Als je het echte Cairo-avontuur wil aangaan moet je, volgens Abdella, dan ook maar gaan wonen in het echte Cairo. Ik moet toegeven dat deze jongen dat goed gezien heeft. Middenin het hartje van het oude stadsgedeelte tussen de kleine winkeltjes,groenten markten en terrassen, woont hij in een appartementje op het hoogste verdiep van het gebouw. Jammer genoeg is het appartement niet erg hittebestendig en dat zorgt er wel voor dat het overdag vrij moeilijk is om daar te verblijven. Maar dat maakt zijn super groot dakterras met een charmant uitzicht helemaal goed. Gelukkig kan hij hier tegen valavond al voldoende verkoeling vinden. Moest ik er wonen, ik denk dat ik zeker op het terras zou gaan slapen! Trouwens de hitte is voor hem het ideale argument en de perfecte gelegenheid om er op uit te trekken iedere dag en met de mensen in de straat te gaan praten. Geef toe, als je het ergens wil leren is het hier wel. Dat vonden dan ook de meisjes waarmee we met zijn vijf op bezoek gingen bij Abdella. Rijdend met een super grappige taxi die leek op die van de film taxi, zoefden we met op de achtergrond, galmend uit megaboxen, de muziek van de Backstreetboys en andere zeer foute muziek richting Khan el-Khalilie. Pratend met de taxichauffeur worden we weer eens te meer geconfronteerd met het feit dat het leven in Egypte niet goedkoop is. Deze man moet zoals veel Egyptenaren drie jobs combineren. Hij is zowel taxichauffeur als dj en advocaat in opleiding. En boven al die financiële zorgen bleef hij zo vriendelijk en heel enthousiast. Aangekomen bij de Azharmoskee is onze gastheer ons hier komen ophalen. Dit is zeker één van de bekendste moskeeën in heel Cairo. Langs de groenten markt passerend, werden er nog de laatste ingrediënten gekocht die zouden leiden tot een zeer aangename avond. Toegekomen op het appartement kregen we een hele rondleiding met instructies van hoe je bijvoorbeeld kan zorgen voor stromend water. Bij dit appartement is het namelijk zo dat je eerst een schakelaar moet aansteken, voordat er van stromend water gesproken kan worden. Van op het terras is er heel wat te ontdekken. De buurvrouw, als zij de was uithangt namelijk, kan gewoon blijven hangen en quasi de mensen op het terras een hand schudden. Verder ontdekten we een kleine minaret van een minimoskee bij hem iets verderop in de straat. Als je in de verte keek kon je ook goed de verlichte Citadel en het Azharpark zien liggen. Ook lopen er op het dak, van een paar huizen verder, geiten. Misschien worden die nu al klaargestoomd voor het offerfeest. Als ze na dat feest mysterieus verdwenen zijn, zullen we het weten. Ook konden we in vele huizen gewoon vrij ongegeneerd, want de buren deden hetzelfde met ons, binnenkijken naar de overkant. Met veel gelach, lekkere koekjes en het net gekochte fruit maakten we er een gezellige avond van. We werden wel gewaarschuwd met zo veel vrouwen niet te hard te mogen lachen want anders zou onze gastheer wel eens in de problemen kunnen komen met zijn omgeving. We deden ons best om ons zo stil mogelijk te houden. Hoewel de overburen duidelijk een klein trouwfeestje aan het vieren waren. Hun feestgeluiden konden we denk ik toch niet echt overtreffen.Na weer een avond vol gezelligheid en nieuwe ontdekkingen keerden we met een iets rustigere taxi terug naar huis.
We kregen weer een unieke kans om te profiteren van alle leuke dingen van Cairo. Het gerucht deed de ronde, en in feite kregen we ook gewoon een bevestigende email, dat er een Jazzfestival zou plaatsvinden deze hele week. Het leuke hieraan is natuurlijk dat het om muziek gaat, waar ik sowieso mij telkens al op verheug. Bovendien bevond het zich dan ook nog eens in het spectaculaire decor van de Citadel en het aller leukste moet nog komen. Dit was helemaal gratis !!!Tegenvallen kon het dus al bijna niet. Alhoewel wat betreft de muzikanten van die avond tastten we toen nog volledig in het duister en lieten we ons leiden door het gevoel dat het een super leuke avond ging worden.We doken dus weer de taxi in, denkend dat we redelijk snel ter plaatse zouden zijn want het festival begon al om zeven uur naar verluid. Laten we zeggen dat de taxi onze aankomst door de drukte lichtelijk heeft uitgesteld tot een uur of acht. Uiteindelijk kon het ons niet schelen dat we te laat waren, we waren alleen al maar blij om de taxi uit te kunnen. Onze ogen werden onmiddellijk aangetrokken naar de super knap verlichte Citadel ( el-Qilaa voor de locals). We klommen de heuvel op langs de sprookjesachtige omwalling die ons een nieuw Ali Baba gevoel gaf. We liepen langs de Citadel naar de achterkant tussen de ruïnes waar een groot podium stond opgesteld met veel stoffen stoelen geplaatst op een soort tribune met matten. Er kwam zelfs iemand in een kostuum vriendelijk naar ons toe om ons, volgens hem, de beste plaatsen aan te bieden. Een beetje later zijn we toch maar bij de rest van onze groep gaan zitten toen we hen ontdekten tussen de rest van het geïnteresseerde publiek. Het was een unieke beleving zo Jazzmuziek met op de achtergrond de geel/groen verlichtte muren. Ik moet eerlijk bekennen dat we met zijn allen niet zo verzot waren op het optreden van de eerste groep. Laten we het er beleefd op houden dat de pianist naar mijn gevoel een klein gebrek had aan ritmegevoel. (Zegt dan de triestige oud- pianiste die nooit volledig is afgestudeerd in haar pianostudies). Natuurlijk had ik het nooit beter als hem gedaan maar ik zou dan ook niet optreden natuurlijk. In afwachting van het volgende groep kwam er dan een solopianist spelen. Dat was al heel andere koek en mensen geraakten toch wel meer geïnteresseerd. Ookal blijft het voor westerlingen soms vreemd om te vatten dat mensen zomaar kunnen af en aanlopen tijdens een optreden en dat er naar lieve lust gebeld wordt met mobiele telefoons, vaak hardop gebabbeld wordt en dat er niet raar wordt opgekeken als iemand een sigaret opsteekt terwijl het een hele groep mensen kan storen. Het laatste optreden maakte het wel allemaal nog meer de moeite waard. De gemengde groep van Duitsers en Egyptenaren bracht iedereen in vervoering en dreef mij op een bepaald moment letterlijk op het puntje van mijn stoel. Ik weet zeker dat er mensen van het thuisfront zouden zijn die zeer erg jaloers zouden zijn moesten ze het volgende fragment (waarvan ik de link onderaan dit bericht zal posten) gaan horen. Veel verschillende instrumenten en muziekelementen werden in een ideale mengeling vergoten. Hoewel het een gemengde groep was waren de muzikanten zeer knap op elkaar ingespeeld. Je merkt ook dat er in bepaalde delen van het optreden met improvisatie wordt gewerkt en dat maakt het nog veel bewonderenswaardiger. Het was duidelijk dat iedereen met super veel gevoel speelde. De effecten van super stil en terugzweven naar luidere geluiden maakten in dit decor dat we helemaal in vervoering geraakten. We betreurden dan ook dat het optreden naar ons gevoel veel te snel gedaan was en dat er geen cd te koop was van deze laatste groep. Het was natuurlijk weer de zoveelste unieke ervaring die mee op het lijstje kan staan van super leuke doe-dingen in Cairo. De lijst gaat nog ooit de buitenproportionele vorm aannemen van een telefoonboek.
De link naar een klein fragmentje van de zeer aangename muziek: http://www.youtube.com/watch?v=-0h3XgJ3Ow8&feature=related
Het beloofde weer een leuke avond te worden. Voor we weggingen hebben we dan toch maar besloten om eerst heel eventjes onze wenkbrauwen te laten bijwerken. Die dame epileerde haren met een koordje. Dat is hier blijkbaar de gewoonte maar het is een vrij vreemde techniek en het blijft een heel gek schouwspel. Het duurt wel echt niet zo lang dus je bent er snel weer buiten. Maar dat was niet waar de avond om draaide. Khawla, onze leerkracht van Egyptisch spreken, vroeg ons om naar een toneelstuk te komen kijken. Ze vertelde ons dat het een soort experimenteel toneel ging zijn waarin Japans en Standaard Arabisch gesproken ging worden. Na enkele misverstanden over de wegbeschrijving zijn we net te laat ter plaatste geraakt. Maar gelukkig, Arabieren en hun laksheid kennende, maakten ze er geen enkel probleem van dat we nog binnenmochten. We kwamen binnen in een heel knappe en moderne schouwburg waar een knap decor was opgebouwd. En inderdaad, het was dus ook toneel in het Japans dat ondertiteld werd in het Arabisch. Ook werd er Arabisch gesproken maar in het algemeen moeten alle studenten van het NVIC (Nederlands Vlaams Instituut Cairo) toegeven dat ze er bijster weinig van hebben begrepen. Er kwam een Pinoccio in voor en het ging ook over Palestina en bommen die er vielen. Tijdens het toneel kwam er ook de hele tijd een ezeltje op het podium staan met een pamper aan en sokjes rond zijn hoeven. We konden een beetje waar is Wallie spelen maar dan met de ezel. Zijn kopje dook telkens hier of daar wel op achter een doek of knabbelend aan een decorstuk. Het decor was wel zeer knap gemaakt, ook de kostuums waren zeer mooi en de muziek die doorheen het verhaal speelde was ook zeer aangenaam en had iets Amélie Poulin-achtigs. Al bij al waren de studenten het er over eens: het was zeer jammer dat er maar zo weinig publiek was, wij met onze studentengroep vertegenwoordigden helaas al de helft van het publiek, voor een toneelstuk waar zo veel moeite in gestoken was en waarschijnlijk ook veel geld als we de attributen en kostuums enzo bekeken. We waren in ieder geval blij dat we eens zoiets konden meemaken en bewonderen. Het valt in ieder geval op dat het anders is als bij ons. De mensen van de organisatie lopen de hele tijd hardop bellend met hun GSM door de hele zaal. Kinderen lopen van binnen naar buiten en andere mensen ook. Aan de zijkant, de vluchtuitgang, kwamen ook af en toe mensen binnen en buiten dus het bleef een boeiend schouwspel. Na afloop moest natuurlijk, mijn persoonlijke held, de ezel, terug afgevoerd worden via het podium. De arme stakker durfde echter het trapje niet af te gaan.Koppig als een ezel hield hij zichzelf tegen en wilde en zou niet het trapje afgaan. Toen hij vanachter werd geslagen begon hij zelfs met zijn achterpoten te stampen. De eigenaar heeft dan maar zijn voorpoten vastgenomen vanonder en het beest met zijn handen stappen laten zetten. Het was een heel komisch zicht. Toen hij uiteindelijk het podium af was moest hij nog via de noodtrap naar buiten. Dat ging natuurlijk ook niet, dus besloot de eigenaar dan maar het beest achteruit te evacueren.Wat een belevenis weeral. Heerlijk!
Bureaucratie is er overal, maar nergens zoals in Egypte
Zoals sommigen onder jullie weten, koop je bij aankomst een visum in de luchthaven. Dit is geldig voor een maand en wordt mooi in je reispasboekje geplakt. Natuurlijk blijft zon maand, plus twee weken respijt niet duren. Het werd dus tijd om naar het grote regeringsgebouw te gaan om daar de verplichte administratieve rompslomp af te handelen. Niemand had ons echter zo accuraat kunnen waarschuwen voor dit papierenoerwoud. Alles ziet er vrij officieel uit als je komt aan een mastodonte blok met op zijn minst 15 verdiepen en honderden gangen die van desk naar desk leiden. Officieel ook omdat iedere passant door een controlepost moet waar je bagage wordt gescand op gevaarlijke voorwerpen en ook iedereen moet door een metaaldetector. Minder officieel is dan wel dat wanneer de metaaldetector alarm slaat, niemand wordt tegengehouden of er zelfs maar iemand heeft opgekeken maakt het wel vrij komisch . Je komt dan in een vrij kleine hal voor zon enorm gebouw maar je volgt de grote massa die zich allemaal naar boven begeeft op een trap. Daar wordt men opnieuw geconfronteerd met dezelfde veiligheidsmaatregelen als twee seconden eerder en één verdiep lager. Vervolgens is het voor een niet-Egyptenaar maar raden naar waar je heen moet. Gelukkig komen er nogal veel toeristen en wijzen zowel personeel als toevallige voorbijgangers vriendelijk welke richting we uit moeten. Vanaf dan belandt men in de administratieve hel. Als je puur toevallig, of met hulp van anderen te weten komt dat je aan het einde van de gang naar loket dertien moet. Vergeet dan niet dat ze je daar gaan melden dat je eerst, in het midden van diezelfde super lange gang, gevuld met aan de zijkant zitbankjes die overvol zitten met wachtende mensen, kinderen, rugzakken en vooral veel papieren, om hier een formulier te moeten halen. Dit formulier dient zelf ingevuld te worden.. waar? Zoek maar ergens een plaatsje tussen de massa liefst aan een hoge vensterbank of iets dergelijks in de hoop toch een vrij stevige ondergrond te vinden. Ga vervolgens terug naar loket dertien om daar te horen dat je ook je pasfoto moet bijhebben en een kopie van je paspoort. (gelukkig hadden we dat). Vervolgens wordt je gestuurd naar loket 43. Daar moet je dan een soort postzegeltjes gaan halen, die het formulier wat nog bij loket 13 ligt aan de andere kant van de lange gang, gaat frankeren voor verdere behandeling. Dan krijg je, terug bij loket 13, te horen dat je twee uur later moet terugkomen, maar dat gaat niet want dan is het gebouw al gesloten .De dag erop zal ook niet lukken want dan is het vrijdag. Dus kom de dag daarna maar eens terug en ga dan naar loket 48. Als je dan de dag daarna daar aankomt met je pas die je hebt teruggekregen van loket 13 met een soort van datumaantekening erin. Geef je je pas daar af om dan te horen dat je twee uur later moet terugkomen. Dan zal je pas wel verwerkt zijn en heb je een nieuw soort stickertje in je boekje dat je verblijf in Egypte voor een half jaar legitimeert. Na twee dagen op en af gereis naar de Mugamaa want zo heet het grijze doemgebouw is ons verblijf eindelijk terug officieel. Het viel achteraf gezien al bij al nog mee.. niet?
HONGER!! HONGER !! Zeiden onze magen. Braaf gehoorzaamden we en gingen we eens op zoek naar iets authentieks. Mele wist een leuke keet ergens bij het plein Midan (= plein *hoe verrassend*) Tahrir.Het beloofde een hele zoektocht te worden want we wisten wel de straat, helaas niet de exacte locatie van die straat. We dwaalden door verschillende straten, groot en klein met winkeltjes van verse goedkope groenten, handtassen, kitcherige prulletjes die precies meededen aan een wedstrijd om het meeste te blinken, te schitteren en te glimmen. Iemand die last heeft van een laag zelfbeeld vindt hier zeker en vast een egoboost. Na een tijd te dwalen omdat mensen ons steeds verder en verder stuurden naar dezelfde straat en precies telkens opnieuw dezelfde instructies gaven als : loop hier door en neem dan de tweede straat rechts dan ben je er waren we toch wel eens benieuwd wat er zou gebeuren als we het aan meerdere mensen tegelijk vroegen op één plaats. Dit leverde wel een heel hilarisch beeld op want op dat moment wees iedereen een andere kant op. Uiteindelijk hebben we ons laten meevoeren door onze zinnen en belandden we op de Arabische Rue De Boucher. Rondom een pleintje vonden we allemaal kleine eetgelegenheden waar tafeltjes buiten stonden. We passeerden langs een rookgordijn van de dampen van gebraden vlees en andere versgemaakte gerechten in de half-buitenstaande keukens bij die terrasjes. Ééntje waar nogal wat lokale bevolking zat, trok onze aandacht. We hebben er zeer schappelijk gegeten voor een nog meer democratische prijs. De lokale specialiteit Baba Ganug ( een soort sesampasta, gemengd met geplette aubergines en look) plus een pasta Napolitana en een drankje kostten hier nog geen 12 pond. (1,10 Euro) Na een sfeervolle avond tussen de localskeerden we met een tevreden,volle maag naar huis. De file die onze taxi daarna weer moest doorstaan met Amr Diab zingend op de achtergrond, namen we er graag bij.
Er was eens een dag, gelijk een ander dachten we, waarop we een klein uitstapje in de avond deden na het harde zwoegen en zweten op ons schoolwerk. We vonden dat we dat wel verdiend hadden. Blij huppelden we door de wijken van Mohandissin, bekendstaand als een propere nette buurt. Eerst hebben we een klein hapje gegeten in een restaurant dat blijkbaar voornamelijk Egyptische specialiteiten had. We moesten er een beetje de pas in houden want we wilden die zelfde avond nog een filmpje meepikken. Dus gezwind vertrokken we richting de cinema die aan de overkant van de straat lag. Eventjes oversteken denk je dan. Mispoes! Autos crossen van hot naar her en met zeer velen tegelijk. Het is dus werkelijk je leven wagen om aan de overkant te geraken. We raapten alle moed bij elkaar en begonnen aan de grote oversteek. Handjes vasthoudend en roepend bereikten we de overkant en belandden zo aan de ingang van de cinema. Plots zagen we een man voorbij lopen met een leeuwenwelp in zijn handen! Een machtig beest met al ferme klauwen. Die moest meegevoerd worden naar een restaurant om daar geshowd te worden. We kochten tickets voor een Egyptische film waarvan de naam mij nu ontschiet en mochten nu de filmzaal in. Hoewel een zaal kan jet dat niet noemen, het was een ware openluchhtarena! Je zat er in kleine ijzeren plooistoeltjes die niet helemaal wilden meewerken als je er op ging zitten. Als je naar boven keek zag je ijzerdraden die dwars over de zaal waren gespannen en waarover in het verlengde bestofte doeken hingen die waarschijnlijk in de vergane glorie hebben gediend voor beschutting. We ontdekten ook een katje dat vrolijk door de cinema op zoek was naar die ene muis. Eindelijk begon de film, helaas van mindere kwaliteit maar het geluid was eigenlijk nog erbarmelijker. Maar ach, de sfeer zat er in en we waren wel eens benieuwd naar een film in het Egyptisch ookal was het moeilijk te verstaan. Tot ineens, ik merkte dat Sihem precies veel last begon te krijgen van jeuk. Zonder het te beseffen was ik ook al de hele tijd aan het krabben. Toen we Samira vroegen of zij daar ook last van had en zij bevestigde, werden we achterdochtig. De jeuk bleef onophoudend doorgaan en werd duidelijk niet minder. Ineens ging er een lichtje branden bij het opnieuw zien passeren van de cinema-kat. Het waren vlooien !!! Onmiddellijk zijn we opgestaan en hebben de eerste taxi naar huis genomen. Daar werden onmiddellijk de kleren en wijzelf aan een grondige wasbeurt onderworpen. De volgende ochtend was er gelukkig van de jeuk niks meer te merken. Eind goed al goed.
Weer een weekend was aangebroken dus werd het tijd Cairo eens achter te laten. Één keer in het eerste semester moesten we toch eens aan al die drukte ontsnappen. We besloten om naar het historische Suezkanaal te gaan waar we al zo veel over gehoord en geleerd hebben. Het badstadje Port Said werd de bestemming van onze keuze. In het ochtendgloren vertrokken we richting het grote busstation zonder enig idee te hebben over de exacte uren van vertrek. Wel wisten we dat onze trip drie uur zou duren tot het einddoel. Om half tien vertrok ons luxevervoer met gigantisch koude airco waarop wij voorzien waren met zelfs tvs waar een iets minder kwalitatief goede film de reizigers moest entertainen. Toch heeft het merendeel van de volledig bezette bus genoten van een heerlijk dutje gedurende bijna de hele rit. Aangekomen in het badstadje tegen de middag zijn we eerst een visrestaurantje gaan opzoeken, want bij zee hoort natuurlijk vis en de lokale specialiteiten. Dan werd het tijd om de zee van dichtbij te zien. We genoten volop van de zuivere lucht die in Cairo minder te vinden is en ademden dan ook voor de resterende 3 maanden zuurstof in onze longen. Met onze blote voetjes genoten we van het zand tussen onze tenen en voorzichtig, tussen de schelpen vooruitgaand en aarzelend staken we een eerste teen in de Middellandse Zee. Tot onze grote verbazing was dat water quasi lichaamstemperatuur en werd er uitgebreid gedaan aan pootjebaden. Over een ware paradijselijke laan tussen de palmbomen struinden we verder op weg naar de andere kant van het stadje waar het Suezkanaal landinwaarts gaat.Wandelend op de dijk kreeg ik een beetje het Oostendegevoel waarbij ik mij even weer in België waande. Iets verder gewandeld wisten we op een ferry te springen die ons gratis naar de overkant van het Suezkanaal bracht namelijk Port Fuad. Ook die bodem moest even verkend worden.. helaas hadden we niet zo veel tijd meer en moesten we snel terugkeren naar Port Said voor een taxi die ons drie km verder naar het busstation zou brengen. De bus van 8 uur bracht ons veilig terug naar huis en rond elf uur kwamen we uitgeput maar tevreden terug naar het appartement. Kort maar bondig, vermoeiend maar geslaagd, vuil maar zeer tevreden.
Met twee op zoek naar de geschiedenis van de Citadel
Vandaag zijn Samira en ik met twee op pad gegaan richting één van de meest prachtige gebouwen die ik al in heel Cairo gezien heb. De taxi voerde ons via bruggen die hoog tussen de appartementsblokken door de stad gebouwd zijn. We reden dus ongeveer op een hoogte van het 6e verdiep verder via Khan el-Khalilie naar ons grote doel: De Citadel van Salah ad-Din. Ze stond al van ver te pronken op een heuvel en rijst de hoogte in met zijn twee minaretten. Dit gebouw istrouwens bijna overal, kijkend naar de horizon, herkenbaar omdat het zo prachtig en groot is. Voor vandaag voelden we ons weer volop toeristen tussen de grote hordes die aangevoerd werden in toeristenbussen. Vrouwen kregen een gelabba (een lang Arabisch kleed dat het lichaam volledig bedekt en een kap heeft om je haren te bedekken) aangeboden indien ze niet volledig bedekt waren maar gelukkig waren wij al voorzien van de nodige bedeksels en sjaals. We traden binnen op een machtig mooi plein met uitzicht op het gebouw met de vele koepels op het dak. Aan de andere zijde van het plein keek je uit op de prachtige, helaas wel met smog bedekte, skyline van Cairo. Als je heel goed keek in de zeer verre mist zijn zelfs de piramides van Gizeh zichtbaar. Eens binnengetreden in het koepelgebouw is naar boven kijken een hele opdracht. Eerst wordt je bedolven onder een gloed van licht afkomstig van de kleine lampjes die in mooie lusters hangen van helemaal boven het gebouw tot bijna boven de grond. Vervolgens als je dan door de lichtjes heenkijkt zie je geweldige schilderingen op de koepel. Na ons bezoek aan de citadel zijn we dan nog even afgezakt naar khan al-khalilie voor een aardbeiensapje en nog eventjes rondsnuisteren in de suqs.Helaas riep de plicht ons en lag het huiswerk op ons te wachten. Toch tevreden maar een beetje met tegenzin gingen we weer appartementwaarts...
Het wordt tijd om eens terug te blikken op de afgelopen maand. We hebben al genoten, gezien, beleefd, ervaren en ontsteld gestaan. Maar wat het gevoel ook was, leerrijk was het zeker! Ik had dan ook het idee dat ik eens de typische Egyptische dingen moest neerschrijven. Om te beginnen als je een echte Egyptenaar bent of je woont hier al een tijd, dan loop je niet op het voetpad. Een voetpad hier is namelijk veel te hoog, ongeveer zon 40 centimeter die bij iedere oprit onderbroken wordt door een diepteval van diezelfde 40 centimeter. Vaak kan je bij die diepteval ook niet gewoon oversteken want dan staat er een auto op die oprit waar je onmogelijk langs kan. Het is dus makkelijker, efficiënter maar niet minder gevaarlijk om op de weg te lopen. De gevaarlijkheid van op de weg lopen in Cairo is wel een stuk minder erg als in België. Autos hebben hier namelijk een soort van verwittigingssysteem met hun claxons als ze passeren. Eigenlijk hebben de claxongeluiden hier zeer uiteenlopende functies. We zijn er in ieder geval al achter gekomen dat als ze het vrolijke getoeter zouden verbieden dat dan het hele vervoersysteem zou vastlopen, al meer als het nu doet.Ook staan alle autos hier overal dubbel tot drie of vierdubbel geparkeerd en bumper tegen bumper. Dit is een beetje zoals in Italië maar dan zonder dat iemand een handrem afzet met als gevolg dat bijna iedere auto wel ergens een schram of ettelijke verfverwijderingen heeft. Hoe autos soms nog uit een parkeerplaats geraken blijft voor ons het onopgeloste mysterie. Je ziet veel autos waar een doek over wordt gedrapeerd om te voorkomen dat er veel stof op valt, tevergeefs natuurlijk want ondertussen is ook die doek al doordrongen van stoffigheid. De straat oversteken is ook iedere keer een nieuw survivalavontuur. Indien je niet de specifieke gebaren kent van heb respect/wacht een beetje of stop dan lijkt oversteken in het begin vrij onmogelijk tenzij je geluk hebt en alles, zoals gewoonlijk dichtstaat. Security-mannetjes duiken hier in de wijk op als paddenstoelen, zittend op een stoeltje aan een poort. De meesten verdoen hun tijd met een heerlijk dutje onder de schaduw van een boom. Wakker blijven als je de godganse dag op een stoeltje moet zitten met een gebruikelijk theetje en waarschijnlijk een krant in een verdoken hoekje, is dan ook vermoeiend. Of hun geweren die ze bij zich dragen en waar ze vaak aan hangen echt bijdragen tot het gevoel van veiligheid is maar helemaal de vraag.
De Egyptenaren zelf zijn over het algemeen heel vriendelijk. Vaak, door de straten kuierend, hoor je : welkom in Egypte! Of Van waar zijn jullie? In een poging om een sociale conversatie aan te gaan. Toch moeten we in bepaalde wijken wel opletten op onze klederdracht. Conservatief gekleed gaan wordt vaak echt wel op prijs gesteld. Als je aan iemand de weg vraagt zal hij je zelfs achterna lopen als hij, na je een tijdje in de gaten te houden, ziet dat je verkeerd gelopen bent. Mensen willen je hier duidelijk graag helpen en een vraag weigeren is dan ook nogal onbeleefd. Ookal kunnen ze je niet helpen, ze zullen hun uiterste best doen om je vraag tot een goed einde te brengen. Ook de taal een beetje beheersen helpt bij onderhandelingen. Een toerist is en blijft namelijk iemand die geld heeft want anders kom je niet van zo ver naar hun land. De juiste prijzen kennen, zeker van een taxi, is bijna een must. Indien je niet zeker bent neem je best een witte taxi want die hebben een meter opstaan waarbij je moeilijk een foute prijs kan betalen. Het openbaar vervoer is trouwens voor Europeanen wel zeer goedkoop. Een metro neem je al voor 1 pond (14 eurocent) en de taxi kost binnen Cairo naar een ver punt meestal niet meer dan 30 pond ( ongeveer 4,5 euro)voor de hele groep die in de taxi zit. Ze doen ook totaal niet moeilijk als je je met zes personen in één taxi wurmt. Veel dingen in Cairo zijn goedkoper dan de Europese standaard, zo kan je zonder enig voorschrift alle soorten antibiotica krijgen. Of dat een goed idee is, is iets anders maar voor de meesten onder ons , die wel al last hebben gehad van de befaamde toeristenziekte kan het maar een voordeel zijn.
Antibiotica en andere medicijnen zijn ook beduidend goedkoper dan in België maar soms vraagt de juiste medicatie ook een kleine speurtocht langs de verschillende apotheekzaken die hier op iedere hoek te vinden zijn alsof ze één of ander gewoon winkeltje of café zijn.
Cafeetjes zijn op ieder hoekje, steegje van de straat te vinden. Oude mannetjes zitten er van s morgens tot s avonds met een thee en een echte shisha (waterpijp) de voorbijgangers te bestuderen. Ook vind je op iedere hoek van de straat wel een klein kioskje om gekoeld water te kopen voornog geen (28 eurocent) en als die er niet zijn dan komt er meestal wel ergens een oude geverfde, rammelende kar voorbij geduwd door een nog veel oudere man die sapjes verkoopt. Helaas heb je het in onze wijk niet echt zo, maar je vindt vaak verse bakkers die brood etaleren, gemaakt van allerlei soorten zaadjes en vullingen van dadels of suikerachtige pastas.In wijken waar weinig toeristen komen wordt je gegarandeerd gevolgd door op zijn minst één kind en met een beetje geluk door een hele meute. Blijkbaar wekken die blanke rare vogels veel aandacht
. Zo dit was een beetje een beschrijving van het Cairogevoel dat we ondertussen al een maand ondergaan. Zoals ik zei : puur genieten, zien, beleven, ervaren en ontsteld staan.Iets om in je geheugen te griffen en te beseffen dat niet heel de wereld is zoals in dat kleine België waar wij wonen en om ieder klein detail ten volle te appreciëren.
Vandaag hebben we een zeer interessante, hoewel door de hitte vrij vermoeiende, excursie gemaakt door islamitisch Cairo. Onze dag begon met een uitleg van alle bouwkundige of bouwkunstige fases waarin Cairo heeft verkeerd ten tijde van de opeenvolgende veroveringen. Zo kent iedere heerschappij zijn eigen architecturale kenmerken en ook zijn eigen uitbouw aan de nu zo immense wereldstad vol cultureel erfgoed en ontelbare bezienswaardigheden. Rond elf uur vertrokken we vervolgens met een busje volgeladen met studenten richting het oergedeelte van Cairo: islamitisch Cairo! Natuurlijk vroeg dit van de meisjes weer aangepaste kleding (lees conservatiever dus helemaal bedekt en liefst uitgerust met één of andere sjaal of doek om over je hoofd te gooien bij ieder moskeebezoek) wat resulteerde in voor ons vrij onbekende oververhittingtoestanden waarbij een sjaal over je hoofd de situatie niet bepaald beter maakt. Onze lokale gids, Peter, loodste onsvia bab az-zuwela, één van de grote toegangspoorten van dit deel van de stad.Door de smalle steegjes werden we dan gebracht naar verschillende moskeeën van uiteenlopende dynastieën, islamitische madrasas (Koranscholen)en via de suqs naar de laatste moskee met klaarblijkelijk Indische invloeden. Als we deze uitstap geen cultuurbad konden noemen weet ik het ook niet meer. Mijn Belgische bezoekers mogen zich hier aan mijn eerste gidsentour verwachten. Want terugkeren naar hier met hen moet ik zeker! Bij onze terugrit zijn we ook langs de muren van de dodenstad gereden. Het wekte alvast mijn nieuwsgierigheid en zal zeker en vast een bezoekje waard zijn! Binnenkort inshallah (als God het wil)
Email van Peter Verkinderen. Woensdag kregen we een uitnodiging van de Belgische ambassade. We werden verwacht in La Botega voor een feestelijk gebeuren waarop alle Belgen die in Cairo verblijven, zijn uitgenodigd. Drank en voedsel vloeide rijkelijk over de toog. La Botega is op zich een zeer chique zaak maar is lichtelijk verdoken. Dat is waarschijnlijk te verklaren door het feit dat dit restaurant aan alcohol niets tekort schoot, wat nogal haram is (niet toegelaten onder de moslims). Nadat wij een tijdje geprofiteerd hadden van de Belgische gastvrijheid en tot grote schaamte ook het Belgische belastingsgeld, vertrokken we naar andere oorden. We hadden vernomen dat er in het Azharpark een optreden was voor jongeren! Na ons terug te hebben omgekleed in meer conservatievere kledij, die daar meer gepast was, trokken we met de taxi naar het groen op de heuvel. Helaas waren we aan de late kant voor het optreden maar het stukje dat we nog konden meepikken was zeker de moeite waard! De lichtjes van het azharpark zo op die heuvel en het verdere uitzicht over de rest van de stad vol verlichting was op zijn minst indrukwekkend te noemen. Aangezien we nog niet voldaan waren van onze avonduitstap wilden we nog graag naar de After Eight club gaan. Jammer genoeg moest daarvoor gereserveerd worden. Hetzelfde kregen we te horen bij de Aubergine. Uiteindelijk hebben we ons er bij neergelegd en zijn we toch maar naar huis gegaan, ervan overtuigd dat we een andere keer wel zouden slagen in onze poging.