Ik was al een twintiger toen ik kennismaakte met het werk
van Virginia Woolf. Koen, met wie ik samen deel uit maakte van het gild der
subregenten in Leuven (waardoor we bijna tot de kerkelijke adel gingen
behoren), was een bewonderaar en overtuigde mij van de bijzondere literaire en
artistiek buitenissige meerwaarde van Woolf. Voor wie haar absolute meesterwerk
toch ooit zou willen lezen, verraad ik maar dat Bernard uit The Waves (dat ik
in het Nederlands las) een pijnlijk herkenbaar personage is. Of was? Waarom ik
het zo nodig over Virginia Woolf wil
hebben? Dat vertel ik zeker uitvoeriger in blog 12 (op het einde van dit
avontuur) waarin ik het over lot en leven zal hebben, het reeds eerder
aangekondigde drama dat dan ook wel over liefde en de vele variaties op dit
thema zal handelen. Nu moest ik Virginia Woolf ter sprake brengen naar
aanleiding van enkele zinnetjes waar Saskia De Coster me attent op maakte.
Afgelopen jaar was er ook zo een frase uit een boek die aan
mij is gaan kleven en nog kleeft als de restanten van het gelijknamige kruid,
dat niet alleen op je kleding achter blijft, maar tot diep onder je huid blijft
jeuken. Misschien is het daarom dat ik steeds blijf lezen, hongerend naar die
ene gedachte die me ontzet, me in de war brengt, me aanstuurt, me appelleert,
me (nog) onrustiger maakt, Vorig jaar raakte Alessandro Barrico** me met het
ogenschijnlijk onbetekenende zinnetje waarin staat dat de mens aan het leven in bruikleen is gegeven (sic). Als dat al
maar even tot je doordringen kan, duizel je misschien net als ik van het
perspectief waar mee een mens zijn bestaan een plaats heeft te geven. Het was
voor mij de aanzet om met nog meer overtuiging mijn geloof te enten op de
wortels van de twijfel.
Tachtig jaar geleden verscheen Woolfs werk De Jaren. De Grote
Oorlog komt er in een scene over 1917 heel terloops ter sprake. Ze kreeg het verwijt grote
wereldgebeurtenissen weg te moffelen. [Met een overdreven verveeld gebaar legde
hij zijn bestek neer. Weer een luchtaanval. Alsof een interessant gesprek door
een vervelende zeurkous was onderbroken.] De cynische waarheid over het
weghouden van de wereldbrand uit ons alledaagse veilige bestaan, is een
waarheid die Woolf in haar werken bloot legt. Het is bij die gedachte dat ik
stil sta en wil stil staan.
Amper zes weken krijgt Trump presidentiele beveiliging als
hij op zijn Abderdeenshire gaat golfen en vanop het toilet weer een tweet laat
de wereld ingaan. En nu al hoor ik bij vriendenbezoek, tijdens veel te korte lunchpauzes
op school, in vergaderingen van allerlei slag of gewoon thuis aan tafel dat we
er best geen onderwerp meer van moeten maken om de appetijt van de alledaagsheid
niet te bederven. Misschien kan/wil ik er begrip voor opbrengen, misschien
Want echte verontwaardiging blijft doorgaans knagen. Terecht
merkt mijn echtgenote op dat de berichtgeving op facebook (van de beperkte
volgers die ik zorgvuldig sorteer) wel een impact op me zou kunnen hebben. Maar
bewust een bezoek brengen bij www.dewereldmorgen
of DeGroeneAmsterdammer lezen, een artikel van de www.correspondent.nl onder ogen nemen
zorgen bij mij evengoed voor een dagelijkse staat van verontrusting over de
verontrustende staat van de wereld waarvan ik deel uit maak. Het lezen van de
krant (graaicultuur en wereldbrand, onrecht en ongelijkheid; er is geen passend
woord dat het kan samenvatten) maakt een mens neerslachtig. Het deed me ook de
vraag stellen of ik er wel goed aan doe om mijn studenten te verplichten de
actualiteit te volgen. Om verstikt te geraken in de waan van de dag? Een
après-nous-le-déluge mentaliteit te kweken? Of gewoon om meer vertrouwd te
geraken met de donkere kant van de mens en de mensheid?
