Ik heb altijd een dubbelzinnige relatie met metalmuziek gehad. Van screams en grunts moet ik bijna nooit iets weten, maar anderzijds spreekt het theatrale karakter van sommige metalplaten mij wel aan. Zo liep ik in het verleden al warm voor de beauty and the beast metal van gothic groepen als Sins of Thy Beloved en Tristania (door metallers liefkozend knuffelmetal genoemd), waarbij ik zelfs de grunts tolereerde. Al gebiedt de eerlijkheid mij wel te zeggen dat ik in het prachtige All alone van Sins of thy beloved automatisch de eerste 4 minuten vooral beluisterde, waarin mijn jeugdidool Anita Auglend de vocalen voor haar rekening neemt. Het nummer wordt daarna nog verneukt door een zanger die iets brult als 'In my eyes you see no pride'. Konden die groepen nu nooit inzien dat met de soms prachtige maar altijd theatrale muziek ook een normale zingende stem zou kunnen samen gaan ? Het zou voor velen in mijn situatie de sprong naar metal gemakkelijker maken.
Met het Schotse Falloch heb ik gevonden wat ik zocht. Loeiharde gitaren worden hier afgewisseld met elementen uit de Keltische folkmuziek en vooral: met een zanger die 51 minuten lang zingt. Niet brult. Niet huilt. Niet grunt. Alle elementen waarvan ik in de metalmuziek houdt zijn hier aanwezig, en het element dat mij telkens weer afstootte wordt hier weggelaten. Een openbaring. Natuurlijk zullen de die hard metalfans dit maar niets vinden en zullen zij dit eerder onder de postrock of progrock scharen. In alle geval is het voor mij persoonlijk muziek met zware gitaren, diepe bassen en rollende drums. En dat noem ik metal. Bijzonder melodieuze metal en bijzonder emotionele metal.
De bijna folkloristische toevoegingen geven het geheel overigens een bijzonder randje. De toevoeging van folk bij metal mag dan al niet nieuw zijn, de rustigere tussenstukken maken het geheel ook makkelijker verteerbaar en zetten de uitbarstingen extra in de verf. Een win - win situatie lijkt me.
Where distant spirit remains verzeilt wel al eens in mijn cd-speler wanneer ik de slaap tracht te vatten, maar even vaak wanneer ik zin heb om in de slaapkamer - wees gerust: met de gordijnen dicht - in mijn eentje te headbangen. Een dualiteit die zijn gelijke niet kent.
|