Zopas het nieuwe jeugdboek 'Heikje heks en de wonderviool' ontvangen. Fantastisch! Ik voel me als een kind dat een snoepje krijgt. Alles moet klaar voor vrijdag en dan hop, vliegt het boek per e-mail de deur uit naar de drukker. Ik kan bijna niet wachten om het in mijn handen te houden. Eigenlijk gek wat er allemaal gebeurt als je zo'n personage als Heikje creëert. Het wordt een kindje, een meisje, een lachebek van mij. Net zoals mijn eigen dochter. Ik zou haar niet meer kunnen missen. Telkens bij volle maan is ze daar, die kleine heks, met bezem en al. Vlassenbroek is haar thuishaven. Wacht, ik heb daar iets over:
heb je 't al gezien langsheen het water loopt een pad tussen het riet zingen fluisterstemmen een vreemd lied
(hier wonen de kabouters nog)
de zon zoent mijn neus en ik lach naar jou.
(c) Patricia De Landtsheer.
Woesh, en nu naar Heksenland waar alles kan en alles mag!
De dag begint weer een beetje grijs, maar mijn hart zingt voor jou. Al weet ik niet wie je bent. Speciaal toch voor diegenen die het wat moeilijker hebben dan ik. Vandaag aan moeke gedacht, zoals elke dag trouwens. En aan vader, die er nog is met zijn 90 lentes, de schat. Ik denk dat moeke nu toekijkt en denkt: 'waar is ze in godsnaam weer mee bezig' Liever zou ik het in haar oor fluisteren, dat kleine oor waar het steeltje van haar bril aan vasthing en waarover de grijze krulletjes lustig ronddartelden. Ik moet vandaag over haar schrijven. En toegegeven, ook al ben ik professioneel schrijfster en doe ik eigenlijk niets anders voor 'de kost', toch is dat dode moeke (nee, ik zal er maar levend moeke van maken want ze leeft voort in mijn hart) zo moeilijk om over te schrijven. Waarom gaat het dan wel in een blog? Maanden na haar dood heb ik wel een gedicht geschreven. Het verhaalt exact hoe ik haar tijdens dat laatste uur op deze wereld begeleidde naar het andere, het niet meer toegankelijke voor mensen, het verhevene waar God misschien wel echt aanwezig is. Iets in mij roept om het kenbaar te maken. Het is voor jou, en voor jou en voor jou, maar het blijft toch speciaal voor dat moeke dat toekijkt en misschien wel fluistert: 'het is goed zo'.
verbondenheid
(in memoriam matris)
de herfst kwam ongeveer op hetzelfde ogenblik dat je handen uit de mijne gleden en je blik brak in het verschiet
dagen en nachten heb ik je gekoesterd warm gehouden met mijn woorden mijn snik gesmoord in de herinnering aan dagen
waarin we lakens plooiden en we 's avonds moe maar voldaan naar de eerste sterren keken ik vroeg je mee te komen naar de zon en je kwam, eindelijk, vol vertrouwen en overgave je was niet anders dan voordien kon het ook nooit worden
nu zoek ik je beeltenis in de lijnen van mijn hand waar ook de navelstreng ooit doorgeknipt opnieuw verankering vindt