Vanmorgen vertrokken in de regen met de bedoeling te arriveren in O Cebreiro. Het werd een tocht in de gietende regen,in de mist, over keien en rotsen en door het stromende water. Maar het kon me niet deren, helemaal alleen in de bergen. Ik heb ervan genoten. Later kwam er wat wind opzetten zodat de mist verdween en kreeg ik enorm mooie landschappen tezien. In Cebreiro wachtte de volgende verrassing. Ik kwam Susan uit Australie tegen en ze gaf me de raad te gaan eten in de Venta Celta. Toen ik binnenkwam werd ik verwelkomd door de warmte van de haard en de pruttellende ketels op het fornuis, De dame des huizes bereidde me een vegetarische soep. Vervolgens kreeg ik gestoofde ribben op grootmoeders wijze en een zelfgemaakte cake. Nog een wijntje en voor 10,00 was de zaak geklaard. Ze droogde nog even mijn kleren aan de haard en ik beloofde haar nog eens terug te komen. O Cebreiro is een zeer mooie stad. Heel apart. Desondanks besloot ik toch maar om verder te gaan. Het was tenslotte nog maar 2u30 en het inmiddels droog. Ik had dit beter niet gedaan want na ca 1 uur kreeg nu toch een windvlaag en een regenbui te verwerken dat was niet normaal. Het was eerder een storm. Bijna geen pelgrims te bespeuren uitgezonderd 2 tegenliggers, de ene had zijn rugzak ergens achtergelaten (?) en een meisje uit Israel was haar paspoort verloren. Het zou je maar overkomen. Uiteindelijk ben ik letterlijk aangspoeld in Hospital de la Condesa in een albergue met alleen een bed en met allemaal natte kleren en doorweekte schoenen. Eerst maar eens slapen en morgen zien we dan wel.