Inhoud blog
  • blog 6 - naïef
  • blog 5 - aanstekelijkheid
  • blog 4 - kinderen en zin voor realiteit
  • blog 3 - twee Griekse woorden
  • blog 2 - je me trumpe
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    verwondering en verontwaardiging
    stilzwijgend kijken luidop waarnemen
    24-09-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.blog 5 - aanstekelijkheid

    Ruim anderhalf jaar geleden begon ik met overmoed en een belofte het nieuwjaar in te gaan door een maandelijkse blog te delen. Het was precies zoals hier staat: met overmoed en met een belofte.

    Overmoedig moet je soms zijn om een begin te maken, een sprong te wagen, de durf uit je jezelf te trekken als de kurk uit een weerspannige jonge wijn. En een belofte heeft maar betekenis voor zover ze kwetsbaar is en breekbaar en daarom ook geduldig.

    Hier neem ik de draad weer op. Een blauwe septembermaandag is het. De mildere storm van gisteren heeft de lucht van wolken gereinigd. Hier en daar verschijnen toch weer witte vormeloze slierten als de kroniek van een aangekondigde herfst. Het is kil in huis. 

    Eric Goeman is een begrip in Gent en in Zomergem en bij vele andersglobalisten en nog steeds onvermoeibare woordvoerder van ATTAC*. Zijn gezondheidszorgen brengen zijn actieterrein naar een van de meest inspirerende facebook-meldingen die ik met nieuwsgierige regelmaat bekijk en bewonder. Doorgaans zijn de boodschappen analytisch en scherp, anti-neoliberaal, systeemontluisterend en appellerend. [Of ze gaan over de liefde, maar daarover blog ik graag een andere keer, Eric!]

    Vandaag las ik bij zijn fb-post een citaat van Marnix Peeters: “Tijdens de zomer klom je in een boom of viel je in een beek. Terug op school viel er nergens over te pochen”.

    Ik onderzoek mijn gedachten. Waarom blijf ik hier langer bij stilstaan. Meewarigheid heet dat. Het is een bijna ouderwets woord. (Of toch helemaal ouderwets?)  Vriendelijk medelijdend, zegt de betekenisgever over meewarig. Ik herken me in de boomklimmer, heb vandaag nog alle moeite van de wereld om mezelf er van te weerhouden in bomen te klimmen en de seizoenen begrenzen die mogelijkheid niet. En ik doe niet alle moeite om me ervan te weerhouden risico te nemen op een ander uitzicht op de wereld vanuit de kruin van een gemakkelijke wilg of een vormeloze, licht gehavende zomereik. En al moet je wel even zoeken waar de beken nog beken zijn, ook daar de sprong wagen is een risico dat niet altijd even berekend hoeft te zijn. Het is echter de verleden tijd die mijn meewarigheid opwekt. Finn en Corneel (6 jaar) gaan nu naar de Chiro. Ik hoop dat ze leren vérspringen over de Grote en de Kleine Herk en vanuit de bomen de meisjes durven bespieden, of gewoon vandaaruit de wereld gade slaan en zonder pochen waaghalzen worden die met durf en geduld de wereld verkennen en vanuit de natte beek of de buigzame esdoorn hun gedachten onderzoeken.

    Ach, misschien is het ook de aankomende herfst die me tot meewarigheid dwingt en niet alleen Marnix Peeters. De herfst die de dagen met melancholisch zonlicht beschijnt en de nacht steeds vroeger doet beginnen, doet mij denken aan de troosteloosheid van een samenleving die ook op facebook aan mij verschijnt in een ongelijke strijd tussen optimisme en pessimisme. Vluchtelingen waar we kennelijk geen blijf mee weten, kernreactoren die ons dreigen in de kou te zetten deze winter, verkiezingen die ons verder van elkaar drijven en angst aanmoedigen, en zoveel onzinnig nieuws (dat ik toch liever niet fake noem)…

    Als ik al wat wil met deze blog, dan is het zoeken naar de kracht van het woord om bij het woord de daad te voegen.

