Het was vijfentwintig minuten na
drie in de namiddag. De schooldag was net afgelopen. Op de overvolle parking
naast het schoolgebouw was het zoeken naar een vrije parkeerplaats. Miranda had
geluk. Er reed net een wagen weg toen ze het plein kwam opgereden. Hopelijk was
dit een gunstig teken en zou het tij voor haar familie eindelijk keren. Ze deed
haar wagen op slot en liep naar het gebouw waar de kleuterklassen gevestigd
waren. Ze keek de andere ouders zo weinig mogelijk aan om nieuwsgierige vragen
te ontwijken. Toen ze de deur opendeed en naar binnen wilde stappen werd ze tegengehouden
door een journalist van de commerciële omroep.
Mevrouw, u bent toch de
schoonzus van Xander Franssens? Zou ik u enkele vragen mogen stellen?
Sorry, meneer. Ik heb nu geen
tijd. Mijn zoontje zit op mij te wachten.
De vrouw wilde verdergaan, maar
de journalist blokkeerde de deur.
Wilt u mij alstublieft
doorlaten? keek ze hem smekend aan.
Ondertussen had er zich al een
massa volk rond het tweetal verzameld.
Wat heeft u te zeggen op wat
het slachtoffer Lynn Van Wesemael daarnet in de rechtszaal verteld heeft?
Volgens haar kan iedereen uw nichtje verkracht hebben.
Ik heb hier niets op te
zeggen.
Voelt u zich soms schuldig om
wat er gebeurd is? Jullie woonden toch in hetzelfde huis, nietwaar? Heeft u dan
nooit gemerkt dat er iets aan de hand was?
Ik heb nooit iets gemerkt,
omdat er nooit iets gebeurd is! Alles wat Lynn verteld heeft, is een leugen!
Zij was enkel geïnteresseerd in het geld van mijn schoonbroer en de aandacht
die ze door hem kreeg!
Ze duwde de journalist van zich
af en liep de gang op naar het klasje van haar oudste zoontje.
Waarom reageert u toch zo
aanvallend, mevrouw?! riep de journalist haar nog na. Heeft u soms schrik dat
er nog andere zaken aan het licht gaan komen?
|