Pater Pol Celis was mijn leraar Grieks. Het is ondertussen
zo lang geleden dat alles wat daarover te vertellen valt bijna legende is
geworden. De verhalen over Pater Pol beantwoorden in geen geval aan het beeld
van een pater zoals dat een kostschool past(e) voor die tijd alleszins; of
misschien juist wel. De meest eigenzinnige lessen van de meest stoïcijnse
leraar van het meest bijzondere vak uit mijn meest teleurstellende middelbare
schooltijd, die ik om die redenen niet geheel in het verleden wil achterlaten,
vertellen het verhaal van de Ilias. Een heldendicht vol tragiek en met de
spanning van een passie die ik toen nog niet op dezelfde manier naar waarde
schatten kon.
Op maandagmorgen stond midden op de speelplaats het beige
kevertje van Pater Pol, dat hij met zijn medebroeders te delen had (wat was
zon gemeenschap toch ecologisch en progressief) met de deuren wijd open. Het
verluchtingsscenario! Pol Celis was een man van hooguit 1m60 met een diepe bas
die jaar na jaar in diepte toenam. Roken en drinken beschouw ik alleen bij
Pater Pol als een deugd. Het was zijn epitheton. Ik vermoed nu dat de lessen
Grieks pas vanaf maandagnamiddag beginnen konden om de ernst van het vak niet
in het gedrang te laten komen.
Ernst was er niettemin altijd. Niets kon Pater Pol van zijn
stuk brengen. We lazen Grieks en hij las voor uit een door nicotine vergeeld
exemplaar van de Ilias, een uit elkaar gevallen vertaling uit 1956 van de
illustere Maximiliaan Schwartz. Ooit plaatsten we de stoel van Pater Pol voor
hij ons klasje van 4m bij 4,5m binnenkwam met de rug naar ons toe; de ganse
lestijd kregen we voorleessessie waarbij hij aan het bord de voortgang van het
heldendicht declameerde, al was de toon waarin het werd voorgelezen eerder die
van een doordeweekse antifoon.
Alleen als hij Grieks las, dan was er echt muziek te horen in
zijn doorrookte stem. Niets zal me de klank van de woorden van Homeros kunnen
doen vergeten als die ene les over het afscheid van Hektor van zijn geliefde
Andromache. De scène is als een kortfilm in mijn geheugen gegrift. De
helmboswuivende mag zijn zoontje (Astyanax voor de kwissers) niet lang in de
armen houden; het jonkie heeft het niet op met de helm van zijn heroïsche
vader. Dan neemt Andromache haar zoontje terug in de armen (of is het een
min?). Alleszins hoor ik nu nog de woorden terug die ik in deze blog nieuwe
betekenis wil geven. Je hoeft echt geen Grieks te kennen om enkele keren de
klank van deze woorden te herhalen: dakruoen gelasasa (je leest het als daa kru ô ên gee lâ sassa, maak ik me
sterk). Ik begrijp nu ook wel dat mijn echtgenote de klank van de Griekse taal
als de meest sexy taal beluistert. Deze twee historische woorden zetten we in
het Nederlands om als door haar tranen heen lachte ze. Een klankrijker beeld
van een afscheid kan ik me niet verbeelden.
Het is in deze Goede Week waarin ik wat conservatief naar
het Stabat Mater luister, dat deze woorden bij mij opkomen . Ik probeer
verschillende versies uit van het Stabat Mater en bij elke versie hoor ik
achter het Latijnse treurlied de klank van het Griekse dakruoen gelasasa en kijk ik naar de wereld en naar haar moeders
met kinderen in de armen. Hoe anekdotisch mijn lange inleiding, des te
apodictisch de passie van deze entropische wereld die zich aan me opdringen
blijft.
In het huiselijke tafereel van een afscheid tussen geliefden
met het kind dat hen verbindt, klinkt het drama van de wereldbrand van vandaag
alleen maar beklijvender en scherper door. Ik kan hier niet anders dan
verontwaardiging laten horen om mijn diepe onmacht lucht te geven. Als ik met
woorden en beelden onrust kan opwekken om endemische onverschilligheid te lijf
te gaan, wil ik als een rouwende blijven zoeken naar woorden. De verklanking
van eeuwenoude rituele woorden als die (over het verhaal van) het Stabat Mater
voorkomen misschien het zwijgen bij zoveel leed.
Maar nog ben ik er niet uit of stilte het antwoord is op de
dood van kinderen, moeders en vaders, jongelingen, ouderlingen door
weerzinwekkend geweld, door schrijnende hongersnood, door politieke
onverschilligheid, door
.
Lees dus in deze blog mijn voorkomend uitschreeuwen van het
onvermogen om de gekwetste te omarmen, om de achtergeblevenen te troosten, om
de lijdende te zalven. Deze dagen druk ik mijn kinderen nog wat steviger tegen
mijn hart, koester ik de liefde en dank ik de hemel om al mijn zegeningen. Maar
mijn geluk wil ik niet losmaken van het onrecht en de onverschilligheid van de
ander.
Wie zou niet bewogen worden bij het zien van zoveel lijden
klinkt het in het Stabat Mater. Hektor zal het leven laten in de strijd met
Achilles en ook als lijk onteerd worden en van Astyanax weten we hoe het
jongetje van de stadsmuren van Troje wordt geworpen.
Tegen de achtergrond van een ongelijke wereld neem ik
dagelijks afscheid van mijn onschuld en laat de woorden van Homeros nazinderen:
dakruoen gelassa, een beetje glimlach
doet (over)leven.
Zalig Pasen!
|