Port Moresby is niet de klassieke stad zoals zij die kennen met een centrum en daarop aansluitende wijken en straten. P.M. bestaat uit verschillende districten die redelijk ver uiteen liggen. Om snel ergens te geraken- ik blijf hier maar heel even- neem ik een helper van het hotel mee om mij te gidsen. Ik wil graat o.a. de botanical garden bewoeken, met naar men zegt, de vele orchideeen. Het is hier "winter", dwz zeer droog en rond de 35 graden. Ik tel welgeteld EEN orchidee. Maar er lopen wel casuaries (loopvogels), er vliegen paradijsvogels en grote toekans, er zitten enkele boo;kangoeroes. Dat maakt al wat goed. En de omgeving is rustig en tropisch mooi.
Vandaar naar een museum over de oudheid, de geschiedenis van PNG. Het koloniaal regime, de stammentwisten, wapens, werktuigen, typische kledij (heeft -letterlijk- niet veel om het lijf) sieraden, maskers enz... Niet oninteressant.
We verplaatsen ons met openbaar vervoer, aftandse busjes waarvoor je ongeveer niets betaald (0,50 kina of ongeveer 12 eurocent). De straten zijn vuil en het stinkt er. Mensen lopen er armzalig bij maar zijn vriendelijk. Nochtans raadt iedereen mij af om alleen rond te lopen. Mijn gids verplicht mij bijna om mijn camera in mijn rugzak te stoppen. In de late namiddag zil ik hem wegsturen want ik moet lang aanschuiven in een bankkantoor. Hij weigert halsstarrig en blijft aan mijn lijf plakken. P.M. schijnt een van de gevaarlijkste steden ter wereld te zijn. Zo vriendelijk zullen ze dan ook wel weer niet zijn. Maar ik krijg de verzekering dat het op het platteland volledig tegenovergesteld is.
Ik zal het morgen ondervinden, want dan vlieg ik naar Kiunga aan de grens met Irian Jaja, een klein plaatsje in de jungle. Vogels spotten wordt de belangrijkste activiteit....en daarna plan trekken.
Vanaf dan zal ook de berichtgeving voor onbepaalde tijd uitvallen.