Weeral ? Hoor ik nu ingebeeld bij de bloglezers maar iemand die in het buitenland studeert moet zo veel mogelijk van de gelegenheden gebruik maken om zo veel mogelijk te zien. Is het niet? Het voelde echt alsof we gewoon een weekendje naar de zee gingen zoals in België. Vanuit Molenbeersel ben je dan ongeveer even lang onderweg tot aan de Belgische kust. We vertrokken na een feestavond die begon op het zoveelste ambassadefeestje dat deze keer doorging in het Hotel Flamenco bij ons tegenover en die eindigde op het dak van een appartement waar een groot feest aan de gang was! Wat een heerlijk gevoel, iedereen danste met mooi weer terwijl wij berichten kregen dat er sneeuw viel bij het thuisfront. Die volgende ochtend in de vroegte hadden wij onze trein die zon twee tot drie uur onderweg was naar de super mooie baai van Alexandrië. Zoals de Arabische gewoonte het wil stond de airconditioning weer op vriesmodus. Half bevroren kwamen we dus aan in het historische Alexandrië. We zouden logeren in het hotel Union maar met zeven personen moest het personeel maar naar een oplossing zoeken. Uiteindelijk kregen we 2 luxekamers toebedeeld waar nog verdeeld over de twee kamers, drie extra bedden werden toegevoegd. We vertrokken dan, op zoek naar de Romeinse catacombe. Een heel complex van Romeinse graven bevond zich hier onder de grond en ondanks enig protest omdat we twintig maal zo veel moesten betalen als de Egyptische studenten, zijn we dan toch een kijkje gaan nemen. Ook mochten we ter plaatsen geen fotos maken. Maar uit lichte wraak voor de onvriendelijkheid van het personeel daar, hebben we dan toch enkele onschuldige fotos gemaakt. Vervolgens doken we in een kleine microbus richting de befaamde, super moderne en knappe uitgeruste bibliotheek waar België nog veel van kan leren. Echter een microbusje te pakken krijgen dat ons die richting uit wilde brengen was niet zo eenvoudig. Toen we dan eindelijk een busje gevonden hadden, waren de omstaande mannen precies nogal nieuwsgierig naar het toeristenfenomeen van 7 vrouwen die alleen rondtrokken. Het resulteerde in een furieuze Sara die heel hard khalaas ( vertaal : en nu is het genoeg! of ongelofelijk vrij vertaald : hou u handen thuis!) moest roepen terwijl ze tegelijkertijd één van de jongens op zijn vingers tikte. Aangekomen aan de bibliotheek stond een vriendin van Samira, namelijk de super lieve Rehab, ons aan de ingang op te wachten. Zij regelde voor ons een rondleiding in de bibliotheek. De bibliotheek is een zeer modern gebouwencomplex met daarbij horend een aantal musea of expositieruimtes, een souvenirwinkel en ook een heus planetarium. Het planetarium op zich is ook al een heel bezienswaardig gebouw. Het is namelijk een bol, doorkliefd met blauw licht, die natuurlijk onze blauwe planeet aarde symboliseert. Zij ligt tegen de bibliotheek die de vorm heeft van de zon waar zij dus rond zou draaien. De bibliotheek op zich heeft een zeer ingenieuze architectuur waar aan alles gedacht is. Glazen laten natuurlijk licht door en beschermen tegelijk tegen de warmte van de zon. Speciale gaten in de muur zorgen voor de absorptie van het geluid zodat iedereen in rust kan werken aan de zalige twee duizend bureaus die voorzien zijn voor iedereen die er werken wil. Het hele complex is ligt in een lichte helling en is dus opgebouwd met vele trapjes om het hele gebouw te kunnen doorkruisen.Na het indrukwekkende bezoek nam onze lokale gids, Rehab, ons mee naar een bekend visrestaurantje Abu Ashraf in het midden van de stad. We mochten er zelf onze vis kiezen die dan voor ons werd klaargemaakt. Het was heerlijk en dat was blijkbaar iets wat de lokale bevolking ook wel wist. De opkomende verkiezingen waren in de volksbuurt wel duidelijk merkbaar. Overal hingen verkiezingsdoeken op met slogans, namen en fotos van de verkiezingskandidaten en ook reden er autos met pamfletten die slogans riepen door de straten. We zijn van daar te voet naar ons hotel gewandeld en hebben met de meisjes nog tot in de late avond een leuke meisjesavond gehouden. De volgende ochtend zijn we na een stevig ontbijt over de dijk gewandeld naar het einde van de dijk richting het fort.Het fort is een stevig bouwsel dat er prachtig uitziet als de zon schijnt op de bleke stenen. Het lijkt dan of het fort straalt. Alleen hadden we een beetje pech met verschillende schooluitstapjes die naar daar werden georganiseerd. Kinderen vonden ons een ware bezienswaardigheid en vaak werden er dan ook fotos van ons genomen. Na een rustig weekendje in het aangename Alexandrië, keerden we helemaal ontspannen terug naar onze thuishaven. Terug naar de drukte, het leven en ons leuke appartementje.
