Inhoud blog
  • brief 23 : grote inzichten worden geboren!
  • Brief 22 - even in de diepte...
  • Brief 21 : spooklichtjes
  • Brief 20 - Bij nachte
  • Brief 19 : vliegen als een vlinder.
  • Brief 18 - Hotel Al Moro
  • Brief 17 : In de mist van onbezoedelde dingen.
  • Brief 16 - Energieën
  • Brief 15 : gemoedsrust
  • Brief 14 - Pizza Margarita
  • brief 13 : ode aan de brief.
  • Brief 12 - Block van het been.
  • Brief 11 - Een stapje terug.
  • Brief 10 - Writersblock
  • Brief 9 - De leer van de meester.
  • Brief 8 - twin souls
  • Brief 7 - Libido
  • Brief 6 - La vitta è bella
  • Brief 5 - Notte de sogno
  • Brief 4 - vuurrode haren
  • Brief 3 - Deuren
  • Brief 2 - Vuurtoren
  • Brief 1 - Milaan
    Zoeken in blog

    nachtvlucht
    Brieven aan de ander...
    'Nachtvlucht' is een verzameling brieven met een chronologisch vervolg. Brieven van twee vrienden, twee zielsgenoten met een eigen verleden, een eigen toekomst. Beiden staan op een kruispunt met vele wegen. Ze bevinden zich op een kantelmoment waarbij ze ingrijpende beslissingen dienen te nemen of reeds genomen hebben. Vaak hebben ze een andere visie, een verschillende aanpak, ontstaat er een conflict. En toch, er is een rode draad die hen met elkaar verbindt: beiden zijn op zoek naar de waarheid over zichzelf, over de anderen, over hun plaats in dit beperkte leven in deze Grote Wereld... De karakters zijn bijna fictief, de gebeurtenissen misschien waar gebeurd. Maar de gedachten zijn oprecht en hoeven niet getoetst te worden aan hun waarachtigheid... Zou je, beste lezer, jezelf in het verhaal herkennen, dan berust dit louter op toeval. Tenzij je niet in toeval gelooft...
    23-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brief 3 - Deuren
    Beste Frank,

    Zo te zien hebben wij iets met deuren; voordeuren, achterdeuren, het achterpoortje... Een deur is dan ook een sterke metafoor. Jij hebt de deur nogal flink tegen je neus gekregen, zou ik zeggen. Ik kan me nauwelijks voorstellen wat er door je hoofd gaat wanneer je je vrouw betrapt temidden een stomende vrijscène, met een ander, behalve jezelf. Het zal je waarschijnlijk levenslang een raadsel blijven wie jou plaats heeft ingenomen. Je wilt het niet weten. Je vraagt je ook niet af waar je gefaald hebt. Dat heb je al genoeg gedaan. En gelijk heb je, het doet er niet toe. Het was al langer dan vandaag duidelijk dat jullie verhaal af was. Er was enkel nog een reden nodig om finaal afscheid te nemen. Wees hen dankbaar. Vrouw en onbekende minnaar hebben je over de streep getrokken. Ik denk niet dat ze dat in gedachten hadden toen ze hun lichamen onder een waterval van endorfinen kronkelden. Maar het is mooi meegenomen. Is het niet? Hoor ik nu te vermelden dat je weeral eens geluk hebt? Zou dit niet gebeurd zijn, dan had je nooit uit eigen kracht het echtelijk bed verlaten. Dan lag je elke avond opnieuw te staren naar het plafond waarop jouw denkbeeldige vuurtoren getekend stond. Tot vervelens toe zou je me geschreven hebben, ‘dat je vast zit en dat je nog zoveel dromen hebt die je niet kunt realiseren omdat je ondanks de beklemmende kilte in je relatie, loyaal wenst te blijven.’ Let op het woord ‘wenst’, want eigenlijk was je het in gedachten al lang niet meer. Nu heb je een alibi Frank, je hoeft je niet schuldig te voelen. Ze was jou een stapje voor, dat wel, maar de huivering die op dat moment door je lichaam sidderde heb je opgelost met straffe koffie. Arabica. Een nieuwe metafoor voor mannelijke oerkracht en impulsiviteit. Verse brandstof voor een motor die al jaren op halve poten draaide.
    En ik heb de indruk dat je motor alweer helemaal gerepareerd is. Je gaat prat op ‘de rust aan het kleine raampje waar meeuwen de nieuwe bewoner van hun vuurtoren begroeten’, maar wedden dat je gedachten worden beheerst door de aanblik van het meisje met het vuurrode haar. Vuurrood en vuurtoren. Zo ken ik jou. Onbewust leg je associaties. Gevoelens zet je om in kleur, omdat je een kunstenaar bent. Aan de buitenkant lijk je altijd wat bleek. Noem het lichtjes saai. Dit is maar schijn. In jouw binnenste heerst het rood. De kleur van de passie maar ook van de open wonde. Het ene kan niet zonder de ander. Neem daar nog bij de vuurtoren, een gematerialiseerde emanatie van ons mannelijk fallus denken. Ik vraag me af, hoe lang zal het duren vooraleer haar naaktportret de wanden zal sieren (hoe hang je eigenlijk een kader op in een ronde vuurtoren?). Hoeveel tijd heb je nodig om te verstikken in het vuurrode haar van je nieuwe muze, eerder dan te verdrinken in de open zee tijdens een uit de hand gelopen idyllisch boottochtje? Ik lees het nog wel.

    Ik ruik de geur van de pizza’s, van échte pizza’s, zoals het hoort: flinterdun en op steen gebakken. Zo is dat, dag in dag uit. Mijn kamertje ligt aan de straatkant. Een echte Italiaanse straat: veel getoeter van auto’s en scooters en immer geagiteerde stedelingen die de ganse dag tegen elkaar opkakelen. Een klein roostertje aan de andere kant van de kamer, staat blijkbaar in verbinding met de afzuigkap van de keuken, vier verdiepingen lager. Om de vijf minuten komt een andere kruidenwolk mijn kamer binnen geslopen. Ik ken het menu al van buiten, zowel via mijn reukorgaan als door mijn smaakpapillen. Eigenlijk zit ik hier goed. Voorlopig. Het feit dat ik nu hier ben, en niet aan de kust, ligt precies in de lijn van mijn levenswandel. Altijd goeie voornemens, vaste besluiten, tenvolle overtuigd zijn van iets... En dan plots komt er iets anders op mijn weg. Een dame bijvoorbeeld, op de nachttrein naar Milaan die mij ervan overtuigt dat Milaan een stop-over waard is. Ik kon er aan een zacht prijsje overnachten in het hotel van haar broer. En dan denk ik: waarom niet?
    Ondertussen heb ik ook al kennis gemaakt met de meisjes van het bordeel, op het derde verdiep (allemaal dezelfde eigenaar...) Toffe meiden, stuk voor stuk. Ze hebben hun kamertje op dezelfde gang. Na hun nachttaak gebeurt het dat ze aankloppen wanneer ze het getik van mijn schrijfmachine horen. Dan kraken we een flesje Villa Antinori en krijg ik de ongezouten verslagen over hun klanten. Ik kan je verzekeren dat mijn schrijfmachine ratelt. Gisteren aten we couscous, klaargemaakt door Fatima, een beeldschone verschijning uit Marokko; je mag er niet aan denken dat elke avond haar lichaam beroerd wordt door in olijfolie gedrenkte vingers van besnorde wellustelingen. Ondertussen ben ik ook vaste boodschapper geworden van Cécile, een lieve dame uit Ghana. Zelf durft ze bij de apotheek om de hoek haar condooms niet te kopen. Dus doe ik het maar. Het geeft me een goede reden om eens buiten komen. En, nog iets, gisteren heb ik me een nieuwe schrijfmachine aangeschaft. Enfin, nieuw kan je ze niet noemen. Ze stond in de etalage van zo’n brocante, rommelwinkel. Voor de eerste keer in mijn leven was ik op slag verliefd op een schrijfmachine, op een Torpedo uit 1937! ‘Heb die gevonden op zolder van een overleden notaris van Duitse afkomst, Italianen zweren bij Olivetti,’ wist de winkelier mij te vertellen. ‘Ik weet niet of ze nog in goeie staat verkeert. Neem ze maar mee voor tien euro, met zwarte koffertje incluis.’ Ze werkt perfect, Frank. En met perfect bedoel ik dat ze ratelt, piept en kreunt, zoals het een oude schrijfmachine past!

    Groeten aan de meeuwen.
    Marcus


    19-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brief 2 - Vuurtoren
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Dag beste Marcus,

    Ik ben zeer blij met je brief en geloof me die komt op het juiste moment. Eigenlijk zit ik nog niet zo lang op mijn vuurtoren. Als ik naar de kalender kijk dan schrik ik bij de gedachte dat het nu twee maand is dat ik hier mijn intrek heb genomen. Ah, er is ook een heel verhaal mee verbonden. Na 23 jaar huwelijk heb je dat wel, zo'n verhaal. Op een avond kwam ik thuis, onverwacht en onvoorbereid. Normaal bel ik eerst naar mijn wederhelft om mijn komst in te leiden:  'Moet er soms geen broodje zijn...?' Weet je, ik ben altijd bang geweest voor verrassingen! Ik kom binnen langs de achterdeur en ga naar boven. 'Niemand thuis?!' In de slaapkamer hoor ik wat zacht gekreun. Met de deur op een kier zie ik twee bekende gezichten op en neer gaan alsof ze een soort van horizontale tango dansen. Ik ga terug naar beneden en zet een kan koffie, Arabica, extra strong. Ik had niet veel spullen nodig en ging langs diezelfde achterdeur voorgoed het huis uit.
    Nu zit ik hier op mijn vuurtoren. Voorlopig ontvang ik nog 1 jaar mijn salaris maar gelukkig kon ik de vuurtoren en het aanpalende gebouw voor een habbekrats kopen. Ik heb veel achtergelaten maar mijn goede herinneringen pakken ze me niet af. Ik word nog vergoed om de toren te doen werken. Misschien vraag ik nog de Franse nationaliteit aan? Enfin,  ik ben tevreden met wat ik nu heb.
    Het is geen toeval dat jij op éénzelfde kentering bent gekomen. Na al je omzwervingen is Italië dan toch eindelijk je ultieme stek geworden.  Net een olifant die zich naar de laatste rustplaats sleept. Ik heb veel respect voor dat soort dieren. Groots en sterk maar met een hart van koekenbrood. Misschien kan ik je wel helpen? De streek van de Abruzzen bezuiden midden-Italië is mij zeer bekend. Als ik me niet vergis weet ik daar een grote hoeve staan met wel twee ha grond, volgepoot met olijfbomen. Dat vraagt weinig onderhoud die dingen. De eigenaar ervan is gestorven en de erfgenamen zitten in onverdeeldheid. Als ex bookmaker had ik daar goede contacten mee en misschien kan ik  een steuntje bieden?  Je weet wel: 'les copain d'abord!' Ascoli Picena, moet je toch familiair klinken. De streek van de bospaddestoelen en de heerlijke truffels. Wellicht draaf ik weer door en heb je andere ideeën in het hoofd. 'k Heb veel te veel alles geregeld terwijl jij naar de dag leeft. Tussen de regels door lees ik toch dat je een extra steun kan gebruiken. Weet je, soms moet je daar gebruik van maken. Vanop mijn vuurtoren heb ik zicht op het vasteland. Quasi iedere dag komt de dochter van de molenaar op bezoek. Zij heeft vuurrood haar en een opvallende mond. Ze is mooi en past goed bij mijn vuurtoren. De molenaar heeft mij heel veel geholpen en ik vermoed dat hij zijn dochter erop uit stuurt om een oogje in het zeil te houden. Ik vind het fijn dat de mensen me willen helpen. Ik stel me geen vragen bij het feit dat zij nog niet getrouwd is en eigenlijk hou ik haar een beetje op afstand. 'k Heb genoeg afgezien de laatste tijd. Bindingsangst is mijn deel geworden. Omringd door al mijn boeken kijk ik nu 's avonds uit op de zee. Mijn zeilboot heb ik moeten verkopen maar met het geld was die vuurtoren het meer dan waard. Ik schrijf nu deze brief aan het kleinste raampje. Een zeemeeuw heeft zich voor het venster genesteld en af en toe hoor ik hem tevreden snateren. Het geluid van de zee is muziek en ik ben blij dat je na zo'n lange tijd iets van je liet horen.  

    Hou je kranig.

    Frank.  

    18-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brief 1 - Milaan
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Beste vriend,

    vorige week ben ik dan toch vertrokken. Ik verliet mijn huis langs de voordeur en niet langs het achterpoortje zoals gewoonlijk. Een detail, maar een belangrijk detail. Achteraf beschouwd lijkt het vertrekken langs de voordeur van een meer symbolische waarde dan gedacht. Wellicht houdt het in dat ik niet meer terugkom. Het woord ‘nooit’ durf ik nauwelijks te gebruiken, want hoe vaak heb ik dat woord geweld aangedaan? Hoe dikwijls ben ik niet op mijn stappen teruggekeerd? Ik hoor je meedenken; je was er vaak getuige van. En toch, heb ik besloten niet te twijfelen. Het moest gebeuren. Ik kon niet blijven wachten tot iets of iemand mij de weg zou tonen. Dé weg waar ik zo lang naar op zoek ben, waar ik naar geschreeuwd heb, op momenten waarop het duister voor de ogen werd. ‘De juiste weg ligt vlak vòòr je voeten,’ zegt de Boeddha. Dat wilde ik altijd graag geloven, tot wanneer ik weeral eens bij de eerste stap struikelde, telkenmale recht krabbelde om voort te schrijden alsof iemand mij steeds maar opnieuw in de rug duwde.
    Maar vorige week, vriend, heb ik mezelf in de rug geduwd. Vraag me niet met welke kracht. De wanhoop? Zo sterk zou ik het niet durven uitdrukken. Laat ons zeggen, gedreven door een zoveelste vlaag van impulsiviteit. Een motief dat mij niet vreemd is. Ik heb mijn spaarcenten bijeengeraapt en de trein naar Italië genomen. Waarom Italië, vraag je je af? Heb ik je ooit over mijn ultieme droom verteld? Welaan dan. Enkele jaren terug zag ik ‘Il Postino’, een film over een stuk van het leven van Pablo Neruda. Het verhaal speelt zich af in een klein dorpje aan de Italiaanse Riviera. Een locatie waar je enkel kan van dromen (wat ik dus ook effectief deed!). Iets zei me, tijdens het zien van de film, dat ik die beelden diende vast te houden. Ooit zouden ze van pas komen, als bron van inspiratie voor een moment in mijn leven. Welk moment, dat wist ik toen nog niet. Neruda leefde er in een bescheiden huisje. Vanaf zijn stenen schrijftafel onder de druivelaar had hij een adembenemend zicht op zee. Beneden, was er het dorpje. Een paar honderd inwoners, denk ik; ik zou de film nog eens moeten terug zien. Op die locatie schreef hij. Gedichten, artikels, maar ook de brieven voor een verliefde postbode die het schrijven niet voldoende machtig was om de vrouw van zijn dromen te overtuigen van zijn liefde voor haar. Een mooi en ontroerend verhaal. Maar wat ik me vooral herinner, dat is de sfeer die de film uitstraalde. Terug op straat dacht ik: ‘Op zo'n plaats wil ik een groot deel, misschien het laatste deel, van mijn leven doorbrengen. Een plaats die je nooit meer verlaat, eenmaal dat je er geworteld ben. Een eindstation, na een lange tocht door alle werelddelen. Een refuge waar ik mijn gedachten en herinneringen kan koesteren en laten meedrijven op het ritme van de golven, op het geritsel van de druivenbladeren. En vooral, tot rust komen. Mijn blik op de einder plaatsen en enkel de vlucht van de meeuwen volgen. Ik zou niets meer doen dan een dagelijkse wandeling naar het dorp om mij daarna achter de schrijfmachine te zetten. Om naar jou te schrijven bijvoorbeeld, omdat ik weet dat je altijd mijn brieven zult lezen, en omdat ik maar kan schrijven als ik weet dat ik gelezen word.
    Dat is wat ik toen in gedachten had, en nog altijd heb.

    Mijn dorpje heb ik voorlopig nog niet gevonden. Vandaag schrijf ik je op een groezelig hotelkamertje boven een pizzeria, annex bordeel, in een drukke enge straat in hartje Milaan. Niet iets waar ik naar uitkeek. Maar op de nachttrein ontmoette ik een dame (neen, het is niet wat je denkt maar, gezien mijn reputatie, had je natuurlijk kunnen gelijk hebben...) De dame is de zus van de hoteluitbater. Ze heeft mij naar hier geloodst. ‘Het is maar een tussenstap, ‘zei ze nadat ik haar mijn verhaal had gedaan, ‘jouw huisje aan zee is er al, je dient het enkel nog te vinden.’
    Hoelang ik hier blijf, dat weet ik nog niet. Ik geef je alvast het adres van het hotel door, zou je zin hebben mij terug te schrijven. Maar voel je niet verplicht, jij hebt andere zaken aan je hoofd dan het beantwoorden van brieven van een zwerver!

    Het gaat je goed.
    Marcus 




    Archief per maand
  • 07-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009


    Blog als favoriet !

    E-mail

    Druk op onderstaande knop om ons te e-mailen.



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs