Alle in PNG aanwezige toeristen zijn in Goroka samengekomen om dit fameuze festival bij te wonen. Alle afwezigen hebben ongelijk. Het is gewoon ONBESCHRIJFELIJK.
Singsing groepen vanover het hele land verschijnen een na een op een grote weide. Je weet niet wat je ziet.
Mannen en vrouwen getooid in en versierd met prachtige schelpen, torenhoge hoofddeksels gemaakt van veren van de paradijsvogels of casuaris, beschilderde gezichten, lichamen ingesmeerd met modder, gezichten achter maskers, rokjes van riet of bladeren, armen en benen kleurrijk versierd. Niets is gestructureerd en de groepen dansen hun dans en zingen hun lied. Wilde kreten. Trommen roffelen, de grond davert. De optredens varieren van woest tot ingetogen, van primitief tot bijna choreografisch. Iedere stam heeft zijn eigen stijl.
De show staat in het teken van "Culture and climate change". Ik voel het alleen maar warmer worden terwijl sommige optredens je koude rillingen bezorgen. De show is onwezenlijk, niet te verwoorden. De kleuren, de bewegingen, de geluiden, de bezwete lijven, de geur. Een bedwelmende sfeer die je als een grote golf overspoelt. Er is een podium opgetrokken waar niemand zit. Je loopt tussen en door de groepen en ruikt de wildernis. Eindeloos wordt er gedanst en gesprongen, te gek voor woorden.
Dit is waarschijnlijk de samenvatting van PNG, haar cultuur en tradities, in enkele uren en op een paar duizend vierkante meter.
Weeral zeer vroeg uit de veren want Betty gaat mij samen met 120 kg forel meenemen naar beneden. Het wordt PNG time want de chauffeur komt pas rond acht uur opdagen.
Ik bereik Goroka om 16 uur. Ik heb een schamele 100 km afgelegd.
Het is vroeg dag. Om een uur staan we vertrekkensklaar onder een schitterende sterrenhemel. Het is pikdonker en koud. Na een half uurtje stappen begin ik me af te vragen waarom ik hier weer aan begonnen ben. Het is hard klimmen en de duisternis is verre van een bondgenoot.
Een uur of drie verder begint de ijle lucht zijn tol te eisen en het wordt alsmaar kouder. Rond half vijf beslist mijn gids om een half uur rust te nemen. We zitten voor op ons tijdschema. We raken helemaal verkleumd maar wachten op de top zou nog veel erger zijn.
Na nog een uur klimmen zitten we eindelijk op Mt. Wilhelm, 4.506 meter hoog. Deze inspanning wordt beloond met een prachtige zonsopgang. Heel in de verte zien we rechts de lichtjes van Madang en links die van Mt Hagen. Tijdens de afdaling schitterende landschappen.
Dit was een zeer lange maar schitterende wandeling. En Betty zorgt weer voor een perfect avondmaal.
de eerste etappe loopt van Betty'a Place op 2.300 m. naar twee bergmeren op een hoogte van 3.500 m. waar we rond de middag aankomen. Er zijn twee zeer spartaans ingerichte berghutten waar gekookt en geslapen kan worden. Mijn gids heeft een primitieve maar -zal blijken- efficiente vislijn meegebracht. Uit een bergriviertje haalt hij 3 + 1 forellen. Die 1 is door mezelf aan de haak geslagen. We zijn met z'n drieen (ook nog een drager), dus dat zal wel lukken vanavond.
Het is inderdaad al dinsdag geworden (maandag blogdag en marktdag) in ik vertrek.
Mount Wilhelm is met 4.506 meter de hoogste berg van PNG. Alles bijeen zal ik een drietal dagen nodig hebben om naar te top te klimmen en terug te keren.
Vandag neem ik een busje naar Kundiawa (twee uur rijden), waar ik na enkele uren wachten op een Toytoa Landcruiser kan springen. In de laadbak zitten ongeveer 15 mensen (en twee vakrens -echte-).
We vertrekken van de weeral onvoorstelbaar smerige markt van Kundiawa voor een epische rit over een onvoorstelbaar onbeschrijfelijke weg. Vier uur hotsen en botsen over rotsen, puntige stenen, door utten en kloven en bergriviertjes. Een gruwel voor gebruikers van het gewone verkeer, maar voor wie van deze omstandigheden houdt ....om duimen en vingers af te likken.
Een man vertelt over de dorpjes die we doorrijden, over de verschillende clans waartoe deze mensen behoren en over welke andere taal ze telkens spreken. In deze wilde bergstreek slagen de mensen er in om op steile bergwanden miniscule tuintjes aan te leggen waar ze zowat alles kweken wat wij in Belgie ook kennen: aardbeien, broccoli, kolen, aardappelen, wortelen, bonen enz. Een verschil: hier oogsten ze het hele jaar door. De natuur bedeelt hen daar bovenop ook nog eens met avocado, bananen, mango's en noem maar op. Deze mensen hebben niets............ook geen honger.
We zijn aangekomen in "Betty's Place", bij een kranige dame die het in PNG hoogst gelegen gasthuis uitbaat. Zij kookt verrassend goed en verwent ons nog met versgeplukte aardbeien. Naast het gasthuis beheert zij ook nog een forellenkwekerij. Een van de duizenden vissen ligt nu op mijn bord