Hoe graag ik ook in Egypte ben, sommige dingen blijven voor ons een raadsel. Een algemeen kenmerk dat onder de studenten beschouwd wordt als iets typisch Egyptisch is toch wel de Egyptische logica waar kop noch staart aan te maken valt. Één van de eerste voorbeelden die daarbij gegeven kan worden is de koppigheid van de taxichauffeurs. Een taxichauffeur zal namelijk nog liever zesendertig keer stoppen om de weg te vragen aan een toevallige voorbijganger dan dat hij toegeeft dat hij de weg niet kent. Soms is stoppen zelfs geen optie voor hun en blijven ze met hun raam open rijden langs een andere taxi met een openstaand raam en al rijdend vragen ze dan voor verdere instructies. Een tweede voorbeeld is de functionering van werkgelegenheid in eender welk gebouw. Het aantal personen dat alleen al aanwezig is aan bijvoorbeeld de inkomhal van een internetwinkel overschrijdt in drievoud het aantal werknemers dat bij ons in het hele gebouw aanwezig zou zijn. (inspiratie voor dit fragment met dank aan Elisabeth Ackaert en eigen ondervindingsdeskundigheid) Er bestaan dan ook zeer overbodige functies die echt wel noemenswaardig zijn. Maar het is leuker het te illustreren met een kleine wandeling door de desbetreffende internetwinkel. Je gaat binnen terwijl werknemer 1 de deur voor je opendoet. Vervolgens geeft werknemer 2 je een papiertje waarop het volgnummer staat wanneer jij aan de beurt bent. Werknemer 3 aan de balie zal dan zeggen dat je aan de verkeerde balie bent en naar boven moetgaan. Werknemer 4 zal je de weg wijzen waar je heen moet gaan. Daaropvolgend zal werknemer 5 je dan, aangekomen op het volgende verdiep, een nummertje geven voor de volgende balie. Werknemer 6 zal je onthalen met je probleem terwijl werknemer 7 dan je probleem zal proberen op te lossen. Je krijgt vervolgens terug van werknemer 6 te horen dat het probleem is opgelost en dan moet je terug naar beneden naar werknemer 3 die dan een rekening zal geven die je aan de balie, toegewezen door werknemer 2 naar werknemer 8 zou leiden waar we vervolgens de rekening moesten betalen. Werknemer 2 zal dan ook de deur opendoen en ons vriendelijk uitwuiven. Om dan verder te gaan op ons internetprobleem: minstens één keer in de twee weken vergaat onze internetkabel. Ik kan het niet anders uitdrukken als vergaan want het lijkt of hij is weggerot en de telefoonlijn waarop onze rooter is aangesloten weigert dan iedere werking. Telkens opnieuw moeten we dan iemand van de central laten komen die dan een zeer gespecialiseerd kijkje komt nemen naar onze internetproblemen, meestal enkel bewapend met een kniptang en tape. Telkens opnieuw vragen wij dan vriendelijk om niet te werken met tape en smeken wij om een nieuwe lijn en elke keer opnieuw worden wij er dan vriendelijk op gewezen dat de kabel niet anders te herstellen is dan met een goeie degelijke flinke laag tape. En dan is het probleem weer voor een week of twee van de baan. Het zorgt dus telkens voor een tijdelijke oplossing maar van dag tot dag leven wij met de vrees dat internet het gaat begeven.
Een ander probleem is de functioneringslogica. We zaten laatst in een lekker restaurantje gegeten. Het werd tijd om de rekening te vragen en ik zie de jongen aan de kassa en doe hem teken dat hij onze rekening mag maken. Hij doet teken naar mij dat ik het moet vragen aan de ober die duidelijk heel druk bezig was.Vervolgens, braaf gehoorzamend als ik ben, vraag ik dus naar de rekening aan de desbetreffende ober. Hij gaat met mijn opdracht naar de jongen achter de kassa en vraagt aan hem de rekening te maken. De extra tussenstap was duidelijk echt nodig. Logica? Voor ons, Belgen, een mysterie.
Het allermooiste voorbeeld is dat ik jullie niet kan besparen is de verkoop van treintickets. Als het personeel eventjes geen zin heeft om te functioneren dan heeft de toevallige klant maar eventjes pech. Twee Europees ogende meisjes die een ticket zoeken naar Luxor voor éénder welke trein op de maandag (voor alle duidelijkheid er zijn 8 treinen per dag) kunnen dus niet zomaar een ticket bemachtigen. Excuseer beste meisjes maar helaas is er geen enkel ticket meer beschikbaar. Goedgelovig als ik was heb ik dan maar een busticket gekocht. Achteraf krijgen wij dan te horen in Aswan van iemand die zowel in ons hotel werkte als in het busstation, dat er altijd nog treintickets zijn. Je kan ze zelfs kopen op de trein zelf! Het is dus vaak een gebrek aan motivatie van de werknemers, die je de eerste dag zeggen dat er geen tickets meer zijn om van Aswan terug naar Cairo te geraken behalve om vijf uur in de ochtend. Diezelfde werknemers geven je de volgende dag, iets vroeger natuurlijk wanneer ze wel nog zin hebben om te werken, een ticket voor de trein van 8 uur in de avond. Vergeet er wel niet bij te rekenen dat een toerist sowieso een overduidelijk hogere prijs moet betalen de Arabisch ogende medemens.
Het is allemaal logica waarmee je moet leren werken gedurende je verblijf in dit land. Niet gemakkelijk, vaak frustrerend maar achteraf meer dan hilarisch om na te vertellen.
Jullie zullen wel denken: dat meisje heeft het schoon leven daar in Cairo wel te pakken. Het is namelijk de tweede week vakantie aan het instituut omdat het hier offerfeest is. En zoals het ons betaamt moeten we ons aanpassen aan het Islamitische systeem. Om ons offerfeest te vieren trokken we naar Dahab. Voor sommigen onder jullie wel bekend van de aanslagen enkele jaren geleden maar desondanks één van de populairste duikoorden. Helaas eiste onze reis weer een bustocht van 8 uur en door omstandigheden zijn we daar beland om 5 uur in de ochtend. Er bestond geen enkel ander vervoersmiddel dan een pick-up truck waar we met 9 man werden opgepropt richting de bewoonde wereld. Gelukkig wilde ons hotel ons opvangen op zon vroeg uur en bood ons een kamer aan. We waren al blij dat het een kamer was van twee personen terwijl we met drie waren. De oplossing was dus de twee bedden tegen elkaar te plaatsen en er ons dwars op te leggen. Eerlijk gezegd hebben we nog goed geslapen nadat Samira en ik besloten eerst de meest prachtige zonsopgang mee te maken.
De eerste dag hebben we het meest heerlijke oord van ontspanning ontdekt. Alles is hier zo ontspannen terwijl je in de kussens ligt van de cafeetjes die zo tegen de Rode Zee liggen. Je ziet niets als zee aan die kant en heel in de verte zie je een gebergte dat hoort bij de Saoudi-Arabische staat.Met een rustig muziekje op de achtergrond en genietend van een sapje waande ik mij op een tropisch eiland. Dat gevoel werd nog meer bevestigd die middag, toen we met een groepje wat verder weg aan een verlaten stuk strand zijn gaan snorkelen in een prachtig koraal. Het leek alsof ik in één of ander aquarium van een super chique restaurant aan het zwemmen was maar dan ietsje groter. Super grote en kleine maar vooral mooie, kleurrijke visjes dartelden vrolijk rondom ons. Ook het koraal zelf kende alle vormen en kleuren maar voor de zee-egels zo groot als voetballen moest ik met mijn blote voeten toch lichtelijk uitkijken. Op het einde van de dag doken we redelijk vroeg ons bed in omdat we de dag erop een vrij grote inspanning gingen leveren.
Die volgende dag hadden we namelijk in de avond maar vooral nacht gepland om de mozesberg te gaan beklimmen in de Sinaïwoestijn. Hitte gegarandeerd dus overdag, terwijl je tijdens de nacht te maken krijgt met quasi vriestemperaturen. De berg zelf is 2,3 km hoog en het pad tot aan de top is zon 6 km lang. We besloten het dus overdag een beetje kalm aan te gaan doen en vaarden eerst rond met een bootje met een glazen bodem om terug naar het prachtige onderwaterleven te kijken. Na een mentale voorbereiding vertrokken we die avond rond 11 uur met een minibusje voor een twee uur durende rit naar de voet van de mozesberg. Gepakt en gezakt met veel truien,water en voorzieningen van energiebars en een zaklamp waren we klaar voor de strijd. De beklimming was vrij intensief maarwel zeer indrukwekkend als je een hele sliert, voor en achter ons, zag van duizend lichtjes die allemaal diezelfde tocht aan het afleggen waren.We geraakten, na een tocht met regelmatig kleine pauzes om te bekomen van de beklimming en de ijlere lucht, vlak voor zonsopgang op de top. Het was er, zeker naar onze Egyptische gewoontes, erg koud. De temperatuur reikte zeker niet hoger dan 10 graden dus onze truien waren meer dan welkom. Het zicht was wel super indrukwekkend en even stonden we van onszelf versteld dat we zon tocht hebben af kunnen leggen en het nog met bewustzijn hebben overleefd. Nadat de zon was opgekomen tegen een uur of zes begonnen we opnieuw aan de afdaling die tot negen uur in de ochtend zou duren. Deze keer namen we een andere weg die door één enkele monnik was aangelegd, een trappenpad van aan de top van de berg tot aan de voet, namelijk bij het Sint Katherinaklooster. Over monnikenwerk gesproken! Deze keuze van de trapjesweg was meer dan de moeite. Ik waande mij in een ware cowboyfilm tijdens onze afdaling in tussen het rode berggesteente. Het bleef wel continue opletten geblazen. Bij de minste afwezigheid van alertheid kon je wel eens op een losse steen trappen en uitglijden. Uitgeput, meer dan ooit ervoren, kwamen we terug aan in het aangename Dahab en konden de hele dag nog amper bewegen, na een beklimming en daling van in het totaal 6 uur. Bekomen was dus de boodschap! Zeker omdat we die avond de nachtbus zouden nemen, terug richting Cairo. Helaas viel er voor de meeste van ons niet te slapen in de bus niet alleen door de ontiegelijk vele paspoortcontroles minstens om het uur maar ook door het gebrek aan ruimte, vooral bij de benen. Als de persoon voor mij zijn stoel een beetje naar achter kantelde lag die quasi op mijn schoot! Na een helse rit kwamen we dan toch weer aan in het oude vertrouwde Cairo wat ondertussen echt wel de thuishaven genoemd kan worden. Al-Hamdulilah (God zij geprezen). Toch bleef de conclusie: Dahab is het oord van ontspanning, relaxatie en het pure genieten. Hier moeten we zeker nog eens naartoe, misschien later als we ietsje meer geld hebben.
Of waar het Braaf Betaalde Belgische Belastingsgeld Belandtâ¦
Ok het feestje waar we gisteren terechtkwamen was wel een alliteratie waardig. Maar laat ik van het begin beginnen. De zus van Sihem, Wahiba is een paar daagjes terug aangekomen in Cairo. De zusjes hebben het hier duidelijk naar hun zin en er wordt veel verkend maar daar hoort natuurlijk ook het uiterst noodzakelijke Egyptische shoppen bij. Mits onze habitué op winkelgebied, Samira, een super interessant winkeltje had gevonden in Nasr City zakten we met vier meiden af naar koopjeshemel. Helaas lijken daar de gigantisch brede straten met duizenden schoenenwinkels, de ene nog meer met kitcherig goud en zilver als de ander, en handtassenwinkels zo erg op elkaar dat het een beetje zoeken was naar een naald in een hooiberg. Dit nam wel niet weg dat we toch de nodige winkels aan een grondige inspectie onderworpen hebben. Intussen wisten we dat we wel een beetje haastmochten maken achter onze zoektocht naar iets eetbaars. Het was inmiddels bijna half zes en om zeven werden we verwacht op het feestje op de Belgische Ambassade in Gizeh. Om kwart na 6 stonden we terug op straat met als doel een taxi te zoeken die ons naar de meest dichtbijgelegen metro moest brengen. Die metro zou ons dan in volle vaart rechtstreeks voeren naar de buurt van de piramides. Van daar is het nog vijf minuten stappen tot de ambassade. Helaas hadden we ons niet geïnformeerd over de voetbalwedstrijden die er zouden komen. Als toerist is het alvast heel verstandig te weten dat het verkeer in het centrum van Cairo afhankelijk is van voetbalwedstrijden. Indien er een belangrijke match wordt gespeeld, mag je er al vanuit gaan dat het verkeer NOG erger vastzit, een mens vraagt zich al af of dat nog gaat maar blijkbaar wel, en je dus echt onmogelijk een taxi kan vast krijgen. Het probleem wordt nog groter als je daarenboven een taxi wil vast krijgen die je moet brengen naar net die kern van alle chaos voor een metro. Als bij toeval, tussen een menigte die tevergeefs op zoek was naar een taxi, vielen er toch vier meisjes op, die meegenomen werden door de enige taxichauffeur die nog bereid was daarheen te rijden. We waren de man, ondanks onze vertraging, erg dankbaar.
Na een hele zoektocht geraakten we dan toch op de ambassade en op het befaamde feestje. Of zeg maar gerust FEEST, jawel u leest het goed in drukletters of je kan er ook U tegen zeggen. Zo legendarisch decadent kan dit feest in een eufemistische uitdrukking wel worden verwoord. Gekleed met teenslippers en kleedjes met een legging zonder echt bijzondere aandacht besteed te hebben aan onze kledij, kwamen wij redelijk underdressed aan, als die uitdrukking bestaat waar ik vanuit ga als overdressed ook wordt gebruikt. Er werd ons vriendelijk door de bewakers gevraagd naar een uitnodiging. Die hadden we natuurlijk niet maar voor ons was dat ook niet nodig want wij waren ondertussen al vaste feestgangers op de ambassadefeestjes. Een kleine vermelding van het Nederlandstalig instituut en een vertoning van onze studentenpasjes volstond. Er volgde een warme ooh maar wees welkom alstublieft kom binnen! En of we ons daar welkom voelden, alleen niet echt geplaatst in het juiste kader. Ten eerste zal ik al maar zeggen dat onze Belgische ambassadeur zichzelf een knap bescheiden stulpje heeft uitgekozen. Een enorm huis in een vrij oude stijl met veel houtenbalken in de muren verwerkt was echt heel mooi in het decor van een gigantische tuin! Wat daar natuurlijk niet kan ontbreken is een riante oprijlaan en voor de gelegenheid hadden ze alle omliggende struiken helemaal gehuld in de kerstlichtjes. We volgden de rode loper tot in de achtertuin en vonden er gigantisch veel mensen in chique kostuums en in de duurste kleedjes. Laten we zeggen dat de hele high society van Cairo zich hier had verzameld. Al snel vonden we onze Arabistieke vriendjes die ons razend enthousiast kwamen vertellen over wat er allemaal te krijgen was. We ontdekten alle mogelijke variëteiten van vis waarvan garnalen zelfs aangevoerd van onze eigenste Noordzee, vlees in verschillende soorten en sausjes, hetzelfde verhaal met de groenten en aardappelgerechten. Voor wie het sober wou houden was er een ware bakkerij die belegd kon worden met alle soorten Belgische kazen. Op de koop toe was er iets, niet te ontbreken aan ieder Belgisch feest, de echte authentieke goudgele schat van het vaderland: Belgian Fries! En op slag verkeerden we in de zevende hemel. Het personeel van Mariot hotel was ingezet om iedereen op zijn wenken te bedienen. Overal in de tuin waren lichtjes te bespeuren zelfs de statafeltjes wijdverspreid op het gras moesten er aan geloven en ook de bomen werden in de spotlights gezet. Als apotheose ontdekten we het enorme dessertenbuffet over de hele lengte van het huis. Had ik al verteld dat het huis van de Ambassadeur groot was. Je moet je dan eens proberen voor te stellen hoe groot de glimlach was het gezicht van iedere arabist, leden van de staf van het instituut meegerekend? Van alle soorten koekjes, cakejes, meringue, stukken fruit tot een grote chocoladefontein moesten het geheel afmaken. De hoeveelheid chocolade was niet te overzien en maakt iedere vrouw nog gelukkiger. Als iemand zich dus vragen stelt over het gat in de begroting? Ik denk dat we hier al een klein deel van het antwoord vinden. De koning mag zijn verjaardag nog wel eens vieren en mij uitnodigen. Daar heeft trouwens heel Arabistiek geen enkel probleem mee.
Met enige trots kan ik vermelden dat ik helemaal alleen gereisd ben van Cairo naar Luxor. Dat ligt toch meer dan 700 km van Cairo. Nu ja alleen,.. niet echt maar wel alleen als Europese vrouw in een bus vol met Egyptenaren en ook nog drie Japanners. Het was niet verstandig op voorhand te weten dat de gevaarlijke tocht die normaal door de woestijn zou gaan, om veiligheidsredenen werd omgevormd tot een veiligere route langs de badstad Hourghada. Ook om veiligheidsmaatregelen mochten er maar vier toeristen per bus zitten wat er dus toe leidde dat ik met die drie Japanners langs mij zat die amper Engels konden. De trip zou 11 uur in beslag nemen en om 8 uur in de ochtend kwam ik dan terug aan bij mijn vriendjes die ik achterna was gereisd. We logeerden die nacht in het Happy land hotel. Een klein, goedkoop maar mooi verzorgd charmant hotelletje. Het stelde niet veel voor maar het was ideaal voor wat wij nodig hadden. Ik had geluk want kon nog net met hun uitgebreid ontbijten. Onmiddellijk daarna vertrokken we voor een lange dag op bezoek naar alle bezienswaardigheden in Luxor. We kropen samen met een Frans gezin in een microbusje en hokten naar de eerste bestemming. De koningsvallei met de graven van Ramses IX, Ramses IV en Ramses III werden aan ons inspecterend oog onderworpen. Daarna gingen we naar de tempel van Hatchepsut. Door de lokale bevolking wordt deze tempel ook wel hot-chicken-soup genoemd kwestie van zon moeilijke naam niet te kunnen uitspreken. Als je die laatste ook vergeet dan is er nog hot-cheap-suit. Maar dat was uiteindelijk niet waar het om draaide. Deze tempel is echt wel machtig! Ze is opgericht voor een koningin die de naam draagt van de naar haar vernoemde tempel. Hij is helemaal uit de achterliggende rots uitgehouwen en is indrukwekkend groot! Een hele lange trap leidde tot de tempel in de hoogte. Indrukwekkende beelden bewaken de ingang en zijn ook gebouwd naar haar evenbeeld. Vervolgens hebben we ook nog de tempel van Habu bezocht en éénder welke tempel we ook bezochten, overal waren de hiërogliefen nog zeer goed bewaard. Zelfs de kleuren waren nog quasi intact. Het was zelfs op zon manier dat wij ons afvroegen of ze ons eigenlijk niet voor de gek aan het houden waren. In ieder geval hebben we er van genoten en zijn we na een kleine rustpauze in het hotel begonnen aan de afsluiting van de avond. Ons plan was eerst ergens lekker te gaan eten en vervolgens naar de lichtshow te gaan voor de tempel van Karnak. Dat plan werd dan ook zoals uitgestippeld uitgevoerd. We ontdekten een heerlijk authentiek Egyptisch restaurantje dat Sofra heet. Een echte aanrader voor iedereen die Luxor ooit wil bezoeken. We werden er geleid naar een klein binnenkoertje dat blijkbaar ook overdekt kan worden met doeken moest het ooit(lees : dit is onmogelijk) regenen. We hebben er echt van genoten en in een gekke bui twijfelden we zelfs of we hier morgen niet gewoon opnieuw naartoe zouden gaan.Snel namen we een microbus: de naam zegt het zelf een kleine camionette waar net negen man in past. De zijdeur blijft tijdens het rijden openstaan en mensen roepen hun bestemming. Als die overeenkomt met die van het busje springen ze er in en sjeest het minivervoer tegen een hels tempo verder. Iemand van de lokale bevolking betaalt hier één vierde van een pond voor. Maar aangezien er één europees uitziende in het gezelschap was van drie Marokkaanse vrienden moesten wij 1 en een half pond voor 4 betalen. Probeer dit bedrag eens redelijk door vier te delen? Onmogelijk. Er worden dus zelf maar prijzen verzonnen voor buitenlanders. Toegekomen aan de tempel van Karnak in de nacht zochten we onze weg naar de ticketverkoop. In onze gouden gids Lonely Planet stond: een ticket voor de lichtshow van de tempel van Karnak kost 45 pond. Vol goed vertrouwen gingen wij dus naar de kassa en zagen daar tot onze grote verbazing dat de prijzen 100 pond waren. Maar dat was voor niet studenten. Dit probleem zou dus makkelijk uit te klaren zijn als wij onze studentenkaart toonden. Toch bleek een kaart van ons instituut in Cairo onvoldoende. De vereiste was een Internationale studentenkaart die aan ons natuurlijk ontbrak. Ons gezelschap wilde dan ook graag even de directeur spreken. Hij gaf uiteindelijk toe en zei dat ook onze studentkaart aanvaard zou worden. Maar de prijzen van de studenten waren nog 75 pond ! Dit bedrag is voor simpele studentjes toch wel erg aan de hoge kant voor een voorstelling van een uurtje. We gingen dan ook zielig op een stoepje zitten om te kijken wat we anders konden plannen die avond. Tot op een zeker moment de directeur, die ons duidelijk wel mocht, ons kwam aanspreken. Hé die Marokkanen en die Belg ! Waarom zitten jullie hier nog? Is er iets mis? Wij haalden voor de verandering ons beste Arabisch boven en begonnen een trieste voorstelling: Ach meneer, wij zijn arme studenten die in het centrum van Cairo moeten wonen! Nogwel in één van de duurste wijken van heel de stad ! Weet u hoeveel tomaten kosten voor ons daar? Hier is de prijs voor een kilo tomaten maar één vierde van de prijs in Cairo. Wij kunnen dit allemaal niet betalen. Het is heel spijtig want we hadden graag deze show gezien. De man begon te lachen omdat we er zo een grappig verhaal rond afstaken. Even werd het stil en toen zei hij: Ok goed, jullie kopen nu twee tickets van 100 pond en gaan dan binnen. Waarop wij snuggere studenten vroegen: Maar meneer wij zijn met vier. Hoe geraken wij dan binnen? Geen probleem, aldus de directeur die persoonlijk met ons meeliep naar de toegang en zei tegen zijn personeel dat ze ons moesten doorlaten. We waren de man eeuwig dankbaar en hebben er nog hard om zitten lachen. Later, na de voorstelling heeft hij zelfs met ons moeten poseren op een foto voor onze eeuwige dankbaarheid. Later die avond hebben we ook Naomi en haar vriend Michaël ontmoet op een aangenaam terrasje. Het was een leuke afsluiter van mijn eerste avond in een stad, van van de voor mij ondertussen vertrouwde grootstad.
Na een nachtrust die sinds twee maanden niet meer gekend was, namelijk één van volledige stilte in de straten en een stevig ontbijt, besloten we een ferry te nemen naar de Oostbank van Luxor. We wilden eens iets anders proberen. We hadden in onze handleiding voor toeristen gelezen dat er een bed en breakfast lag aan de rand van de Nijl die uitgebaad werd door een koppel waarvan de vrouw een Nederlandse was. Het gevalletje heette Senmut en wekte een beetje onze achterdocht toen we door een stoffig straatje moesten dat het punt van verharding nog nooit had bereikt. We vonden dan toch uiteindelijk het stulpje waar we heen wilden en gingen binnen. Er stonden twee jonge mannen in de gang naar ons te kijken. Ze leidden ons mee in iets wat leek op een open leefruimte. Er stond een tv aan langs een boekenrek en ietsje verder stond een pc met overal tegen de muren één grote zetel. We moesten plaatsnemen en wachten op de verantwoordelijke. Die werd duidelijk (lees: het is half 1 s middags) uit zijn bed gehaald. Hij kwam met een half slaapdronken hoofd naar ons toe om zich voor te stellen. Ayman was zijn naam en er was een tikkeltje arrogantie te bespeuren. Aangezien wij nog altijd van de veronderstelling uit gingen dat er normaal sprake moest zijn van een koppel dat de zaak uitbaatte klopte ons plaatje nog niet meteen. Maar in de boekenkast vond ik wel Nederlandstalige boeken dus er moest toch iets van kloppen. Ondertussen bleek dat het koppel uit elkaar was en dat de vrouw terug verhuisd was naar Nederland. De eigenaar zelf zat op dat moment en Cairo en zijn neefje lette op het huis. De kamers zagen er wel ruim en proper uit en we hadden elk een eigen slaapkamer. We konden dus niet klagen en gingen uiteindelijk op het voorstel in. We zijn die dag nog in de vlakke zon de graven van de Nobelen gaan bezoeken. Het werd een hele zoektocht want ze lagen wijdverspreid over een hele heuvel/berg. Daar kwamen we toevallig nog collegas tegen van het instituut in Cairo! Sara, Liesbeth, Thomas en Wannes zaten er op een bankje in de schaduw te wachten tot ze het volgende graf konden bezoeken. Later werden we door Ayman opgehaald in zijn sjieke bak en cruisden we met de muziek van R&B muziek van Akon op de achtergrond door de kleinere rondomliggende dorpjes. Ik was blij dat hij ons hier mee naartoe nam want deze hadden we anders nooit kunnen zien zo helemaal verborgen tussen het groen en de palmbomen. Die avond namen we een feluka (een zeilbootje) om over de Nijl bij zonsondergang naar het Banana-island te gaan. Het was een zeer knappe trip alleen jammer dat we de hele tijd terug aan de kant strookten met onze drijver en dat één van de twee jongens dan tot zijn knieën in het water moest om ons bootje terug verder te duwen. Op den duur werd de actie zelfs verschoven naar vorige-eeuwse praktijken. De jongen liep langs de kant met een koord om de boot voort te trekken. Toen waren we het beu en vroegen dan toch maar of niemand ons zou kunnen komen halen met een motorbootje, wat ook gebeurde. Helaas hebben we van het bananeneiland niet veel gezien. Er werd inkom gevraagd die helemaal niet legaal was. We geraakten, zoals het ondertussen onze gewoonte was, in discussie met de eigenaar en hij bande ons van het eiland. Wat een avontuur! Maar ondanks dat was het toch een geslaagde avond! We eindigden zelfs terug op het terras langs ons tijdelijk verblijf. Er stond een groot scherm opgesteld vlak langs de Nijl waar de wedstrijd Milan tegen Barcelona werd vertoond. Bootjes met lichtjes verdwenen achter het scherm en nieuwe kwamen langs, terwijl wij genoten van een verfrissende Cola.
De volgende ochtend namen we de luxueuze trein voor een vier uur durende rit richting Aswan. Helaas is Aswan ons minder goed bevallen ondanks het prachtige decor van heuvels, de Nijl en veel cruiseboten die vanaf hier vertrekken voor een cruise langs de Nijl. Bij aankomst stootten we al op verschillende hinderlagen. We wilden al onmiddellijk een ticket voor onze trein kopen om onze terugkomst te kunnen garanderen. Aan het loket vertelden ze ons dat er geen enkele trein meer beschikbaar was behalve die van half 5 de volgende ochtend. Dat was natuurlijk onmogelijk want we waren pas tegen twee uur die middag aangekomen en hadden dan amper de kans gehad om iets te kunnen bezichtigen. Teleurgesteld gingen we dan maar iets eten, in de hoop later die dag een busticket te kopen. Het restaurantje wat het dichtste bij ons lag was de Biti pizza. Ik hoop dat jullie die naam onthouden en nooit meer vergeten. We zijn er namelijk aan een tafeltje gaan zitten en er werden ons drie Engelse menus aangeboden en voor onze Egyptisch ogende vriendin een Arabische menu. Tot onze grote verbazing waren de prijzen van Arabische menu (die wij tot de verbazing van de ober dus wel konden lezen) de helft van de prijs dan die van de Engelse menu! Natuurlijk moesten we van onze oren maken! Zoiets konden we toch niet laten gebeuren. We maakten blijkbaar zo een ophef dat we de Canadezen aan de tafel langs ons er ook bij betrokken. We vertelden hun dat zij waarschijnlijk dus ook de dubbele prijs gingen moeten betalen. De ober was natuurlijk enorm beledigd en vroeg hun of zij de Arabische menu konden lezen. Als dit niet het geval was hadden ze dan ook geen recht op korting! We zijn dan uit pure furie samen met onze nieuwe vrienden het afgetrapt op zoek naar betere oorden. We belandden uiteindelijk in een visrestaurantje waar ze dezelfde techniek kenden maar we eisten dan ook de Arabische menu met de Arabische prijzen. De Canadezen hebben we, met de hulp van de Engelse menu ook maar de Arabische prijs late betalen. Uiteindelijk was het nog leuk om nieuwe mensen te ontmoetten! Noem het een geluk bij een ongeluk. Daarna zijn we eerst met een taxi naar het busstation gereden om daar te horen te krijgen dat als we morgen met de bus wilden gaan, we morgen maar terug moesten komen om bustickets te kopen. Er zou zeker plaats zijn. De administratie en de garanties in Egypte zijn niet bepaald te vertrouwen maar we hadden niet bepaald een keuze dus weeral vertrokken we met lege handen. Na een kleine zoektocht eindigden we wel een in een zeer aangenaam hotel. Nu ja zeer aangenaam.. de kamers waren proper net zoals de lakens, ook de badkamer was proper maar nu niet bepaald aangenaam om in te douchen. Maar het dakterras maakte alles helemaal goed. Op het vijfde verdiep lag er een klein zwembadje maar met wat voor een uitzicht! Je zag er de Nijl met op de achtergrond een berg waarachter de zon langzaam onderging! Het zicht was fenomenaal en het merendeel van ons verblijf in Aswan hebben we daar dan ook vertoefd.
De dag erop zijn we aan de praat geraakt met de oude mannetjes die het hotelletje uitbaten. Zij vertelden ons dat er altijd nog tickets zijn voor de treinen en dat we niet zomaar mochten opgeven. Ook omdat het offerfeest is binnenkort worden er extra treinen ingelast om zo alle mensen die naar de hoofdstad willen te kunnen vervoeren. Op hun aanraden zijn we de volgende ochtend teruggegaan naar het station in de vroege ochtend op vrijdag. Dan zou er weinig volk zijn want iedereen zou gaan bidden en dan zouden we snel aan tickets geraken. Die snel hadden ze beter achterwegen gelaten. We stonden dus aan het station om negen uur samen met vele andere geduldige wachtenden. Het werd half tien. We zagen de eerste man van het personeel die achter het loket ging zitten en in het ijle staarde. Tot hij plots wegging. Om tien uur dan zijn er drie mannen achter het loket komen staan die dan na tien minuten treuzelen toch maar begonnen met hun werkzaamheden. De geduldige wachtenden waren ondertussen een duwende en opdringerige massa geworden. Na zeer veel gedoe geraakten we uiteindelijk aan een veeel te duur geschreven vodje, dat moest gelden als ons ticket van de trein. Toen we naar de uurvermelding keek stond er dat we de trein hadden om half 8!Dat er dus geen enkel treinticket meer was, was een pure leugen, maar als het administratief personeel geen zin meer heeft om te werken, dan heeft het geen zin en zullen ze je vertellen dat je niet meer kan vertrekken. Lichtelijk geïrriteerd maar tegelijk ook opgelucht zijn we dan terug naar het hotel gegaan. Daar namen we de taxi naar de Aswandam. We hadden er al zo veel over geleerd, dat we moeilijk niet konden gaan kijken naar deze humane constructie! Een taxichauffeur nam ons er mee naartoe en bleef gedurende ons bezoek bij ons. Ineens kwam hij vragen of wij niet een mexicaanse vrouw met ons wouden meenemen. Zij was met een tourbus op stap en ze hadden haar daar achtergelaten. Ze sprak de taal niet en haar Engels was ook al met veel moeite. Al haar gegevens lagen natuurlijk net in die bus en ze wist geen kant meer op. Gelukkig herinnerde ze zich wel nog dat ze die avond op een cruise zou stappen en hoe haar hotel heette waar ze in Cairo had overnacht. Na veel gezoek op internet en getelefoneer heeft onze reddende engel (en hopelijk reisleidster in spé) Sihem de vrouw terug kunnen brengen naar haar eindbestemming. Die avond doken wij de trein op voor een 14 uur durende nachtrit tot de hoofdstad. Gelukkig was deze trein even luxueus als die naar Aswan. Het papieren vodje telde blijkbaar wel degelijk als een officieel ticket. Over veiligheid viel niet te klagen in de bus. Er werd tot drie keer toe gevraagd wat onze nationaliteit was en dit werd telkens genoteerd door de toeristenpolitie. Toch leidde ons groepje van vier voor enige verwarring. Ik leek namelijk als enige een echte Europese. Als we dan zeiden dat we met vier Belgen waren moesten de notities iedere keer opnieuw weer aangepast en zorgden we telkens weer voor verwarring.Van het moment dat duidelijk was dat er toeristen aan boord zaten werden er ook politieagenten in onze wagon geplaatst waarvan we er zelfs één zagen die duidelijk een geweer op zak had. We installeerden ons in de super ruime zetels, die zelfs eerste klas in België niet kent en legden de zetels zo dat het bijna bedden werden. Voor we het wisten waren we veertien uur verder en zaten we terug in ons vertrouwde stadje Cairo. Eind goed al goed, en zoals jullie merken, was het een reis om veel over te vertellen.
De dagen waar zo lang naar was uitgekeken werden eindelijk werkelijkheid. Op 28 November om 14.00 uur landen ze dan, mijn zeer geliefden vanuit het verre België. Ondanks hun vroege vertrek leken ze bij de aankomst zeer enthousiast om de stad, waar ze al veel van hadden gehoord, te verkennen. Maar ik had besloten het de eerste avond rustig te houden, kwestie van een beetje te acclimatiseren. We doken dus de taxi in, na veel vervelend gedoe van mijzelf, eer ik min of meer tevreden was over de prijs. Natuurlijk moest er eerst ingecheckt worden in het hotel en dan kwam er de inspectieronde van mijn stulpje. Gelukkig hadden we die voormiddag nog volop zitten poetsen tot elk hoekje van het appartement blonk. Die zelfde avond zijn we op een, voor mij al bekend maar nog steeds aangenaam, terrasje iets gaan eten. Viva la Sangria!
Na een eerste nacht in de lawaaierige stad, werd het tijd voor een echt cultuurbad. Op de koop toe was het ook nog eens vrijdag, namelijk de dag van het vrijdagsgebed. Gehuld in bedekte kledij zijn we dan richting de citadel. Geluk of ongeluk maar die dag hadden wij te maken met een massale klas uitstap van zeer veel verschillende scholen. Overal doken zingende kinderen op die precies razend enthousiast waren over hun tripje. Gek genoeg waren die jonge studentjes ook enthousiast over toeristen die er nochtans voldoende rondliepen. Klaarblijkelijk was ons gezinnetje net iets anders als de rest. Twee of drie groepjes meisjes kwamen er naar mij toe om te vragen wie ik was en van waar ik kwam. Als ik dan in het Arabisch antwoordde dat ik van België ben, werd het enthousiasme er niet minder op. De tweede groep vroeg zelfs om op een foto te poseren. Voor ons bleef het raadsel. Tot mijn vader ineens met de ingeving kwam dat het misschien wel ging om die vrij grote gestalte die langs mij liep. Ietsje later lieten we ons dan maar leiden door de straten van Khan el-Khalilie en dronken we iets op een terrasje, liggend tegen de soeks.
De tweede ochtend moesten we weer vroeg uit de veren voor iets wat de echte toerist moet doen als hij op bezoek komt in Cairo. Natuurlijk de piramides! We wilden alleen naar de piramides gaan kijken en we hadden onder elkaar afgesproken dat we ons niet gingen laten inpakken en dat we zeker niet zouden zwichten voor aanbiedingen met tochtjes door de woestijn. Voor we het goed en wel wisten zaten we toch op een kameel door de woestijn te hossen. Maar al bij al zag ik toch dat sommigen onder ons het geweldig vonden en natuurlijk zon geweldige constructie op zich zien is al meer dan de moeite waard. Een tijdje later doken we weer in de metro richting Heliopolis. Mama had namelijk een kleine wandeling gevonden die ons door de buurt zou leiden die gecreëerd was door een Belgische baron.Die baron woonde in een prachtig huis en ontwierp deze buurt met de bedoeling een oase te vormen in de woestijn. In de loop der jaren is dat helaas al niet meer werkelijkheid aangezien de stad zo gegroeid is dat ze tegen Heliopolis is aangegroeid. In dit deel van de stad staat ook de residentiële woning van de president. Een klein foutje was dat we per ongeluk fotos maakten van het paleis zonder daarbij te realiseren dat dit absoluut niet is toegestaan. Daarom zal ik dus voor alle veiligheid hier maar geen fotos van publiceren.
Dag drie werd toegewijd aan het Egyptisch museum. We zagen er natuurlijk allemaal oude beelden van in de periode van de Faraos maar ook mummies en de echte juwelen en het masker van Tutanchamon. Jammer dat het museum een beetje verouderd is maar daar zijn ze met de nieuwe verfwerken duidelijk werk van aan het maken. Het museum kan ook wel een paar nieuwe verlichtingssystemen gebruiken maar daar moeten ze precies nog een beetje op wachten. Hierna volgde het Koptisch gedeelte van Cairo. Mij gaf het meer het gevoel van Carcassonne met zijn smalleom muurde straatjes en verdoken hoekjes. We bezochten hier verschillende kerkjes waaronder de hangende kerk, de Koptische begraafplaats en zelfs de oudste synagoge van heel Egypte! Na deze bezoeken en met het naderende einde van het Belgische bezoek was het tijd om het geheel feestelijk af te sluiten. We hadden namelijk gereserveerd in het Grand Hyat hotel in het restaurant : The Revolving Restaurant op het 41ste verdiep van het gigantische hotel aan de rand van de Nijl. Het restaurant stak een stuk boven de Nijl uit als een ronde ufo. Daarenboven was de buitenste wand enkel gemaakt van glas zodat je een prachtig uitzicht had op het verlichte Cairo. Alsof dat nog niet genoeg was draaide het restaurant ook nog eens rond ! We hebben dus bijna heel Cairo van zeer hoog gezien terwijl we ook nog eens lekker eten kregen. Tenminste lekker was het wel, helaas een beetje duur maar voor één keer mocht dat wel.
Helaas komen aan alle mooie liedjes een einde en deze morgen vroeg in de ochtend moest ik afscheid nemen van mijn dierbaren. Dit maakt dat ik aan de helft zit van mijn verblijf en hun binnen twee maanden terug ga zien. Ik heb er in ieder geval erg van genoten en ik kijk er al naar uit om hen terug te zien.