Mountainbiker Patrick De Cridts is erin geslaagd in 24 uur tijd 175 keer de Paterberg te beklimmen, een van de gevreesde kasseihellingen die uit de Ronde van Vlaanderen.
Een prestatie om u tegen te zeggen, zeker als je weet dat Patrick aan diabetes lijdt. Hij wou met zijn stunt dan ook aantonen dat de ziekte actief sporten zeker niet in de weg hoeft te staan.
Patrick De Cridts zat in totaal 560 kilometer op de fiets. 'Om 8.30 zondagmorgen zat ik al aan mijn vooropgestelde aantal beklimmingen (128 red.)', reageerde de renner. 'Diabetes of niet, dit is een absolute wereldprestatie.'
Paterberg
De Paterberg werd 23 keer opgenomen in de Ronde van Vlaanderen (1986-2008). De kasseien dateren van 1985.
Sven Nys duikt dit seizoen het veld in voor Landbouwkrediet. De 32-jarige Brabander ruilde op 1 juni Rabobank voor de ploeg van Gerard Bulens. Sven Nys kroonde zich vorig seizoen tot de enige veldritkoning. Onoverwinnelijk lijkt hij, de kampioen uit het Brabantse Baal. Al was er die pijnlijke leemte van de regenboogtrui. Verder liet de Baalse Kannibaal slechts kruimels voor de tegenstand. Nys domineerde vorig seizoen van begin tot eind, en liet een reeks van 23 overwinningen optekenen. Een jaar eerder waren het er nog 30. Enkel Roland Liboton (32) deed ooit beter in één en hetzelfde seizoen. Maar zelfs Liboton lukte nooit een 8 op 8 in de Superprestige, zoals Nys in '06. In de UCI-stand degradeert Nys de tegenstand tot meelopers. De Balenaar lijkt op het toppunt van kracht en maturiteit gekomen. De vergelijkingen met Eric De Vlaeminck en Roland Liboton houden steeds meer steek. Qua overwinningen in de Superprestige stak Nys al in '05 legende Liboton voorbij. Enkel aan de 7 wereldtitels van zijn voormalige leermeester De Vlaeminck kan hij voorlopig niet tippen. Anderzijds toonde Nys zich de voorbije jaren ook een getalenteerd mountainbiker. Hij pakte vorig seizoen de Belgische titel, en was ook dit seizoen goed voor zilver. In augustus tracht hij in Peking zijn Olympische droom waar te maken.
Deze morgen ben ik gaan mountainbiken in Oedelem.Onder de stralende zon reed ik de 35km. Ik vond het een snel parcours en daar hou ik wel van. Af en toe zat er wel een zware (veel modder ) strook tussen.
Als je spreekt over Flandriens, spreek je over de begindagen van het wielrennen. Noeste boerenjongens klommen in het zadel om het op te nemen tegen beter uitgeruste en begeleide renners uit Frankrijk en Italië. Het archetype van de Flandrien wordt eigenlijk geboren na deze periode. Briek (Albéric) Schotte reed zijn eerste koers, een cafékoers met biertonnen, op vijftienjarige leeftijd. Het is het begin van een sportcarrière die alles bij elkaar een halve eeuw duurt en van "IJzeren Briek" een mythe maakt. Een volksjongen die met zijn gebeeldhouwde kop blijft 'stoempen', aanvallen en nooit 'afgeven', over kasseien en in guur weer, twee 'tubes' over zijn schouders. "De Laatste der Flandriens".
Zijn eerste zege is meteen ook zijn merkwaardigste. In 1939 staat Schotte aan de leiding van de Omloop van het Westen, een Franse etappewedstrijd. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog wordt de wedstrijd stilgelegd. Omdat hij op dat moment aan de top van het klassement staat, wordt Schotte uitgeroepen tot winnaar. De oorlog bemoeilijkt zijn profcarrière, maar hij blijft koersen. In 1942 wint hij voor de eerste keer de Ronde van Vlaanderen. In totaal zal hij twintig keer aan 'zijn' Ronde deelnemen, een absoluut record. Hij wint een tweede keer in 1948. In hetzelfde jaar schalt zijn stem luid over de radio: "Moeder, moeder, hoort gij mij? Ik heb gewonnen en ben wereldkampioen!". Zijn volharding bezorgt hem in totaal 61 profzeges en één keer een tweede plaats in de Tour. Schotte blijft professioneel fietsen tot zijn veertigste. Daarna begint hij aan een even succesvolle loopbaan als ploegleider bij Flandria en Kas. Hij zegt zijn sport nooit vaarwel.
Sinds 1997 eert Kanegem zijn bekende inwoner met een standbeeld, pal op de route van de Ronde van Vlaanderen. In 2004, uitgerekend op de dag van de 88ste Ronde van Vlaanderen en uitgerekend op het moment dat het peloton vlakbij zijn standbeeld rijdt, blaast Briek blaast zijn laatste adem uit. Het kan haast niet symbolischer.
Ik krijg steeds kippevel als ik lees over Briek. Jullie ook?
Op 13 en 14 september zal Patrick De Cridts 128 keer de Paterberg beklimmen binnen de 24u. Met deze unieke recordpoging wil de diabetes sporter geld inzamelen voor zijn Febe Foundation.
Patrick De Cridts is diabeet sinds 1996. In 2007 stichtte hij de Febe Foundation, die de naam draagt van zijn dochter wijlen Febe De Cridts, die in 2002 128 uren voor haar leven heeft gevochten. Daarom heeft De Cridts een minimumdoel van 128 beklimmingen vooropgesteld om geld in te zamelen voor de Febe Foundation.
Op 13 september om 15u start de recordpoging. Binnen de 24u wil De Cridts op een plaatselijke ronde van 1,8 en 3,2 km minimum 128 keer de Paterberg op fietsen. Als diabetes sporter wil hij via deze prestatie ook bewijzen dat diabetes geen beperking is. Hij krijgt hierbij alvast de steun van coach Paul Herijgers en Johan Museeuw.
Lance Armstrong, zevenvoudig winnaar van de Ronde van Frankrijk, keert inderdaad terug in het wielerpeloton. Mark Higgins, de manager en woordvoerder van de 36-jarige Amerikaan, heeft dat dinsdag bevestigd. ,,De Tour is het doel, maar daarvoor is nog veel werk aan de winkel.''
,,We gaan niet proberen tweede te worden'', voegde Armstrongs advocaat Bill Stapleton er strijdlustig aan toe. Maandag wilde Higgings nog niet reageren op de geruchten over een rentree. De in 2005 gestopte renner zou onderdak kunnen vinden bij Astana.
Begin met de opbouw van een degelijke uithoudingsbasis. In deze fase leert het lichaam op een efficiënte manier energie te produceren. Daarvoor maakt het gebruik van het aëroob systeem. Onder andere door sneller te ademen en door een hogere hartslag, kan het lichaam meer zuurstof opnemen. Die zuurstof wordt in de spiercellen gebruikt om brandstof (nl. suikers en vetten) te verbranden en om te zetten in energie. Energie die nodig is om de spieren te laten samentrekken, om te lopen, fietsen, zwemmen of andere manieren van bewegen en sporten. Basisuithouding wordt opgebouwd door regelmatig te trainen. Twee tot drie trainingen per week zijn optimaal om een degelijke basis op te bouwen. Pas als de uithoudingsbasis is opgebouwd, kan sprake zijn van intensievere vormen van training.
