Onze foto's vindt u op www.photobucket.com/compostela1
Voor deel 2, klik op "show albums"
Patrick en Dirk te voet van Mechelen naar Santiago de Compostela.
Vertrek op 23 maart 2012
31-05-2012
Dag 68: Leon - Santibanez (36 km)
Leon was fun. We hebben zowat de hele stad gezien, pintjes gaan drinken en ´s avonds een lekkere pitta gaan eten. Spijtig genoeg hebben we niet kunnen uitslapen, er zijn altijd van die klojo´s die iedereen wakker maken omdat ze vroeg willen vertrekken. Door al dat lawaai waren we ook vroeger vertrokken voor weer een saaie etappe. Eigenlijk wilden we tot Hospital de Orbiego stappen maar we besloten nog vijf kilometer verder te gaan. Gelukkig, een grote refuge maar weinig volk en keigezellig. Een heerlijke tuin waar ik na een paar pintjes kon luieren in een hangmat. Alain, Franz de Oostenrijker en ik kregen nog een gratis pintje omdat we een dood konijntje wilden begraven dat net overleden was. Het beestje bleek al even ziek te zijn maar de mevrouw van de refuge wist niet wat gedaan en nu was het dood. ´s Avonds hebben we met z´n allen, een man of 20, lekker gegeten. Het was hier best gezellig.
De afstand tot Leon was maar 18 km, een meevaller. De schoenen van Alain zijn voor reparatie bij de schoenmaker en ik heb de mijne ook even binnengegeven om de naden te laten plakken. Beter voorkomen dan genezen en de laatste 300 km kan er best niks meer met de schoenen misgaan. Om 13:00 uur mogen we ze afhalen. Voor de pelgrims met schoenproblemen doen ze hier wat meer.
Aangezien we hier al voor elf uur waren, kunnen we ten volle genieten van de stad. Onze was wordt hier nog eens vakkundig gewassen en alles zal weer fris ruiken. De rest van de dag is het luieren en de stad verkennen, vanavond gaan we eens lekker eten. Het zal zeker geen pelgrimsmenu worden.
Vanaf morgen zal het parkoers veranderen en gaan we een mooier landschap voorgeschoteld krijgen. Eindelijk want het was soms wel heel saai in de Meseta. Nog 300 km te gaan en we staan in Compostela.
In één woord te omschrijven. saai. 36 km vlak, naast een baan, enkel twee dorpjes gepasseerd waar niets te zien was. In de verte zie je de bergen al liggen, teken dat er aan deze saaie wandelingen een einde komt. Aangezien we een uur of twee na de grote muete zijn vertrokken, hebben we onderweg niet veel volk gezien.
Morgen gaan we voor een korte etappe van maximum 20 km tot de stad Leon. Alain moet zijn schoenen laten repareren, één zool hangt er bijna af. Hopelijk vinden we daar een schoenmaker. Normaal gezien komen we voor de middag aan in Leon, het zal een rustig dagje worden en we zullen veel tijd hebben om de stad te verkennen.
Deze morgend was het lachen. De Koreanen en Chinezen begonnen zich al vroeg klaar te maken maar hier mag je pas vanaf half zeven vertrekken , de deur is op slot. Dus stonden die mafkezen al een uur te wachten omdat ze niet buiten konden en wisten niet dat je via een andere poort wel buiten kon. Wij vertrokken iets na hen maar hadden ze, zoals gewoonlijk, al vlug ingehaald.
Vandaag ook weer een vlakke en saaie etappe. Alhoewel het landschap toch wat mooier wordt. We zitten nu in de provincie Leon, de stad zelf is nog twee dagen stappen. Dan zijn we uit deze vlaktes en begint het bergachtig gedeelte met enkele hoge beklimmingen.
Omdat het vandaag wat bewolkt en minder heet was, hebben we nog een kleine acht kilometer meer gedaan dan gepland. Momenteel gaat het stappen vlot, hoe dichter bij het doel hoe makkelijker.
Men zegt dat de laatse 300 km tot Santiago niet leuk zijn door de drukte en de vele Spanjaarden. Ben benieuwd, maar Santiago halen is het doel dus ga ik er voor.
Dag 64: Itero de la Vega - Carrion de los Condes (35 km)
Toen ik vanmorgen om zes uur wakker werd was iedereen al vertrokken. Enkel vier Franse vrouwen, een Fransman en Alain waren nog aanwezig, de rest had blijkbaar verkozen om extra vroeg te vertrekken, gezien de voorspelde warmte. We stappen nog steeds door een grote vlakte, veel is er onderweg niet te zien behalve enkele doodse dorpjes waar je water kan bijvullen aan een fonteintje en al je geluk hebt is er een klein cafeetje. Daarbij mag je vanaf Fromista nog 19 km langs de baan lopen. Altijd maar rechtdoor, leuk is anders. Het water is zeker broodnodig, zelf heb ik vandaag zeker drie liter water binnen. Gezien de hoge temperatuur en het constant in de zon lopen, moet je wel. Na de middag wordt het nog warmer en je bent dan echt blij dat je op de bestemming geraakt. De verdere weersvoorspellingen geven voor de komende dagen nog steeds warm en zonnig weer. Mij hoor je niet klagen, na al die regen in Frankrijk.
Vanavond slapen we in de refuge municipal van Santa Maria. Hier helpen vriendelijke nonnetjes met het vinden van een bed. Mijn was heb ik ook kunnen laten doen met de wasmachine. Beter dan met de hand en alles ruikt weer fris.
Vanmorgen waren de meeste pelgrims al onderweg terwijl wij ons nog klaar maakten. Om zeven uur waren wij op weg maar de meesten willen voor de grote warmte al kilometers ver weg zijn. De Meseta is eigenlijk een hele grote vlakte, af en toe een dorpje in de vallei en af en toe een steile klim naar de volgende vlakte. De weg waar je loopt gaat steeds rechtdoor en je ziet hem in de verte lopen. Als je dan even naar omhoog stapt en boven bent, zie je dezelfde weg weer voor kilometers. Niet moeilijk dat velen deze weg vermijden, zeker nu het zo warm is. Maar toch heeft het zijn charmes, mooie vergezichten en kleurrijke velden. Natuurlijk ook de lelijke windmolens die het landschap ontsieren. Om de tien kilometers ligt er wel een dorpje en daar moet je zeker water nemen, anders kom je in de problemen. Vermoedelijk zullen wij vier dagen nodig hebben om deze streek door te stappen.
Al bij al viel het voor ons wel mee en kunnen we ons tempo behouden. Vanaf het dorp Castrojeriz tot aan onze bestemming kregen we als afsluiter voor vandaag nog de Alto de Mostelares te verwerken. Een bergje van 910 m hoog met een steile weg van 2 km omhoog, er staat een bord met 12%. Boven gekomen moesten we nog een kilometer of vijf naar onze bestemming en we waren blij dat we deze hebben gehaald.
Wat mijn planning betreft, deze bestaat niet meer. We stappen al dagen etappes van tussen de 30 en 35 km. Alles gaat goed en meestal zijn we tegen 14:00 uur op onze overnachtingsplaats. Ik zal dus enkele dagen eerder in Santiago zijn dan gepland en zal daar beslissen of ik verder stap naar Finisterra.
Na een steile weg omhoog als opwarmertje zag je de stad Burgos al van kilometers ver liggen. Toen we de industriegebieden en voorsteden doorgingen, moesten we nog zeker 10 km stappen alvorens in het oude stadscentrum aan te komen. Maar het was de moeite waard. De stad Burgos is heel mooi met een prachtige kathedraal en een oude stadskern. Nadat we de stad hadden bekeken zijn we nog naar de supermarkt geweest. Konfituur, oploskoffie, koekjes en bananen en we konden weer op weg met een kilootje of twee meer in de rugzak.
We staan nu aan het begin van de Meseta. Een vrij vlakke, drige streek die voor velen moeilijk is. Vanaf Burgos nemen veel mensen de bus naar Leon om deze streek te vermijden. Men geeft deze week veel zon met hoge temperaturen. Het zal voor ons ook zwaar zijn maar we moeten er door. Veel drinken onderweg en een extra litertje water in de rugzak steken.
Momenteel genieten we echter nog van een heerlijke refuge met een goed terrasje. De zon schijnt en we zitten met enkele Oostenrijkers en een Tsjech en de nodige blikjes bier. Het was vandaag een mooie dag met een gezellige afsluiter.