Op 22 maart zal het een jaar geleden zijn dat terrorisme ons
land diep raakte. Op diezelfde dag werd in een Haspengouws dorpje een man
vermoord. In Pellenberg liggen nog gewonden van Maalbeek en Zaventem te
revalideren, in dat kleine dorp zoekt een vrouw elke dag naar krachten om de
draad weer op te nemen.
Het is goed en nodig om het bestek weer vast te nemen en
steeds opnieuw over te gaan tot de orde van de dag. Maar laat de
verontwaardiging blijven en laat de orde van de dag genoeg inzicht geven om
verwonderd te kunnen worden door alle tegenkrachten die meeschrijven aan een
goednieuwskrant met een belangrijke katern voor buitenlands nieuws.
Ik kies er voor te geloven dat ik aan het leven in bruikleen
ben gegeven. Voor Trump mag het omgekeerd zijn alsof het leven aan hem in
bruikleen is gegeven. Aan ons om duidelijk te maken dat wij die hypotheek niet
wensen mee af te betalen!
Zoek vandaag vooral genoeg verwondering!
*Subregent:
Verantwoordelijke voor de dagelijkse gang van zaken in de relaties met de
studenten en het leven op een college (peda) aan de KULeuven. Het Pauscollege
behoorde tot het college met het meeste aanzien. Wie er als subregent mocht
leven en werken, leerde van de beminnelijke hiërarchie genoeg savoir-vivre en
op tijd (?) de noodzaak van diëten.
Misschien gebruiken we het woord overmoed vooral met het
adjectief jeugdig. Zou het daarom zijn dat ik deze reeks van 12 blogs voor 2017
met dit wat in onbruik geraakte woord wil beginnen? Overmoed is het woord dat
nu staat voor de belofte die ik mezelf (en u daarbij natuurlijk) gedaan heb om
elke maand een blog te schrijven. Dat is het wat we soms nodig hebben.
Overmoed, om in het diepe water te springen vanuit de overtuiging dat zwemmen
nu wel zal lukken; of om voor de eerste keer voor een groep te staan en het
woord te nemen; of om deel te nemen aan een loopwedstrijd van een halve
marathon, terwijl je eigenlijk nooit meer dan 10 km hebt gelopen. Jezelf voor
uitdagingen stellen, de grens ver genoeg van je veilige kunnen, maar vooral op
die plaats waar je willen met jou naar toe zal gaan.
Mijn willen is het delen van woorden en gedachten waarbij ik
stilzwijgend kijk en luidop waarneem. Mijn willen neemt me mee naar de
schoonheid van het alledaagse, de verwondering van het vanzelfsprekende, de
verontwaardiging over het schijnbaar onveranderlijke. En dus zullen de blogs
vooral gaan over ontmoetingen, toevalligheden, onverwachte momenten over zegen
en vloek. Soms een (Griekse) tragedie, bij wijlen een blijspel. Voor cynisme
zal ik me hoeden.
Vandaag wil ik schrijven over de liefde. Dat stond eigenlijk
al vast, nog voor ik maar een letter voor deze blog gepleegd had. Geef toe, dat
ook dat overmoedig is. Schrijven over de liefde.
Het is twee uur in de nacht en ik staar naar het plafond. Ik
bedenk hoe stil het hier is. Dat er ergens misschien nog geliefden de gepaste
rituelen verzinnen voor het oudste spel tussen man en vrouw, tussen partners
zeg ik beter, komt op dat moment bij mij niet op. Want het is stil. Ik hoor het
ademhalen van mijn vrouw, niet zo zachtjes, maar toch stil genoeg om het stil
te laten zijn. Ik hoor het ademhalen van twee kleine jongens aan de overkant
van de gang. Ik hoor de stilte. En ik vraag me af wat liefde is. Ik besef dat
dit een begenadigd moment is. Doorgaans is de nacht zo liefdevol met mij dat ik
in de korte tijd van luttele uren voor mezelf en mijn gedachten helemaal
afwezig ben. Maar nu lig ik wakker en wil ik weten wat liefde is.
Een boekje van Bleri Leshi zal me daar misschien bij kunnen
helpen. Maar daarvan heb ik enkel nog maar het colofon gelezen. Er zijn
naar de titel van zijn laatste boekje heel wat boeken geschreven. Het
begonbij Gabriel Garcia Marques met Liefde in tijden van cholera. Dat is
natuurlijk onvolprezen literatuur. Met Liefde
in tijden van eenzaamheid legt Paul Verhaeghe de ziel bloot van onze
samenleving en doet hij dat als psychotherapeut. Bleri Leshi kiest voor Liefde in tijden van angst.
Alleen de titels van deze boeken leren me over de liefde.
Angst, eenzaamheid en cholera. Het is precies kiezen tussen de pest en jawel,
de cholera. Tussen Scylla en Charybdis, voor wie zich de Griekse mythologie of
Odysseus omzwerving nog een beetje kan herinneren.
Tegenover het kwaad in al zijn gedaantes staat de liefde.
Dat lijkt me een mooie samenvatting. Het kwaad is dan de eenzaamheid, de angst,
vertwijfeling en wanhoop. Liefde overwint en onderscheidt zich door de ander,
het goede, de geliefde boven het eigen ik te stellen. Het bijzondere van die
beslissing is dat juist de liefhebber zowel de prijsgever als de winnaar is. En
het meest bijzondere dat er geen verliezers zijn.
Het is allemaal wat cryptisch en een blog hoort wat luchtig
te zijn, niet? Een zeldzame keer helpt verliefdheid ook om te beseffen wat
liefde is. Een kwarteeuwigheid geleden wandelde ik met mijn toenmalige geliefde
(en mijn geliefde van nog steeds) diep in de nacht midden op de kleine ring van
Leuven. Om wat indruk te maken danste ik als een paringsritueel enkele pasgeleerde
tangopasjes. [Het alfamannetje dat indruk wil maken.] Je kon daar toen nog sneller
rijden dan 50 km/u. Een halve mijl verder tastte ik in mijn zak en vond er het
laatste stukje chocolade (van die dag). Ik deelde het stukje in twee, wachtte
tot mijn liefje helemaal verzoet was en (nu komt het) gaf daarna ook nog het
allerlaatste stukje aan haar. Liefde is een stukje chocolade. En wie mijn
kwetsbaarheden kent, beseft de bijzondere dimensie van het laatste stukje
chocolade. Ook die nacht waren er twee winnaars!
Er zijn veel heroïscher verhalen te vertellen over de
liefde. Maar het aantal lettertekens zijn beperkt. Dat liefde de angst overwint, wil ik
zondermeer geloven. Ik ben er zeker van dat ik het bij Leshi zal lezen/leren.
Hij wordt overigens een straatfilosoof genoemd. Op zon omschrijving ben ik
zelf wat jaloers.
Een beetje overmoedig besluit ik mijn Liefde met u te delen.
Tenminste de betekenis er van. Liefde heeft alles te maken met het beeld van de
mens dat je in je draagt. Dat laat je toe jezelf toe te vertrouwen of niet. Is
de ander je rivaal, vlucht dan in je angst of wapen je; maar is de ander je
lotgenoot, nevenstaander, jouw menselijke evenknie, je gezel, je mede-mens . [zie sterretje!] dan kan je je gewonnen
geven.
Het is tijd om aan de ochtendrituelen te beginnen. Dit wordt
een liefdevolle dag!
*[Medemens=
vluchteling, Duitser, Turk, surfer, bietenrooier, asielzoeker, Genkenaar,
striptekenaar, bestaansminimumoverlever, mucomens, rolstoelverbruiker, springkastelenbouwer,
kleinkunstgalerijhouder, hongerspelspeler, Zuid-Afrikaan, boer, wereldwinkelmanager,
stripbarpoetsvrouw, kind, drenkeling, dakdekker, dakloze, filosoof, zwerfvuilhandelaar,
kermisganger, student, zwangere minderjarige, paaldanser, turteltaksmeterstandhouder,
[te](vroeg)gepensioneerde, psychiatrische cliënt, autofabrikantwerkster, feministe,
zeeschuimer, Trumpfanaat, Chinees (al dan niet om mee te nemen), muze,
transseksueel, kanaalzwemmer, gevangenisaalmoezenier, outlaw, journalist, UCLL-directeur,
pvda-er, cvs-lijder, aardige (en minder aardige) anders- en soms beter geaarde,
. zonder uitsluiting verder aan te
vullen]