Inhoud blog
  • Het land van Oz
  • Het overige
  • Scherpenheuvelscherper
  • Een symfonie van versplinterende botjes
  • Incontinentie
  • Ode aan het hazenslaapje
  • Een grot van stilte
  • De laatste loodjes wegen het lichtst
  • Stront
  • Tulpen
    Gastenboek
  • Update!
  • Hoi, ...
  • Prachtige schrijfsels
  • op bezoek in bloggenland
  • SEEAAAAPEEEE!!!

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek

    Archief per maand
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 09-2005
    Een interessant adres?
    U betreedt de wondere wereld van Tim...
    Helm en veiligheidsschoenen verplicht!
    31-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Joggingbroek
    Immerschone bloggeressen en bloggers,

    Een warm hardvuur knettert, vurige tongen likken houten balken, vreten ze langzaam maar zeker op tot er slechts stof en as is dat achterblijft. Een behaaglijke warmte golft onze woonkamer binnen. Zet alles in een warme gloed en overvalt me met een winterse nostalgie. Onze huiskamer is zo proper dat het haast legendarisch vermag genoemd worden. Kraaknet. Je zou haast van de grond kunnen eten, liever nog dan van de met etensresten bezaaide keukentafel. Dat maanlandschap van allerhande vortigheden en verjaard voedselresidu. Elk hoekje in de kamer is van zijn eeuwige stof bestolen, spinnen op brutale wijze van hun gefavoriseerde woonst beroofd. De muizen weten niet meer waar kruipen, ze bevinden zich op open terrein. Ze hebben een vreselijke agorafobie opgedaan door al die jaren dat ze gewend waren om te zwemmen in een kafkaiaanse poel van rommel. Horror vacui. Op de salontafel prijken allerhande versnaperingen, gaande van verse olijven tot  knisperverse chips.

    En dat allemaal omdat een vriendin van mijn moeder deze avond een prepositie van kledij op poten heeft gezet. Tot de dubieuze genodigden horen een dame met overgewicht, een kip zonder kop, een geamfitamineerde kakelkalkoen, een dame met ondergewicht en een meisje dat wat betreft schoonheid het voordeel van de twijfel geniet. Ik liep maar wat doelloos rond, getooid in een wit marcelleke en een ordinaire joggingbroek. Dat is nu eenmaal mijn vrijtetijdsoutfit. Liever dat dan de wansmakelijke combinatie van een lange lederen jas, zwemvliezen, een te klein zwembroekje en een gigantische snorkel die op de verkeerde plaats hangt.

    "Doe die joggingbroek uit," snauwde mijn moeder me toe. "er zijn gasten."
    Ik haat de ettiquette van het klootjesvolk. De farce van de kledij. Plots voelde ik een enorme aandrang om haar verzoek letterlijk te nemen en daadwerkelijk die joggingbroek in een hoekje te zwieren en aldus in adamskostuum de aanwezigen te choqueren. Ik beheerste me en trok me terug op mijn kamer. Mijn gedachten dwaalden af, voerden me achter de voordeuren van al die miljoenen Vlaamse gezinnetjes. Al die kokette woonkamertjes waar een haardvuur knappert, waar de keukentafel stinkt naar een mengeling van zeepsop en ontbinding. Waar de joggingbroeken uit den boze zijn.

    Leve de jogginbroek

    31-05-2007 om 19:16 geschreven door Tim  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (7 Stemmen)
    28-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Quisquater
    Begerenswaardige iedereen,

    Net als zovele anderen bevind ik mij momenteel in een beklagenswaardige positie. De examenperiode staat onvermijdelijk voor de deur, als een veelkoppige hydra zowaar, voor elke pagina die je doorworstelt lijken er twee nieuwe bij te komen. Cursussen worden dikker in de plaats van dunner. Leiden aan obesitas. Paginanummers volgen elkaar op in een helse trein van gekmakende numeriek, voerend naar waanzinnige dieptes van kommer en kwel. Men slaat je om de oren met talloze begrippen totdat je er compleet kaduuk van wordt. Totdat je jezelf haast naakt wil opknopen aan een liaan in het verre amazonewoud. Men drijft het zo op de spits dat mijn hersenen nu al hun maximale absorbtievermogen hebben bereikt. Een druipende spons van weke massa die rondklots in mijn geschofeerde hoofd. Elke keer als ik mijn neus snuit ben ik bang om tussen het slijmerige snot in mijn zakdoek een reeks pas ingestudeerde woorden aan te treffen. Als ik mijn grote boodschap heb gedaan loer ik stiekem in de toiletpot of er geen stukjes kennis heimelijk langs de achterpoort zijn ontsnapt. Het wordt teveel. 's Nachts sta ik op, smeer me in met pek en veren en ga op de daken zitten om al huilend te lonken naar de volle maan. Al dat studeren, zonde van de tijd.

    Maar heden nacht werd ik overmand door een lumineuze inval. Waarom zou ik niet gewoon inbreken in het secretariaat van onze school, het nest van alle kwaad, om de examens al eens op voorhand in te kijken. Een klein preludium als het ware. Wie niet slim is moet... slim zijn.
    Zo gedacht, zo gezegd (tegen mijn teddybeer) en zo gezegd, zo gedaan. Alzo begaf ik mij des nachts getooid in een ninjapak, gelaat aan het zicht ontrokken met een handgebreide bivkmuts en gewapend met een glassnijder, een kalashnikov en chocoladereep naar Antwerpen-Zuid. Alles was rustig. De straten sliepen en wasemden hun nachtelijke rust uit, het geronk van voorbijrijdende auto's klonk als van een andere wereld afkomstig. Het justitiepaleis vormde een spitsig en donker silhouet in de nacht. Net een slapend monster dat de duisternis met zijn horens kietelt. Ik voelde me doodkalm. Niemand die mij een strobreed in de weg zou leggen. Bart Somers niet, Patrick Janssens niet, Filip De Winter niet, de politie niet, de directie niet, Achilles niet en het justitiepaleis niet. De wereld was van mij, lag als een tamme knikker in mijn klamme hand. Yes!

    Met vaste hand tekende ik een volmaakte cirkel in het vensterglas, plaatste er een stel zuignappen op een creeërde op die manier een cirkelvormige toegangsweg tot mijn school. Zo ver waren we al. Ik keek rond. Wat was het kalm. Dood kalm. Geen rondslenterende studenten, geen flarden van woorden die doelloos rondzwierven. Losse flodders in het ijle. Betekenisloze zinssneden. Geen geklaag, geen geween, geen koppen die me mateloos irriteren door hun loutere aanwezigheid. Ik begaf me in ijltempo naar het secretariaat maar deinsde halverwege de gang terug.
    Instinctief richtte ik mijn kalashnikov op het donkere, tonronde silhouet dat mijn aandacht had getrokken. "Eén beweging en ik schiet je overhoop!" brulde ik. Zonder eigenlijk te weten waarom.

    Behoedzaam naderde ik het silhouet en zag tot mijn grote verbolgenheid dat het Sergio was.
    "Sergio?" zei ik verbaasd.
    "Ow yeah, Sergio is in the house." scandeerde hij. Zijn ronde borst deinde krachtig op en neer.
    "Wat doe jij hier?" vroeg ik met oprechte verbazing.
    "Ik werk aan een nieuwe docusoap, in opdracht van VT4," verklaarde hij. "Het noemt 'one fine night at school'. Wat we doen is 's nachts inbreken in verschillende scholen en filmen wat er dan gebeurt. O yeah, werkelijk rock and roll."
    Plots flitsten alle lichten en met een duizelingwekkende klap werd het mij duidelijk dat ik met thans op een soort van filmset bevond. Camera's en microfoons waren genadeloos op mij gericht. Cineasten liepen zenuwachtig heen en weer. Een regisseur gaf haastige aanwijzingen.

    Daar stond ik in mijn ninjapak met mijn kalashnikov als een trillende fallus voor me uit priemend. In het middelpunt van de belangstelling.
    "Komt dit op TV." vroeg ik met een benepen piepstemmetje.
    "Uiteraard," zei Sergio met een vette grijns op zijn smoel. "Morgen is de eerste uitzending. Wat een succes!"
    Sergio richtte zich terstond tot de camera en voerde het hoge woord.
    "Zoals u ziet dames en heren zijn we een profesionele inbreker tegen het lijf gelopen. Hij ziet er gevaarlijk uit maar ik ben ervan overtuigd dat hij bereid is een klein woordje tot het publiek van 'one nicht at school te richten'. Meneer, de inbreker, kan U ons vertellen wat U te zoeken op deze school?"
    "Sergio, je bent een klootzak." vatte ik mijn gevoelens samen. "vroeger koesterde ik nog enige sympathie voor jou malle figuur maar nu je opgetreden hebt voor Lijst Dedecker heb je jezelf finaal de das omgedaan."

    Ik vuurde resoluut een kogel op hem af...

    Een zachte plof weergalmde door de hal toen het schietlood zijch begroef in zijn ronde tonnetje....

    Vluchtende mensen, woelige set, omvallende camera's, het einde der tijden, ik rende naar buiten, sprong een gat in de nacht...


    En verorberde mijn chocoladereep.

    Melkchocolade boven alles!

    28-05-2007 om 14:37 geschreven door Tim  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    27-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Brandende daken
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Beste wereldbewoners en marsreizigers,

    Terwijl ik hier mijn kostbare tijd al rondstruinend in de virtuele wereld aan het vergallen ben speelt er zich achter mij een heus filmisch gebeuren af. Op dit eigenste moment is ons TV scherm de film 'Troyes' in onze woonkamer aan het uitbraken. Naar mijn smaak is het Hollywood gehalte in de film net een graadje te hoog. Maar wie ben ik? Ben ik een bekroond filmcriticus? Ik ben een onbekroonde zwerver die met stalen kettingen aan een rots hangt vastgeketend. Elke nacht komt een gier mijn lever uitpikken... Neen, ik weet niet wie ik ben. Maar ik weet wel terdege wie ik zou wíllen zijn. Achilles. Half god, half mens. Een steroïde-vrije spierbundel die onder zijn marmerachtige huid een netwerk van opbollende staalkabels heeft lopen. De koning van het zwaard, zijn lange blonde haren als een gouden aureool rond zijn hoofd. De droom van elke jonge deerne, nachtmerrie van elke man. Een begenadigd krijger. Dan zou ik de stad intrekken, incognito, gehuld in een lange paterspij, met mijn zwaard als een stalen fetisj tegen mijn borst geklemd. Gewapend met mijn onsterfelijkheid, alsof een onzichtbaar schild mijn vege lijf beschermt tegen alle externe invloeden.

    Er zijn zoveel dingen waar ik op genadeloze wijze komaf mee zou maken. Eerst en vooral zou mijn queeste me richting de Mechelse cafébuurt voeren, alwaar ik paal en perk zou stellen aan alle obers en oberessen die het verzuimen om steevast nootjes bij de drank te leveren. Dat zou een goede gewoonte moeten zijn die elkeen die in de horeca tewerk gesteld is zou moeten bezitten. Het zou een reflex moeten zijn, diep ingebakken
    in de witte hersencellen van de hypothalamus. Op een brandstapel zal ik hun zondige zielen laten verdampen tot een dikke rookkolom, opstijgend naar hemelse hoogten waar de Heer gehuisvest is. Het plebs zal hun dood bezingen met krachtig gestemde volksliederen. Het zachte ploffen van oogbollen die knappen onder het zielloze geweld van de toenemende hitte zal me als muziek in de oren klinken. Het subtiele, haast treuzelachtige gesis van weglekkend lichaamsvocht evenzeer. Nootjes zijn heilig. Vergeet nooit de nootjes. NOOIT!

    Als deze episode voltooid is zal ik mijn destructieve epos verderzetten. Politieke kopstukken zullen letterlijk over de grond rollen, als rondkaatsende balletjes in een psychotisch flipperspel. De straten zullen blank staan door het bloed van dode helden en levende lafaards. Alleen, ik, Achilles, zal met trotse borst overeind blijven in de stormachtige chaos. Een rots in de branding. Dan zal ik ridderlijk de Sint-Rombouts-Toren bestormen om de stad der maneblussers te overschouwen. Brandende daken, gillende mensen, chaos in zijn puurste vorm.

    En dan wanneer ik  de laatste trede naar de top van de Mechelse beschaving wil zetten...

    Verrek ik mijn achillespees.



    27-05-2007 om 00:00 geschreven door Tim  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    23-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Circus
    Geachte iedereen en niemand,

    Binnen niet afzienbare tijd zijn het weerom verkiezingen. Aardverschuivingen en vulkaanuitbarstingen zullen het politieke landschap omtoveren tot een waar slagveld. Er zullen overwinnaars zijn, net zoals er ook als verliezers uit deze bikkelharde strijd zullen komen. Zo is dat alles met in het bestaan. Winnen of verliezen, elke een kant van de medaille die we het leven noemen. Uiteindelijk is het allemaal circus, zo me dunkt. Een bont embroglio van vuurspuwers, clowns, domme blondjes, gefnuikte hofnarren en gorillas in alle maten en gewichten. Als losgelagen wildemannen bestoken ze elkander met vurige woorden. Net barbaarse vuurspuwers. Anderen pakken dan weer pronkend uit met een heuse karavaan van exotische dieren, zoals daar zijn: kleurrijke apen en brullende leeuwen en niet te vergeten vuigbebaarde primaten en van een zwijnenneus voorziene... zwijnen. Nog anderen zwalken dronken over de politieke catwalk terwijl een derde groep het verkiest om de rode loper te geselen met het getik van hun fijne naaldhakjes.
    Ja, waarom zou ik in godsnaam ooit nog geld neertellen aan de inkom van het Groot Russisch Staatscircus? Voor het spektakel? Er is de televisie die dagdagelijks terzake 07 mijn woonkamer inspuugt. Voor de wodka? Nooit meer! Nooit of te nimmer raak ik dat godvergeten spul nog aan. Je weet maar nooit of het van huiselijke makelijk is. Pis van de duivel...

    Een van deze dagen heb ik een debat gevolgd dat ging over... holle woorden... leugenachtige monden die uitgeholde bomen opzetten, met rotte wortels en dorre balderen. Wijd vertakt. Zo triest.  Een van de gasten was Bart Somers. Dat verbaasde me niet in het minst. Natuurlijk heeft men een dubbelganger voor hem gezocht en gevonden, hoogstwaarschijnlijk had men nog een kolfje achter de hand. In de gedaante van een onuitgebroede kloon van Bart, ergens diep weggestopt in de geheime catacomben die als een donker aderwerk de Wetstraat onderspannen. De dood van Bart Somers is een staatsgeheim. De Open Vld zou klappen krijgen -aankomend als punches van Mohammed Ali- wanneer de pers zou opvangen dat hij verkleed als paashaad het leven gelaten heeft. Zijn dubbelganger zag er zo mogelijk nog onooglijker uit. Dat esthetisch onverantwoorde kapsel. Net een UFO die een noodlanding gemaakt heeft op braakliggend terrein. En hoe kan een neusje tegelijkertijd zo schattig en toch zo woede opwekkend zijn dat je er haast je eigen haren door zou willen ontwortelen?

    Allemaal onbeantwoorde levensvragen...
    Voer voor filosofen en wijsgeren aller landen...

    Ondertussen hou ik mijn eigen verkiezingen. Deze vinden plaats in de vrije natuur, in de wandelgangen maar ook in ons grijze Vlaamse straatbeeld.
    Ik pik ze uit met mijn eigen ogen -heimelijk en onopvallend. Mijn persoonlijke Miss en Mister 2007. Ze zullen nooit genomineerd worden, alleen in de storm van mijn gedachten. Wanneer ik in mijn straat de bakkerij passeer en vol genoegen de geur van versgebakken krentebrood opsnuif duid ik tevens een Miss baksel aan. Burgemeester van de winnaars, gezant van het loserdom. Ze bestaan allemaal...

    Ook jij krijgt een titel!

    Niemand ontsnapt aan mijn zoeklicht!

    Tot in de wandelgangen beste mensen.

    23-05-2007 om 21:45 geschreven door Tim  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    21-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het koperschuwe meisje

    Beste cosmopolitanen,


    Vandaag valt er groot nieuws te melden! Er is namelijk een nieuwkomer ongemerkt uw gelederen binnengeslopen. En die niewkomer dat ben ikzelf in hoogst eigen persoon. Gisterenavond mocht ik thans het ziekenhuis verlaten, uitgerust met een lever uit China, een maag-darmstelsel uit Ethiopië, een paar niertjes uit Irak en last but not least een bionische slokdarm gesmeden uit een legering van Arabische en Siberische edelmetalen. Dank aan de Falung Gong, heil de Ethiopiers en ode aan de Irakezen! Zij hebben mijn vege lijf gered. Jawel, ik ben zelfs Jezus van Nazareth eeuwig genegen tot in het kleinste puntje van mijn ziel omdat hij mijn stoffelijke beslommeringen heeft weggespoeld met zijn huisgestookte aardappeldrank.De dokter raadde me -bij het verlaten van het hospitaal- ten stelligste aan om mijn nieuwe organen die avond zelf nog te laten inwerken.  Pragmatisch als ik ben begaf ik mij richting uitgaansbuurt om de proef op de som te nemen met een paar niet te versmaden trappistjes. Mijn tong kirde van voorpret. Mijn gloednieuwe lever liet het zich wel bekomen, mijn verse maag-darmstelsel ronkte van tevredenheid en mijn slokdarm sperde zich gewillig open om al het goudblonde trappistenvocht te verzwelgen. Naarmate de avond vorderde stond er een steeds langere sneltrein van lege kelkglazen voor me opgesteld, bestemming: het land van melk en honing.

    Toen de snuit van mijn groeiende TGV met een klinkend geluid tegen het achterwerk van dito treinstel opbotste, ik had met andere woorden een tafeltje rond gedaan, besloot ik om het toch maar voor bekeken te houden. Het leek me het geschikte moment om mijn schup af te kuisen en huiswaarts te keren. Mijn nieuwe organen hadden hun nut bewezen, ze waren welgekomen in mijn lichaam, aanvaard en zelfs geliefd door hun buren. Ik wenkte de ober met een vingerknip, het signaal dat hij de rekening mocht komen presenteren. De ober bleek uiteindelijk van het vrouwelijke geslacht te zijn, dat was mij aanvankelijk niet helemaal duidelijk geweest. Uit respect voor de medemens zou ik deze dwaling op de avondschemering kunnen steken, de avondschemering die mijn blik vertroebelde als hing er een donkere sluier voor. Of op mijn lichte roestoestand, veroorzaakt door het versmachten van menig goudblond trappistenbiertje. Neen, de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat het simpelweg om een unisex type ging. Hoe dat er genetisch - je kent dat wel met al die chromosomen enzo- uitziet laat ik in het midden doch het is mij duidelijk dat ze bij de geboorte twee lotjes getrokken heeft. Om het plaatje af te maken was haar dikke onderlip doorspiest met een metalen ringetje en ook haar trillende rechterneusvleugel was voorzien van zo'n exemplaartje.

    "Wat had je gewenst?" vroeg de dienster koket. Een zapper waarmee ik jou brutale smoeltje uit deze wereld zou kunnen wegflisten, dacht ik bits. Je kijkt me aan met van die ogen... die mij lijken te willen opslokken, verzwelgen zowaar. En niet om me vervolgens te verdrinken in een kolkend vat van liefdessap maar om me te verbranden in een gloeiend hellevuur. In haar ogen woonde de duivel. Dat kon niet anders...
    "De rekening," antwoordde ik kortaf. "Waarom kijk je me zo aan? Heb ik soms je kinderen verkracht?"
    "I'm very sorry' beet ze me toe. "I worked a whole day, already." Waarom praat ze nu plots Engels, vroeg ik me af. Zou ze een handicap hebben aan het centrum van Brocca? Zou ze een Amerikaanse immigrante zijn? Of zou ze me voor de gek houden? Ik besloot dat het het verstandigste was om in haar linguïstieke metamorfose mee te stappen.
    "So, you're a workaholic?" vroeg ik. "Can you give me the bill please? And fast, if you can, because I have an appointment with my very own bed."
    "Klootzak!" mompelde ze en ging de rekening halen. Ah, mompelen kan ze wel in het Nederlands. Dat is wel een heel vreemd fenomeen, bedacht ik. Even later kwam ze terug en kletste een klein vodje papier neer op de tafel. Ik las het bedrag en schrok enigszins.

    Tergend langzaam telde ik het breugeliaanse bedrag voor haar uit op de tafel, in kopermuntjes.
    "Sorry, ik aanvaard geen kleingeld." deelde ze me koudweg mee. "Wij mogen dat weigeren."
    "Is het werkelijk?" vroeg ik haar laconiek. "Weet je dat wel zeker?"
    "Ja, ik weet het zeker!" zei ze brutaal. Een rode bles schaduwde over haar wangen. De meeste meisjes worden knapper, zelfs sexier, wanneer een subtiele bles zich onder de jukbeenderen nestelt, maar bij haar had het alleen maar iets ziekelijks. "Kan je me nu betalen in degelijk geld zodat ik het andere cliënteel kan bedienen?"
    "Vergeet dat maar." zei ik en hield haar mijn pasje van horeca-inspecteur voor ogen. "Ik zal mijn rapport vanavond nog aan je baas kenbaar maken, het is een persoonlijke kennis van me, ik ben er van overtuigd dat hij zo verstandig zal zijn om mijn gouden raad niet in de wind te slaan en asap je C4 op te stellen. Als je bedenkt welke connecties ik heb binnen het Mechelse horecalandschap zal de enige bar waar je voortaan nog werk zal kunnen vinden er één van lichte zeden zijn. En dan nog! Trap nooit op de armen van de octopus, meisje. Nooit! Als je verstandig bent bespaar je jezelf de vernedering en verlaat je onmiddelijk dit etablishement zonder ooit weder te keren."

    Haar gelaat verandere prompt in een bonte picasso van allerhande kleuren. Van lijkbleek over knaloranje tot het meest diepe purper. Wat een zicht. Ze zeeg neer op haar mollige knieën en smeekte me om genade. "Please! Please! Heb genade! Ik zal alles voor je doen. Ik zal..."
    "Werkelijk alles?" plaagde ik.
    "JA werkelijk alles!" Ze barstte in tranen uit. Het was geen blik, een instortend tranendal. Existentieel drama...
    "Te laat," zei ik onverbiddelijk en wandelde zonder omkijken de bar uit.
    "Ik zal alles doen," hoorde ik haar nog krijsen. "Ik zal met je slapen, ik zal je slavinnetje zijn, voor eeuwig en altijd!"

    De volgende morgend sloeg ik de krant open op een willekeurige pagina. Het morbide toeval wilde dat ik bij de overlijdensberichten aanbelande. Men sprak over een zelfmoord, een dienster in café Het Scheepsanker. Vlak voor de deur. Ik deed mijn best om me haar gezicht voor de geest te halen. Het lukte niet. Het was vast zo'n vaag type, een geestesverschijning, flirtend met de grens van het virtuele. Leefde ze wel in deze wereld? Had ze wel ooit bestaan? Een ding was zeker. Nu alvast niet meer...

    En dat omdat ik even met mijn treinabbonement voor haar ogen had gewapperd...

    Een mens zit vreemd in elkaar!

    Gulle groeten van een cosmopolitaan!!



     



    21-05-2007 om 18:41 geschreven door Tim  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    19-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een cosmopolitaan in spe
    'U mag van geluk spreken dat U nog in leven bent.' vertrouwde de dokter me toe. Ik speurde zijn aristocratische gelaat af, op zoek naar iets dat leek op een glimlach of een andere gezichtsuitdrukking die erop zou kunnen wijzen dat hij de draak met me aan het steken was.  Buiten de subtiele kraaiepootjes die zijn ooghoeken ontsierden was zijn smoelwerk zo vlak als gepolijst marmer. Een Romeins beeldhouwwerk. Zo'n kop die me van blijmoedig naar furieus kon doen optrekken in minder dan een halve seconde tijd. Lichtgrijzende slapen, gebruinde huid, vage eurotekens in de glans van zijn ogen. Beschaafde, puriteinse mond, de sleutel van zijn Porsche pseudo-nonchalant aan zijn broeksriem bungelend. Yuppie, dacht ik. Overjaarse yuppie! Kon ik je maar in het gezicht spugen en zeggen dat ik met je twintig jaar jongere vrouw heb geslapen. Dat ze in een salvo van rauwe geilkreten mijn naam scandeerde en de jouwe door het stof heeft gehaald. Dat ze mij tot haar nieuwe god heeft gekroond en besloten heeft om niet langer te wachten op haar erfenis. Misschien vermoord ik je wel, en verdelen we alsnog die erfenis. Dan verhuizen we naar de bahama's en drinken er cocktails, zullen er de ether doorklieven op de ruggen van talloze kraaiende dolfijnen. De onwaarheid van deze uitspraak buiten beschouwing gelaten, zou dit nog steeds onmogelijk zijn. Die kwakzalver had mijn leven in handen. Het verdriet van de machteloosheid sloeg toe...

    Mocht ik van geluk spreken? De helft van mijn lever was naar de fillistijen en 1.5 nier was door mijn urinebuis naar buiten gespoeld. Alsof dat nog niet genoeg was heb ik derdegraads brandwonden in mijn maag opgelopen, gecombineerd met een drastische perforatie van mijn twaalfvingerige darm en als kers op de taart ben ik bestolen van mijn eigen slokdarm. En dat allemaal door het nuttigen van een kroes huisgestookte wodka. Wist je dat wodka uit aardappelen vervaardigd wordt? Om daarna te rusten in een ketel gevuld met houtskool? Ik ben me namelijk gaan verdiepen in het wodkafenomeen. Het heeft de rode draad van mijn leven verward tot een onooglijke kluwen van pijn en lijden. Ik ben een levend lijk. Mijn bloed wordt nu kunstmatig van onzuiverheden ontdaan door een soort van life support system en ik krijg de nodige suikers en vitamines toegediend met een infuus. Ik lijk wel een tafereel uit een goedkope scienfictionfilm. Verdwaald in een netwerk van buisjes, elektrodes en gaasverband.

    Het is nu wachten op een nieuwe lever uit China. De dokter zegt dat de Chinese regering spoedig op de proppen zal komen met een aantal ter dood veroordeelde Falung Gong beoefenaars. Zij leven gezond, brengen hun leven door in abstinentie, roken en drinken niet, meent de dokter te weten. Ik zal thans voorzien worden van een lever zo zuiver als alpensneeuw. Ook zal ik uitgerust worden met een stel gloednieuwe niertjes uit Irak. Deze hebben het voordeel erg goedkoop te zijn. De dokter beweert connecties te hebben met een Amerikaanse legergeneraal die ze gewoon van de straat opraapt en er vervolgens handel in drijft. De orgaanhandel tiert weliger als ooit. Liberalisme ten top. Ach, een mens als ik kan er maar beter van worden.
    Mijn maag -daarentegen- zal dan weer afkomstig zijn uit het verre Ethiopië. Een menslievende local was bereid gevonden om deze voor een spotprijs af te staan aan de medische wereld. Ik gebruikte hem toch bijna nooit, redeneerde de man in kwestie. Dan kan ik er maar beter iets voor krijgen. Tot slot: mijn slokdarm. Dat is een verhaal appart. Deze zal, aldus  mijn kwakzalver, vervaardigd worden uit een onfnuikbare legering van twee pas ontdekte edelmetalen, gedolven uit Siberische en Arabische ertsmijnen.

    Enfin...

    Ik word een nieuw mens!
    En ook een beetje een wereldburger in maag en nieren...
    Cosmopolitaan tot in het organische...

    Yes!!

    19-05-2007 om 18:36 geschreven door Tim  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    18-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een kleurloos vocht
    Opperbeste blogbroeders- en zussen,

    De biologische klok waarmee wij allen standaard zijn uitgerust is volgens mij een bizar factotum. Een enigma dat bij mij tal van onverklaarbare raadselen oproept. De ene mens is thans voorzien van een hypermodern -door quartzkristal gedreven- klokwerk van Casio. Een puik staaltje van industrieële ambachtskunst. Al die kleine chipjes en draadjes vlijtig geassembleerd door menige kleine gele handjes. Handjes die vliegensvlug ten uitvoer brengen waartoe ze zijn voorgeprogrammeerd. Andere mensen leven dan weer in het ritme van het beheerste tikken van een stijlvolle Rolex of een peperdure Rodania. Uitgerust met dit Zwitserse juweeltje sla je er nooit een tel naast, je leven tikt gestaag verder, loopt nooit over horden en pulseert vredig voort met een onwrikbare ritmiciteit.

    Er bestaat echter nog een derde groep van mensen. Zij die behept zijn met een biologische klok van Wibra kwaliteit. Toch maar even quoten dat ik noch iets tegen de Wibraketens en bijbehorend personeelsbestand heb noch iets tegen de mensen die de amechtige gewoonte hebben hier hun boodschappenmandje vol te laden met allerhande prularia. Je kan er rijstkrakkers kopen voor 50 cent. De kassiersters staan er open voor transacties in natura, voor zover zij die al niet verkiezen boven de orthodoxe zakelijke regelingen in gewone valuta. Deze betalingen vinden doorgaans plaats in een stoffige bergruimte, ergens tussen een hoop afgedankt kinderspeelgoed en een berg witte T-shirts. Bart Somers was in zijn gloriedagen een frequent gebruiker van deze alternatieve methode van handeldrijven. Mechelen...Keitof Winkelen...Nu weten wij waarom!

    Mijn biologische klok is evenzeer van Wibra kwaliteit. Geen secondewijzer, stiptheid is dan ook niet mijn stokpaardje en geen onderscheid tussen dag en nacht. Hierdoor ben ik een moeilijke slaper. Deze nacht sloeg het onheil weeral eens toe. Opengesperde ogen, bloeddoorlopen, starend naar een onzichtbaar plafond. De uitvinder van de nacht eerst in gedachten vervloekend, vervolgens luidop. Ik hield het niet langer uit. Aldus besloot ik om maar wat te gaan zwerven door de straten van het nachtelijke Mechelen, wie weet kwam ik Erika terug tegen. Misschien, heel misschien had ze nachtdienst. Hoe ver zou staan in het rouwverwerkingsproces? Zou ze opnieuw openstaan voor iemand als ik? Een frisse wind in haar leven? Zou ik haar wonden mogen zalven? Haar de handen opleggen? Compeet op haar blaren mogen kleven? Haar heiland en messias wezen? Haar heuveltjes van Erika beklimmen en er mijn tent voor eeuwig en altijd opzetten, diep weggedoken in de veilige warmte van haar zwoele tepelhoven?

    Om mijn nocturne enigszins te veraangenamen maakte ik eerst een flacon kersenjenever soldaat. Mijn opa deed dat ook altijd vooraleer hij de loopgraven indook om de strijd met de Duitsers aan te gaan. Het gaf hem moed en kracht. Toen hij stierf -kogel in het strottenhoofd- tapten zijn strijdmakkers zijn bloed af om er de gestoofde ratten mee te flamberen. Deerniswekkende taferelen uit 1914-1918.
    Alzo wankelde ik dronken door de godverlaten straten van een godverlaten stad, filosoferend en reminiscerend over 1914-1918, mijn opa, de onzin van het leven en de zin van de onzin. Plots zag ik daar een verfomfaaid figuur op de stoep zitten. Hij ging getooid in een amalgaam van aftandse vodden die eens te meer leken te willen bewijzen dat de tijd scherpe tanden heeft. Zijn danteske baard hing met gemak over zijn uitgeteerde borst tot op zijn uitegzakte buikje. Schoenen droeg hij niet. Enkel geitenleren sandalen.

    "Mensenkind!" sprak de figuur met bijbelse stem. "Treedt nader mijn zoon."
    "Ten eerste ben ik je zoon niet," zette ik de puntjes op de 'i'. "en ten tweede zie ik jou ook niet in staat om kinderen te verwekken. Je ziet er namelijk zo impotent uit als de tak van een zieke treurwilg. Het enige dat organisch van aard is dat jij ooit zal weten voort te brengen zijn de schimmels tussen je tenen en de vlooien in je klittige baard."
    "Mensenkind! Vanwaar die vijandigheid? Iedereen is immers een zoon van iedereen! Stroomt het bloed des levens niet door ons aller aderen?"
    "En wie mag jij dan wel wezen?" beet ik de ouwe gek toe.
    "Jezus," sprak de gek op besliste toon. "Jezus van Nazareth, zoon van Jozef de Timmerman en Maria de Maagd. Al is Jozef slechts een stroman in de conceptie geweest. Je gelooft me niet hé? Ik ben nooit gestorven! Men heeft mij tweeduizend jaar geleden ingevroren en nu opnieuw ontdooid. De mensen moeten me niet meer en hebben me thans de straat op gezet. Hier drink wat van mijn huisgemaakte wodka."

    Jezus van Nazareth schonk een kleurloos vocht uit één of ander roestig keteltje dat voor hem stond uitgestald. Na een korte aarzeling goot ik het goedje naar binnen. De meeste dwaze gekken brouwen de beste natjes, zei mijn opa altijd voordat hij bloedrochelend het leven liet. Meteen kreeg ik het gevoel dat mijn ingewanden in de fik stonden. En in zekere zin was dat ook zo. De huisgemaakte wodka was van inferieure kwaliteit en bevatte methanol in de plaats van gewone alcohol. Tergende pijnen uitstaand wist ik nog net op mijn GSM het noodnummer te draaien. In mijn oren weerklonk de reutelende lach van Jezus. Toen de ambulance met gierende remmen kwam aangevlogen was Jezus van Nazareth verdwenen. Spoorloos en met stille trom. Samen met de helft van mijn lever en drievierde van mijn totale niercapaciteit. Een transplantatie zou nodig zijn.

    In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest

    Amen

    18-05-2007 om 00:00 geschreven door Tim  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    16-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vogeldans

    Alleronmisbaarste lezeressen en lezers,

    Soms wou ik dat ik een vogel was. Geen protserig wezen met bonte veren, stalen testikelen en een fallus van marsepijn. Begrijp me niet verkeerd! Ik maak helemaal geen discriminerend onderscheid tussen onze gevederde vrienden, op basis van ras, geslacht of sekse. Of zij nu de trotse bezitters zijn van een kogelronde cloaca of juist lopen te pronken met een homerische fallus. Die al dan niet geschapen is in het meest roomzachte marsepijn of in het meest pansterharde titanium. Desalniettemin zou ik het liefst van al een mus zijn. Geen huismus, dat nooit, maar een kleine lieve gevederde sjilpgrage bosmus. Zo eentje die hoog in de bomen nestjes bouwt en lieflijk regenwormen aan zijn jongen voedt. Eentje die nog naïef genoeg is om te geloven in de eeuwige liefde en nog eindeloze serenades uit zijn kleine lijfje perst. Serenades die de ochtend en de avond aan elkaar rijgen met een web van ragfijn vogelgezang. 

    Zeker op dit moment in het bijzonder zou ik een moord willen begaan om -al was het maar voor even- in de donsachtige huid van een klein vogeltje te kruipen. Ik zou er zelfs christen voor willen worden, of moslim of jood. Wat maakt het in godsnaam uit? Religie is opium van het volk, zei ene Marx ooit. In mijn ogen had Marx gelijk. En of je die opium nu rookt, opspuit of chineest het effect blijft ongeveer het zelfde. De verschillende religies zijn slechts de diverse manieren waarop we de verdovende middelen en de geestesverengende geboden van eenzelfde onbestaande god genadeloos in onze bloedbaan knallen. Begrijp me niet verkeerd! Ik heb niets tegen religieuzen, ik heb er alleen kritiek op.
    Ook als wannabe mus heb ik dat recht! Zeker nu zou ik willen metamorferen tot een klein, lief musje. Nu mijn geest versuft is door de geestelijke kwellingen en de lijflijke ontberingen van een ganse dag school. Als was het een verlepte en beschimpte spons die weigert om verder ook nog maar iets te absorberen. Nu mijn lichaam trilt van spanning en zich gevangen voelt in die kooi van staal, glas en beton. Dodelijke drievuldigheid, de hemel lijkt verboden terrein.

    Als ik een klein lief musje was dan zou ik ongekende hoogtes verkennen. Ik zou mijn kleine buikje rondeten met vogelzaad en vervolgens met opengesperde cloaca de liefde bedrijven op een duizelingwekkende hoogte van 1000 meter. Wie weet zou ik wel eieren leggen? Is het gezegd dat ik zal reïncarneren tot een vogel van het mannelijke geslacht? Is dat gezegd? In lieflijkheid en bemiddelijkheid zal ik uitblinken. Vogelspotters van over de ganse aardkluit zullen mij komen bewonderen en minnekozen. Omwille van mijn ranke esthetiek, mijn haarfijne aerodynamica.
    Ik zal schijten op de mensheid. Kleine salpeterhoudende drolletjes. Schijten op hun hoofden, hun verse kapsels die ze protserig torsen als opgeblazen dandy's beschieten met mijn zure darmsappen. Ik zal nooit meer een kat in een zak kopen. Nooit meer!  

    En op een zekere dag, wanneer mijn jongen oud genoeg zijn op voor zichzelf te zorgen, en ze geen voorgekauwde pieren uit mijn bek meer moeten peuteren, zal ik de atlantische oceaan overvliegeren. Hup, naar the land of the free. De Verenigde Staten van Amerika. Met mijn instinct dat fungeert als een feilloos GPS systeem zal ik in een mum van tijd het witte huis getraceerd hebben. Aldaar aangekomen zal ik mijn missie voltooien. Mijn vorte faeces achterlaten in de duurste champagne, het buffet besprenkelen en zegenen met mijn zure urine en tenslotte binnendringen in de echtelijke kamer van George en Laura Bush, het presidentiële huwelijk zal er eindigen in mineur. Ik zal hen betrappen tijdens de geslachtsdaad. Ik zal de testikelen van Bush bewerken met mijn pikgrage snaveltje. Vervolgens steek ik zijn ogen uit. Ik fladder om hen heen, drijf hen tot waanzin totdat ze zich wanhopig van het balkon storten.

    Ondergetekend 

    Lief klein vogeltje,

     

    16-05-2007 om 00:00 geschreven door Tim  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (4 Stemmen)
    14-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.00/00-00-00
    Tijdens hun dans over het toetsenbord van mijn GSM trilden mijn vingers lichtjes. Subtiel, als grashalmen in een lichte lentebries. Hier had ik al lang op gewacht. Een mystieke deus ex machina aan de andere kant van de lijn. Zou die alles kunnen verklaren? Zou hij het enigma dat het leven is als een bruistablet in een glas water kunnen oplossen? Zou de bekomen consistentie pijnstillend werken en in staat zijn het levenszeer op zalvende wijze weg te masseren? De beltoon ging over. Eén keer..., twee keer..., elke keer een nieuwe..., derde keer..., op de proef stelling,...vierde keer..., voor het hoogspanningsnetwerk..., vijfde keer..., waarin mijn zenuwbanen..., zesde keer... waren verworden..., "Hallo?"

    Een ietwat bekakte stem weerklonk doorheen de speaker van mijn mobiele telefoon.
    Op één of andere manier kwam het stemgeluid me erg bekend voor.
    "Hallo," zei ik aarzelend. "Ik heb uw telefoonnummer in het metrokrantje zien staan en ik dacht..."
    "Je dacht dat je een redder in nood wel kon gebruiken." nam de onbekende stem me de woorden uit de mond. "Wel, dan ben je honderdentien ten honderd komen aankloppen aan het juiste adres. Ik ben namelijk je heiland, je messias en je bevrijder."
    Ik hoorde nu dat het toch geen volbloed bekakte stem was, er was nog iets anders aanwezig. Een duistere toets die ik niet kon thuisbrengen. Ineens was ik ervan overtuigd dat ik met één of andere sinistere gluiperd te doen had. Een gefnuikte ziel die in zijn ontspoorde traject oveel mogelijk onschuldigen de verdoemenis in wenste te sleuren.

    "Wie ben je?" vroeg ik. "Waarschijnlijk ben je een of andere gek die erop kickt dat onbekenden naar hem bellen. Zo'n eenzame zielepoot die op de meest hallucinante manieren contact met de mensheid probeert te zoeken. Trek je je 's avonds soms af boven polaroid foto's die je overdag stiekem bent gaan nemen op de speelplaatsen van lagere schooltjes?"
    Het werd even stil aan de andere kant van de lijn. De stilte werd opgevuld met een soort van kleurloze ruis. Was het magnetische ruis of was het het kraken van zijn macabere ademhaling?
    "Wie ik ben doet er niet toe," sprak de stem. Het leek wel alsof het geluid in een ijskoud wolkje uit mijn telefoon dwarrelde. "Ik heb vele gezichten en dus ook vele namen. Volgens sommigen heb ik bokkepoten en een sik, stink ik uit mijn bek, en dan nog wel naar zwavel. Volgens andere huist mijn ziel in het giftige lijf van een slang. Je kan het je zo gek nog niet bedenken. Ik heb het gelaat en de stem die men aan mij wilt geven."

    "Wil je zeggen dat je..."
    "Dat ik de Duivel ben? Jazeker. Ook ik maak gebruik van de communicatiemedia die eigen zijn aan de tijdsgeest waarin ik opereer. Een duivel moet met zijn tijd meegaan, is het niet? In de middeleeuwen stuurde ik mijn heksen als sinistere doodsgezanten uit over de wereld. Nu ben ik niet langer op hun diensten aangewezen. Ik heb alle heksen reeds lang geleden van hun ambt ontslagen al zwerven hun afstammelingen nog steeds rond over deze aardkluit. Denk maar aan Marie-Rose Morel of Anke Vermeersch... Nu bedien ik me van krantenadvertenties en het internet. Heb je mijn weblog nog niet bezocht? www.bloggen.be/beelzebulanno2007, dat is mijn virtuele stokpaardje."

    "Je bent een gek!" brieste ik in de telefoon.
    "Gek ben ik niet," zei Beelzebul. "Ik kan je redder zijn. Als je op het hekje van je GSM drukt dan verkoop je je ziel aan mij... Nooit meer pijn, nooit meer de trein van 7.51... Nooit meer..."
    Ik legde op. Ik wandelde het station uit. Het leek aantrekkelijk. Zielsverkoop met een hekje...

    Ziekenbroeders laadden het stijfwordende lijk van het nonnetje op een brancard de ambulance in.

    Een van hen rookte een sigaret.

    Het liaantje van kwijl bungelde nog steeds uit één van haar mondhoeken, het slingerde op het ritme van de tijd...



    14-05-2007 om 00:00 geschreven door Tim  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (6 Stemmen)
    13-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kapitein 80

    Volgens mij is 2007 een héél bijzonder jaar. Het lijkt wel of dit jaar iedereen verjaart. Of gebeurt dat elk jaar? Hoe dan ook, dit weekend gaf een jarige vriend, nu een prille twintiger, zijn verjaardagsfeest. Het was een aangenaam gebeuren. We swingden onze heupen vanonder onze zweterige lijven en brachten fraaie danspassen ten uitvoer op de met bier oversmoste dansvloer. Het schonk mij de inspiratie om een klein verjaardagsgedicht uit te braken.

    Tattoeages overdekken zijn ranke lijf
    Een vreemde snuiter, dat staat buiten kijf
    Een lederen jasje -80's- veel te kort
    Je zou haast denken, dat er iets aan hem schort

    De vriendschap is er daarom niet minder om
    Poosje terug verliet de 19 hem met stille trom
    Maar vrijdag kliederde hij danspassen over de vloer
    Het was zijn avond, kapitein 80's stond aan het roer

    Wilde palmboom, schud je cocosnoten in het rond
    Laat ze neerregegen over de aarde en de grond
    Wij staan klaar om ze op te vangen en te drinken van hun sap
    Laten we samen genieten van de vruchten, onze vriendschap

    13-05-2007 om 12:13 geschreven door Tim  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    10-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een liaantje van kwijl
    Waarde lotgenoten,

    Gedonder op donderdag. Dat was het credo van deze dag. Het begon allemaal erg rustig in de sporen van het aloude stramien en de door en door verroeste routine van het schoolse leven. Zoals elke dag kwam ik kreunend uit mijn bedstee gekropen, in gedachten de uitvinder van de wekker geselend met titanium weerhaken en zwartleren zwachtels. Daarna spoelde ik me met een krachtige straal water langzaam het rijk der levenden in om me vervolgens in sneltempo vol te proppen achter de ontbijttafel. Cornflakes met melk. Wakgeworden granen die het elan van mijn doorsnee weekdagen op pijnlijke manier leken weer te geven. Zwemmend in een zee van weke individuen, verdrinkend en naar adem smachtend in een oceaan van vuilbruine melk. Het rottingsvocht dat gestaag uit de wonden onze verdorven maatschappij naar buiten sijpelt. Tenslotte verliet ik ijlings het ouderlijke huis, mij doodspoedend om alsnog de trein van 7.53 te halen.

    Eens gezeten op het aftandse leer van de treinzitjes sloeg ik bloedrochelend en nahijgend het metrokrantje open om het haast meteen weer te willen dichtslaan. De media heeft ook nooit iets te melden, dacht ik bij mezelf. Of zei ik dat toch luidop? Een oud nonnetje, gehuld in de kleuren van de maagdelijkheid en met een massief stalen brilmontuur op haar vijgachtige neusje geplant keek me wantrouwig aan. Volgens mij zou haar brilmontuur met gemak een kernoorlog kunnen doorstaan. Artifact van het mensdom. Haar blik sprak bijbelse boekdelen. Haar puriteinse mond tuitte ze in een venijnige rozet van korstig droog vlees. Ik zond haar mijn wegzap-blik en vergat haar...

    Als je maar hard genoeg je best doet ben je in staat om iemand weg te zappen, daar ben ik van overtuigd. In deze televisionele samenleving zou dat kinderspel moeten wezen. Wat zou dat heerlijk zijn, het wegzappen van al die wantrouwige blikken, al die bitse gelaatsuitdrukkingen en al die liefdeloze godverlaten ogen. Weg ermee! Naar een onbestemde strook van duisternis ergens tussen het nu en het nooit. Zie ik het somber in?
    Ik rochelde nog wat in het aluminium vuilbakje dat zo onhandig tussen de vloer en het tafeltje geprangd was. Geen bloed meer. Dat was positief. Prompt vielen mijn blikken op een klein artikeltje -een adevertentie- dat enigszins verloren stond tussen al die andere bombastische verzoeken: Goudlokje zoekt bodybuilder om eens stevig mee van bil te gaan, Al Gore zoekt gat in de ozonlaag, eekhoorn zoekt stier, Eendagsvlieg zoekt begrafenisondernemer, Guy Verhofstadt bedankt prinses Mathilde voor het triootje, prinses Mathilde biedt haar welgemeende excuses aan aan Filip, Filip die een zelfmoordaankondiging poneert, etc.

    De advertentie die enkele verwonderde blikken wist te ontlokken aan mijn stoïcijnse gelaat ging als volgt: 'Voel je jezelf als een bommeltrein die elke dag noodgedwongen hetzelfde traject moet afleggen, vervloek je de uitvinder van de wekker, rochel je elke morgen bloed door je rot te haasten op weg naar je trein? Ik heb de remedie! Bel 00-00.00.00!' De remedie... Zou die bestaan? Wie zou de oplossing in pacht hebben, vroeg ik me af. Wie?? Wat voor nummer is dat? Alleen maar nullen... Ik nam me voor om het nummer te proberen van zodra ik door de mond van dit blikken monster het perron zou opgespuwd worden. Je weet maar nooit.

    Intussen ging ik verder met het schaamteloos aanstaren van mijn medereizigers. Vermoeide gezichten, blauwe wallen rondom onneembare oculaire vestigingen, een overdaad aan parfum om de zure ochtendgeurtjes te maskeren. Mijn blik gleed terug over het nonnetje.

    Ze zag er koud en doods uit. Ogen gesloten. Brilmontuur op half zes. Een straaltje kwijl bungelde als een onwillig liaantje uit één van haar slappe mondhoeken.

    Ze was dood. Dat wist ik wel zeker! Spontane hartstilstand. Het kan iedereen overkomen.Wérkelijk iedereen!

    Maar kan het iemand wat verdommen?

    (Lees in de volgende episode wie het bizarre specimen aan de andere kant van de lijn is.)

    10-05-2007 om 22:10 geschreven door Tim  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    09-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Deel III kortverhaal
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    De houten trap van het woonblok kraakte en kreunde onder mijn voeten. Het leek wel een vermolmde hoop die toevallig ineengestort was tot een trapachtig gedrocht. In het gangpad van mijn benedenbuur lag een jongen met een spuit in zijn arm. Mijn benedenbuur in kwestie is een drugsdealer. Wat voor drugs? Hoor ik je hardop denken. Alles, eigen brouwsels en fantasietjes incluis, wérkelijk alles wat er op de illegale markt en in fantasialand te verkrijgen valt. Het is vooral door die geïmproviseerde elixirs van de buurman dat de junks dikwijls niet verder geraken dan de traphal. Ofwel verkeren ze in zulk een verregaande toestand van extase dat hun benen gewoonweg als gesmolten elastieken onder hen wegglijden ofwel vallen ze gewoon dood. Of in een coma als ze geluk hebben. Of noem je dat juist ongeluk? De waarde van hun amechtige levens in acht genomen. Plots vloog de deur van mijn buurman wild open, rauwe muziek bulkte naar buiten. Het was iets van de Sex Pistols, vermoedde ik. God save the queen? Ik vind het lang geen slechte muziek al is het een stijl die ik tegenwoordig eerder toedicht aan pubers die nog op zoek zijn naar zichzelf en het gemis aan persoonlijkheid plachten op te vullen met bonte kleren en amechtige kapsels.

    “Godverdomme!” brulde mijn buurman. “Hoeveel keer heb ik je al niet gezegd dat je het moet laten om in mijn traphal te spuiten?!”

    De junk murmelde iets onverstaanbaars. Het enige wat ik eruit kon opmaken was dat hij nog leefde en niet aan een overdosis het leven gelaten had zoals ik aanvankelijk had begroot.

    “In onze traphal...” deed ik mijn duit in het zakje. Ik koos ondubbelzinnig de kant van mijn buurman. Niet op de laatste plaats omdat ik een bloedhekel heb aan junks maar toch vooral omdat ik mijn buurman te vriend wilde houden. Het is een zware jongen en daarmee doel ik niet op de homerische bierpens die als een enorme lap dood vlees over zijn leren broeksriem gedrapeerd hangt. Hij beheerste klaarblijkelijk wel de geheime codetaal der junks:

    “Ik wéét dat het goed spul is en dat je nauwelijks kan wachten. Het is immers mijn eigen specialiteit. Je zou eens moet wagen om het slecht te vinden, verdomde onderkruiper die je bent. Scheer je weg of ik roep de hulp van Loebas in.”

    Loabas is zijn geliefkoosde buldog. Een dantesk beest met een muil waarin je probleemloos een cordon F16’s zou kunnen parkeren en tanden die met gemak het panster van een Leopard tank zouden kunnen doorboren. Als was het warme boter. De ogen van het dier spuwen vuur en haat alsof het gratis is in deze wereld en zijn adem riekt naar verjaarde tenenkaas. Het zou een monster uit één van mijn nachtmerries kunnen wezen. Die naam deed iets bij de junk. Niet langer in staat om op zijn uitgeteerde benen te staan maar toch bevangen door een onbedaarlijke drang om te vluchten liet hij zich maar van de trappen rollen. Een halve minuut later kwam hij tot stilstand. Een luide bons en een misselijkmakende krak galmden door de traphal.

    “Dat doet hij nou iedere keer!” deelde mijn buurman me mee. Niet zonder enige leedvermaak weliswaar. “het is één van mijn meest frequente klanten. Hopelijk is hij niet dood. Ach wat, je raapt ze toch gewoon weer uit de goot. Goede morgen trouwens.”

    “Goede morgen.” Repliceerde ik plichtsgetrouw.

    “Zin om even een pilsje te nuttigen in mijn nederige woonst? Buren onder elkaar...”

    Ik wierp een ostentatieve blik op mijn horloge. Het was nog maar tien uur in de ochtend. Een beetje vroeg, vind je niet? Ik heb nu eenmaal niet de gewoonte om mij voor het middaguur al aan dronkenmakende dranken te bezondigen. Ik wens toch een beetje op mijn gezondheid te letten. Bovendien zou het niet bij een pilsje blijven, wist ik, de buurman zou zo weer met één van zijn brouwsels op de proppen komen.

    “Nee, dank je. Ik heb haast. Een andere keer.” Wees ik zijn voorstel op diplomatische wijze af.

    “Andere keer, ik hou je eraan.” Riep hij me na terwijl ik verder de trap afdaalde.

    De junk lag nu opgerold tegen de muur op de benedenverdieping. Zijn been lag erbij in een vreemde hoek en op zijn voorhoofd gaapte een open hoofdwonde.

    “Zielige slak.” fluisterde ik.

    Inkrimpend en pruttelend door de zoute smaak van het leven totdat je helemaal opgelost bent en niemand zich ooit nog je bestaan zal herinneren. Gaat het bij iedereen niet een beetje op die manier? Uit stof geboren en tot stof wederkeren. Cyclus van het leven. Een vonkje dat nauwelijks het oplichten waard is in de duisternis van de eeuwigheid en het koude tikken van de tijd nauwelijks kan verwarmen. Ik verkocht de junk nog snel een trap in de ribben en wandelde de straat op.

    09-05-2007 om 21:26 geschreven door Tim  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Requiem van een vlieg
    Allerbekoorlijkste sympathisantes en sympathisanten,

    Post-weekendbleus, de luxekwaal bij uitstek. Je kent dat wel: ledematen die aanvoelen als uitgewrongen vodden, de alcohol die nog stiekem nazindert in de diepste krochten van je uitgeperste lijf, huilende spieren en wallen onder je ogen. Wallen die geschikt zouden zijn om een middeleeuwse burcht te beschermen tegen een 10000koppig leger van schuimbekkende saracenen en bloeddorstige moren, met daaronder twee blinkende slotgrachtjes van wegsijpelend oogvocht. Vermoeide ogen, doodgekeken op de wereld en een krampachtige strijd voerend om open te blijven voor het levenslicht van alledag.

    Elke week opnieuw stuur ik mijn vlot door het slop van de weekdagen, de weekends als welgekomen eilandjes van verpozing in die stille oceaan van pikzwarte verveling. Nuja, tijdens de week onderneem ik doorgaans ook wel het nodige ter ontspanning, maar toch...
    Maar wat blijkt telkens weer na elk weekend? De vermoeidheid is groter als ooit tevoren, de blues slaat als een stalen smeedhamer mijn voorhoofd aan diggelen. Het weekend ligt achter mij, vormt slechts een sluierachtige herinnering die mijn zicht op het heden vetroebelt.

    Ook vandaag vormt hier geen uitzondering op. Integendeel. Zaterdag bezocht ik immers de Weerdse Bierfeesten. Weerde is een kluchtig boerengehucht. Als de aarde plat was geweest, zoals een overheerlijke pizza margharita als het ware, dan zou Weerde een of ander aangebrand vlekje zijn op de buitenste deegrand van de korst. De koe is er nog heilig, het varken een icoon en de kippen bepalen er nog steeds het levensritme van het plebs. De haan heeft er meer macht en inspraak dan de burgemeester, die getooid gaat in boerlijke vestimenten en rond zijn middel een ongelooide ossenstaart heeft gebonden. Als surrogaat voor de burgemeesterlijke sjerp.

    Het exorbitale klootjesvolkgehalte van de Weerdse agglomeratie ten spijt waren de bierfeesten in mijn beleving toch een groot succes. Er was sfeer, een ruim scala aan smaakbieren en een mooie setlist, verzorgd door één of andere Galaxiaanse Discobar. De naam ervan ontgaat me even...
    Bovendien is er mij een zeer bijzondere ontmoeting te beurt gevallen. De locatie, alwaar desbetreffend rendez-vous plaatsvond, is iets minder luisterrijk van aard. Het gaat namelijk om de sanitaire voorzieningen van het festijn. 'Sanitaire voorzieningen' is misschien een iets te eufemistische woordkeuze. Stronthuis, schijthol of kaktempel zou mogelijks meer op zijn plaats zijn.

    Ik was dus gezeten als een keizer in het schijtpaleis, zachtjes persend en genietend van dit o zo bekende gevoel van bevrijding en verlossing  -verdere plasticiteiten zal ik jullie besparen- toen ik toegesproken werd door een timide piepstemmetje.
    "Ben je boedhistisch?"
    What the fuck? dacht ik bij mezelf. Was het mijn kromgeslagen verbeelding. Had ik teveel gedronken? Was ik aan het vliegen op de klapwiekende vleugels van een nakend delirium? Neen, ik voelde me nog relatief nuchter... Ik keek rond... Wat verwachtte ik nu voor gezelschap binnen de omwalling van die plastieken kakburcht? Het enige levende wezen in mijn directe omgeving was een dikke strontvlieg die zich had neergevleid op het papier van de WC rol.

    "Ja, ik ben het die je zonet heeft toegesproken. Sla me niet dood, dat heb je al eens gedaan! Ik ben het wel degelijk. De strontvlieg."
    Mijn adem stokte. Ik wist even niet meer waar ik het had. Ergens in mijn binnenste trilde een onzichtbare snaar van afschuw en walging. Vevruld van rudimentair ongeloof boog ik voorover om de strontvlieg beter te kunnen bekijken.
    "Je adem stinkt naar alcohol." beet de strontvlieg me toe.
    "Wel heb je ooit..." stamelde ik.
    "Moeilijk om te geloven, hé!" zei de strontvlieg. "Vroeger zou ik net als jij gereageerd hebben. In het verleden was mijn leven gebaseerd op seculiere liberale principers. Nu domineert de Ying en de Yang. Het boedhisme viert in mijn beleving hoogtij. Mijn geloof is het fundament waarop mijn existentiële  tempel gebouwd is. "

    "What the fuck?!" zei ik nu luidop.
    "Weet je niet wie ik ben?" vroeg de strontvlieg enigszins tekortgedaan.
    "Wel...nee..." zei ik eerlijkheidshalve.
    "Ik ben Bart Somers. Gereïncarneerd in de gedaante van een ééndagsvlieg. Ik bevind me nu letterlijk in de avond van mijn leven. Benieuwd wt het hierna zal worden. Bon, waarom ik je opgezocht heb... Ik heb me de ganse dag afgevraagd waarom je me eigenlijk vermoord hebt. Ben je een socialist? Een anti-liberaal? Is het mijn kapsel? Mijn woedeuitlokkende babyface?"
    "Niets van dat alles, Bart," zei ik. "Ik dacht dat je lid was van de KGB."

    Voor mij was de kous af. Ik had geen verdere behoefte aan die onzin. Prompt richtte ik me op, richtte mijn lid op Bart en spoelde hem weg met een hete straal urine. De avond van zijn leven werd plots nacht. Een bruuske overgang.

    Vervolgens ontvluchtte ik de plee en liep de feesttent weer binnen. Het feestgedruis ging onverstoord verder. 'The Fly' het zevende nummer op het  album 1991 van U2  vulde de tent op met zijn typische geluid. Condens druppelde naar beneden...

    Drup, drup, drup



    07-05-2007 om 16:38 geschreven door Tim  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
    05-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Openbaring
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Begerenswaardige blogeressen en bloggers,

    Zoals jullie reeds weten is het mij op de dag van de arbeid te beurt gevallen om niemand minder dan God himself te ontmoeten op een avondlijke zuipcontest bij de Westmallense paters. Deze transcendente ervaring zal ongetwijfeld het verdere verloop van mijn leven drastisch omspitten. Vanaf heden zal je me noch op vloeken noch op het ijdele gebruik van Zijn naam kunnen betrappen. Mijn moeder en vader zal ik thans eren en ik zal geen afgodsbeelden meer vereren. De gouden stier die trouw op mijn nachtkastje pronkte heb ik sito presto het raam uitgezwierd, helaas kwam deze op funeste wijze op het hoofd van mijn bejaarde buurvrouw terecht. Achtentachtig winters aan levenservaring in één klap de vergetelheid in gekatapulteerd. Het leven is o zo broos. Als een eierschaal op volgesneeuwde winterdagen, stervende sterren in een jankend universum, dat zijn wij. De zonde van de kortheid, de pijn van het verlies. Zou je er niet om huilen?

    Als een verlicht despoot was God gezeten aan één van de eikenhouten tafeltjes in de refter van het kloostergebouw. Zijn reeds verbruikte  Westmalle's stonden in een hallucinante trein voor hem opgesteld. De Siberië express zou het op de sporen moeten doen van schaamte. Ik telde er maar liefst vijfendertig. Rond God lagen een dozijn geradbraakte paters die reeds bezweken waren aan een overdosis van hun eigen arbeidsvocht. Gefnuikte zielen, door het slijk gehaalde lijven, hier en daar een levensmoe gezicht begraven onder een plakaat van opgedroogde kots. Kletsnatte haren, bevrucht met een mengeling van dronkemanszweet en verdwaald braaksel, opgedroogd tot krankzinnige punkkapsels. God lachtte als een boer met kiespijn, tuitte zijn lippen en klokte algauw nog een Westmalle naar binnen.

    "Ha, sterveling!" sprak God. "Ben jij ook stoutmoedig en dwaas genoeg om het tegen mij op te nemen?"
    "Welnee," zei ik. "Ik ken mijn plaats in het universum, ik ben slechts een onbeduidende paria."
    God bulderde van het lachen. Een walm van verteerde alcohol sloeg me als een vuist van Mohammed Ali in het gezicht.
    "Jezus Christus!" zei ik vol walging.
    "Dat is mijn zoon." bevestigde God. "Ze zeggen dat Maria slechts de draagmoeder van mijn goddelijke vrucht was, maar jongens, reken maar dat het er die nacht heel wat minder beschaafd aan toeging als ze in de bijbel beschrijven. Maria gilde haast de ganse straat bijeen toen ik bij haar binnendrong met mijn goddelijke lid. Volgens mij was ze niet veel gewoon. Die Jozef was een loser. Een loser, zeg ik u. Maar wat wil je? Het was immers een timmerman."

    "So what?" zei ik.
    "Alle timmermannen zijn losers," lalde God. "net zoals de rest van het mensdom overigens. Kijk naar die godverdomde paters. Ze kunnen niet eens tegen de alcohol die ze zelf brouwen. Stuk voor stuk drink ik hen onder tafel. En nog veel dieper als ik dat zou willen. Maar ik ben mild, een milde vader die hoedt over zijn verdwaalde szchaapjes."
    "God?"
    "Ja, sterveling."
    "Zou ik U iets mogen vragen?"
    "Je mag me alles vragen, behalve om een wonder of een blowjob." antwoordde God.  Hij schuddebuikte van het lachen, speekseldruppels lancerend vanuit de roze rozet die ergens diep begraven lag onder zijn klittige, grijze baard.

    "Wel," zei ik. "Sommigen, en tot voor kort behoorde ik tot die sommigen, zeggen dat je niet bestaat. En dan wel omdat er zoveel slechte dingen in de wereld gebeuren. Waarom, God, laat je..."
    "Je?" bulderde hij. "Ik wens met U aangesproken te worden. Ik walg ervan als stervelingen het aandurven om mij te tutoyeren."
    "Sorry," verontschuldigde ik me schielijk. "Waarom laat U -ondanks het feit dat U almachtig bent- toch zoveel onheil over de aarde neerdalen? Neem nu 11 september..."
    "11 september..." reminisceerde God. "De mensen weten er niets van. Er zaten helemaal geen zelfmoordterroristen achter die vliegtuigkapingen. Dat is je reinste bullshit, om het in menselijke termen uit te drukken..."

    "...het was mijn goddelijke hand die de Boeings als pikvogeltjes in het WTC deed boren. Je vraagt je af waarom? Het antwoord is even goddelijk in zijn eenvoud als in zijn gronden. Ik krijg de kanker van die hoogbouw! De mens probeert de hemel te beroeren met zijn mastodonten van glas en staal. Ze willen de wolken krabben maar dat heb ik voor hen niet voorzien. De mens moet eens beseffen dat ze niet veel meer zijn dan de kakkerlakken die in het duister van hun stadsriolen rondscharrelen. Het enige wat jullie op die slijmerige insecten voorhebben is jullie eigen deerniswekkende hoogmoed. De mens leerde niet uit de toren van Babel, wel, 11 september was het vervolgd op dat epistel."
    "Maar er waren toch terroristen?" vroeg ik.
    "Die waren er, " gaf God toe. "Doch, het waren slechts stromannen. Pionnen met de juiste huidskleur en afkomst om de ramp voor jullie wat verteerbaarder te maken."

    "Ach zo," zei ik.
    "Weet je wat nog verteerbaarder is?" wilde God weten.
    "Euh..."
    "Een Westmalle Tripel  natuurlijk."

    We ontkurkten beide een Westmalle en zetten het schuimende trappistenvocht aan onze lippen.

    Ching, ching...

    Goudblonde groeten!





    05-05-2007 om 12:04 geschreven door Tim  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    02-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dag van de arbeid
    Allerlieflijkste bloggenoten,

    Aangezien ik niet aan jullie intelligentiepeil durf te twijfelen neem ik maar aan dat het niet aan jullie voorbijgegaan is dat de scheurkalender gisteren iets moeizamer als anders de nieuwe maand inluide. Het was immers de eerste dag van de maand mei en dan neemt zelfs onze teerbeminde scheurkalender -houvast in de ruimte-tijd  en trouwe moppentapper- al eens graag een dagje vrijaf. Eén mei, de dag van de arbeid! Heeft iemand onder U zich ook al eens afgevraagd waarom 1 mei de dag van de arbeid werd gedoopt, ondanks het feit dat er uitgerekend dan juist niet gewerkt wordt? Ironie ten top...

    Hoe dan ook zullen sommigen onder jullie de binnenstad wel onveilig hebben gemaakt met dol wimpelgezwaai en volborstig liederengezang. Socialistische leuzen scanderend en kameraadschappelijke strijdliederen aanheffend. Gehuld in passende vestimenten, dieprood als de ondergaande zon, voorbode van een nieuwe veel te korte nacht voor een veel te lange werk- of schooldag. Anderen zullen zich dan weer achter de donkerblauwe garde van Grote Smurf geschaard hebben. Grote Smurf, die zijn oldschool lag-me-alstublieft-uit-uilenbril wijselijk heeft ingeruild voor een iets hipper en minder gedateerd exemplaar. Grote Smurf die gebukt gaat onder een bos van stroharen die schreeuwen om niet gezien te worden. Grote Smurf die diepblauw bloed in zijn aderen heeft stromen en met zijn Engelse spraak het zelfde effect heeft als een veer tussen de tenen. Grote Smurf -alias Guy Verhofstadt- die nog stiekem nagrijnsde van zijn nachtelijke intersectie met prinses Mathilde.

    Ikzelf deed niets van dit alles. Ik ben een dagje op retraite gegaan in het klooster van Westmalle. Voor een dagje heb ik me vermengd in het existentiële beloop van de authentieke Westmallense paters. Het warm water hebben zij niet uitgevonden, maar wel iets veel beters, de koning der trapisten. Goudblond als de haren van Mathilde, overdekt met een schuimlaagje als een zomers wolkendek. Heerlijk!
    Gisteren kwam ik tot de ontdekking dat de paters leven als...nuja...paters. 's Morgens om 5.00 uur uit de veren, dan de ochtendlijke litanie bedrijven, gevolgd door een halfuurtje zelfkastijding. Hierna bier brouwen om daarna over te gaan tot het middagbed en het middagmaal. Vervolgens volgt er nog een halfuurtje zelfkastijding om daarna terug de draad van het bierbrouwen op te nemen. Om af te sluiten gaat men opnieuw over tot een half uurtje zelfkastijding, als opwarming voor de avondletanie. Daarna...zuipcontest!!!!! Hij die de meeste trappisten weet te versmaden mag de volgende dag als god in Frankrijk leven. Dat wil zeggen: hoeren, drugs en rock 'n roll...

    De winnaar was...

    Niemand minder dan...

    God Himself...

    God had ter gelegenheid van de eerste mei ook besloten om een dagje vrijaf te nemen om broederlijk Westmalle's te komen versjouwen bij zijn begunstigde Paters. God zag er beeldig uit in zijn lange grijze baard en zijn sjieke Joodse gebedsgewaad...

    Meigroeten!

    (Lees volgende keer hoe ik met God de conversatie aanging)

    02-05-2007 om 21:29 geschreven door Tim  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)




    Over mijzelf
    Ik ben Tim
    Ik ben een man en woon in Mechelen (België) en mijn beroep is Part-time student/ Part-time messias.
    Ik ben geboren op 15/07/1987 en ben nu dus 37 jaar jong.
    Mijn hobby's zijn: Lezen, schrijven, gitaar spelen, hardlopen, scouts, noem maar op,...

    {TITEL_VRIJE_ZONE}

    Het bezoeken waard!!!
  • Rahiers Hoofdtelefoon
  • CAP-Andere Politiek Is Mogelijk
  • Frassati Scouting
  • Prachtige 'home made' muziekfilmpjes van Marc Cuypers

  • Zoeken in blog



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs