Wielerveteraan Jos Devidts (55) zet alles naar zijn hand in Hensies en zegeviert, na Callenelle en Pommeroeul, voor derde achtereenvolgende keer in Henegouwen.
Seiz 2011, Hensies, za 5 maart, 3de wedstr,
ACH, cat. D, 56 deeln, 29ste pl.
Seizoen 2010: Roborst, zondag 19 september, WAOD â reeks F1, eerste overwinning.
Het is zondagmorgen, mijn gemoed wordtgekweld door een resem negatieve gedachten en gevoelens. Ik zie het niet goed zitten me straks te pijnigen in die lastige koers in het heuvelachtige Roborst, een stil dorpje in de Vlaamse Ardennen. Gisteren al 150 km met het Team Tiense Trappers gefietst, wat niet de conventionele voorbereiding is daags vòòr een wedstrijd. Bovendien ben ik vandaag verplicht in Boom te koersen, voor mijn sponsor, Cibel-Cebon (appelsientjes en hard fruit). Eerder heb ik in Roborst al een vijfde, tweede en zelfs een overwinning behaald, zodat ik al te goed besef dat de pittige omloop in dat mysterieus dorpjeweggelegd is voor het type renner dat ik ben.
De aantrekkingskracht van het schilderachtig plaatsje in deZwalmstreek leidt tot dat buikgevoel waaraan ik me opgelucht overgeef en naar mijn Roborst vertrek, vergezeld van Françoise en marraine. Samen zouden we, na de koers, verder reizen naar Wenduine aan Zee.
Aangekomen, valt het typisch glooiend landschap direct op. Er ontbreken enkele seingevers zodat de omloop dient ingekort. Bijgevolg zullen de renners het steile gedeelte van de omloop een paar keer meer moeten trotseren. Wegens te weinig deelnemers, rijden de reeksen E, E+, F1 en F2 in één koers. Aldus wordt de reeds zware wedstrijd, gezien de aanwezigheid van de sterkere jongere E-reeks, nog een stuk lastiger.
Inderdaad, de ontstuimige E-renners geven direct de toon aan. Zonder echt grote inspanningen te leveren, schuif ik attentvol mee. Ik zorg dat ik steeds in de voorste gelederen koers zodat ik er elke actie nauwkeurig kan inschatten. Bij elke beklimming trap ik soepel mee. Behoudens Jef Deneef, Belgisch Kampioen, zie ik geen enkele F1-renner in mijn omgeving. Heb behoefte noch tijd om achter mij te kijken en concentreer me ten volle op de koers en de te leveren inspanningen tijdens de beklimmingen. E-renners, Jos Devidts en Willy Van Herreweghe (zoon van wijlen mintjens Françine Chevalier) maken een verschil. Zij blijven een ronde vooruit, maar worden terug ingelopen. Op dat ogenblik versnelt Jef Deneef. Enkele E-renners, Daniël hautekete (F2) en ikzelf kunnen zich in zijn wiel vastklampen. Het gaat bergop en de grote groep scheurt af. We zijn weg. Nog een paar ronden. Jef blijft aan de kop sleuren. Je ziet nauwelijks aan hem dat hij grote inspanningen levert. Nu nemen de E-renners over, waardoor onze vlucht verzegeld wordt. Even later ontsnappen enkele E-renners uit de kopgroep. We laten ze gaan omdat ze tot een andere reeks behoren. Jef komt terug aan de kop en geeft er een lap op zoals hij zelf dikwijls zegt. Daniël en ik kunnen zijn tempo houden, maar voorlopig niet overnemen. Daniël Hautekete komt sterk aan de kop, ik volg in zijn wiel en neem nadien over, evenwel niet zo krachtig.
In de slotklim geeft Jef een teken dat ik moet aanvallen. Met Daniël Hautekete in mijn wiel rijd ik naar de eindmeet, armen in de lucht, als gebaar van mijn eerste overwinning 2010. Daniël wint bij de reeks F2 en ik bij de reeks F1. Na de koers ga ik Jef bedanken en doe geen moeite om mijn tranen te bedwingen
In het sprookjesachtige Roborst, deelgemeente Zwalm, hart van de Vlaamse Ardennen, heeft zich, na 29 juni, voor de tweede maal dit seizoen, een hels strijdtoneel afgespeeld op de iets gewijzigde, nog steeds lastige omloop van 5 km, waarvan de ene helft bergop en de andere helft bergaf.
Al van in het begin woekeren de meest begenadigden, Jef Deneef en Jos Vermeylen, zodanig met hun krachten dat het peleton breekt en er een kopgroep overblijft van zeven man. Even uithijgen alvorens te kunnen overnemen. Het is al vlug duidelijk dat er slechts vier van de zeven rennersregelmatig kunnen overnemen aan de kop. Na één ronde moet François Coppens lossen. Na even zwakjes aan de kop te komen en verschillende beurten over te slaan, moet Louis Moens er ook af. Er resten nog vijf renners aan de leiding. Helmuth Tas krijgt het temoeilijk, kiest voor aanklampen in laatste positie en zal (sportief) verzaken aan de sprint. Ondanks veelwinnaar, is den Tas, klaarblijkelijk, niet in zijn sas op dergelijk parcours. Al bij al, na deze zifting, blijven we nog met vier ronddraaien. Evenwel vlotter dan met zeven, daar elkeen evenveel meewerkt. De strijd gestreden, de koers gemaakt, blijft de afwerking. In het vlak gedeelte van de laatste ronde, voel ik in mijn rechterbil, een duwtje van de vingertoppen van Jef Deneef. Ik schiet vooruit tegen de harde wind, voel nauwelijks snelheid, fiets niettemin door, zonder omkijken. Op het einde van de vlakke strook, in de bocht naar de 300 m lange bergop naar de eindmeet, zie ik de vier op een behoorlijke afstand. Moet aan de beklimming beginnen met het beste er af. Arré, ge zèt er benna, moedigen mensen langs de kant me aan. Sta recht op de pedalen, armen, benen, trekken, duwen. De laatste steile meters, nog wat adrenaline en mag het zo begeerde overwinningsgebaar voor deze koers in Roborst maken.
Seizoen 2009: Ertvelde-Rieme, za 19 september, WAOD â cat F1 â 17° plaats
In het zonovergoten Rieme, gehucht van Ertvelde, deelgemeente van Evergem, mogen de 17 F1-renners nà het E-peleton vertrekken voor 15 ronden over een platte omloop met slechts vier bochten. Het tempo ligt zò laag dat de speeker ons, in naam van de politie, waarschuwt de koers stop te zetten als de achterstand op de Ees te groot wordt. De ene aanval volgt nu de andere op. Er ontstaan enkele barsten maar echt scheuren doet het niet. In de laatste ronde, terwijl ik nog aan het herstellen ben van een zwaar geleverd offensief, gaat Tas, onmiddellijk gevolgd door Boulard. Iedereen "kijkt" naar Karel Andries en er gebeurd niets. De twee zijn weg. De laatste km, met het oog op de derde plaats, rijd ik nog naar een vluchter, ga er over en val stil op 200 m van de meet. De aanstormende meute steekt me voorbij en ik eindig laatste van de wedstrijd. "Er is niets onherstelbaars gebeurd", filosofeert Françoise. "Morgen terug koers", zegt de vrouw van een Cibelploegmaat. Toch had ik, ondanks ik nog aan het uithijgen was, rapper moeten beslissen en naar het tweetal Tas-Boulard spurten.
Seizoen 2009: Poesele, 13 september, WAOD â cat F1 â 2° plaats
In het dorpje Poesele, deelgemeente Nevele, thuishaven van de Planckaerts en wijlen ex-wereldkampioen Rudi Dhaenens, moeten we 14 rondjes afwerken. Na een toer of drie geraken we met zeven vooruit. Behoudens een verbaal geweldadige uitbarsting van Roland Boulard aan het adres van François Coppens, omwille van een stom onschuldig stuurfoutje van François, is de verstandhouding in onze kopgroep goed. Ik neem me voor om niets te riskeren en de sprint af te wachten. Om de tijd te doden, visualiseer ik de finale in gedachten: als eerste de laatste bocht uitkomen en alles geven over de laatste 250 m. Altijd opnieuw herhaal ik dit scenario in mijn hoofd. Als het zover is en we de laatste bocht op 100 m naderen, hoor ik Boulard schakelen. Plots overvalt me een gevoel van onzekerheid. R. Boulard kan als eerste de bocht ingaan en ik in zijn wiel. Alhoewel ik op het recht stuk nog ietsjes goed kan maken wint Roland B. met een half wiel. "Proficiat Roland", zeg ik beleefd. Na de koers brengen we een bezoekje aan mijn kozijn Jozef Hunninck in het naburig dorpje Meigem.
Seizoen 2009: Heusden, do 13 aug, reeks F1 - WAOD, 4° overwinning
In Heusden, dorpje binnen de ring R4 rond Gent, deelgemeente Destelbergen, moeten de reeksen E, E+ en F1 samen starten. Al van bij het begin van de wedstrijd scheidt zich een groepje Es van het peleton af en ik zie ook een F1-renner nipt bij dat gezelschap aansluiten. Luttele seconden gaan voorbij zonder enige reaktie uit de grote groep. Alhoewel ik vaststel dat de vluchters reeds te ver zijn, schiet ik vooruit. Te laat. Djuë, djuë, verwijt ik mezelf almaar door en laat me naar achteren afzakken met de troostgedachte, daar uit te rusten voor de kampioenschappen van morgen in Evergem en overmorgen in Liedekerke. Ofschoon de kopgroep, telkens we de Laarnebaan oprijden, in ons gezichtsveld blijft, en ons peleton, zij het zonder veel overtuiging, de achtervolging inzet, komen we geen fietslengte dichter. Marc Vervondel probeert nog op zijn eentje het gat te dichten, tevergeefs. Mijn computer geeft een gemiddelde weer van 40 km/uur. Langs de kant van de weg staat Lucien Van De Vijver, mijn gewezen gewestelijke directeur van de dienst voor grote opmetingen en algemene plans van het kadaster. De brave man zal nu meer dan 75 jaar oud zijn. Nog drie ronden. In de verte zien we een renner. Het blijkt die F1-renner te zijn die in t begin nog net aansluiting had met de vluchters. Dit betekent dat alles nog mogelijk is voor mij (en voor de F1-reeks). Mijn frustratie van in het begin maakt plaats voor nieuw vertrouwen en daadkracht. We rijden de laatste ronde in en ik plaats mij vooraan de groep in het wiel van E+-renner Vervondel, een ervaren sprinter. Na de laatste bocht houd ik me nog even stil en dan, op 250 m, ga ik mijn eigen gang, met al mijn krachten gefocust op de totale inspanning, naar de eindmeet, die ik, als eerste F1-renner, overschrijd. Euforie maakt zich meester van mij, armen in de lucht en bevrijdende kreten. De meesten rond mij zijn blij samen met mij. Originele bloementuil: rood handtasje met plantjes, goed voor een lange tijd van warm aandenken.