Het eten viel in Villamayor goed mee. Soep, aardappelen met stoofvlees en een potje youghurt. Er is die avond geen volk bijgekomen dus waren we maar met zeven pelgrims. Goed voor een nachtje rustig slapen in deze kleine refuge. Het ontbijt was sober maar voldoende en zo konden we weer uitgerust op weg.
Vandaag staat de beklimming van de Alto de Valbuena op het programma. 1162 m hoog maar eigenlijk niet zo'n steile beklimming. In het dorp voor de beklimming, Belorado, worden de pelgrimtoeristen uit hun bus gedropt om na de beklimming weer netjes in de bus te stappen en naar hun mooi hotelletje te rijden. Och, wij hebben al zo veel rare dingen gezien. Pelgrims die onderweg de bus of taxi nemen, en andere zaken. Je vraagt je soms af wat ze hier komen doen en of ze thuis ook vertellen dat ze sjoemelen. Vast niet. Maar ja, ieder zijn eigen weg, zekers?
Eens over de top wandel je in een heel ander landschap. Veel zanderige wegen en grote naaldbossen. Het was wel een mooie wandeling. Voor de rest blijft het hier de volgende dagen mooi weer. We zullen zweten.
Het water van de refuge was blijkbaar niet drinkbaar dus werd het een tasje chocomelk uit de automaat met enkele droge koekjes als ontbijt. Vanaf het begin tot het einde van de etappe hadden we wind op kop met af en toe een regenvlaag. Het was precies of we waren terug in Frankrijk. Veel beterschap zit er momenteel niet in, het blijft regenachtig. Niets aan te doen, we moeten verder. Door de regen zijn verschillende weggetjes veranderd in grote slijkpoelen. Dat slijk blijft aan je schoenen plakken en maakt het wandelen nog moeilijker dan het al is. Drie kwart van de wandeling loopt naast een grote baan dus is het niet zo'n mooie wandeling.
We slapen vannacht op zo'n vier kilometer van Belorado in een private refuge. Hier kan je ter plaatse een avondmaal bestellen. Hopelijk valt het mee, anders waren we beter toch naar Belorado gegaan. Wat het eten hier betreft, de pelgrimsmenu's zijn steeds gelijkaardig. Meestal een slaatje en frietjes met een dun stukje vlees. Zelf een goede spaghetti maken is nogal moeilijk doordat je hier geen goede spaghettisaus vind. Ravioli kan je hier ook niet vinden dus is het soms behelpen met microgolfeten.
Gisterenavond bleef het regenen en buiten de supermercado hebben we niet veel gezien van de stad. Vanmorgenvroeg toen we opstonden regende het nog steeds maar toen we vertrokken was het gedaan. Het was een mooie wandeling, steeds lichtjes stijgend, tot op een hoogste punt van 790 meter. Onderweg veel wijngaarden te zien en in mooie dorpjes. In die dorpjes zit overal wel een ooievaarskoppel op een hoge toren te nestelen. Daar kan Plankendael niet tegen op.
Tegen het einde van de etappe begon het lichtjes te regenen maar al bij al viel het mee.
Na een afscheid te hebben genomen van onze Vlaamse hospitaleros begonnen we aan onze dagelijkse wandeling. De eerste helft van de wandeling was betoverend mooi. Geurende amandelbloesems langs de weg en dan bossen met naaldbomen. Kort voor Torres del Rio begon het te regenen. De sliert pelgrims stopt precies gelijktijdig om een poncho aan te trekken. Gelukkig bleef het bij een klein buitje met in de verte donder en bliksem en kon de poncho vlug terug uit.
Na een tijdje komt Logroño in zicht en mag je langs een drukke baan stappen waar men een extra pelgrimsweg heeft aangelegd. Het laatste half uur ga je door een stinkende industriezone om dan eindelijk aan de Rio Ebro te komen die je oversteekt om de stad in te gaan.
Aan de refuge zat al een man of twintig te wachten tot ze openging. Het is weer een grote refuge van ongeveer 80 bedden. Vannacht slaap ik zeker met oorstopjes. Straks de stad even verkennen en op zoek naar een supermercado, elke dag hetzelfde werk.