    Zoals er minder in bomen wordt geklommen en de risico’s geweerd worden om beken of rivieren te doorwaden, zo lijkt het me vandaag teleurstellend dat we niet (genoeg) méér op straat komen, niet vaker extreem luid en ongelooflijk verontwaardigd in publieke parken en op volkse pleinen, op markten en aan wetstraten, winkelcentra en cultuurhuizen, bij bedrijven en stations, aan scholen of poortgebouwen rebelleren tegen ontmenselijkende vervreemding en manifesteren voor een warmere wereld.

    Op die genoemde plaatsen tonen zich vandaag wel de straatvervuilende koppen van beloftevolle boodschappers voor een betere samenleving in steden en gemeenten. Ik wil ze niet wantrouwen, maar mijn geloof dat deze mannen en vrouwen het verschil kunnen maken, is klein.

    Ik pleit voor meer risico en veel geduld!  Ja, er is minder moed nodig om een blog te schrijven dan om tot de actie over te gaan. Beschouw dan dit nieuwe overmoedige begin als zelfaanmoediging en ‘aanstekelijkheid’  om radicaler te leven!

     

    “Er zijn zure appels en hun lot wil, dat zij wachten tot de laatste dag van de herfst;

    tegelijk worden zij dan rijp, geel en rimpelig.” Friedrich Nietzsche



      

    *Attac: (Associatief netwerk voor een Taks op financiële Transacties en voor het Aansterken van de Civiele maatschappij, van het Franse Association pour la Taxation des Transactions pour l'Aide aux Citoyens) is een internationale, van oorsprong Franse, non-gouvernementele organisatie die zich aanvankelijk vooral inzette voor een belasting op financiële transacties, de Tobintaks. Inmiddels heeft de groep een breder perspectief en is ze een van de belangrijkste spelers binnen de beweging die andersglobalisme nastreeft.

    (bron: Wikipedia)


    24-09-2018 om 15:09 geschreven door Márnix Vanlangenaeker  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-05-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.blog 4 - kinderen en zin voor realiteit

    Kinderen vinden grote mensen minstens een beetje saai. Ze bekennen zelf wel eens vervelend te kunnen zijn en vinden niet dat er wat mis is met (zich) vervelen. Als grootste verschil tussen henzelf en die grote mensen noteren ze dat zij tijd hebben en toekomst en niet zo dicht bij de dood staan. Althans dit zijn enkele bevindingen van de Sint-Truiderse Kinderraad. Ik weet niet of je dit met hoofdletter moet schijven, maar ik doe het toch maar. We stelden ook al -onder voorbehoud dat het punt ooit geagendeerd gaat worden door het grotemensencollege (met kleine letter)- een voorlopig reglement op om in bomen te mogen klimmen. Vooral op eigen risico was toch wel de consensus. En dat risico nemen ze graag, want liefst niet te overbeschermd opvoeden.

    We kunnen van kinderen zoveel leren. Hun verwondering en twijfel, hun denken en hun zwijgen, hun heerlijke stoutigheden en hun geweldige onvermogen om altijd stil te zitten, sporen mij erg aan om met kinderen te blijven filosoferen. Als na anderhalf uur samenspraak en socratisch overleg spontaan en volmondig en unaniem –een politiek statement als kinderraad, toch?- filosoferen als plezant ervaren wordt, dan vind ik,  moeten we binnenkort misschien Gwendolyn Rutten eens uitnodigen. Eerst mag zij komen vertellen waarom wij hier een superieure levensstijl hebben. En dan kunnen we in dialoog gaan met elkaar. Ik vrees echter dat de kinderen het saai gaan vinden. Misschien een vooroordeel, maar wat me als verschil opvalt bij (heel veel) grote mensen, is het pijnlijke onvermogen om te kunnen luisteren naar de ander. Wie echt kan luisteren neemt immers het risico om zijn of haar inzichten te moeten bijstellen en onder dat voorbehoud zullen de Ruttens van deze wereld niet graag in gesprek gaan. Laat staan dat ze nog weten wat dialoog is, want bij politici gaat het bijna exclusief om het grote gelijk. En precies daar knelt het schoentje! Het grote gelijk dat vraagt om discussie, harde feiten (zonder stelligheid van waarheid), argumenten uit de eigengereide geloofsovertuiging en natuurlijk de gehaaide techniek om de ander te onderbreken en met grimmigheid neer te bliksemen. Zeg maar, dat het een houding van superioriteit is. Een houding of een manier van zijn. En op die manier begrijp ik mevrouw Rutten nog wel.

    Vandaag vraag ik me af welk effect het zou geven mochten de manifestanten tegen Trump’s autocratische politiek allemaal kinderen zijn. Stel je voor een zee van duizenden kinderen die zingen en scanderen dat de wereld schreeuwt om meer menselijkheid, om verbondenheid, om vrede…

    Het boek ‘Morele Helderheid’ van Susan Neiman noem ik nog steeds een handboek voor dagelijks leven. In een eerste deel betreurt ze hoe het begrip idealisme werd toegeëigend door de zelfverzekerde spindokters van het Buchregime, hoe het door rechts geaccapareerd werd, zou je zakelijk kunnen zeggen. En verder leer ik dat met ‘je moet realistisch zijn’ de wereld niet beter wordt.

    Filosoferen is ‘omdenken’, is denken vanuit de overtuiging dat niets noodzakelijk onveranderlijk is. Het laat toe met onbevangenheid naar de wereld te kijken. Dus ook verwonderd te zijn over wat goed is, schoon (lees: mooi voor Nederlandse vrienden), en waar(achtig). Met die ingesteldheid, die manier van zijn is het mogelijk om hoopvol in het leven te staan. Ondanks de verspilling van miljarden aan wapentuig, ondanks de verstikkende consumptie die het poolijs verder doet afsmelten, ondanks de dogmatische verstarring van (geloofs)overtuigingen die andere uitsluiten, ondanks het onvermogen om diversiteit als rijkdom te ervaren, … is het REALISTISCH om de kleine en concrete utopieën te koesteren, vooral er aan mee te werken of er deel van te willen zijn.

    Misschien kunnen de kinderen ons helpen om al deze leefbare dromen die op zoveel ongeziene plekken werkelijkheid worden, aan elkaar te rijgen zodat we de verandering een beetje beter kunnen zien.

    ‘Kinderen vinden grote mensen minstens een beetje saai’. Waarschijnlijk omdat die grote mensen niet realistisch genoeg zijn om te weten dat je niet bang hoeft te zijn om in bomen te klimmen en de wereld vanuit een ander perspectief te bekijken. Het echte realisme is aan al wie nog durft dromen en in zichzelf het kind blijft zoeken. Die noodzakelijke onschuld om de oorspronkelijke mens terug te vinden zou mevrouw Rutten en de dikke Trump misschien helpen in te zien dat deze wereld niet ons toebehoort, maar wij aan deze wereld, een speeltuin tussen wieg en graf; waar kinderen van denken dat ze niet zo dicht staan bij die dood. Tenminste als je als kind in een vrije, niet superieure wereld geboren mag worden…

    29-05-2017 om 09:59 geschreven door Márnix Vanlangenaeker  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (14 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.blog 3 - twee Griekse woorden

    Pater Pol Celis was mijn leraar Grieks. Het is ondertussen zo lang geleden dat alles wat daarover te vertellen valt bijna legende is geworden. De verhalen over Pater Pol beantwoorden in geen geval aan het beeld van een pater zoals dat een kostschool past(e) voor die tijd alleszins; of misschien juist wel. De meest eigenzinnige lessen van de meest stoïcijnse leraar van het meest bijzondere vak uit mijn meest teleurstellende middelbare schooltijd, die ik om die redenen niet geheel in het verleden wil achterlaten, vertellen het verhaal van de Ilias. Een heldendicht vol tragiek en met de spanning van een passie die ik toen nog niet op dezelfde manier naar waarde schatten kon.

    Op maandagmorgen stond midden op de speelplaats het beige kevertje van Pater Pol, dat hij met zijn medebroeders te delen had (wat was zo’n gemeenschap toch ecologisch en progressief) met de deuren wijd open. Het verluchtingsscenario! Pol Celis was een man van hooguit 1m60 met een diepe bas die jaar na jaar in diepte toenam. Roken en drinken beschouw ik alleen bij Pater Pol als een deugd. Het was zijn epitheton. Ik vermoed nu dat de lessen Grieks pas vanaf maandagnamiddag beginnen konden om de ernst van het vak niet in het gedrang te laten komen.

    Ernst was er niettemin altijd. Niets kon Pater Pol van zijn stuk brengen. We lazen Grieks en hij las voor uit een door nicotine vergeeld exemplaar van de Ilias, een uit elkaar gevallen vertaling uit 1956 van de illustere Maximiliaan Schwartz. Ooit plaatsten we de stoel van Pater Pol voor hij ons klasje van 4m bij 4,5m binnenkwam met de rug naar ons toe; de ganse lestijd kregen we voorleessessie waarbij hij aan het bord de voortgang van het heldendicht declameerde, al was de toon waarin het werd voorgelezen eerder die van een doordeweekse antifoon.

    Alleen als hij Grieks las, dan was er echt muziek te horen in zijn doorrookte stem. Niets zal me de klank van de woorden van Homeros kunnen doen vergeten als die ene les over het afscheid van Hektor van zijn geliefde Andromache. De scène is als een kortfilm in mijn geheugen gegrift. De helmboswuivende mag zijn zoontje (Astyanax voor de kwissers) niet lang in de armen houden; het jonkie heeft het niet op met de helm van zijn heroïsche vader. Dan neemt Andromache haar zoontje terug in de armen (of is het een min?). Alleszins hoor ik nu nog de woorden terug die ik in deze blog nieuwe betekenis wil geven. Je hoeft echt geen Grieks te kennen om enkele keren de klank van deze woorden te herhalen: dakruoen gelasasa (je leest het als daa kru ô ên gee lâ sassa, maak ik me sterk). Ik begrijp nu ook wel dat mijn echtgenote de klank van de Griekse taal als de meest sexy taal beluistert. Deze twee historische woorden zetten we in het Nederlands om als ‘door haar tranen heen lachte ze’. Een klankrijker beeld van een afscheid kan ik me niet verbeelden.

    Het is in deze Goede Week waarin ik wat conservatief naar het Stabat Mater luister, dat deze woorden bij mij opkomen . Ik probeer verschillende versies uit van het Stabat Mater en bij elke versie hoor ik achter het Latijnse treurlied de klank van het Griekse dakruoen gelasasa en kijk ik naar de wereld en naar haar moeders met kinderen in de armen. Hoe anekdotisch mijn lange inleiding, des te apodictisch de passie van deze entropische wereld die zich aan me opdringen blijft.

    In het huiselijke tafereel van een afscheid tussen geliefden met het kind dat hen verbindt, klinkt het drama van de wereldbrand van vandaag alleen maar beklijvender en scherper door. Ik kan hier niet anders dan verontwaardiging laten horen om mijn diepe onmacht lucht te geven. Als ik met woorden en beelden onrust kan opwekken om endemische onverschilligheid te lijf te gaan, wil ik als een rouwende blijven zoeken naar woorden. De verklanking van eeuwenoude rituele woorden als die (over het verhaal van) het Stabat Mater voorkomen misschien het zwijgen bij zoveel leed.

    Maar nog ben ik er niet uit of stilte het antwoord is op de dood van kinderen, moeders en vaders, jongelingen, ouderlingen door weerzinwekkend geweld, door schrijnende hongersnood, door politieke onverschilligheid, door ….

    Lees dus in deze blog mijn voorkomend uitschreeuwen van het onvermogen om de gekwetste te omarmen, om de achtergeblevenen te troosten, om de lijdende te zalven. Deze dagen druk ik mijn kinderen nog wat steviger tegen mijn hart, koester ik de liefde en dank ik de hemel om al mijn zegeningen. Maar mijn geluk wil ik niet losmaken van het onrecht en de onverschilligheid van de ander.

    “Wie zou niet bewogen worden bij het zien van zoveel lijden” klinkt het in het Stabat Mater. Hektor zal het leven laten in de strijd met Achilles en ook als lijk onteerd worden en van Astyanax weten we hoe het jongetje van de stadsmuren van Troje wordt geworpen.

    Tegen de achtergrond van een ongelijke wereld neem ik dagelijks afscheid van mijn onschuld en laat de woorden van Homeros nazinderen: dakruoen gelassa, een beetje glimlach doet (over)leven.

    Zalig Pasen!


    13-04-2017 om 11:50 geschreven door Márnix Vanlangenaeker  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (15 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-02-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.blog 2 - je me trumpe

    Ik was al een twintiger toen ik kennismaakte met het werk van Virginia Woolf. Koen, met wie ik samen deel uit maakte van het gild der subregenten in Leuven (waardoor we bijna tot de kerkelijke adel gingen behoren), was een bewonderaar en overtuigde mij van de bijzondere literaire en artistiek buitenissige meerwaarde van Woolf. Voor wie haar absolute meesterwerk toch ooit zou willen lezen, verraad ik maar dat Bernard uit The Waves (dat ik in het Nederlands las) een pijnlijk herkenbaar personage is. Of was? Waarom ik het zo nodig  over Virginia Woolf wil hebben? Dat vertel ik zeker uitvoeriger in blog 12 (op het einde van dit avontuur) waarin ik het over lot en leven zal hebben, het reeds eerder aangekondigde drama dat dan ook wel over liefde en de vele variaties op dit thema zal handelen. Nu moest ik Virginia Woolf ter sprake brengen naar aanleiding van enkele zinnetjes waar Saskia De Coster me attent op maakte.

    Afgelopen jaar was er ook zo een frase uit een boek die aan mij is gaan kleven en nog kleeft als de restanten van het gelijknamige kruid, dat niet alleen op je kleding achter blijft, maar tot diep onder je huid blijft jeuken. Misschien is het daarom dat ik steeds blijf lezen, hongerend naar die ene gedachte die me ontzet, me in de war brengt, me aanstuurt, me appelleert, me (nog) onrustiger maakt, … Vorig jaar raakte Alessandro Barrico** me met het ogenschijnlijk onbetekenende zinnetje waarin staat dat de mens aan het leven in bruikleen is gegeven (sic). Als dat al maar even tot je doordringen kan, duizel je misschien net als ik van het perspectief waar mee een mens zijn bestaan een plaats heeft te geven. Het was voor mij de aanzet om met nog meer overtuiging mijn geloof te enten op de wortels van de twijfel.

    Tachtig jaar geleden verscheen Woolfs werk De Jaren. De Grote Oorlog komt er in een scene over 1917 heel terloops ter sprake.  Ze kreeg het verwijt grote wereldgebeurtenissen weg te moffelen. [Met een overdreven verveeld gebaar legde hij zijn bestek neer. Weer een luchtaanval. Alsof een interessant gesprek door een vervelende zeurkous was onderbroken.] De cynische waarheid over het weghouden van de wereldbrand uit ons alledaagse veilige bestaan, is een waarheid die Woolf in haar werken bloot legt. Het is bij die gedachte dat ik stil sta en wil stil staan.

    Amper zes weken krijgt Trump presidentiele beveiliging als hij op zijn Abderdeenshire gaat golfen en vanop het toilet weer een tweet laat de wereld ingaan. En nu al hoor ik bij vriendenbezoek, tijdens veel te korte lunchpauzes op school, in vergaderingen van allerlei slag of gewoon thuis aan tafel dat we er best geen onderwerp meer van moeten maken om de appetijt van de alledaagsheid niet te bederven. Misschien kan/wil ik er begrip voor opbrengen, misschien…

    Want echte verontwaardiging blijft doorgaans knagen. Terecht merkt mijn echtgenote op dat de berichtgeving op facebook (van de beperkte volgers die ik zorgvuldig sorteer) wel een impact op me zou kunnen hebben. Maar bewust een bezoek brengen bij www.dewereldmorgen of DeGroeneAmsterdammer lezen, een artikel van de www.correspondent.nl onder ogen nemen… zorgen bij mij evengoed voor een dagelijkse staat van verontrusting over de verontrustende staat van de wereld waarvan ik deel uit maak. Het lezen van de krant (graaicultuur en wereldbrand, onrecht en ongelijkheid; er is geen passend woord dat het kan samenvatten) maakt een mens neerslachtig. Het deed me ook de vraag stellen of ik er wel goed aan doe om mijn studenten te verplichten de actualiteit te volgen. Om verstikt te geraken in de waan van de dag? Een après-nous-le-déluge mentaliteit te kweken? Of gewoon om meer vertrouwd te geraken met de donkere kant van de mens en de mensheid?

    Op 22 maart zal het een jaar geleden zijn dat terrorisme ons land diep raakte. Op diezelfde dag werd in een Haspengouws dorpje een man vermoord. In Pellenberg liggen nog gewonden van Maalbeek en Zaventem te revalideren, in dat kleine dorp zoekt een vrouw elke dag naar krachten om de draad weer op te nemen.

    Het is goed en nodig om het bestek weer vast te nemen en steeds opnieuw over te gaan tot de orde van de dag. Maar laat de verontwaardiging blijven en laat de orde van de dag genoeg inzicht geven om verwonderd te kunnen worden door alle tegenkrachten die meeschrijven aan een goednieuwskrant met een belangrijke katern voor buitenlands nieuws.

    Ik kies er voor te geloven dat ik aan het leven in bruikleen ben gegeven. Voor Trump mag het omgekeerd zijn alsof het leven aan hem in bruikleen is gegeven. Aan ons om duidelijk te maken dat wij die hypotheek niet wensen mee af te betalen!

    Zoek vandaag vooral genoeg verwondering!

     

    *Subregent: Verantwoordelijke voor de dagelijkse gang van zaken in de relaties met de studenten en het leven op een college (peda) aan de KULeuven. Het Pauscollege behoorde tot het college met het meeste aanzien. Wie er als subregent mocht leven en werken, leerde van de beminnelijke hiërarchie genoeg savoir-vivre en op tijd (?) de noodzaak van diëten.

    **Uit: De jonge bruid (2015)

    28-02-2017 om 00:00 geschreven door Márnix Vanlangenaeker  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (13 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.blog 1 - over de liefde

    Misschien gebruiken we het woord overmoed vooral met het adjectief jeugdig. Zou het daarom zijn dat ik deze reeks van 12 blogs voor 2017 met dit wat in onbruik geraakte woord wil beginnen? Overmoed is het woord dat nu staat voor de belofte die ik mezelf (en u daarbij natuurlijk) gedaan heb om elke maand een blog te schrijven. Dat is het wat we soms nodig hebben. Overmoed, om in het diepe water te springen vanuit de overtuiging dat zwemmen nu wel zal lukken; of om voor de eerste keer voor een groep te staan en het woord te nemen; of om deel te nemen aan een loopwedstrijd van een halve marathon, terwijl je eigenlijk nooit meer dan 10 km hebt gelopen. Jezelf voor uitdagingen stellen, de grens ver genoeg van je veilige kunnen, maar vooral op die plaats waar je willen met jou naar toe zal gaan.

    Mijn willen is het delen van woorden en gedachten waarbij ik stilzwijgend kijk en luidop waarneem. Mijn willen neemt me mee naar de schoonheid van het alledaagse, de verwondering van het vanzelfsprekende, de verontwaardiging over het schijnbaar onveranderlijke. En dus zullen de blogs vooral gaan over ontmoetingen, toevalligheden, onverwachte momenten… over zegen en vloek. Soms een (Griekse) tragedie, bij wijlen een blijspel. Voor cynisme zal ik me hoeden.

    Vandaag wil ik schrijven over de liefde. Dat stond eigenlijk al vast, nog voor ik maar een letter voor deze blog gepleegd had. Geef toe, dat ook dat overmoedig is. Schrijven over de liefde.

    Het is twee uur in de nacht en ik staar naar het plafond. Ik bedenk hoe stil het hier is. Dat er ergens misschien nog geliefden de gepaste rituelen verzinnen voor het oudste spel tussen man en vrouw, tussen partners zeg ik beter, komt op dat moment bij mij niet op. Want het is stil. Ik hoor het ademhalen van mijn vrouw, niet zo zachtjes, maar toch stil genoeg om het stil te laten zijn. Ik hoor het ademhalen van twee kleine jongens aan de overkant van de gang. Ik hoor de stilte. En ik vraag me af wat liefde is. Ik besef dat dit een begenadigd moment is. Doorgaans is de nacht zo liefdevol met mij dat ik in de korte tijd van luttele uren voor mezelf en mijn gedachten helemaal afwezig ben. Maar nu lig ik wakker en wil ik weten wat liefde is.

    Een boekje van Bleri Leshi zal me daar misschien bij kunnen helpen. Maar daarvan heb ik enkel nog maar het colofon gelezen. Er zijn naar de titel van zijn laatste boekje heel wat boeken geschreven. Het begon  bij Gabriel Garcia Marques met Liefde in tijden van cholera. Dat is natuurlijk onvolprezen literatuur. Met Liefde in tijden van eenzaamheid legt Paul Verhaeghe de ziel bloot van onze samenleving en doet hij dat als psychotherapeut. Bleri Leshi kiest voor Liefde in tijden van angst.

    Alleen de titels van deze boeken leren me over de liefde. Angst, eenzaamheid en cholera. Het is precies kiezen tussen de pest en jawel, de cholera. Tussen Scylla en Charybdis, voor wie zich de Griekse mythologie of Odysseus omzwerving nog een beetje kan herinneren.

    Tegenover het kwaad in al zijn gedaantes staat de liefde. Dat lijkt me een mooie samenvatting. Het kwaad is dan de eenzaamheid, de angst, vertwijfeling en wanhoop. Liefde overwint en onderscheidt zich door de ander, het goede, de geliefde boven het eigen ik te stellen. Het bijzondere van die beslissing is dat juist de liefhebber zowel de prijsgever als de winnaar is. En het meest bijzondere dat er geen verliezers zijn.

    Het is allemaal wat cryptisch en een blog hoort wat luchtig te zijn, niet? Een zeldzame keer helpt verliefdheid ook om te beseffen wat liefde is. Een kwarteeuwigheid geleden wandelde ik met mijn toenmalige geliefde (en mijn geliefde van nog steeds) diep in de nacht midden op de kleine ring van Leuven. Om wat indruk te maken danste ik als een paringsritueel enkele pasgeleerde tangopasjes. [Het alfamannetje dat indruk wil maken.] Je kon daar toen nog sneller rijden dan 50 km/u. Een halve mijl verder tastte ik in mijn zak en vond er het laatste stukje chocolade (van die dag). Ik deelde het stukje in twee, wachtte tot mijn liefje helemaal verzoet was en (nu komt het) gaf daarna ook nog het allerlaatste stukje aan haar. Liefde is een stukje chocolade. En wie mijn kwetsbaarheden kent, beseft de bijzondere dimensie van het laatste stukje chocolade. Ook die nacht waren er twee winnaars!

    Er zijn veel heroïscher verhalen te vertellen over de liefde. Maar het aantal lettertekens zijn beperkt.  Dat liefde de angst overwint, wil ik zondermeer geloven. Ik ben er zeker van dat ik het bij Leshi zal lezen/leren. Hij wordt overigens een straatfilosoof genoemd. Op zo’n omschrijving ben ik zelf wat jaloers.

    Een beetje overmoedig besluit ik mijn Liefde met u te delen. Tenminste de betekenis er van. Liefde heeft alles te maken met het beeld van de mens dat je in je draagt. Dat laat je toe jezelf toe te vertrouwen of niet. Is de ander je rivaal, vlucht dan in je angst of wapen je; maar is de ander je lotgenoot, nevenstaander, jouw menselijke evenknie, je gezel, je mede-mens  …. [zie sterretje!] dan kan je je gewonnen geven.

    Het is tijd om aan de ochtendrituelen te beginnen. Dit wordt een liefdevolle dag!

     

    *[Medemens= vluchteling, Duitser, Turk, surfer, bietenrooier, asielzoeker, Genkenaar, striptekenaar, bestaansminimumoverlever, mucomens, rolstoelverbruiker, springkastelenbouwer, kleinkunstgalerijhouder, hongerspelspeler, Zuid-Afrikaan, boer, wereldwinkelmanager, stripbarpoetsvrouw, kind, drenkeling, dakdekker, dakloze, filosoof, zwerfvuilhandelaar, kermisganger, student, zwangere minderjarige, paaldanser, turteltaksmeterstandhouder, [te](vroeg)gepensioneerde, psychiatrische cliënt, autofabrikantwerkster, feministe, zeeschuimer, Trumpfanaat, Chinees (al dan niet om mee te nemen), muze, transseksueel, kanaalzwemmer, gevangenisaalmoezenier, outlaw, journalist, UCLL-directeur, pvda-er, cvs-lijder, aardige (en minder aardige) anders- en soms beter geaarde, …. zonder uitsluiting verder aan te vullen]

    16-01-2017 om 21:26 geschreven door Márnix Vanlangenaeker  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (35 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 29/10-04/11 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 29/05-04/06 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 16/01-22/01 2017

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs