Er waren ondertussen twee dagen
verstreken. Ik zat samen met mijn dochtertje Sanne aan de eettafel toen plots
de deurbel ging. Ik wilde rechtstaan en naar de voordeur lopen, maar ze hield
me met haar kleine handje tegen. Toen ik in haar groenblauwe ogen keek, zag ik
een traan langs haar wang naar beneden lopen.
Het is niets, meisje. Ik ga gewoon
even de deur opendoen. Ik ben direct bij jou terug.
Van zodra ik de deur had
geopend, zette ik geschrokken een stap achteruit. Lynn stond in de deuropening
met vlak achter haar twee agenten in uniform.
Wat doe jij hier?! Had ik je
niet gezegd dat ik je hier nooit meer wou zien! Was ik misschien niet duidelijk
genoeg, stomme trut!
Rustig, meneer, kwam de
oudste agent tussenbeide. Als u geen verdere problemen wil, dan kan u maar
beter zo goed mogelijk met ons meewerken. De juffrouw hier zou graag haar
persoonlijke spullen komen ophalen.
Alvorens ik kon reageren liep Lynn
het huis binnen, gevolgd door de twee agenten. Ik rende hen snel achterna. Ik
wilde kost wat kost vermijden dat Sanne ook maar een seconde met haar alleen
was. Van zodra we de woonkamer binnenkwamen, kwam Sanne bang naar me toegelopen.
De oudste agent keek haar met een vaderlijke blik aan.
Is er iemand die even bij uw
dochter kan blijven?
Waarom is dat nodig? vroeg ik
verbaasd. Ik vermoed dat zij daar zo snel mogelijk weer weggaat?
Dat is het niet, meneer. We
zouden u straks graag nog even willen meenemen naar het bureau om enkele vragen
te stellen.
Kan dat hier niet? Ik zou mijn
dochter nu liever niet alleen laten.
Dat denk ik niet, meneer. U
heeft de keuze: ofwel gaat u straks vrijwillig met ons mee, ofwel zijn we
verplicht deze hier te gebruiken.
Ik keek geschrokken op toen de
agent een paar handboeien tevoorschijn haalde.
Wat is hier in godsnaam aan de
hand?
Ik denk dat u dat beter weet
dan wij, meneer. antwoordde de oudste agent op strenge toon.
|