Inhoud blog
  • brief 23 : grote inzichten worden geboren!
  • Brief 22 - even in de diepte...
  • Brief 21 : spooklichtjes
  • Brief 20 - Bij nachte
  • Brief 19 : vliegen als een vlinder.
  • Brief 18 - Hotel Al Moro
  • Brief 17 : In de mist van onbezoedelde dingen.
  • Brief 16 - Energieën
  • Brief 15 : gemoedsrust
  • Brief 14 - Pizza Margarita
  • brief 13 : ode aan de brief.
  • Brief 12 - Block van het been.
  • Brief 11 - Een stapje terug.
  • Brief 10 - Writersblock
  • Brief 9 - De leer van de meester.
  • Brief 8 - twin souls
  • Brief 7 - Libido
  • Brief 6 - La vitta è bella
  • Brief 5 - Notte de sogno
  • Brief 4 - vuurrode haren
  • Brief 3 - Deuren
  • Brief 2 - Vuurtoren
  • Brief 1 - Milaan
    Zoeken in blog

    nachtvlucht
    Brieven aan de ander...
    'Nachtvlucht' is een verzameling brieven met een chronologisch vervolg. Brieven van twee vrienden, twee zielsgenoten met een eigen verleden, een eigen toekomst. Beiden staan op een kruispunt met vele wegen. Ze bevinden zich op een kantelmoment waarbij ze ingrijpende beslissingen dienen te nemen of reeds genomen hebben. Vaak hebben ze een andere visie, een verschillende aanpak, ontstaat er een conflict. En toch, er is een rode draad die hen met elkaar verbindt: beiden zijn op zoek naar de waarheid over zichzelf, over de anderen, over hun plaats in dit beperkte leven in deze Grote Wereld... De karakters zijn bijna fictief, de gebeurtenissen misschien waar gebeurd. Maar de gedachten zijn oprecht en hoeven niet getoetst te worden aan hun waarachtigheid... Zou je, beste lezer, jezelf in het verhaal herkennen, dan berust dit louter op toeval. Tenzij je niet in toeval gelooft...
    29-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brief 16 - Energieën
    Beste Frank,
    Deze ochtend ontwaakte ik met de gedachte dat ik een ongelofelijke bofkont ben, en de eerste gedachte bij het wakker worden is vaak bepalend voor de rest van de dag. Men beweert dat die eerste gedachten aansluiten bij wat er gedroomd werd. Ik kon me vanochtend in elk geval niet meer herinneren of ik gedroomd had, laat staan, wat. Het moet  in elk geval een leuke geweest zijn.
    Een bofkont dus. En dit omdat ik ontwaakte in een klein bed, in een kleine kamer, in een grote stad, temidden vreemde mensen; de ene wat vreemder dan de andere. Het kon evengoed ergens anders geweest zijn, maar ik ben tevreden met de situatie zoals ze zich nu voordoet. En weet je Frank eigenlijk ben ik vooral gelukkig omdat ik begiftigd bent met een flinke dosis lef.  Lef om deuren dicht te doen waardoor zich nieuwe openen. En denk maar niet dat dit altijd zo gemakkelijk loopt. Voor buitenstaanders lijkt het misschien zo. Marcus, hoor je dan, die vaagt overal zijn voeten aan. Die pakt zijn valies en vertrekt. Ik kan het hen niet kwalijk nemen dat zij er zo over denken, maar jij weet welke inspanning het me soms kost om finaal een stap te zetten. Maar eenmaal dat ik de stap heb gezet, dan kijk ik niet meer om... Hoewel, er zijn momenten waarop ik slag moet leveren met een opkomende melancholie. Dan is het zaak mij in alle bochten te wringen om daar niet aan toe te geven. Ondertussen heb ik geleerd dat die momenten van voorbijgaande aard zijn, als wolken aan de hemel, die blijven ook nooit ter plaatse.
    Dus vanochtend werd ik wakker en voelde mij in optima forma. Ben dus maar uit mijn bed gesprongen, beneden bij Gaetano (de pizzaiolo) een espresso ristretto gedronken, en heb me geïnstalleerd aan één van de gietijzeren tafeltjes van de kleine maar gezellige binnenkoer van de pizzeria, zonder schrijfmachine, maar met pen en blocnote. (Zo weet je nog eens hoe mijn handschrift er uitziet!) Straks verwacht ik Fatima en nog enkele andere meisjes. Die komen hier ook hun koffie nemen, zo tegen de middag. De meesten zijn dan niet aan te zien. Daarmee bedoel ik: weg met de make up, het hoog opgekamde haar en de glitter kledij. Dan komen ze hier geeuwend op hun sloffen binnen geslenterd, gekleed in een of ander trainingspak. Sommigen zeggen niets, anderen zitten te bladeren in het dagblad. Claude (de dame uit Montpellier!) houdt een dagboek bij; ik hoop dat ze me er ooit eens een stukje uit voorleest. Ik ben er bijna zeker van dat er niets instaat over haar nachtleven. Niet dat daarover niets te schrijven valt, maar ik heb de indruk dat de meeste van die meisjes de nacht zien als iets wat voor hen niet bestaat. Een soort droomwereld die hen de realiteit aanvaardbaarder maakt. Maar doen we dat niet allemaal, dat creëren van een droomwereld? Ik vind het nog altijd lastig beide werelden te onderscheiden. Wat is realiteit? Wat is droom? Je kan je volle leven vullen met het zoeken naar een antwoord, en sommigen doen dat. Maar tenslotte blijf je maar ronddraaien in cirkels. Steeds kom je via ene of gene weg tot het punt van waar je vertrokken bent: het ultieme antwoord bestaat niet. Volgens mij althans niet. Dat zal waarschijnlijk de reden zijn waarom ik graag alleen ben, dat ik graag in mijn glazen bokaal zit van waaruit ik de wereld kan aanschouwen, zonder te worden aangeraakt. Het is maar van op afstand dat ik enig zicht heb op wat er zich rondom mij gebeurt. In die context zal men nogal snel het begrip ‘vluchten’ hanteren. Ok dan maar, dan vlucht ik onder mijn stolp. Ik heb daar geen enkele moeite mee om dat onder ogen te zien. Zijn we niet allemaal op zoek naar een schuiloord? ‘La vie ne fait pas de cadeaux,’ zingt Brel.
    Ondertussen is Fatima aan mijn tafeltje komen zitten. Ze ziet er vermoeid uit en ruikt naar vanille. Ze vraagt aan wie ik aan het schrijven ben. Ik zeg aan mijn goeie vriend Frank. De man van de vuurtoren, vraagt ze. Ik bevestig. Ze vertelt me dat er in Marokko in het stadje Essaouira ook ergens een vuurtoren moet staan. Vuurtorens, zegt ze, zijn als minaretten, maar dan zonder gebedszangers. Vanaf de minaret wordt opgeroepen om je even tot die andere wereld te richten (ze wijst naar boven). Een vuurtoren is als een oog dat ook naar een andere wereld kijkt, naar de oceaan en naar dat wat er voorbij ligt. Anderzijds is het een baken voor verdwaalde reizigers, voor reizigers die op zoek zijn naar hun thuishaven. Een minaret doet niets anders. Ze legt haar hand op mijn arm en zegt: ‘Mon petit Marcus, het ganse leven blijft een zoektocht naar een thuisgevoel. Eenmaal dat we de veilige baarmoeder verlaten zijn we levenslang nomaden, gelovig of niet...
    Misschien laat ik haar nog eens een brief schrijven naar jou...

    Toch wel een bizar verhaal, dat van die molenaar en zijn dochter. Ik heb de indruk dat er van die ganse geschiedenis nog maar een tipje van de sluier is opgelicht. En dat daar voordien ook een kunstenaar heeft gewoon, dat lijkt me uiterst merkwaardig. Zou het kunnen dat bepaalde plaatsen, personen van hetzelfde allooi aantrekken? Zogenaamde 'spirituelen' zouden al spreken van 'energieën', een begrip dat ze graag gebruiken als ze iets niet kunnen verklaren. Enfin, ik hoor wel van jou wat daar allemaal van aan is.

    A la prossima!


    Marcus


    23-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brief 15 : gemoedsrust
    Dag beste Marcus,

    Ik heb rustig je brief overlezen.  De laatste tijd ben ik ook meer bezadigd en beredeneerd tegen de dingen gaan aankijken. Ik ben inderdaad zeer bang om mijn Muze te verliezen.  De magie om van iemand te houden, te bewonderen en toch enkel vriendschappelijk aan mij te binden is me veel dierbaarder dan iets fysiek.  Zoals je het treffend zegt het risico van weg, foetsie vriendschap is niet denkbeeldig als je dat fysisch gaat invullen.     
    Het bezoek bij de molenaar was dan ook  een ongeloofelijke belevenis en op vriendschappelijk vlak met het meisje wederom zeer ontwapenend.  Er blijft maar één woord nazinderen in mijn hoofd. Sincère. Oprecht, eerlijk of waarachtig! Als Spaanse beeldhouwers in de Renaissance een vergissing maakten bij het houwen van duur marmer, lapten ze hun fouten vaak op met cera, was. Een beeld dat geen gebreken had die hersteld moest worden, werd geprezen als een beeld sin cera, een beeld zonder was. Na verloop van tijd ging die frase alles betekenen wat eerlijk of waarachtig was. Welnu die avond dat ik met de molenaar en zijn dochter aan tafel zat dan kreeg ik het gevoel dat ik in de spiegel keek. Een soort van waterdruppel die in samenstelling en vorm identiek was. Akkoord, de couscous was heerlijk en de Orientaalse geuren gaven me een huiselijke geborgenheid mee die nu nog in mijn huid, haren en kleren zit. De wijnkeuze 'een margaux' smaakt nog na,...  

    Treffend is dat alter ego effect want mijn gastheer blijkt zeer kapitaalkrachtig te zijn. Ik ben dat ondertussen kwijtgespeeld maar er zijn gelijkenissen.   In parijs heeft hij nog talrijke bedrijfjes die zich met verkoop van brood bezighouden. Hij bezit een uitgebreide keten van broodjeszaken waar je op de oude gezellige wijze kunt eten aan lange tafels en waar er een huizelijk sfeer is gecreëerd. Dat was de reden van zijn bezoek aan Parijs enkele weken terug.

    Zo’n dertig jaar geleden kwam hij op het idee om molenaar te worden. Hij had genoeg van de stadsdrukte en koos hier deze plek uit. Net op dezelfde wijze zoals ik dat gedaan heb. Alleen was hij nog bij zijn vrouw. Een mooie roodharige kunstzinnige vrouw waarvan ik ook een afbeelding te zien kreeg. Hier is een drama gebeurd dacht ik bij mezelf. Want hij kwam niet los uit zijn vertelling en het bleef wat oppervlakkig.  Zijn dochter zat naast me en zij was gelukkig en vrolijk.  Af en toe nam ze mijn schouder vast om haar bulderend lachje te compenseren.  ik was ontspannen en kwam ongedwongen soms grappig uit de hoek alsof ik op een onuitputtelijke woordenstroom voortdreef.  Ik zag vriendschap geboren worden. Laat tegen de avond toen ze naar bed ging, kwam de molenaar echt op verhaal. 

    In de vuurtoren woonde er vroeger een kunstenaar.  Een zwartharige man met een ruige baard.  Het duurde niet lang of zijn vrouw  begon een verhouding met hem. . Van het één kwam het andere.  Net zoals je zegt als vriendschap explodeert in wilde passie en erotisch vuur dan blijven de drama's niet achterwege. De molenaar kwam erop uit en hij vernietigde in het geniep  een groot stuk van de man zijn kunstcollectie die in Parijs klaarstond voor een grote expositie.  De molenaar had iets verschrikkelijks gedaan want de kunstenaar pleegde zelfmoord voor het verlies van een heel oeuvre.  
    Zijn echtgenote werd nooit meer dezelfde vrouw en na enkele weken werd het duidelijk dat ze zwanger was.  Ze baarde het kind maar stierf in het kraambed alsof ze een bizar plan tot einde wou brengen.  Hij heeft zijn dochter eenzijdig en veel te beschermd opgevoed.  Er is ook iets in haar gevoelswereld dat anders is waardoor ze wellicht wispelturig en met heel veel engelengeduld nog van iemand kan houden.  Volgens de molenaar ziet ze mij als een soort van echte vaderfiguur waar ze naar opkijkt.  De onvolprezen en  volmaakte vriend waar ze geestelijke en innerlijke rust bij vindt.
     
    Nu begrijp je waarom ik zo rustig ben geworden en tegelijk ben ik ook weer beginnen koken.  Ik krijg met andere woorden weer smaak in de dingen. Nee, geen pizza's.  Als tegenhanger voor de couscous heb ik gisteren een echte lasagne gemaakt.  Er zat van alles in verwerkt en ik heb een serieuze portie gespaard voor mijn overburen.  Italië heeft me ook nooit losgelaten.  Ik ben blij dat je daar momenteel vertoeft.  Je bent mijn periscoop op dat stukje zuiders geluk.  
    Tot slot wat het bed betreft vind ik ook dat dit ledikant meer het slapen dient dan het vrijen.  's Avonds als ik het licht uitdoe en mij tussen de lakens vlei dan gaat er voor mij een andere wereld open.  Die van de dromen waar ik mij heerlijk laat in meeslepen.  Op een halve meter van de grond mag je het wel permiteren om te zweven. 

