorie pagina
    20-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Styracosaurus

    Styracosaurus albertensis ("speerpuntreptiel") was een viervoetige herbivore dinosauriër behorend tot de groep van de Ceratopidae en meer bepaald de Centrosaurinae met een lengte tot 5,5 meter en een gewicht van drie ton. Deze dinosauriër leefde zo'n 75 miljoen jaar geleden in het Laat-Krijt (Campanien). Restanten van Styracosaurus zijn gevonden in Alberta (Canada) en Montana (VS).

    De soort is in 1913 beschreven door Lawrence Lambe opbasis van een vondst door Charles Mortram Sternberg. Er zijn nog twee andere soorten beschreven: S. parksi en S. ovatus, maar het is zeer de vraag of dit werkelijk aparte vormen zijn.

    Net zoals andere ceratopiërs had Styracosaurus hoorns en een nekschild. Zijn geslachtsnaam vindt oorsprong in de zes naar achter gerichte stekels die zich op de achterzijde van het nekschild bevonden. Deze stekels hadden misschien tot doel de kwetsbare nekstreek te beschermen in geval van een aanval, of ze dienden voor het soortonderscheid of onderlinge dreiging. De soortaanduiding verwijst naar Alberta
                                                    .

    20-09-2008 om 16:28 geschreven door joachim ++++quin  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Protoceratops

    Protoceratops andrewsi is een neoceratopische dinosauriër uit het late Krijt (Campanien).

    Fossielen van dit dier zijn gevonden in Mongolië door Chapman Andrews naar wie de soortaanduiding ook vernoemd is. Volwassen dieren waren gemiddeld twee meter lang met uitschieters tot ongeveer drie meter. Achterop de kop droeg het een groot nekschild. Het had geen hoorns, maar wel een hoornen neuskam aan de voorkant van de kop.

    De paleontoloog Peter Dodson ontwikkelde een theorie die stelde dat er sekseverschillen bestonden waarbij de vrouwtjes lagere schedels en een kleiner nekschild hadden. De oudste mannetjes hadden de grootste nekschilden, en men gaat er dan ook van uit dat deze in onderlinge gevechten werden gebruikt.

    De achterpoten van Protoceratops waren langer dan de voorpoten. Algemeen wordt aangenomen dat het dier zich alleen op vier poten voortbewoog, vergelijkbaar met de hedendaagse neushoorn, hoewel het dier veel kleiner was, zo'n twee meter lang. De bek was voorzien van een benen, vermoedelijk met hoorn beklede, snavel die waarschijnlijk werd gebruikt om harde vegetatie de baas te worden.

     Meestal wordt aangenomen dat het zich basaal in de groep van de Neoceratopia bevindt als lid van de Protoceratopidae. Protoceratops behoort per definitie tot de klade van de Coronosauria. De geslachtsnaam betekent "voorloper van de Ceratopidae". Het is echter geen directe voorouder van deze groep. Het meervoud van de naam is "protoceratopia".

    In de jaren twintig was Protoceratops de eerste dinosauriër waarvan men meende eieren en nesten gevonden te hebben. De eieren waren langwerpig, 10-15 cm. lang. Ze waren opvallend goed behouden, en sommige zelfs volledig onbeschadigd. In de eieren werden fossielen van de embryo's gevonden. Toen echter een embryo onderzocht werd, bleek in 1994 dat de eieren van Oviraptor waren. Tegenwoordig wordt weer van andere eieren vermoed dat ze van Protoceratops waren en weten we ook dat al veel eerder, toen niet herkende, resten van dinosauriëreieren gevonden zijn.

    Een beroemd fossiel toont een protoceratops en een velociraptor, in een fel gevecht gewikkeld op het moment van overlijden. Waarschijnlijk zijn ze tijdens hun strijd bedolven door een instortend door regen verzadigd zandduin
                                .