Aantal trainingen per week: minstens 2x per week Intensiteit: laag - hartslagzone extensief duur - gevoel 2 - 4 Progressie: enkel progressie in volume (de duur opdrijven of de frequentie) Werkwijze: via cycli van 3 tot 4 weken Duur: afhankelijk van uitgangsniveau, maar minimaal 6 weken. Indien je echt vanaf nul start, mag deze fase meerdere maanden aangehouden worden
De hartslagzones (voor wie een laktaattest gedaan heeft) en de gevoelsintensiteit (alle anderen) worden uitgelegd in het specifiek trainingsadvies. Fase 2: opbouw naar conditiepiek
Vanuit de opgebouwde basisconditie wordt in meerdere perioden toegewerkt naar een vorm van "conditiepiek". Voor een competitief sporter betekent dit echt kunnen presteren op wedstrijdniveau en aan wedstrijdtempo. Voor een recreant, die gedurende lange tijd op hoog niveau wil sporten betekent dit een zo hoog mogelijk percentage van haar/zijn maxima zo lang mogelijk kunnen volhouden. Die progressie gebeurt geleidelijk. Alle intensievere vormen van duurtrainingen komen 1 voor 1 in de opeenvolgende perioden aan bod. Echt in het rood trainen is voor een recreant, die niet aan wedstrijden deelneemt, niet noodzakelijk en niet aan te raden.
Aantal trainingen per week: minstens 2x per week Intensiteit: matig intensief tot maximaal - hartslagzones intensief duur tot maximaal - gevoel 5 - 9 (zie specifiek dossier) Progressie: voorbereidingsperiode 2 en 3 voor recreant, voorbereidingsperiode 2, 3 en 4 voor competitief sporter Werkwijze: via cycli van 3 tot 4 weken Duur: 6 tot 9 weken per periode voor periode 2 en 3, 4 tot 6 weken voor periode 4
De hartslagzones, de gevoelsintensiteit en de voorbereidingsperiodes worden uitgelegd in het specifiek trainingsadvies.
Fase 3: periode van de conditiepiek of wedstrijdperiode
Tijdens de wedstrijdperiode of het moment van de conditiepiek, wordt de zorgvuldig opgebouwde conditie verzilverd. Het trainingsvolume wordt wat verminderd om fris te zijn voor de wedstrijden (of belangrijke ritten of joggings). Tussen die afspraken door, worden alle trainingsintensiteiten onderhouden. Voor een duursporter ligt het zwaarste accent van de training in elke periode uiteraard op duurtrainingen. Hoe meer wedstrijden op korte periode, hoe sneller de conditiepiek voorbij is. Wie heel diep in het rood kan gaan, neemt best ook voldoende hersteltijd tussen 2 wedstrijden of zware inspanningen.
Samenvattend: Een normale opbouw duurt zo'n 22 weken, nl.
6 weken fase 1 (opbouw van de uithoudingsfase) 16 weken fase 2 (opbouw naar een conditiepiek), waarvan 6 weken - voorbereidingsperiode 2 6 weken - voorbereidingsperiode 3 4 weken - voorbereidingsperiode 4
Korter kan, maar de conditie zal dan minder lang stabiel zijn. Ook langer kan, maar hou voorbereidingsperiode 2 en 3 elk niet langer dan 9 weken en voorbereidingsperiode 4 niet langer dan 6 weken aan.
Niemand van de inzittenden van de vier betrokken vliegtuigen, inclusief de kapers, overleefde de aanslagen. Van de 2.973 mensen die bij de aanslagen omkwamen, heeft men slechts 1.585 personen op basis van de gevonden menselijke resten kunnen identificeren. Van de in totaal 19.916 menselijke overblijfselen konden er 10.190 worden getraceerd. Het Pentagon gaf 240 vermisten op; inmiddels staat vast dat allen zijn omgekomen.
In de mountainbikesport worden verschillende disciplines onderscheiden. Voor elke discipline/gebruik is er een apart model mountainbike.
Cross Country (XC) Mountainbikes zijn bedoeld voor korte wedstrijden met weinig hoogteverschil. Snelheid is belangrijker dan comfort. De fietsen hebben een vering met korte veerweg (80-100mm) en zijn licht (bij voorkeur niet meer dan 9-10 kg). Dit is haalbaar door gebruik van lichtgewicht materialen zoals aluminium, titanium en carbon. De typische vering is een luchtvering. De geometrie is gericht op trap-efficiëntie. Het zadel komt daardoor vaak hoger uit dan het stuur. De stuurhoek valt vaak steiler dan 70°. Het gebruik van fullsuspension is nog niet ingeburgerd onder eliteracers, echter bij de lagere klasses begint het steeds vaker voor te komen. Dit omdat vering steeds minder effect heeft op het rendement.
Enduro/All Mountain Bedoeld voor langere wedstrijden (marathons) of om te toeren. De fietsen zijn meestal comfortabeler dan de XC fietsen. Minder gericht op wedstrijden en trap-efficiëntie, eerder op all-round inzetbaarheid. Daardoor gedragen deze fietsen zich minder zenuwachtig in afdalingen. Kenmerken: meer vering (120-160 mm), dikkere banden, schijfremmen en een rechtere fietshouding.
Freeride Bedoeld om overal te fietsen, maar bij voorkeur niet omhoog. Ze hebben een nog grotere veerweg dan de enduros (voor en achter) en zijn steviger geconstrueerd. Maar daarom ook zwaarder. Het zijn eigenlijk DE allrounders, in staat tot lange afstanden (toch niet zo snel en comfortabel als de XC) en ook op de gevaarlijke en moeilijke hellingen kan deze fiets gebruikt worden (toch niet zo snel en efficiënt als de downhill fiets). De meeste freerides lijken meer op de downhills, maar doordat ze meestal versnellingen vooraan hebben, zijn ze gewoonlijk makkelijker te trappen op de pedalen dan de downhill. Freerides variëren van 14 tot 18 kilo. Freeride fietsen zijn berekend op het doen van extreme dingen , zoals Road gaps en metershoge drops.
Downhill (DH) De wedstrijdvariant van de freerides: dit is een speciaal soort bike voor de meest gevaarlijke, steile afdalingen. Downhill wedstrijden zijn korte sprints op extreem geaccidenteerd terrein. De veerwegen van een downhillfiets zijn nog groter dan die van een freeridefiets (200-300mm voor en achter) en hebben nog een verschil ten opzichte van de freerider: alléén achterversnellingen, geen voorversnellingen. Er zit voor maar één beschermd tandblad met bashring (beveiliging tegen schade aan tandwiel) en/of een kettinggeleider. Verder niet teveel extra's, het liefst zo kaal mogelijk. Bandendruk is lager. De geometrie is gericht op een bijzondere wendbaarheid en contact met de ondergrond in extreme omstandigheden. De veersystemen zijn gericht op goede efficiëntie bij sprint, maar tegelijkertijd moet de vering ook bij extreme remmanoeuvres blijven werken. De stuurhoek is vlakker, vaak rond de 65°. Het gebogen stuur staat hoger dan het zadel, en korter bij de rijder. De meeste afdalingsfietsen wegen door hun stevige constructie rond de 20 - 22 kg, maar wedstrijdfietsen duiken vaak onder de 17kg. Deze fietsen worden soms als de Formule1 van het mountainbiken beschouwd, omdat heel veel technologische innovaties -vooral op vlak van verings- en schokdempingstechnieken, maar ook schijfremmen en geïntegreerde versnellingssystemen- voor deze fietsen ontwikkeld worden.
Binnen de Downhill discipline valt ook het Fourcross (4X). Bij deze discipline zijn er in tegenstelling tot Downhill steeds vier rijders tegelijk op een downhill parcours en wordt er in heats tegen elkaar gereden. De winnaar van iedere heat gaat door naar de volgende heat. Deze discipline lijkt sterk op BMX, alleen zijn de fietsen groter en robuuster en hebben ze een andere geometrie en gaat men bij Fourcross bergaf. Andere varianten zijn Dual (twee fietsers op de baan) en Sixcross (zes rijders op de baan). Deze laatste varianten zijn echter geen erkende disciplines bij de UCI
Een andere fietsdiscipline die een relatie heeft met mountainbiken betreft: Dirt Jumping and Street liggen ergens tussen de freerides en de trials. Het zijn heel erg sterke fietsen, met 660mm (26inch) wielen en meestal een voorvering, deze worden voornamelijk in de stad gebruikt bij drop-offs (sprongen van betonblokken of bushokjes bijvoorbeeld). Dirtjumping is het springen over heuvels van grond gemaakt vaak door de rijder zelf. Het moment dat de dirtjumper in de lucht hangt tussen de twee heuvels in zal hij proberen tricks te doen, wat kan variëren van een no footer (even met de voeten van de pedalen af) tot een backflip (een salto achterover met bike en al). Sommige street en dirtjump bikes zijn uitgerust met 24" wielen; een kleinere wielmaat zorgt voor meer wendbaarheid in de stad en meer ruimte voor tricks. Ook hebben ze soms helemaal geen vering (rigid), dit om gewicht te besparen of een beter resultaat tijdens het springen (bunnyhop); er is dan geen vering die eerst inveert voordat je van de grond komt.
(De fietssporten fietscross (BMX) en trial bestonden al voor de uitvinding van de mountainbike en worden hier niet behandeld )
Mountainbiking begon in de late jaren '60 en vroege jaren '70 van de 20e eeuw. In die tijd was er geen mountainbike. De eerste mountainbikes waren gebaseerd op de frames van Schwinn. De rijders gebruikten luchtbanden voor op het strand en voorzagen de fiets van versnellingen en een motorcross stuur. Ze daalden heel snel van de mountain fireroads. De sport is ontstaan in Californië .
Het was pas in de late jaren 70 en de vroege jaren 80 dat fietsproducenten startten met de productie van mountainbikes met gebruik van lichtgewichtmaterialen. Gary Fisher wordt gezien als de eerste producent van de mountainbike in 1979. De modellen waren eigenlijk gewone wegfietsen met een bredere frame en vork om bredere banden toe te laten. De sturen waren ook anders, ze waren recht en niet lichtjes gebogen zoals sturen op racefietsen. Ook waren sommige onderdelen rechtstreeks overgenomen van de BMX fiets. De eerste massaal geproduceerde mountainbike werd geproduceerd door Specialized en had 18 versnellingen.
Tot voor kort, hadden de mountainbikes een wegfietsstijl en afmetingen. Omdat het mountainbiken opkwam en er dus agressievere rijstijlen kwamen, kwamen er nieuwe modellen die sterker en beter waren en betere afmetingen hadden om agressiever te kunnen rijden zoals: over obstakels rijden en houten bruggen en ramps. Nu zijn de mountainbikers gekend om hun meer BMX stijl namelijk op en over alles springen. Nieuwere modellen hebben of 24 of 27 versnellingen, 3 bladen voor en 8 of 9 tandwielen achter.
De nieuwste mountainbikes hebben meestal de volle uitrusting. Vroeger hadden de mountainbikes een stijf (=ongeveerd) frame en geen voorvering. In het midden van de jaren '90 kregen mountainbikes voorveringen. Dit ontlastte de armen van de fietser. De eerste veringen waren 38-50mm lang (3/2 tot 2inch). De vroege veringen waren zwaar en bewogen op en neer terwijl de fietser trapte. Dit nam veel energie weg, vooral tijdens steile hellingen. Om dit te verhelpen werd vering ontworpen waarbij de hoeveelheid vering kan worden geregeld. Veel rijders schakelen de achtervering uit als ze hard fietsen of een steile helling beklimmen. De meeste veringen hebben 100mm (4 inches) veerlengte. De meer agressievere fietsen voor downhill en freeride hebben 200-230mm (8-9inch) veerlengte. Veel rijders prefereren toch een hardtail (= voor geveerd) frame.
Mountainbikeparcours krijgt grote broer Schooljeugd ontdekt voortreffelijk onderhouden circuit op Schiervelde
ROESELARE - Het technische mountainbikeparcours op Schiervelde krijgt wellicht tegen de winter een grote broer: een vast traject van een vijftigtal kilometer met start en aankomst eveneens op Schiervelde.
Op uitnodiging van Wielerbond Vlaanderen, Stichting Vlaamse Schoolsport, de stedelijke sportdienst en -raad ontdekte de schooljeugd gisternamiddag het mountainbikeparcours op Schiervelde. Ruim honderd leerlingen uit het middelbaar en basisonderwijs verkenden het circuit van bijna twee kilometer in de omgeving van Lochting Dedrie, Blauw Kruis en Oude Stadenstraat.
'Ik ben een fanatiek mountainbiker en ken het parcours al als mijn broekzak', getuigt Jonas Moeyaert (15) uit Gits. De VMS-er is aangesloten bij Mountainbikeclub Grysperre. 'Het parcours bezit een ideale afstand en veel variatie. Je fietst tussen bomen, over hellingen, op gras of in talrijke lussen. Het technische parcours vereist inderdaad heel wat stuurvaardigheid.'
'Je moet ook veel schakelen en dat maakt het behoorlijk lastig, vooral als je wil doortrekken. Het mountainbikeparcours is een héél goede zaak en verdient daarom meer promotie. Alleen afbakening met linten kan wellicht beter. Ze zijn misschien wat te hoog gespannen. Ze hebben ook beter een fluorescerende in plaats van een grijze kleur.'
Het mountainbikeparcours op Schiervelde werd twee jaar geleden aangelegd voor de Roeselare Fietsthoogdag. Op algemene aanvraag van de talrijke gebruikers werd het parcours nadien beter uitgerust, uitgebreid en voortreffelijk onderhouden. De lokale commissie mountainbike heeft de regie in handen.
Deze werkgroep binnen de Roeselaarse sportraad buigt zich nu over de uittekening van een vast uitgepijld mountainbikeparcours in en rond Roeselare. Het uitgetekende ontwerp bezoekt Oostnieuwkerke, De Ruiter, Moorslede, Beitem, de Rumbeekse Kleiputten en De Zilverberg. De aanzet werd in de vorige legislatuur gegeven.
'Nu wordt de draad weer opgepikt', stelt sportschepen José Debels (CD&V). 'Samen met de provincie, die het initiatief op verschillende manieren wil steunen. Het gewenste traject staat intussen op papier. Daarbij werd rekening gehouden met een aantal vaste normen. Dertig procent van de afstand moet onverhard zijn. Dat is niet evident in een verstedelijkt gebied als Roeselare. Een tweede belangrijke vereiste is de toelating van de eigenaars van de private terreinen waarop het parcours passeert. We zijn nu bezig deze moeilijke hindernis te nemen. Zonder tegenslagen heeft het technisch mountainbikeparcours op Schiervelde tegen de winter een grote broer', besluit schepen José Debels.
Na de tochten van vorig jaar heb ik de smaak te pakken van het mountainbiken.
Met behulp van deze blog wil ik jullie ook nu weer warm maken voor een heleboel uitdagende mtb tochten.
Via de blog kunnen we beter informatie met elkaar uitwisselen en dit via het mtb book.
Ik zal ook telkens alle nodige informatie van een tocht op de blog posten. Via deze site kunnen we ook praktische zaken afspreken, zoals het regelen van fietsen en het uur van vertrek of een locatie waar we afspreken enz Na iedere tocht volgt natuurlijk een nabeschouwing met het nodige beeldmateriaal. Jullie kunnen natuurlijk ook artikels schrijven. Stuur gewoon een worddocument door naar mijn e-mail (pieterbeernaert80@gmail.com) en dan doe ik de rest.
Ik ben Pieter Beernaert, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Piebe.
Ik ben een man en woon in Roeselare (België) en mijn beroep is Onderwijzer (tweede leerjaar).
Ik ben geboren op 25/01/1980 en ben nu dus 45 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: vooral veel sporten (mountainbiken - koersen - zwemmen - ...) Filmke kijken, luisteren naar muziek .
Ik ben getrouwd met Lindsay! Samen hebben we een schat van een dochter.
Ons Emme