    Ik ben blij dat we in veel opzichten dezelfde meningen hebben.  En dat recept van de perfecte tomatensaus tot creatie van de 'Margarita' mag je me wel eens doorgeven!

    Groetjes van Frank 
       

    22-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brief 14 - Pizza Margarita
    Beste Frank,

    Het kleine kamertje is mijn stekje geworden, een gezellige cocon waarin ik me kan terug trekken. Laat het buiten maar regenen en waaien. Laat de mensenmassa maar haar gangetje gaan. Wanneer ik bij het lopen op de houten trap, de treden onder mijn voeten hoor en voel kraken, dan weet ik dat ik op weg ben naar een stukje wereld dat van mij is, waar ik me veilig en geborgen voel. Meer dan een bed, een schrijftafel en een stemmig licht heb ik niet nodig. Belangrijk is mijn nachtlampje. Dat is zowat het eerste dat ik check wanneer ik op mijn reizen een nieuwe kamer betrek, al is het maar voor één nacht. Ik ben een bedlezer. Niets is zaliger dan onder de lakens, bij gedempt licht nog wat te lezen vooraleer in slaap te vallen. Hoe vaak heb ik daar niet met partners ruzie over gemaakt. ‘Een bed is om de liefde te bedrijven, ’ kreeg ik dan te horen Telkens moest ik de dame naast me duidelijk maken dat ik geen bedminnaar was, dat ik liever vrijde op de sofa, of op het tapijt. Zelfs het aanrecht was - niet echt origineel, maar toch - een geliefkoosde locatie voor het liefdesspel. Er zijn weinig locaties waar ik ‘het’ niet gedaan heb, en gezien mijn vele omzwervingen naar exotische oorden vormden verlaten stranden en verborgen grasperkjes vaak het decor voor mijn sexuele honger. (En neen Frank, ik heb nog nooit de liefde bedreven in een vuurtoren; je maakt me nieuwsgierig...) Maar het bed? Neen, liever niet, eenmaal dat ik me neervlei behoor ik half tot het rijk van de slaap. Mag het, na weer een dag van hoppen en springen van de ene activiteit naar de andere?
    Dit even terzijde...

    In je vorige brief stelde je me een vraag die me dwong tot nadenken. Niet dat ik er nog niet had over nagedacht, want geen enkele vraag die met vrouwen verband houdt is me vreemd. In mijn geheugenkamer heb ik een afdeling ‘Heikele vragen.’ Het is een afdeling waar ik liever afblijf omdat ik op voorhand weet dat ze altijd onbeantwoord zullen blijven. Of tenminste, dat er zodanig veel antwoorden zijn, dat ik er liever van wegloop dan er verder mijn hoofd over te breken. Maar goed, laat me er nog even bij stilstaan: ‘Kan een man met een vrouw vriendschap onderhouden zonder dat een sexuele prikkel de bovenhand krijgt?’ Dit is een multiple choice vraag met dito antwoord: Ja. Neen. Soms. Hangt er van af. De belangrijkste vraag is misschien: ‘Hebben we dat zelf wel onder controle? Er is zoiets als een natuurlijke reflex die er voor zorgt dat twee geslachten naar elkaar toe worden getrokken. De paringsdrift is zo sterk dat de mens zich in alle bochten dient te wringen, wil hij zijn dierlijkheid binnen de perken houden. En binnen de perken houden kan, zolang hij zich kan wapenen met de opgelegde codes en morele en maatschappelijke regels. Er hoeft niet veel te gebeuren om dat laagje weerbaarheid te doen oplossen. Een paar glazen wijn, de juiste stemming, en je hebt de perfecte coctail om het liefdesvuur te doen aanwakkeren. Helaas, in sommige omstandigheden kan datzelfde vuur voor pijnlijke blaren zorgen. Als het niet op tijd geblust wordt is alles letterlijk en figuurlijk opgebrand. Weg! Foetsie! Sex hebben met wat je een ‘vriendin’ noemt, is niet zonder risico voor de vriendschap.’  Soms kan je enkel maar hopen dat je jouw vriendin sexueel niet aantrekkelijk vindt. Dan ben je sowieso af van de gedachte! Aha!

    Het is nu al een paar dagen dat ik met Fatima optrek. Hoewel ik haar heel aantrekkelijk vind en dat zij een nooit geziene sensualiteit uitstraalt, kan ik mij niet voorstellen dat we ooit samen het bed zullen delen; hoewel ik het niet helemaal uitsluit natuurlijk, mezelf kennende. Ik voel me goed in haar aanwezigheid. We lachen veel en praten over zowat vanalles. Het is een vriendschap zonder taboes en zonder het afwegen van woorden. Dat heb je wel met toevallige ontmoetingen. Je kent elkaar niet. Je bekijkt de andere als een open boek, zonder dat je vastloopt in verwachtingen. Daarom zijn die ook zo intens en misschien is het ook precies daarom dat ik betere herinneringen heb aan korte ontmoetingen dan aan uitgesponnen en tot op het bot uitgegraven engagementen.
    Ach Frank, er bestaan geen regels voor, denk ik zo. Wat blijft er nog over van jouw na 23 jaar op de klippen gelopen huwelijk? Hoever ga je met jouw affectie voor het roodharige meisje? Blijf je de droom koesteren? In jouw fantasie kan je haar voor altijd blijven koesteren. Als kunstenaar kan je ze blijven scheppen in de vormen die je zelf wilt, grenzeloos, zonder beperkingen. Op een afstand kan je blijven observeren. Eenmaal dat ze in je armen ligt of jij je lichaam tussen het hare wringt, dan voel je. Dan komt er een machinatie op gang die niet meer te controleren valt, met het risico dat je je Muze kwijt bent...
    Maar wie ben ik om je daaromtrent te adviseren. Ik kan je alvast vermelden dat ik weinig vriendinnen heb gehad, als je snapt wat ik bedoel...

    Nu zijn we weeral over vrouwen bezig. Het is me toch wat... Misschien beschrijf ik jou in een volgende brief hoe de perfecte tomatensaus voor de pizza wordt gemaakt. En hoe noemt de meeste eenvoudige pizza, die pizza die altijd bovenaan de kaart staat? "Margarita..." Aha!

    Groetjes,
    Marcus


    18-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.brief 13 : ode aan de brief.