    20-09-2008 om 16:23 geschreven door joachim ++++quin  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kentrosaurus

    Kentrosaurus aethiopicus was een ornithischische dinosauriër behorend tot de de groep van de Stegosauria die tijdens het Late Jura, zo'n 155 miljoen jaar geleden, leefde in Afrika.

    Hij had een lengte van vijf meter. In tegenstelling tot Stegosaurus had hij maar tot aan het midden van zijn rug een zevental paar platen; deze waren smal en klein. Daarachter kwamen vijf paar scherpe stekels, uitmondend in een paar "thagomizer" stekels aan het eind van de staart. Dit wordt wel gezien als een aanwijzing dat in ieder geval de oorspronkelijke functie van de ruguitsteeksels bij de stegosauriërs een verdedigende was.

    Fossielen van Kentrosaurus werden gevonden tijdens de Duitse expeditie naar de Tendaguru-vindplaats in het toenmalige Duits Oost-Afrika, het huidige Tanzania. Een opgesteld skelet in Berlijn is door een bombardement verloren gegaan. De soort werd in 1915 beschreven door Hennig. Kentrosaurus betekent "stekelig reptiel"; de soortaanduiding verwijst naar de Afrikaanse afkomst: met Aethiopia werd in het Klassieke Grieks heel Afrika aangeduid.

                                                 

    20-09-2008 om 16:07 geschreven door joachim ++++quin  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Stegosaurus is een dinosauriër behorend tot de Stegosauria, een groep herbivore Ornithischia uit de groep van de Thyreophora die in het Jura haar hoogtepunt bereikte. Stegosaurus leefde tijdens het Late Jura (Kimmeridgien-Tithonien) in Noord-Amerika.

    Stegosaurus was acht tot negen meter lang en 2.5-3 meter hoog. Stegosaurus was een vierbenige dinosauriër, hoewel de rechte achterpoten veel langer zijn dan de wat naar achteren gebogen voorpoten. Ondanks zijn grote formaat was daarom de kop niet eens zo ver van de grond, wellicht ongeveer 1,5 meter, maar niet zo laag als oudere illustraties vaak aangaven. Mogelijk kon Stegosaurus zich op de achterpoten opheffen om hoger gelegen vegetatie te bereiken; discussie hierover is nog steeds gaande.

    De tanden waren opvallend klein, en de kaak was zo gebouwd dat deze geen kauwfunctie kan hebben gehad. Het voedsel werd wellicht vermalen door maagstenen. Ook de kop en schedel zijn zeer klein - van de twee of drie ton gewicht werd nog geen honderd gram door de hersenen ingenomen.

    Resten van Stegosaurus worden vaak van meerdere individuen bij elkaar aangetroffen, wat doet vermoeden dat ze in kudden leefden.

    Het meest opvallende kenmerk van de stegosauriërs is een lange rij van benige platen of stekels die over de gehele rug van het dier liep; Stegosaurus, het bekendste lid en naamgever van de groep, heeft zeer grote rugplaten.

    Hoewel beroemd, zijn de beenplaten van Stegosaurus nog steeds met raadselen omgeven. Zo weet men nog altijd niet zeker hoe ze over de rug verdeeld waren. Mogelijk was er een rij van platen, die afwisselend naar links en naar rechts gericht stonden. Het is echter ook mogelijk dat er twee hetzij parallelle hetzij alternerende rijen platen waren. De reden dat dit nog niet definitief vastgesteld is, is dat de platen niet met de rest van het skelet verbonden waren, en dus gedurende het fossilisatieproces meestal sterk verschuiven zodat hun oorspronkelijke positie slechts zeer globaal uit hun vondstpositie valt af te lezen. De laatste vondsten wijzen er sterk op dat de theorie dat de platen afwisselend links en rechts stonden, de juiste is.

    Ook de functie van de platen is nog niet geheel opgehelderd. De meest voor de hand liggende reden is ter verdediging, en de vier stekels op de staart, de "Thagomizer", hebben ongetwijfeld deze functie gehad, maar of dit ook voor de platen op nek en rug gold, is nog maar de vraag. Ze lijken daarvoor niet de meest geschikte vorm te hebben. Othniel Charles Marsh, die het geslacht in 1877 benoemde, dacht dat de platen plat op het lichaam lagen — vandaar de naam: "dakreptiel" — maar daar werd al snel vanaf gestapt. Als de platen scherpe hoornen randen droegen waren ze een fysieke belemmering voor een aanval op de rug. Bob Bakker dacht dat de platen zelfs beweegbaar waren en verlaagd konden worden tot een horizontale stand, zodat ze een schaarbeweging naar een aanvaller konden maken als het dier die met de staartstekels probeerde te raken. Aanpassingen voor zo'n functie zijn echter niet gevonden. Een sterke aanwijzing voor een althans oorspronkelijke verdedigende functie wordt wel gezien in het feit dat kleinere soorten stegosauriërs in dezelfde positie stekels hadden. Bij grote dieren zouden die te ver uiteen staan om een aanval te blokkeren en dat zou dan de evolutie tot een plattere vorm veroorzaakt hebben.

    Een andere mogelijkheid is dat ze dienden voor temperatuurregeling: als het dier moest afkoelen, leverden de platen een groot oppervlak, en konden zo gemakkelijk warmte afgeven. Als het buiten het warmst was, tijdens het middaguur, was de smalle bovenkant van de platen op de zon gericht. Een aanwijzing dat deze theorie juist is, is dat de platen klaarblijkelijk goed doorbloed waren, waardoor surpluswarmte uit de rest van het lichaam snel naar de platen overgebracht kon worden. Het is onvermijdelijk dat de platen een zeker effect op de temperatuurhuishouding hadden. Er werden windtunnelproeven uitgevoerd die aantoonden dat de ruitvorm zeer geschikt is voor het veroorzaken van meer turbulentie wat de warmte-uitwisseling weer ten goede zou komen. Stegosaurus was de grootste bekende stegosauriër en grotere dieren hebben door hun absolute oppervlakte-inhoud-verhouding meer moeite warmte af te staan. Daar staat tegenover dat ze juist door hun grotere massa minder snel opwarmen wat dit probleem weer compenseert.

    Een andere mogelijkheid is dat de platen dienden om het dier groter te laten lijken dan het in werkelijkheid was ter afschrikking van roofdieren, zoals Allosaurus, een tijdgenoot die in dezelfde lagen gevonden wordt.

    20-09-2008 om 16:02 geschreven door joachim ++++quin  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Barosaurus

    Barosaurus ("zwaar reptiel") was een sauropode dinosauriër behorend tot de groep van de Diplodocidae die leefde gedurende het midden-laat Jura en planten at. Hij leefde vermoedelijk in kuddes.

    De vijand van Barosaurus was vooral Allosaurus, een van de grootste vleeseters uit die tijd. Het dier kon zich prima verdedigen. Met zijn lengte van 23 tot 25 meter en zijn hoogte van 16 meter was dit een groot dier. Zijn grootte was al een verdedigingsmiddel, maar ook zijn staart was een prima wapen. Als hij bedreigd werd, richtte hij zich vermoedelijk op zijn achterpoten op, klaar om zich te beschermen. Hij kon vijanden vertrappen. Barosaurus kenmerkt zich door een extreem lange nek die volgens sommigen diende om hoog in de bomen te eten, volgens anderen om tijdens het horizontaal de bodem begrazen een zo groot mogelijk bereik te hebben.

    Er worden twee verschillende soorten onderscheiden: Barosaurus lentus (in 1890 beschreven door Othniel Charles Marsh) en Barosaurus africanus. Deze laatste soort behoort wellicht to het geslacht Tornieria.

    In het American Museum of Natural History in New York City staan drie skeletten: twee van Barosaurus en één allosaurus. De volwassen barosaurus staat op haar achterpoten. Ze verdedigt haar jong tegen een allosaurus.

                                          

    20-09-2008 om 15:52 geschreven door joachim ++++quin  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Camarasaurus

    Camarasaurus is een sauropode dinosauriër behorend tot de groep van de Camarasauromorpha. Dit dier werd 18 tot 20 meter lang. Hij leefde in het Late Jura net als vele andere sauropoden.

    Bij het geslacht werden door Edward Drinker Cope en Othniel Charles Marsh verschillende soorten onderscheiden waarvan tegenwoordig in ieder geval nog de oorspronkelijke twee erkend worden: respectievelijk C.supremus en C.grandis, beiden uit 1877.

    Het dier had geen kiezen om planten of vlees mee te vermalen. Hij leefde voornamelijk van planten en heel misschien af en toe een insect. Zijn nek stond redelijk rechtop. Zo kon hij bij blaadjes die hoger groeiden

    De tanden van sauropoden waren aangepast om plantendelen van de takken te trekken en niet om mee te kauwen. Dit was ook zo bij Camarasaurus.
                      

    20-09-2008 om 00:00 geschreven door joachim ++++quin  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brachiosaurus.

    Brachiosaurus ("armhagedis"), was één van de grootste Mesozoïsche landdieren die ooit geleefd heeft. Hij werd minstens 25 meter lang en woog meer dan dan vijftig ton. Hij leefde tijdens het Boven - Jura- Noordamerika, Afrika en azië die toen nog van één landmassa deel uitmaakten: Pangaea.

    Brachiosaurus had een kleine kop in verhouding tot zijn lichaam, een typisch kenmerk van de groep waartoe hij behoorde: de sauropoda. De Brachiosauridae (Brachiosaurus zelf en enkele verwante soorten), hadden zéér lange voorpoten; samen met de lange nek konden ze wellicht zo hun hoofd tot wel dertien meter (Sauroposeidon proteles) hoogte brengen om boomtakken van naalden te ontdoen. Met hun tanden, konden ze niet kauwen; het voedsel werd misschien door maagstenen (gastrolieten) verpulverd.

    Anders dan veel andere sauropoden, hadden de brachiosauriërs een vrij korte staart. Het is niet helemaal duidelijk hoe ze erin slaagden het bloed tot zo'n hoogte op te pompen. Sommigen suggereren daarom dat de nek vrijwel horizontaal gehouden werd. Omdat de onderste nekwervels niet goed bekend zijn, kan dat niet duidelijk bewezen of weerlegd worden. Er was in ieder geval geen sprake van een abrupte overgang: de achterste nekwervels waren niet wigvormig en maakten slechts een geleidelijke bocht naar boven mogelijk. Sommige afbeeldingen van skeletten lijken dat iets anders aan te geven maar dat komt doordat ze correct tonen dat de overlapping met de volgende nekwervel kantelt als de nek gekromd wordt. Indien de nekwervels van Brachiosaurus gevormd zijn als die van de meeste andere sauropoden, was zeker een hoek van ongeveer 45 graden met de al oplopende ruggewervels mogelijk wat de nek zo'n zestig graden omhoog deed steken.

    Er worden tegenwoordig drie soorten erkend:

    • B.altithorax: de Amerikaanse vorm.
    • B.atalaiensis: de vorm uit Noord-Afrika en Portugal, tegenwoordig ook wel toegeschreven aan een apart genus: Lusotitan.
    • B.brancai: de vorm uit Tanzania.

    Brachiosaurus brancai is door Gregory S. Paul in 1988 een subgenus toegekend: Giraffatitan. George Olshevsky stelde in 1991 voor dit als een apart genus te beschouwen. Dit voorstel werd de eerste tijd algemeen veronachtzaamd, maar vindt de laatste jaren steeds meer instemming.
                                                           

    20-09-2008 om 00:00 geschreven door joachim ++++quin  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (4 Stemmen)


    Archief per week
  • 22/12-28/12 2008
  • 06/10-12/10 2008
  • 15/09-21/09 2008

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs