Naar een onbewoond eiland gestuurd worden en 5 platen mogen meenemen, een nachtmerrie waar ik met plezier uren voor wakker lig. Radiohead moet erbij met OK Computer, The Cure met Disintegration, Violator van Depeche Mode en ( ) van Sigur Ros. Dan wordt het spannend. Een week zonder The National lukt niet. Doe dan maar Boxer. Al is die laatste ook verre van mislukt. Cholymelan van Diary of dreams, de exponent van mijn gothicjaren. Al kan The Cure die eventueel wel nog vervangen. Anathema dan maar ? Ik durf niet eens de overweging te maken welke er dan zou moeten meegaan. Electric President met Sleep well, The Suburbs van Arcade Fire, Automatic for the people van REM of toch maar gewoon the best of van The Smiths ?
Wellicht past The Notwist nog het best bij wie ik ben en wie ik ben geweest. Dan moet Neon Golden mee. Ik was een jonge puber toen ik al vond dat Chemicals (uit Shrink) niet thuis hoorde in Stubru's afrekening. Het nummer had iets wat de rest niet had en wat mij liet twijfelen tussen omarmen en afstoten. Wellicht was ik er - 15 jaar zijnde - nog niet klaar voor, maar met Neon Golden sprong de vonk onherroepelijk over. De standaard voor de indietronica muziek was gezet en het niveau van het origineel zou meteen ook nooit meer gehaald worden. Een fantastisch optreden in de AB enkele jaren geleden en een weergaloos nummer met hiphopper Alias (Unseen sights) zorgden inmiddels voor een liefde die nooit meer zal overgaan, hoe matig de opvolger 'The devil, you and me', ook was.
Nu is er - weer zes jaar later - Close to the glas. De gelijknamige single slaagde er zowaar in mijn gevoel rond Chemicals opnieuw op te roepen. Die pompende baslijn in combinatie met dat tegendraadse ritme. Weerzin en bewondering. Moeilijk in alle geval. Wordt dit nu de definitieve dood van deze Duitsers of de ultieme reïncarnatie ? We zijn een maand na het lekken van de plaat en de puzzel stukjes zijn op hun plaats gevallen. Dit is weer vintage Notwist, altijd gedrenkt in een oceaan van melancholie, met de typische wat droevige stem van Marcus Achter, dat Duyster heeft geïnspireerd tot hun 'tomeloze weemoed' leuze. De conclusie wordt sterker: dit is een hele goede plaat. Zonder meer hun meest verscheidene, maar ook met een paar van hun allerbeste nummers altijd. Op kop Run, run, run, een rusteloze achtbaan met bedwelmende rustmomenten. Of Lineri, een 8 minuten durende instrumental dat de sfeer van Requiem for a dream oproept. Het gevecht is hopeloos, de vijand wint altijd. Maar geen slaan zonder zalven bij The Notwist. Het hilarische accent van Acher, de vrolijke viooltjes van Into another Tune, de schoenstarende rockers (Kong en seven hour drive) die herinneren aan de jaren waarin The Notwist een ordinair stelletje garagerockers waren en een pretentieloos nummer als Casino. "One room for us, one room for both of us. One room for us is not available." Een zinnetje zonder literaire waarde, maar waarom laat het dan steevast de tranen opborrelen ? Een kunst die enkel The Notwist verstaat.
Ik neem er gewoon zes mee. Neon golden mag sowieso mee, Boxer van The National kan ik ook onmogelijk thuislaten en stiekem smokkel ik deze ook wel mee.
|