    Dag Marcus,

    Ik voelde me gedreven om met je te praten. Ergens zat er een soort van ondertoon in je laatste brieven die mij waarschuwde dat er iets mis was. Ik kon er niet meer van slapen want ik weet hoe het is als je met emoties in de knoei zit. Een brief is dan net niet het juiste medium. Het was ook zo lang geleden dat we met elkaar hadden gepraat. Eerst was ik een beetje zenuwachtig want het geschreven woord laat in tegenstelling tot de spraak inderdaad ruimte voor bedenking en reflectie. De rustige en bezadigde klanken van je stem brachten mijn gedachten toch op orde. Je bent echt begenadigd met een radiostem, een verborgen talent?

    In ieder geval deel ik ook jou mening dat we de ode aan de brief moeten in stand houden. Soms herlees ik je brieven en elke keer ontdek ik dan nieuwe invalshoeken of gedachten die zich tussen de regels nestelen.

    We zijn altijd goede vrienden gebleven. Des compagnons,… of betere nog les copains d’abord zoals Brassens dat zo mooi kon zingen. De laatste tijd worstel ik met de gedachte om bevriend te blijven met mijn roodharig mysterie. Het is nog de enige tolerantie die zij toestaat. Net als ik worstelt ze met spoken uit het verleden en komt ze maar niet in het reine met oude verlangens. Ze is ook zo vrouwelijk en haar blik, mond en handelingen drijven me soms tot wanhoop. Wat is dat toch? Zo virtuoos heb ik nog nooit iemand zien omgaan met gevoelens. Weet je Marcus, het is niet gemakkelijk om met een vrouw louter vriendschappelijk te blijven. Denk jij dat zoiets mogelijk is zonder dat je met seksuele gedachten rondloopt? Eigenlijk zou dat toch moeten kunnen? Jij hebt altijd een gave gehad om los en ongedwongen met vrouwen van allerlei pluimage door het leven te wandelen. Misschien worden ze aangetrokken door je avontuurlijke ziel. Evenzeer is de ontnuchtering pijnlijk als je plots met de noorderzon vertrokken bent naar een nieuw land. Je bent een rusteloos maar sterk karakter dat toch af en toe ook in zijn hol kruipt om zijn wonden te likken.

    Het is tof dat je met een roman bent begonnen. Had je al veel langer moeten doen. Je hebt de gave maar zal je het ook volhouden tot het bitter einde. Schrijven is lijden en belijden. Soms ga je zo diep in jezelf graven dat je er bang van wordt. Ik ben ook begonnen met een dagboek. Mijn gevoelens worden er in losgeschreven en dat bevrijdt me. Het is iets heel intiems en misschien verbrand ik het later wel en strooi dan de as in de zee. De alles verterende oceaan die reeds zoveel geheimen met zich heeft meegesleurd.

    Soms benijd ik je omdat je zo goed met Fatima opschiet. Het is dus toch mogelijk die vriendschap tussen man en vrouw. Je geeft me het antwoord onrechtstreeks, tenzij je heimelijk toch met Fatima de liefde bedrijft. Ook die gedachte zou me lichtjes jaloers maken omdat ik dat soort genegenheid al lang niet meer ken. Ik maak wel een sterk onderscheid tussen seks en fysieke genegenheid. Het eerste is louter copulatiedrift maar het laatste dat is liefdeskunst. Ja Marcus, met jou kan ik daar open over praten omdat je het mysterie vrouw kent als geen ander. Mijn verkeerd gelopen huwelijk heeft me een beetje verzuurd en analfabeet gemaakt op dat vlak. Misschien is een mens wel niet gemaakt voor een levenslange verbintenis. Ik geniet van jou schrijfsels omtrent haar belevenissen en dat maakt toch veel goed.

    Toeval of niet maar vanavond ben ik uitgenodigd bij de molenaar om er een heerlijke couscous te eten. Hij heeft jaren in Marrakesh gewerkt en hij is een echte fan van de film Casablanca met Humphrey Bogart en Ingrid Bergman. Ah jij kent die film. Wat ik er zo goed aan vind is het feit dat het verhaal draait om Ricks (=Bogart) conflict, zoals één van de personen in de film het noemt, tussen Liefde en Plicht. Hij moet kiezen tussen zijn liefde voor Ilsa (=Bergman) en zijn noodzaak om juist te handelen door haar echtgenoot, een verzetsheld, te helpen uit Casablanca te ontsnappen. Die pijn van dat innerlijk verscheurd geraken om zijn oude liefde die nu onverwacht in zijn leven stapt is geweldig naar voren gebracht. Ik krijg er iedere keer tranen van in de ogen. ’t Zal nog moeilijker worden als mijn roodharige vriendin de couscous zal opdienen. Ik zal dolgelukkig zijn wanneer ik haar opnieuw zie. Weet je Marcus, ik zal mijn ogen niet van haar kunnen afhouden.

    Ik zou graag op dit moment samen met jou in Marrakesh vertoeven. De oriëntaalse geuren van specerijen in stoofpotjes die langzaam pruttelend gaar worden. Zo’n waterpijp zegt me ook wel iets. Het genot van het roken dat me heimelijk doet terugdenken aan mijn jeugdjaren. De eerste sigaret, het eerste lief maar ook het eerste verdriet. Het keert allemaal terug in een andere volgorde.

    Nog meer bedankt dan anders en trappelend van ongeduld voor nieuwe indrukken.

    eveneens tot gauw.

    Ps. : Je verwijzing naar het boekje ‘De Weduwenaar’ intrigeert me maar net als jou zou ik nog nieuwsgieriger zijn naar de boodschapper die het met zoveel smaak heeft gelezen en het aanprijst. ‘Adelheid,… hadden we maar zo’n naam die verwijst naar nobelheid en vriendelijkheid,… we kunnen er inderdaad maar beter bij fantaseren!)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brief 12 - Block van het been.
    Beste Frank,

    Het zal je waarschijnlijk niet verbazen wanneer ik je zeg dat ik enigszins door jouw telefoontje verrast was. Het was goed om na al die tijd weer eens jouw stem te horen. Ze klonk vertrouwelijk, maar verraadde toch een zekere weemoed. Het was even wennen aan de gedachte dat die stem toebehoorde aan diezelfde persoon waarmee ik nu toch al enkele weken per brief communiceer. Het geluid van een stem draagt een heel andere vibratie dan de gedachten die opkomen bij het lezen van een brief. Een stem is héél direct. Ze vraagt een onmiddellijk nadenken en in een verder stadium, een repliek. Een brief laat de ruimte om hem aandachtig te lezen en te hérlezen, en dat tot wanneer elk geschreven woord tot de geest is doorgedrongen. Daar schuilt natuurlijk ook een gevaar in, het gevaar dat je dingen leest die er niet staan. Tussen de regels is er altijd voldoende ruimte om elk woord wat zwaarder of lichter te maken, waardoor de kans bestaat dat je te ver afdwaalt van wat de schrijver heeft bedoeld. Maar in deze tijd van te snelle communicatie, waar mooie woorden en gedachten ijlings in de kiem worden gesmoord, is het schrijven van een brief een hele verademing.
    Laat ons dat zeker zo houden, Frank. Laat ons de ode aan de brief in stand houden. Dat betekent niet dat ik jou zachtjes verbied om mij even op te bellen. Ik wil je er gewoon op wijzen hoezeer ik het op prijs stel dat ik jou via deze weg mag en kan schrijven.

    Jouw laatste brief heeft mij goed gedaan. Ik waardeer het dat je alle begrip opbrengt voor het feit dat ik even vast zat; het is daarom geen toeval dat we vrienden zijn, meer nog, gezellen op hetzelfde pad, ‘Des Compagnons de Voyage.’ Is het niet op dergelijke momenten dat we de intensiteit van onze vriendschap kunnen opmeten?
    Ik weet niet of ik het je al geschreven heb, maar ik ben al een tijdje bezig met het schrijven van een roman. Een roman met thema’s die zo uit mijn eigen leven kunnen gegrepen zijn. Neen, niet echt autobiografisch. Ik noem het eerder een ‘persoonlijk’ verhaal. Ik ben dus genoodzaakt om elke dag diep in mijn ziel te gaan graven. In de beslotenheid van mijn kleine kamertje kost me dat weinig moeite. De herinneringen komen zo op me af. Soms als vonkjes vuur, soms als dichte mistbanken. Zaken waar ik al lang niet meer aan heb gedacht worden terug werkelijkheid. Zelfs de gevoelens herleef ik alsof het verleden zich in het heden afspeelt. Tijd is maar een vluchtig gegeven en bakent zich enkel af in de menselijke geest. Het graven in mijn verleden heeft ervoor gezorgd dat ik emotioneel en mentaal ben stil gevallen. Het komt er nu op aan een mechanisme te vinden dat mij als auteur op een afstand houdt van het geschrevene. Anders mag ik het wel vergeten en komt het boek nooit tot aan de laatste pagina.
    Tja, Frank, ik heb het nooit willen geloven, maar, ik besef meer dan ooit dat schrijven ook een techniek behelst. Het is zwoegen en zweten. Een briefje schrijven is daar maar klein bier naast. Maar ok, het is een mooie oefening. Het houdt de drive er in. Ik probeer dan toch maar elke zin leesbaar te maken; omdat ik taal iets moois vind, zelfs los van de inhoud. Elk zin is als een matenreeks van een symfonie. Jammer dat in onze jachtige wereld iets te slordig met taal wordt omgesprongen. Enfin, we zullen het er daar nog wel eens over hebben.

    Fatima is een fascinerende vrouw. Tijdens onze uitstap heeft ze me heel wat verteld over haar leven.Ik zal er nu niet over uitwijden, maar ik wil je nu al meegeven dat zij over een wijsheid beschikt die ik maar bij weinig vrouwen heb teruggevonden. Het zal natuurlijk ook te maken hebben met het beroep dat zij uitoefent. Ondanks het feit dat ze haar lichaam ‘verhuurt’ aan mannen – én vrouwen – heeft ze een fierheid over zich en dwingt ze respect af. (En eigenlijk heeft prostitutie niet altijd met respectloosheid te maken.) Ze voelt – en is – zich op en top vrouw, en daarbij heeft ze geen enkele moeite om toe te geven dat ze van mannen houdt, meer bepaald van de man als wezen. Rabiate zedenprekers kunnen bij haar nog heel wat opsteken; en ik ben er zeker van dat ze er al een paar van dat allooi figuurlijk (en ook letterlijk! Aha!) bij de ballen heeft genomen! Fatima is er zich ook van bewust dat veel meisjes zich in barre omstandigheden bevinden. Ze heeft er dan ook heel wat geholpen om zich te onttrekken aan de macht van één of andere pooier. De manier waarop ze met Brunetti omgaat is ongelooflijk. Ze zet die man te kakken zonder dat hij het zelf beseft. En dat kan ze, omdat ze weet hoe met dergelijke typetjes om te gaan.

    Tijdens onze couscous maaltijd ergens in een zijstraatje had ik het even over de Islam en de zogenaamde paranoia die er heerst in Europa. Haar enige antwoord was een diepe zucht. Daarna wuifde ze even met haar met henna beschilderde hand en zei op haar mooie Marokkaanse Frans: “Ach, mon petit Marcus, laissons  d’abord déguster nôtre repas...” Daarmee was voorlopig alles gezegd. De zon scheen, en na twee weken van aanhoudende regen en mist, was die meer dan welkom. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat ik op weg naar mijn huisje aan de kust, nog even een omweg zal maken naar Marokko. Ik zou zelfs meer zeggen, mijn huisje bevindt zich verder dan ooit. De weg ernaar toe zal nog lang en boeiend zijn. Zo wil ik het toch. Of niet soms? En wie weet Frank, misschien zitten jij en ik ooit nog eens samen te lurken aan een waterpijp in één van de café’s aan de Jemaa El Fna in Marrakesh? Gewoon daar zitten om niets te zeggen omdat we dan zullen beseffen dat alles al gezegd is...

    Zover is het nog niet, maar wie weet! Wie weet...

    Bedankt Frank, tot gauw
    Marcus.

    PS 1: toevallig onderaan de kleerkast een leuk boekje gevonden van iemand die dat heeft achtergelaten: 'De Weduwnaar', van Luigi Pirandello. En, je gelooft het nooit: in het Nederlands?! Op de eerste pagina stond: 'Ik heb het alvast graag gelezen. U ook, hoop ik, onbekende.' Getekend: Adelheid...
    Wie die Adelheid ook moge zijn, tof dat ze haar literatuur zomaar voor de volgende achterlaat.
    (Adelheid, mooie naam trouwens; een mengeling van fiere doortastendheid en toch o zo fragiel... Leve de fantasie! )



    16-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brief 11 - Een stapje terug.
    Dag Marcus,

    Ik lees zoveel tussen de regels en ik herken zoveel van mezelf in jou schrijfsel. De geest is eventjes uit de fles, heb ik de indruk. Ik ken dat gevoel. De laatste dagen is het niet veel anders, alhoewel, het is bij mij van een andere orde. Het ging allemaal ook veel te snel en veel te vlug. Mijn gedreven verbondenheid met het roodharig mysterie is versteend en quasi verstomd. Gelukkig ben ik mijn Muze nog niet kwijt. Die ontegensprekelijke inspiratie, dat vuur om mijn gevoelens te vertalen in woorden. Ik kras met mijn pen over het papier alsof mijn leven ervan afhangt. Zonder regressie lopen de zinnen door en ik herlees enkel laat op de avond als zelfs de golven niet meer ruisen. Ik ben wel een beetje eenzaam op mijn toren, doch ik herkauw soms de prachtige momenten die me zijn bijgebleven.  
    Een writersblock is dus nog niet van de partij maar er ligt een andere soort blok op mijn maag. Eerlijk gezegd stond ik soms liever in jouw schoenen. Fatima zal je uit je cocon trekken en ze is wellicht iemand die ziet hoe je lijdt. Jouw faalangst en het gedacht dat niks van het geschrevene nog goed is vertaald zich bij mij in een verschrikkelijke onzekerheid tegenover wie ik lief had. Niet begrepen worden door een ander is wel de grootste pijn die je kan ervaren. Ik lees in je brief dat dit bij jou niet het geval is. Jouw pijn is een gevolg van teveel indrukken die zich door de geest boren. Jij geraakt daar uit weg, geloof me. Grijp dat soort uitstapjes met Fatima met volle teugen aan. 
    Ik was veel te gehecht aan de materie. Mijn huwelijk is naar de knoppen gegaan en zoog al de rest met zich mee. Nooit geen tijd voor een ander en altijd bezig met carrière. Dat is ook iets, Marcus. Dat is je reinste waanzin. Bij mijn intrek in de vuurtoren klampte ik me dan ook  vast aan een spontaan en jeugdig meisje dat ik als een stuk teruggevonden onschuld wou koesteren. De perfectie zocht ik en meende ik te herkennen in een geïdealiseerd beeld. De avond dat ik mijn hart bij haar uitstortte ging de magie verloren. Zij nam afstand en dat was mijn grote schuld. Teveel emoties werken toxisch. Waarom wentelen wij ons als schrijvers toch steeds in dat rot gevoel dat de Fransen 'le cafard' noemen?  
    Enkele dagen terug ben ik begonnen met wat Italiaans. Bij mooi weer zit ik dan een eindje weg van de vuurtoren in het lange duingras en scandeer luid woorden als 'saggio piccolo principessa'. Misschien blijft het roodharige liefdesaxioma daarom weg van mij. Ze denkt wellicht dat ik langzaam gek word, maar dat is niet zo.  
    Ah, we hebben allemaal onze katten te geselen. Jouw olijfolie vertaalt zich in het losmaken van de materie. Mijn Italiaans is de hunkering naar het zonnige, het zangerige dat soms heel even uit ons hart verdwenen is.  

    Geloof me Marcus, jouw writersblock zal verdwijnen en ik hoop dat tegen die tijd ook mijn liefdesaxioma de weg naar de toren terugvindt.

    Geduld best vriend, dat is het enige wat ons soms nog rest.

    Vele groeten van Frank.     

    15-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brief 10 - Writersblock
    Beste Frank,

    Het schrijven lukt mij moeilijk de laatste tijd. Elke ochtend, na mijn bescheiden ontbijt met croissant en twee cappuccino’s plaats ik me achter de schrijfmachine, in de hoop dat mijn opborrelende gedachten hun weg vinden naar het papier. Soms lukt dat, maar vaak is het vechten tegen de chaos in mijn hoofd. Het is een oud zeer dat voor vele schrijvers niet onbekend is; toch zeker als je iets verder wil gaan dan het dagelijks verslagje in het dagboek. Met de locatie zal het weinig te maken hebben. Eigenlijk is die van weinig belang. Vroeger dacht ik dat ik om iets zinnigs neer te pennen, rust en stilte behoefde. Al langer dan vandaag heb ik ontdekt dat dit, wat mij betreft, niet helemaal opgaat. Integendeel. Wanneer de spanning buiten mij groter is dan in mezelf kan ik me beter focussen. En aan spanning heb ik hier zeker niets tekort. Dan kruip ik onder mijn glazen stolp en bekijk ik de wereld vanaf mijn innerlijk eilandje. Daar heb ik trouwens altijd van gehouden: meedraaien in een systeem en toch het gevoel hebben er geen deel van uit te maken.

    Soms vraag ik me af of het wel zin heeft om mezelf zo te kwellen. In de geest verhalen brouwen en mooie zinnen construeren is niet moeilijk, maar eenmaal dat je die gedachten wenst te materialiseren komt weer die grote twijfel opzetten. Twijfel over de juiste woordkeuze, stijl, inhoud en noem maar op. Schrijven is orde scheppen. Het is de bijna onverwoestbare drang om gedachten vast te houden, opdat die niet zouden overgeleverd blijven aan de wispelturigheid van de geest. Het blijft me telkens weer verbazen hoe moeilijk dat is, maar dat zegt meer over mijn persoonlijkheid dan over het schrijven zelf. Ook heb ik het mezelf niet gemakkelijk gemaakt door ervoor te kiezen op mijn oude schrijfmachine te tikken. Hiermee beschouw ik mijn Torpedo als een bondgenoot waarmee ik de literaire strijd dien te leveren. Hij is gewillig zolang ik mijn vingertoppen op de juiste toetsen zet. Telkens wanneer mijn gedachtenstroom onderbroken wordt, door wat dan ook, valt het geratel van de machine akelig stil. Een stilte die zowel beklemmend is, als dat zij drager wordt van een voorraad verse inspiratie. Enkele dagen terug liet hij me plots in de steek. Zijn oude ledematen zaten gekneld tussen roestrestjes en vermoedelijk verharde inkt die zich samen met stof uit vervlogen tijden, tussen het mechanisme had verzameld. Maar ik garandeer je, enkele drupjes lijfolie Extra Virgine, doen wonderen! Olijfolie smeert alle raderen, ook die van mensen. (Wist je dat de Cyprioten de grootste verbruikers van olijfolie zijn, en dat hart -en vaatziekten daar het minst voorkomen?) 

    Beste Frank, voor deze brief zal ik het hier bij houden. Straks ga ik met Fatima even de stad in. Ze zei me dat ze dringend wat nieuwe kleren nodig had, en dat ze mijn gezelschap zou op prijs stellen. Maar ze stelde me onmiddellijk gerust: ‘Het gaat niet over mijn ‘werkkledij,’ zei ze,  ‘Jouw oordeel daaromtrent wil ik niet kennen.’ Volgens haar zal het me goed doen om even van achter mijn schrijftafel te komen. Ik denk dat ze gelijk heeft...

    Beste groetjes,
    Marcus  


    07-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brief 9 - De leer van de meester.

    Dag beste Marcus,

    Ik ben meteen aan een tweede brief begonnen. Het moment dat ik de oude fokker de lucht zag ingaan met de post van de dag, dacht ik na over die spreuk van Balzac. Ik weet dat je die grote volzin niet zomaar op mij hebt afgevuurd. ‘Wie niet platzak, het genie ontluikend, met kloppend hart voor een meester heeft gestaan, zal altijd een snaar in het hart, die ene penseeltoets, dat gevoel in zijn werk, die dichterlijke expressie ontberen.’

    Het Zat al heel de week in mijn hoofd te vreten als een worm die tot de kern van de zaak wou doordringen. Doorboren is een beter woord en dat betekent puur inzicht. Die spreekwoordelijke worm wist er alles van. Marcus, na mijn scheiding heb ik me doelbewust op de vuurtoren teruggetrokken om tot de essentie van de zaak te komen. Er zijn dingen gebeurd met mij die niet louter toevallig zijn. Dat lieve kind met haar rode haren is er één van. Zij is de leerling die de meester opzoekt. Het komt overeen met een soort van onderricht. Jawel zo ervaar ik het.

    Enfin het is simpel Marcus : op verschillende wijze zijn we platzak, de ene geldelijk en de andere voor een stuk relationeel of misschien allebei. Het is pas als we dat materiële en existentiële gemis ervaren dat we tot de essentie van de dingen kunnen komen. Op dergelijke momenten komt je geest open en zie je de ware meester. Iedereen wil echt gezien worden, maar het is echter belangrijke om te zien dan om gezien te worden. Iedereen zoekt bijvoorbeeld liefde, en het zoeken naar liefde is en vorm van onderste boven leven. De mensen hebben niet in de gaten dat zoeken naar liefde het zelfde is als onder een waterval staan en om een glas water vragen. Het is minder belangrijk om naar liefde te zoeken dan om lief te hebben. Wie verlicht is heeft op een natuurlijke wijze lief, zoals de zon op een natuurlijke wijze schijnt. Ik hoef daarom niets te zoeken, omdat ik ben wat ik zoek.

    Ik ben ervan overtuigd dat ik nooit tot een dergelijk inzicht had kunnen komen indien ik nog wat jaren in dat huwelijksbed naar het plafond had gestaard. Misschien had mijn vrouw me dan nog verder ettelijke jaren bedrogen totdat ik het echt wou zien. Hoeveel nuttige jaren van ons leven hadden we dan aan elkaar vergooid? Zoals zoveel huwelijken en relaties waar de versheids datum van overschreden is.

    Hoe dikwijls zag ik niet die koppeltjes in de restaurants, elk een kant opkijkend, de tijd af te wachten tot het dessert zou komen om dan zwaar beschonken de liefde te bedrijven. Elk om beurt wazig loensen naar het gezicht van hun partner waar ze dat van een ander op projecteerden. De collectieve schijnheiligheid van de noodgedwongen liefde die in plakboeken en op ansichtkaarten de waarheid geweld aandeed.

    Marcus, ik ben verlicht uit die miserie gestapt en bovendien heb ik voldoening gevonden in een soort van onderricht dat ik aan het roodharige meisje kan doorgeven. Ik ontdek net hetzelfde bij jou. De hoeren in het bordeel komen bij je zitten omdat ze naar je luisteren. Ze horen je bezadigd vertellen en je bent wellicht een aangenaam gezelschap voor hen. Ze weten dat je hen waardeert en dat het niet op coppulatiedrift zal aankomen. Dat gevoel drijft ons en zet ons aan tot een ongeloofelijke creativiteit.  Die Muze wil ik niet kwijt en ik denk van jou net hetzelfde.  

    De spreekwoordelijke broodkorstjes op mijn tafel heb ik ondertussen verkruimeld en aan de meeuwen gevoerd. Ze waren gelukkig want nog nooit vlogen ze zo sierlijk aan mij voorbij. Ik hoop dat je hiermee een deftig antwoord op Balzac zijn citaat hebt ontvangen.

    Het gaat je goed als steeds!

    Groetjes Frank


    06-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brief 8 - twin souls
    Beste Marcus,

    Ik heb jouw brief eerst een paar dagen op de hoek van de keukentafel gelegd net zoals je wat broodkorstjes laat hard worden. Inderdaad wij kunstenaars fantaseren er soms op los ter compensatie van een niet te bevredigen lust. Dat laatste is immers de drijfveer van ons allen, alhoewel we dat soms niet willen toegeven. Dat libido heeft bij mij de laatste jaren een flinke duw gehad om redenen die bekend zijn. Uiteraard zweer ik de sex niet af maar die oerkracht is er gewoon. Af en toe steekt dat de kop op zoals een onaangekondigde storm. Gelukkig weet ik dit om te buigen in een geweldige creatieve drijfveer en ik ben daar geweldig dankbaar om.   

    Misschien heb ik dus alles wel gedroomd en blijft er van heel dat verhaal nog enkele vage wijnvlekken over op mijn kleren. Ik heb al twee dagen geen wijn meer gedronken en de terugkeer van het meisje met de rode haren heeft daar veel mee te maken. In een vlaag van ultiem verlangen heb ik haar voor het eerst aangesproken over mijn gevoelens voor haar. 't Was meer hunkering naar tederheid en genegenheid dan lust.  

    Haar blik veranderde en even leek het alsof ze bevroor. Tja, zo ben ik, het vloog er plots allemaal uit. Misschien teveel aan gevoelens voor één moment.  Een overstroom aan indrukken waar zelfs de Balzac een lesje kon uit leren.  
    Ik was opgelucht en tegelijk had ik spijt. Er was een stukje magie verloren gegaan dacht ik. Verlangen leek geblust. Zij worstelde ook met spoken uit het verleden en ze was heel openhartig. Een foutgelopen liefde, een hunkering die de verkeerde kant was uitgegaan met dramatische gevolgen. Wat voor haar overbleef was een beschermreflex om niet in dezelfde valkuil terecht te komen. Ze zat al enkele jaren in een cocon maar de rups werd toch vlinder. Dat opsluitingsgevoel als bescherming mag ook niet eeuwig blijven duren. 
    Ze kreeg rode wangen en ze raakte overstuur. Vlug reikte ik een glas water aan en hoestend en proestend kwam ze terug tot haar positieven. 

    Kijk Marcus, geloof het of niet, maar we hebben die avond nog heel lang doorgepraat. We hielden maar niet op. Er zijn dingen gezegd geweest die zeer vertrouwelijk zijn en die ons beider heel dicht bij elkaar hebben gebracht. Dit is vriendschap en genegenheid van het zuiverste soort. Daar plaats ik een fel kleur naast en dat is rood. Niet het rood van de passie maar dat van de brandende oprechte innerlijke verbondenheid.  
    Heb je ooit gehoord van 'twin souls'? Welnu Marcus, dat zijn we geworden na deze avond. Op dat moment verzinkt de fysieke liefde, de lust of de copulatiedrift tot een banale tribale reflex.
    Ik heb een nieuwe kracht ontmoet die mij verheft boven het stoffelijke. Dat soort vriendschap heb ik nog nooit in mijn leven ontmoet.  

    Ik begrijp ook jouw standpunt en je relatie met de meisjes. Zij zijn voor jou een evenwaardig surrogaat voor het aanscherpen van je fantasie. Op een andere maar toch gelijkaardige wijze heb je ze nodig. Ook jij zal op de één of andere manier je droom realiseren. Niet zoals je het gewenst hebt maar er zal iets gebeuren. Ik geloof niet in reserve dromen die je achter de hand moet houden om niet in een zwart gat te vallen.  
    Nee Marcus, voortaan weet ik dat alles wat ik tot nu toe gedaan heb een zekere voortbestemdheid had die na gisterenavond gerealiseerd is. De vrouw van mijn dromen is tevoorschijn gekomen in de vorm van een geweldige twin soul. 

    Tot slot heb ik nagedacht over de tekst van de Balzac. Je hebt met deze realistische romanticus de nagel op de kop geslagen. Hij weet als geen ander hoe passie en pijn te omschrijven. Wie weet waren we in een vorig leven wel verwanten en schreef hij toen ook brieven naar mij en omgekeerd. Het leven verloopt in cirkels Marcus en het is zeer de vraag hoe ver de actieradius van onze cirkels met die van onze geliefden zal voeren. Denk daar maar eens over na.

    Groetjes,
     Frank.        

    04-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brief 7 - Libido
    Beste Frank,

    Uit jouw brieven blijkt dat je nogal in de ban bent van je libido, dat heerlijke, bijna Goddelijke monster, Heerser en Meester van onze hormonen. Het beheerst je denken. Ik lees het niet letterijk, maar geef toch maar toe dat het lustzweet tussen de woorden en zinnen sijpelt en ergens uitmondt onderaan je vuurtoren, in de open zee.
    Je bent erdoor begeestert. Het zet je aan tot schrijven. Tot het creëren van dingen waarbij geen enkele andere stimulans voldoende krachtig is. Uit jouw woorden puilt een pijnlijk genot waar je eerst gewillig aan toegeeft, dan weer van wegloopt om het tenslotte terug op te zoeken omdat je niet anders kan. Gewoon omdat je mens bent, en zonder dat libido was je er zelf nooit geweest, en had je er nooit kunnen over schrijven, enz...

    Jij vermoedt waarschijnlijk dat ik hier elke dag lig te rollebollen met een dame naar keuze. Niets is minder waar. Maar ik kan me best voorstellen dat de idee dat ik mij temidden een harem meisjes van lichte zeden bevind, jou enigszins opgeilt, en ja, jou zelfs een beetje jaloers stemt. Zoals ik uit je brief kan opmaken heb je maar weinig te klagen. Of behoort jouw verhaal louter tot de wereld van je fantasie? Met schrijvers en kunstenaars weet je maar nooit. Laat er mij van uitgaan dat het ‘waar gebeurd had kunnen zijn.’ De lijn tussen realiteit en fantasie is vaak maar flinterdun.

    Je gelooft het niet, maar ik heb sinds mijn laatste avontuur met Katrien, geen vrouw meer aangeraakt. Niet omdat het mij onverschillig laat wanneer een vrouw zich aan mij openbaart, maar omdat ik er even genoeg van heb te moeten worstelen met de consequentie, met de na zinderende vraag of het lust of liefde was. Gegarandeerd krijg je die gesteld na het liefdesspel. Met een lid in half slappe toestand klinkt elk antwoord dan eerder klungelig. Ook dat heeft mede bepaald dat ik enkele weken geleden finaal de deur achter mij heb dichtgetrokken. Daarmee heb ik zeker mijn libido, dat telkens weer naar een bevrediging hunkert, niet vergrendeld. Hij is de opdrachtgever en wij zijn noodzakelijkerwijs de uitvoerders. Neen Frank, ik heb sex niet afgezworen. Voorlopig hou ik even de prikkel op afstand, of probeer ik angstvallig een reden te vinden om er niet te moeten aan toegeven; mijn onthouding heeft er waarschijnlijk ook mee te maken dat ik hier willens nillens ben ondergedompeld in een sfeer van dat soort geilheid dat mij alle lust ontneemt.

    Brunetti vroeg me gisteren of ik niet wat geld wilde bijverdienen. Ik zag mezelf al achter de bar, in smoking met obligaat strikje, en in samenzwering met de dames, de klanten via Magnums ontdoen van hun centen.  Hij zag de opkomende twijfel in mijn ogen en voegde er snel aan toe: ‘Gewoon wat karweitjes doen voor gratis kost en inwoon.’ Het was zeker niet zijn bedoeling mij van de schrijftafel te onttrekken. Hij zei dat schrijvers in alle rust hun ding moeten doen, maar zei hij er nog bij: ‘Je zit hier aan een onuitputtelijke inspiratiebron. Laat je niet verleiden tot het uitbrengen van expliciete keukengeheimen, als je begrijpt wat ik bedoel. Voor de rest krijg je wat mij betreft, carte blanche.’ Even sloeg de angst in mijn onderbuik en dacht ik er aan dit pand zo snel mogelijk te verlaten. Tenslotte kreeg mijn nieuwsgierigheid de bovenhand. Hoever Notte de Sogno van mijn huisje aan zee ook verwijderd is, het leven hier begint mij mateloos te boeien. Alle ingrediënten zijn aanwezig om mijn verhalen te construeren. Verhalen die allesbehalve wereldvreemd zijn, over mensen op zoek naar attentie, bevestiging en het bevredigen van lustgevoelens onder een valse mantel der liefde.

    Aan sommige meisjes ben ik verknocht geraakt. Ieder op zich vertegenwoordigt een land, een streek, een cultuur. De verhalen over hun jeugd, over hun vrienden, ouders, minnaars en over hun tristesse, blues of saudade, passen perfect in de wereld van mijn gedachten. Al zit ik hier meestal tussen vier muren, toch ben ik op reis, onderweg naar mijn ultieme droom: het huisje aan zee, in de voetsporen van Pablo Neruda. De nabije toekomst zal er vermoedelijk helemaal anders uitzien. Soms denk ik dat het beter is bepaalde dromen niet te realiseren, want eenmaal dat gebeurd is ben je ze kwijt. Het waarmaken van een droom is enkel te verechtvaardigen wanneer je een andere droom achter de hand hebt. Blijven dromen is de boodschap. Ik zie anders niet hoe ik mijn leven een boeiende invulling kan geven.

    Al even nagedacht over de tekst uit het boek van Honoré de Balzac?

    Groetjes,
    Marcus




    Archief per maand
  • 07-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009


    Blog als favoriet !

    E-mail

    Druk op onderstaande knop om ons te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs