Stipt om een uur in de namiddag
verzamelde iedereen in de rechtszaal voor de eindbeslissing in de zaak tegen
Xander Franssens. Voordat de voorzitter iets kon zeggen stapte de advocaat van
Lynn van Wesemael naar voren en nam het woord.
Meneer de voorzitter, alvorens
we met de slotpleidooien starten zou mijn cliënte graag nog iets willen
zeggen.
De mensen in de zaal keken
verbaasd om zich heen.
Kan dit niet even wachten?
reageerde de man streng. Na de slotpleidooien krijgen zowel het slachtoffer
als de beschuldigde de tijd om iets te zeggen.
Neen, meneer, antwoordde Lynns
advocaat standvastig.
Oké dan. Als u denkt dat wat
zij te zeggen heeft nog belangrijk kan zijn voor deze zaak, dan mag uw cliënte
naar voren komen. Zij is uiteindelijk een van de slachtoffers en we kunnen haar
behoeften dan ook niet negeren. Hij deed teken naar haar dat ze plaats mocht nemen in
de getuigenbank.
De jonge vrouw leek eerst nog
wat te aarzelen, maar stapte uiteindelijk met zelfverzekerde stap naar voren.
Juffrouw Van Wesemael, dan
geef ik nu het woord aan u.
Ze nam nog een laatste keer
diep adem en stak uiteindelijk van wal.
Eerst en vooral zou ik
iedereen willen bedanken voor de enorme steun die ik de laatste weken gekregen
heb. Die steun heeft me echt deugd gedaan. Ik heb ze echter helemaal niet
verdiend. Terwijl ze aan het woord was keek ze de hele tijd recht voor zich
uit en durfde ze Xander niet in de ogen te kijken. Het zou natuurlijk het
gemakkelijkste zijn als ik bleef zwijgen en gewoon bij mijn verhaal bleef. Dat
is echter niet de juiste oplossing en ik zou mezelf waarschijnlijk nooit meer
in de spiegel durven kijken. Daarom heb ik besloten om mijn klacht tegen Xander
Franssens volledig in te trekken. Hij heeft helemaal niets fout gedaan. Ik was
enkel jaloers op de band die hij met zijn dochter heeft. Zij kwam altijd op de
eerste plaats bij hem. In het begin had ik daar geen problemen mee, maar toen
ik Jonas terug ontmoette en hij mij zijn onverdeelde aandacht gaf moest ik
toegeven dat ik niet bij Xander bleef omdat ik verliefd op hem was. Ik bleef in
feite bij hem omdat ik genoot van de media-aandacht die ik daardoor kreeg. Hij
was alleen maar een goede vriend voor me, niet meer en niet minder.
|