Voor zes uur werd er niemand wakker, het werd zelfs half zeven eer de eersten opstonden. Om acht uur vertrokken Alain en ik voor èèn van de mooiste etappes tot hier toe. Halverwege kon je kiezen voor een route die 2 km langer was of een route 2 km korter maar zwaarder. Wij kozen natuurlijk voor de langere en moeilijkere route en werden beloond met een prachtig stuk natuur. Mooie weggetjes, op en neer door het prachtige Spaanse landschap. Kort voor Los Arcos komt de route terug samen en loop je het dorp binnen. Hier kan je kiezen uit drie refuges maar wij kozen natuurlijk voor onze eigen Vlaamse refuge. We werden hier goed ontvangen en kregen een kamertje met twee stapelbedden.
De rest van de dag gaan we eens goed genieten van de rust en enkele pintjes. Straks eten we petatjes met tomaten en kippefilet, alles zelf klaargemaakt.
Stilletjesaan kan ik me toch aanpassen aan de Spaanse Camino en maar goed ook want het landschap is hier ongeloofelijk mooi en daar kan ik echt van genieten.
Het eten viel gisterenavond goed mee. Drie keer voorgerecht, hoofdschotel en vier keer nagerecht en mijn maagje zat weer vol. Uitslapen lukte minder. Al om vijf uur begonnen Koreaanse meisjes in te pakken met het nodige lawaai. Kan hier iedereen niet eens normaal doen en pas vanaf zes uur opstaan? Maar Koreaanse meisjes zijn klein en nemen korte pasjes. Misschien moeten ze daarom vroeger opstaan om dezelfde afstand als anderen te stappen? Maar meer dan 20 km doen ze niet.
Zelf heb ik het vandaag rustig gehouden. Eerst een goed ontbijt, ingepakt en rustig vertrokken. Een vrij vlakke etappe vandaag met bewolkte hemel. Onderweg kwam ik een Zweeds meisje tegen die ik al twee dagen had gezien en nog een Spaanse jongen. Samen zijn we dan rustig verder gestapt. Even later werden we bijgehaald door een vlaming die me blijkbaar gisteren al had opgemerkt. De verassing was groot want het was Alain die uit Kortrijk was vertrokken en die ik kende uit de gastenboeken onderweg. Hij zat altijd enkele dagen voor mij. Het was leuk praten over onze Franse avonturen en de mensen die we onderweg hadden ontmoet. Marc Leysen, een pelgrim uit Branst die een dag of tien voor mij is vertrokken, loopt nu ook enkele dagen achter ons. Blijkbaar ben ik dan toch een redelijke stapper maar aangezien ik nergens last van heb, zal het geen kwaad kunnen. Hopelijk blijft dit ook zo.
Morgen een kleine etappe van een kleine 20 km naar Los Arcos waar het Vlaamse Compostelagenootschap de refuge openhoudt. Ik heb ze gebeld en ze verwachten ons op de middag. Dat wordt dus weer een rustdagje.
Dag 55: Trinidat de Arre - Puente la Reina (28 km)
Na een goede nachtrust, een goed ontbijtje en een korte misviering vertrok ik om na een kleine drie kilometer verder de stad Pamplona te doorkruisen. De Camino staat aangegeven met merktekens op de stoep, verloren lopen doe je hier niet. Gelukkig voor mij ben je de stad vlug uit en ben je terug in de mooie natuur. De eerste 13 km na Pamplona is het weer klimmen geblazen tot op de top van de Alto de Perdon. Boven staan er metalen kunstwerken die je ook in de film "The Way" ziet. Het is er wondermooi en het uitzicht is adembenemend. Dan gaat het verder, steil omlaag en stap je van dorpje tot dorpje, het ene al wat mooier dan het andere.
Het was gelukkig een mooie wandeling en prachtig weer, dat had ik nodig. Heb me onderweg wel geërgerd aan Koreaanen die tijdens het wandelen chips liggen te vreten, aan auto's die onderweg stoppen om rugzakken in of uit te laden, maar voor de rest ging het wel. In de refuge waar ik nu zit is het avondeten in bufetvorm. Ben eens benieuwd wat dat in Spanje betekend.
De refuge in Roncevalles wordt beheert door Nederlandse hospitaleros. Er is plaats voor meer dan 120 man, alle voorzieningen zijn er: Maar voor alles moet worden betaald. Koffie , frisdrank, broodjes, snoep, alles zit in een automaat. Je kan op de pc mits je muntstukken inwerpt. Noem maar op, alles is aanwezig maar tegen woekerprijzen. Zelfs een ontbijtje met koffie kan er niet af of je moet de automaat gebruiken. Volgens mij is er tegenwoordig veel verdiend aan de pelgrims, zeker als je ziet hoeveel er hier passeren.
Om uit die grote massa weg te komen heb ik besloten om vandaag een etappe te doen van rond de 40 km. Ik heb geen goesting om elke avond in een grote refuge te zitten en te slapen bij 100 man. De raam mag zelfs niet open zodat in de morgen het vocht van de muren druipt. Dus deze morgen de wekker om zes uur gezet maar dat bleek niet nodig want om zes uur gaat de verlichting aan en krijg je er gratis klassieke muziek bij. Enkel stond de klassieke muziek zo hard dat ik direct uit bed ben gesprongen om de muziek stiller te zetten. Die Hollander keek raar maar hij durfde toch niet meer aan de volumeknop draaien. Mijn gezicht sprak waarschijnlijk boekdelen. Dan maar een tasje oploskoffie gemaakt met water uit de microgolf en om zeven uur was ik weg.
Gelukkig was het een heel mooi parkoers, eentje voor mij gemaakt. Bergop en bergaf, smalle bospaadjes en mooie vergezichten. Ik ben dan verdergestapt tot Arre, waar ik om drie uur was. Een gezellig oud kloostertje met ongeveer 30 bedden en een keukentje heb ik hier aangetroffen. Enkel werd er gevraagd om morgenvroeg in de korte mis aanwezig te zijn. Dat had ik er wel voor over.
Sebiet het stadje verkennen en straks zelf koken. Hopelijk gaat het de volgende dagen wat want de aanpassing van Frankrijk naar Spanje verloopt voor mij niet zo goed.
Dag 53: Saint Jean Pied de Port - Roncevalles (26 km)
Om zes uur zat ik aan het ontbijt en tegen half zeven vertrok ik. Het beloofde een warme en zonnige dag te worden, gelukkig want de laatste dagen was het bewolkt. Al vanaf het vertrek begint het fel te stijgen. Na acht kilometer ben je op een mooie hoogte en zie je de wolken in de valleiën hangen. De weg naar boven is bijna helemaal asfalt, enkel de laatste zes km is slechter met stenen en kiezels. Zo blijft het steeds maar klimmen en het uitzicht wordt steeds mooier. Hier en daar zie je schapen en loslopende paarden voor de rest enkel pelgrims die zich een weg naar boven banen.
En dan ben je boven. Een beetje teleurgesteld, ik had meer avontuurlijke weggetjes verwacht of toch tenminste een kruis of teken op de hoogste top. Niets van dat. Je mocht enkel terug naar beneden, heel steil en slechte weg. Oppassen voor de knietjes.
Tegen twaalf uur kwam ik aan in Roncevalles. Kamer is geregeld, avondeten besteld. Nu is het wachten tot twee uur en ik mag binnen. Een lekkere douche en dan rust voor de volgende etappe.
Dag 52: Saint Palais - Saint Jean Pied de Port (32 km)
Weer een mooie maar zware wandeling. Je merkt heel goed dat de Pyrineeën naderen. En dan, na 32 km is het zo ver, je staat aan de "Porte Saint Jaques" in Saint Jean. Het einde van een belangrijk deel maar ook het begin van de Spaanse "Camino Françes". De aankomst hier is niet zo leuk. Je mag al direct aanschuiven aan een bureel waar je een slaapplaats krijgt toegewezen, als er nog zijn. Het is hier een mierennest van pelgrims en alle nationaliteiten zijn hier verenigd. Gelukkig kreeg ik een mooie refuge, mijn beste frans bovengehaald en doordat ik al een tijdje onderweg ben krijg je al wat meer gedaan.
In de refuge zit een gezellig oud vrouwtje, Jeaninne. Ze is zowat de kotmadam. Ze heeft me al wat extra eten gegeven en ze praat graag. De laatste dagen heeft ze geen franssprekende pelgrim gezien en daarom is ze blij dat we wat kunnen babbelen.
Met 24 man op een kamer, niet zo gezellig maar gelukkig geen snurkers en toch wat kunnen slapen. Morgen ontbijt om zes uur, ik zal er zeker zijn.
Dag 51: Orthez - Sauveterre - Saint Palais (33 km)
Gisterenavond heb ik Claudine en Marcel uit het Gentse teruggezien. Toen ik in Vezélay aankwam zag ik hen maar doordat ik daar twee rustdagen nam, waren ze steeds voor mij. Het was een prettig weerzien en eindelijk kon ik nog eens gewoon Vlaams spreken. De avond in Orthez was dan ook zeer geslaagd. Met de nodige wijn, Pastis en leuke verhalen van onderweg erbij.
Gelukkig konden we uitslapen. Voor 17:00 uur kon ik niet terecht in de gite van Sauveterre. Het was prachtig wandelweer, wat bewolkt een beetje wind en niet te warm. De afstand naar Sauveterre bleek veel korter dan verwacht. Net voor twaalf uur daar en nog vlug ee baguette gaan halen. Aangezien ik toch tot vijf uur moest wachten besloot ik, na een rustpauze, nog 15 km verder te stappen naar Saint Palais waar ik hopelijk een slaapplaats zou vinden. Zodoende zou ik weer een dag inlopen en sta ik morgenavond bij het eindpunt van de Voie Historique de Vezélay.
De etappe van vandaag was bijzonder mooi, misschien wel de mooiste tot hiertoe. Smalle bospaadjes, venijnige klimmetjes en afdalingen over holle wegen. Dat vind ik leuk, dan voel je dat je leeft.
Slapen doe ik vandaag in een oud Fransiscanerklooster dat nu dienst doet als refuge voor pelgrims. Een kamertje voor mij alleen met een keuken ter beschikking en ontbijt voor 12. Niet slecht.
Het is echt mijn geluksdag, deze 12 mei. Perfect in alle opzichten, een dag om nooit meer te vergeten.
Gisterenavond is er niemand meer bijgekomen dus sliep ik een nachtje alleen in een grote gite voor zeven personen. Geen gesnurk, niemand die 's nachts het bed uit moet, gewoon zalige rust. Voor de laatste dagen Frankrijk mag het wel, eens op de Spaanse Camino loop je niet meer alleen. Rustig opgestaan, tasje koffie gemaakt, een douche genomen en ontbeten.Tegen half acht vertrok ik richting Orthez.
De zon begon al vroeg te schijnen en gaf veel warmte. Het parkoers wordt stillaan erg zwaar met venijnige heuveltjes. Veel schaduw is er niet en als je dan zo'n heuvel oploopt breekt het zweet je uit en kruip je precies naar boven. Vanaf vandaag heb ik ook meer drinken bij en vul ik onderweg, als de kans zich voordoet, bij.
Op acht kilometer van Orthez kwam ik in een dorpje met de mooie naam: Sallispisse. Door al dat water te drinken dacht ik bij mezelf: "Ksallispisse"... Het was vandaag weer een hele mooie wandeling. Onderweg nog vier evers gezien en af en toe de Pyreneeën die stilletjesaan toch iets dichter bij komen. Je voelt het al in de benen.
Toen ik in Orthez aankwam ging ik zoals meestal eerst naar de kerk. Net toen ik binnenkwam, begon de orgelist op het orgel te spelen. Ik ben zeker een kwartiertje blijven luisteren naar de mooie orgelmuziek die door de kerk galmt.
Dag 49: Mont de Marsan - Saint Sever - Hagetmau (34 km)
Deze morgen weer vroeg op pad. De laatste keer dat ik in Frankrijk twee etappes combineer. Waarom? Eén etappe vond ik wat kort en als ik de twee etappes vandaag doe, heb ik mijn drie dagen die ik nodig heb om van Compostela naar Finisterra te stappen ingehaald. Zo blijft de vermoedelijke einddatum hetzelfde als gepland.
Na een achttal kilometer kwam ik in hetdorpje Benquet. Op zich niets speciaal te zien maar toen ik het dorpje uitging, zag ik in de verte de Pyreneeën liggen. Machtige bergtoppen met bovenop sneeuw, vanop zeker 100 km te zien. Mijn eerste gedachte was: "moet ik daar over?". Ja, dat zal wel moeten. Nog vier dagen en ik sta aan het begin van de oversteek. Indrukwekkend om ze nu al te zien en een beetje beangstigend.
Ondertussen blijft het hier hoogzomer. Van mij mag het wel een tijdje zo blijven want we hebben ons regendeel wel gehad.