Ann was 28 jaar toen ze vermoord werd. Hij doodde haar met verschillende messteken. Haar mama Maggie Roëll
Benny was 22 jaar toen hij vermoord werd. Hij doodde hem door wurging. Zijn ouders Johan en Annie Aerts-Moelans
Carola was 21 jaar toen ze vermoord werd Hij heeft haar geslagen met een baseballknuppel toen ze sliep. Haar ouders Marcel en Ingrid De Smedt-Hooft
Glenn was 35 jaar toen hij vermoord werd. Hij doodde hem met een knipmes, recht in het hart. Zijn mama Gabby Dierckx Zijn vrouwke Natasja
Ingrid was 39 jaar toen ze vermoord werd. Hij heeft haar gewurgd. Haar mama Paula Nous
Jo was 19 jaar toen hij vermoord werd. Hij werd dood geslagen. Zijn ouders Daniël en Els De Vlieger-Maes
Jeffrey was 17 jaar toen hij vermoord werd. Hij werd neergestoken. Zijn ouders Chris en Linda Ottevaere-De Meestere
Joris was 9 jaar toen hij vermoord werd. Hij werd doodgestoken met een scherp voorwerp. Zijn ouders Jos en Magda Viville-clinckx
Karoline was 16 jaar toen ze vermoord werd. Ze kreeg een kogel in haar hoofd. Gelukkig was ze op slag dood. Haar mama, Marina Maes
Melissa was 17 jaar toen zij vermoord werd. Hij vermoordde haar op een onbeschrijfelijk gruwelijke wijze. Haar mama Francine Slootmans
Melissa was 27 jaar toen zij vermoord werd. Hij mishandelde en wurgde haar met een touw. Haar mama Reneé Bossuyt Mia was 35 jaar toen zij vermoord werd. Hij doodde haar door verstikking, vuistslagen, stampen en een messteek. Haar ouders Emiel en Greet Verschuren-Faes
Nele was 31 jaar toen ze vermoord werd. Zij doodde haar met messteken. Haar ouders Georges en Annemie Verleene-Dangreau
Patrick was 20 jaar toen hij vermoord werd. Hij werd laffelijk neergeshoten. Zijn mama Monique Matthys
Sandy was 25 jaar toen ze vermoord werd. Hij vermoorde haar op nieuwjaarsnacht. Haar mama Francine Meeuwes
Sally was 20 jaar toen zij vermoord werd. Zij werd dood geslagen. Haar ouders Michel en Lydia Van Hecke-De Decker
Stefanie was 18 jaar toen ze vermoord werd. Haar ouders Gilbert De Mulder Martine Bertelo
Steven was 20 jaar toen hij vermoord werd Zij reed hem opzettelijk dood. Zijn ouders Mil en Sonja Somers-Looymans
Sylvie was 26 jaar toen zij vermoord werd. Haar hoofd werd ingeslagen en hij gaf haar nog 26 messteken. Haar mama en vriend Chantal en Philippe Nerinckx-Depourcq
Ik hoop met het uitbrengen van een boekje, ik mijn steentje kan bijdragen om de dood, van jullie kind iets beter te kunnen verwerken. Ook wanneer niet lotgenoten dit lezen, dan weet ik dat ze meer begrip zullen opbrengen voor ons, “ Ouders van een gestorven kind ”
Het boekje ‘ Gevoelens weerspiegeld ’ is te verkrijgen bij: Marina Maes Maria Van Bourgondiëlaan 6 8000 Brugge Email: marina.maes2@telenet.be
Het boekje wordt opgestuurd na overschrijving van 15 € verzendingskosten inbegrepen. Op rekeningnummer 001-1868856-33
Vraag hulp, neem contact op met een justitiehuis in je buurt.
Weergave van gevoelens en emoties van degene die met moord werden en worden geconfronteerd. BEZOEK OOK DE SITE: WWW.OUDERSVANEENVERMOORDKIND.BE EN WWW.SPORTENVOORNABESTAANDENVANGEWELD.BE
Als op een dag een mens is doodgegaan, sta je plots alleen in een smalle gang aan de donkere kamer waar 't leven verdween, je voelt enkel koude in de gang, je ziet de deuren niet die openstaan.
Als iemand is doodgegaan sta je verloren op een open plek in 't bos, een leegte waar wolken lijken neer te storten, een boomafgeboorde rauwe ruimte, waar je geen doorgang meer ziet.
Als die mens is doodgegaan verkies je soms de warmte van jouw bed, foetus je weer wie je was of liever wil zijn in moeders veilige onschuldige schoot, vergeten van dat je daar vertrok om vrij te zijn.
Als die lieve mens is weggegaan, verlaat de wolken die jou blokkeren, je bent vrij om mens te zijn, precies zo ontmoette je deze mens, zoek een weg om hem weer te vinden.
Als je de mens zoekt die is doodgegaan, verlaat jouw doolhof van dwalen en vindt een weg in het doolhof der sterren tot je die ene ster weer ziet waarvan je denkt dat zij is doodgegaan.
Bespeur weer alle mooie dingen die deze ene ster glans en kracht geven, want zij heeft het dode lichaam achtergelaten om eeuwenlang vrij en ongeremd te leven. Deel de pracht van jouw ster met de levenden.
Mijn armen zijn leeg nu jij er niet meer bent. Niemand anders past er in. Zo is het met mijn huis, met de stoelen rond de tafel en met het bed. En zo is het met de morgen, de middag, de avond en de nacht. Zo is het met mijn leven. Niemand anders past er in zoals jij er in paste. Er zijn er die lief voor me zijn, door mijn haren strijken en lieve zinnen zeggen, ze geven me moed en licht in het donker. Ze maken mijn bed op en zien hoe leeg het is. Ze halen voor mij de appels uit de kelder en nemen een voetbalwedstrijd voor me op. Ze komen in dichte drommen naar het huis waar ik liedjes zing en ze klappen in hun handen. En er liggen bloemen in het voetlicht avond aan avond. En toch... ook met de bloemen in mijn armen zijn ze leeg. Maar vergis je niet, ik ben niet eenzaam, ik ben niet alleen. Wel mijn lijf en mijn ogen, maar altijd zijn we samen. Ook hier in de kempen, in dit kleine hotel, waar we zo dikwijls sliepen in datzelfde grote bed. Mijn groet aan haar is een gebed geworden. Niet dat ik bid voor haar. Zij doet het voor mij. Zij maakt het beter dan ik. Zij is uitgestegen boven onze menselijke hulpeloosheid. Ik ben nog nergens. Zij is overal. Toon Hermans
Dacht je dat al het grootste leven, Dat hier op aarde heeft geleefd Ineens totaal is afgeschreven Ineens geen enkel nut meer heeft? Dat alle liefde die zij gaven Hun wijsheid of hun droefenis Onder de aarde ligt begraven En dat daar niets van over is?
Ze leven verder en ze slapen Niet één moment,
geen enk'le stond, Hij heeft de mensen niet geschapen om op te bergen in de grond.
Hoog als een vogel zou ik vliegen en boven de hoogste wolken speuren naar die plek helder van geluk waar zovele vogels leven die hun prachtige vleugelslag ruilden voor eeuwige dromen.
Als een mol zou ik graven tot in de diepste lagen van de grond waar het stemmig is en zo stil dat zelfs zwarte stenen mij vertellen van het onzegbare geluk van hen die eeuwig in de aarde wonen.
Maar ik kan niet eens komen tot in de gekende wijdse regionen van mijn eigen mooie dromen, en ik kan niet graven in die diepte waar je kan voelen wat zij voelen die in de hemel wonen.
Ik kan enkel zingen en spreken en hen in mijn hart bewaren, vertellen hoe het leven is en hoe lief zij zijn die ik mis. Dan zullen zij mij kunnen horen ieder, die na het sterven levend is.
Op vrijdagavond 26 maart 2004 was de E. Kübler-Ross stichting te gast te Wilrijk.
De zelfhulpgroep Ouders van een vermoord kind had de stichting uitgenodigd een lezing te geven over Omgaan met verlies. Met zn drieën, Lea, Maria en ik (Nele) werden we hartelijk ontvangen. Het werd een indrukwekkende avond door de openheid en de ongekunsteldheid van deze ouders, respect, moed, luisteren naar elkaar, mogen zijn wie je bent, gehoord worden.
Na een korte voorstelling van wie E. Kübler-Ross is, de stichting in Vlaanderen en haar werking, werd er tijd genomen om stil te staan bij het verlies in het leven. Schroomvol, omwille van de kwetsbaarheid van deze mensen, begon ik aan de lezing.
Hoe kan ik luisteren, respectvol aanwezig zijn met deze ouders die zo veel meemaken? Mijn hart klopte tot in mijn keel en gelukkig was er de geruststellende aanwezigheid van Lea en Maria. Tot onze verwondering kwam de warmte en de sterkte heel erg van deze ouders uit. Hun bereidheid om naar ons te luisteren, vanuit een niet-beoordelen, was een openbaring voor ons. Elke ouder - of het nu veertien jaar geleden was of één jaar of heel recent dat hun kind vermoord of vermist was stelde zich open vanuit eigen gevoelens. Hun levensloop, hun verlies, de impact op hun leven, het zoeken naar innerlijke rust en kracht en hoe met dit verlies in het leven te staan, het kwam allemaal aan bod. Verlies hoort bij het leven. Deze ouders bleven in verbinding staan met eigen gevoelens en probeerden ze voor elkaar te verwoorden. De geraaktheid omwille van het bespreekbaar maken van zon groot verlies, was herkenbaar. Een lach, een traan, het kon allemaal.
Het moeilijke onderwerp om de boosheid, de frustraties, de haat om wat de dader(s) hun kind en hen heeft aangedaan, los te laten en te proberen te voelen hoe het met je als ouder nu verder moet, werd openlijk vanuit ieders ervaring besproken. Een gemeenschappelijk visie was dat het inderdaad verloren energie (maar o zo menselijk) was om de dader(s) te proberen te raken. Integendeel, zo bleef de dader macht en geweld uitoefenen op hen en hun gezin. Om op deze manier enige rust te vinden was gaan sprake.
Lea, Maria en ik, we mochten getuigen zijn van de weg die deze ouders af te leggen, of al afgelegd hebben, om dit verlies een plaats in hun leven te geven. Ieder van hen heeft een eigen manier om zijn of haar kind aanwezig te houden, om er mee verbonden te blijven. Dat kan door er veel over te praten en bewust mensen te zoeken bij wie het altijd kan, ofwel door hen in hun hart altijd mee te dragen, want iedereen is niet zo verbaal gericht. Anderen hebben steeds een foto bij zich in een mooie fotokade, elke manier wodt met respect aanvaard. Het luisterend ondersteuning geven staat centraal in deze groep. Vanuit de vele vragen en twijfels (heb ik wel genoeg gedaan?), schuldgevoel, eenzaamheid en kwetsbaarheid werd stilaan toch gegroeid naar in die kwetsbaarheid samen sterk zijn.
Het belang om de scala van gevoelens in een veilige omgeving te mogen uiten, werd op deze avond uitdrukkelijk benoemd. Niet de grote theorieën, niet de goede raad ervaren zij als nodig, maar de wederzijdse ondersteuning en er te mogen zijn in hun gemis van hun kind, was het centrale punt.
Het werd een beklijvende uitwisseling, afgerond met een drankje en een hapje.
Bij het naar huis rijden ervaarden we bij onszelf een deugddoende stilte. We dragen deze mensen verder in ons hart.Graag neem ik het nawoord over uit het boekje: Gevoelens weerspiegeld, dat de voorzitster van de groep schreef n.a.v. de dood van haar dochter.
Laat ouders vrijuit praten over hun gevoelens. Toon respect voor hun verdriet. Ieder van ons kent een ouder die worstelt met zijn pij, verdriet en vooral onzekerheid naar de toekomst toe. Voor hen is niets meer hetzelfde. Geloof me, ze zijn dankbaar voor een woord van begrip en een teken van gemeende vriendschap. Sluit ze niet uit.
Ongevraagd adviezen geven: "Als ik jou was, . . ."
Zelf het gesprek volpraten met voorbeelden en eigen ervaringen
Zeggen dat de ander intussen genoeg gerouwd heeft en het leven verder gaat.
Gevoelens afnemen door tranen meteen te drogen of te doen alsof het allemaal niet zo erg is.
Een oordeel geven of het allemaal beter weten.
Fabeltjes over rouw vertellen zoals: 'als dat eerste jaar maar eens voorbij is', 'je kunt alleen goed rouwen door je gevoelens te tonen' en dergelijke.
Zoeken naar oplossingen in plaats van luisteren.
Uit je rol gaan. Een ouder is geen hulpverlener maar gewoon een vader of moeder die steun kan geven. Een leraar is geen psycholoog of therapeut(maar kan wel begeleiden).
Proberen om iemand geforceerd op te vrolijken.
Te bang zijn en daarom niks doen.
Bang zijn om door te vragen. Jongeren geven vaak kleine hints en zijn teleurgesteld als je daar niet op ingaat.
Woorden gebruiken als: waarom, toch, als je nu, maar, zou je niet . .
Clichés gebruiken. 'Het gaat wel weer over', 'het hoort bij het leven', 'je krijgt vast wel weer een nieuwe vriend', 'je moeder is nu beter af, ze had zoveel pijn', 'je opa was al oud, hij heeft een goed leven gehad'.
De jongere behandelen alsof hij zielig is.
Vertellen dat het verdriet ooit helemaal over is.
Verbieden dat de jongere na verloop van tijd nog rouwt.
Wat kan je wel doen bij het geven van steun aan rouwenden jongeren?
Steun geven zit vaak in kleine dingen zoals een knipoog, een woord, een schouderklopje of een belangstellende vraag.
Wanneer je ongestoord met de jongere wilt praten, zoek dan naar een voor hem vertrouwde plek of bijvoorbeeld op school naar een plek waar je je beiden prettig voelt, het een beetje gezellig en warm aandoet en je niet gestoord wordt.
Toon begrip. Begrip is belangrijker dan hulp willen bieden en oplossingen verzinnen.
Richt je op de behoefte van de jongere zelf en dring steun niet op.
=Zeg liever niks en blijf in stilte aanwezig dan de stilte volpraten met zogenaamde 'adviezen'.
Gaan zitten om er over te praten, leidt vaak tot weinig. Tijdens een ongedwongen moment, wandelend, in de auto, samen klussend, vinden jongeren het vaak gemakkelijker om iets over hun gevoelens en ervaringen te vertellen.
Wijs jongeren op steunmogelijkheden die passen bij hun leeftijd zoals digitale fora, chatboxen en speciale sites.
Durf jezelf kwetsbaar op te stellen. Vertel, wanneer dat past, over je eigen ervaringen met verlies of hoe lastig je het zelf vindt om met bepaalde gevoelens om te gaan zonder daarmee meer ruimte in te nemen in de ontmoeting dan de jongere zelf.
Stel open vragen die de ander de ruimte biedt om te praten.
Vat regelmatig samen wat hij heeft gezegd, waardoor de ander merkt dat je echt luistert en je ook nagaat of je het goed begrepen hebt.
Als praten niet werkt, zoek dan alternatieve 'talen' zoals muziek, gedichten, verhalen, foto's, tekeningen en andere creatieve uitingen.
Geef ook praktische steun zoals samen nagaan wat mogelijk is op school of door te helpen plannen.
Vaak hebben jongeren behoefte aan achtergrondinformatie over rouwen. Wat is normaal en wat is niet normaal?
Vraag niet: "Hoe voel je je?" wanneer je een laag dieper wilt in het gesprek, maar benoem de gevoelens die je waarneemt: "Ik merk dat je verdrietig bent, klopt dat?"
Let op de ademhaling. Vaak zet de jongere de ademhaling vast. Vraag om diep door te ademen.
Let op de lichaamshouding. Bij spanning of weerstand zet de jongere het lichaam 'op slot'. Probeer hem te laten ontspannen.
Vraag ook in een later stadium nog regelmatig hoe het gaat.
Neem het risico dat je fouten maakt. Het is beter een fout te maken en die te herstellen dan niks te doen.
Rouwende jongeren moeten zich, net als andere jongeren, aan regels houden tot blijkt dat het nodig is om een uitzondering te maken en niet andersom.
Probeer jongeren zelf krachtiger te maken en hen niet alles uit handen te nemen.
Leer jongeren uit te spreken waar ze behoefte aan hebben en zich hier niet voor te schamen.
Hou er rekening mee dat het verdriet regelmatig opnieuw naar boven komt. Soms op speciale dagen, maar soms ook onverwacht.
Vanaf welke leeftijd kunnen kinderen rouwen? Als een kind contact kan maken en zich gaat hechten, dan kan het ook rouwen. Babys maken al heel snel contact, de hechting is er wellicht al voor de geboorte. Iedereen weet dat kinderen zonder contact niet kunnen overleven, ook al krijgen ze voldoende voeding. In het contact merken babys en kleine kinderen dat dingen veranderen. Mama is verdrietig en gaat daarom anders met haar kindje om. De baby merkt dat bijvoorbeeld aan de spierspanning. Rouwende ouders zijn vaak een tijdlang niet in staat om anders dan op de automatische piloot voor hun kind te zorgen. Kinderen slaan deze ervaring in hun lijf op. Zeker wanneer ze nog geen woorden ter beschikking hebben, hebben ze alleen hun lijf om te reageren. Het is zoals het is. Daarmee hoeft het geen drama te zijn. Ouders kunnen vaak niet anders op dat moment, ze rouwen, en dat is merkbaar in hun dagelijkse functioneren. En het kind ervaart dit, niet bewust overigens. Maar het is informatie dat dit kind meeneemt in zijn verdere leven en dat later soms op een of andere manier weer een rol gaat spelen.
Hoe kun je kleine kinderen het beste helpen? Aanraking, knuffelen, liefdevolle aandacht is voor kleintjes het meest heilzaam. Soms kunnen ouders dit een tijdlang niet voldoende geven en is het van belang dat anderen er zijn om hen bij te staan. Bij twee- en driejarigen is vaak sprake van bewustzijn van het verlies. Op die leeftijd gaan kinderen met hun rouw om door de ervaring in hun spel te verwerken. Ze spelen het verlies uit via botsende autootje, poppen in een schoenendoos als kist, via playmobil, blokken of de poppenkast. Voor volwassenen gaat dat soms door merg en been maar het is hun manier. Wanneer ze een beetje kunnen praten is uitleg over wat er gebeurt, in woorden die ze snappen van groot belang. Ook willen hele kleine kinderen al betrokken zijn en vaak meehelpen met dingen. Een tekening in de kist leggen, de kist dichtschroeven, op de begraafplaats de bloemen water geven. Wanneer het overlijden iemand in het eigen gezin betreft, is het aan te raden te zorgen voor beeldmateriaal zoals fotos of video van de uitvaart. Vaak komen kinderen er op latere leeftijd op terug en hebben ze vragen. Dan is het fijne om naar beelden te kunnen kijken. Daarom is het ook belangrijk om, indien mogelijk, ook kleine kinderen mee te nemen naar de afscheidsdienst. Wanneer de papa van een baby doodgaat en het kind ziet zichzelf later op de video van de afscheidsdienst terug, dan weet hij dat hij erbij heeft mogen zijn. En dat kan van groot belang zijn. Ook al denken veel mensen dat het geen zin heeft dat zon kleintje aanwezig is. Uiteraard is het fijn als er dan iemand in de buurt is die de baby of de peuter kan overnemen wanneer het de ouder teveel wordt of het kleintje het niet meer volhoudt. Hoe klein ook, wanneer een ouder, broer of zus overlijdt, is betrokkenheid het meest belangrijke.
Vertel kinderen en jongeren zoveel mogelijk over de feiten en omstandigheden van het overlijden. Ook als die omstandigheden dramatisch zijn. Ga ervan uit dat de fantasie van kinderen veel erger is dan de werkelijkheid.
Pas de wijze waarop je kinderen informeert aan aan de leeftijd en het begrippenkader van kinderen.
Betrek kinderen en jongeren zoveel mogelijk bij alles wat geregeld moet worden. Hun inbreng en wensen zijn belangrijk. Mogelijk kunnen ze ook taken op zich nemen waardoor ze zich nog meer betrokken voelen.
Ga met kinderen en jongeren afscheid nemen van de overledene. Ook als ze er tegenop zien. Vraag waar ze tegenop zien. Dwing nooit maar stimuleer wel.
Neem kinderen die beseffen waar het om gaat mee bij een condoleancebezoek aan de nabestaanden. Het is een verrijkende ontmoeting waar kinderen veel leren van verdriet, troosten en getroost worden.
Zelfs kleine kinderen kunnen al mee naar de uitvaartdienst van een gezinslid. Zeker wanneer de dienst aangepast wordt aan de aanwezigheid van kinderen. Bij de uitvaart van opa of oma of anderen die het kind zeer nabij waren is het aan te raden kinderen zeker vanaf een jaar of zes mee te nemen.
Overleg vooraf met de voorganger of pastor dat de viering aangepast wordt op de aanwezigheid van kinderen. Wanneer het om de ouder gaat of een broer of zus dient het woord ook af en toe rechtstreeks tot de kinderen gericht te worden. Mogelijk kunnen kinderen een taak krijgen in de dienst.
Wanneer je als volwassene zelf erg betrokken bent bij degene waarvan afscheid genomen wordt (je partner, kind, vader of moeder) zorg er dan voor dat er iemand in de afscheidsdienst aanwezig is die eventueel voor de kinderen kan zorgen als die het niet meer volhouden zodat je zelf zowel lijfelijk als geestelijk aanwezig kunt blijven.
Zorg dat de naam van de overledene nog regelmatig genoemd wordt in huis. Stop dierbare spullen die aan hem of haar herinneren niet weg. 'Dood ben je pas als je bent vergeten' zei Bram Vermeulen al.
Geef aandacht aan het rouwende kind op het moment dat hij het nodig heeft. Breek een telefoongesprek af, zet de stofzuiger uit, stel de reparatie even uit en ook die computer kan wachten.
Vraag niet aan het kind om zijn gevoelens uit te stellen, te doen of ze er niet zijn of te veranderen.
Let op signalen van kinderen. Ga ervan uit dat kinderen bezig zijn met het verlies al laten ze dat niet altijd merken. Ga in op signalen of begin er zelf over. Vraag regelmatig hoe het gaat ook al lijkt er geen aanleiding voor te zijn.
Wat je zegt is in het algemeen minder belangrijk dan hoe je het zegt en wat je doet. Dikwijls is 100% aanwezigheid op het moment dat dat nodig is al voldoende.
Besteed op bepaalde momenten expliciet aandacht aan het overlijden. Bijvoorbeeld op de verjaardag van degene die overleden is, de sterfdag, vader-/moederdag, Allerzielen. Bedenk een ritueel om samen op die dag de overledene te gedenken.
Zorg dat kinderen altijd bij je terecht kunnen, wat hun gedrag ook moge zijn. Soms zijn de reacties veel heftiger dan je zou verwachten. Veroordeel het gedrag niet maar bied kinderen de veiligheid om hun verdriet ook op andere manier te uiten.
Schrik niet van bizarre spelletjes die kinderen kunnen spelen met de dood als thema. Het is hun manier om grip proberen te krijgen op het verlies.
Verbied kinderen niet met anderen te praten over wat ze meemaken. Ook al gaat het over gezinszaken, het is belangrijk dat een kind zich ook buiten het gezin kan uiten.
Rouwenden hebben er behoefte aan om te weten waar ze aan toe zijn na een verlies. Hoe lang gaat het rouwen duren? Hoeveel pijn en verdriet kunnen ze nog meer verwachten? Dat is waarschijnlijk de reden waarom het indelen van het rouwproces in fasen zo populair is. Het geeft een soort schijnzekerheid en controle over wat jezelf of de ander overkomt. Maar rouw houdt zich niet aan die opeenvolgende fasen. Rouw gaat zijn eigen gang. Tussen rouwende personen zijn overeenkomsten maar er zijn ook veel individuele verschillen. En rouwenden zijn er vooral niet mee geholpen als ze in een hokje geduwd worden en opmerkingen krijgen in de trant van: je laat je gevoelens te weinig zien, je laat je teveel beheersen door je verdriet, je had er al overheen moeten zijn, kortom de boodschap: je doet het niet goed. Sommige mensen pleiten voor een model waarin geen opeenvolging van fasen is. Zo'n model ziet er uit als een doolhof. Het 'leedgevecht' vindt plaats in deze doolhof. Men weet de weg niet. De uitgang is moeilijk te vinden en vaak komen mensen terug op plaatsen waar ze al eerder zijn geweest. Voor veel mensen is dit herkenbaar , ze hebben vaak het idee dat ze rondjes lopen en de uitgang van de doolhof nooit meer zullen vinden. Vaak wordt ook het taakmodel van William Worden gebruikt. Hij gaat ervan uit dat rouwen hard werken is waarbij taken verricht moeten worden. Dat merken rouwenden ook, want ze worden er doodmoe van. In de loop van de jaren is er enige kritiek gekomen op het model en is er door diverse mensen bijgesteld en aangevuld. Voor een deel nemen we die opmerkingen mee. Ook de titels van de rouwtaken hebben we enigszins aangepast en rouwtaak 0 is toegevoegd.
Rouwtaak 0: opvoeden in leven en dood Leren leven met verlies is iets dat in feite van jongs af aan geleerd moet worden. Volwassenen kunnen jonge mensen niet beschermen tegen de aanwezigheid van de dood en de gevolgen daarvan voor hun leven. Uit onderzoek blijkt dat vrijwel alle kinderen op het moment dat ze naar het voortgezet onderwijs gaan al te maken hebben gehad met het overlijden van iemand die ze kennen. Er is geen manier om verlies uit de weg te gaan, ook niet voor jonge mensen. Wanneer ze geen gelegenheid krijgen om te rouwen dan komen de rouwreacties op enig moment in het leven terug, vaak in een andere, minder herkenbare vorm. Bijvoorbeeld in gedragsproblemen, psychosomatische problematiek of onverklaarbare klachten. Volwassenen kunnen kinderen en pubers wel voorbereiden op het omgaan met verlies. De beste omgeving om dit te doen is thuis, in de vertrouwde omgeving, maar in de praktijk vindt deze voorbereiding vaak niet plaats. Dat is jammer want het helpt enorm wanneer kinderen voorbereid zijn wanneer ze te maken krijgen met een ernstig verlies.
Rouwtaak 1: laten doordringen dat die ander echt dood is De eerste taak is te laten doordringen, te erkennen, dat dood betekent dat die ander nooit meer terug komt. Om in staat te zijn met het verlies om te gaan, moeten rouwenden kunnen begrijpen wat er is gebeurd en wat dat betekent voor hun leven. Het helpt wanneer ze, als dat enigszins mogelijk is, de overledene zelf zien en echt afscheid kunnen nemen. Mensen die geen gelegenheid hebben gehad op die manier afscheid te nemen, hebben meer moeite om tot zich door te laten dringen en te geloven dat de ander er niet meer is. Het duurt trouwens toch vrij lang voordat het echt doordringt dat iemand nooit meer terugkomt. De rouwende wil er begrijpelijkerwijs niet aan dat de ander dood is en zou het liefst de tijd terugdraaien. Het betekent in feite een acceptatie van een wereld die veranderd is en dat is een zware opgave. Het is normaal dat rouwenden degene die dood is op straat denken te herkennen. Ze zetten bij het tafeldekken toch weer dat vierde bord neer. Stuk voor stuk ervaringen waarbij zij zich tegelijkertijd realiseren: "Oh nee, dat hoeft niet meer, dat kan niet meer". Gevoel en verstand lopen in die periode niet in de pas. Verstandelijk kunnen we begrijpen dat de ander dood is maar gevoelsmatig kunnen we dat niet bevatten en ook niet accepteren.
Rouwtaak 2: omgaan met een wirwar aan gevoelens Rouwenden herkennen het verlies door de pijn die ze voelen. Ze zoeken wegen om met hun gevoelens om te gaan en de wirwar van gevoelens te ontwarren. Want bij een verlies is er niet alleen sprake van verdriet. Rouw bestaat uit veel gevoelens. Ze kunnen zich verdrietig, angstig, opgelucht, jaloers, schuldig of boos voelen en die gevoelens kunnen allemaal door elkaar lopen. Of mensen voelen helemaal niets. En dat is enorm verwarrend. Niemand kan hen vertellen hoe zich moeten voelen of hoe ze moeten rouwen. Sterk zijn betekent vooral dat je je zelf goed voelt bij de wijze waarop je met je verlies omgaat, dat je goed voor jezelf zorgt en je niet verstopt achter je gevoelens. Emoties moeten kunnen stromen anders verliest het leven na verloop van tijd nog meer glans. Soms worden rouwenden beïnvloed door mensen om hen heen die van mening zijn dat je sterk bent als je je emoties niet laat zien. Maar juist door tranen te laten zien, kunnen verdriet en al die andere gevoelens gedeeld worden.
Rouwtaak 3: verder leven met het gemis In deze taak verkent de rouwende hoe het leven nu verder moet. De eerste tijd zijn er telkens opnieuw gebeurtenissen die hem confronteren met het verlies: de verjaardag van de overledene, de eerste kerst zonder hem of haar, de eerste vakantie na het overlijden en zo zijn er vele andere belangrijke momenten waarop iemand extra gemist wordt. Verder leren leven zonder dat de ander lijfelijk aanwezig is, is een zware taak. Hoe zwaar hangt af van de relatie die de rouwende met de overledene had. Wat betekende deze voor hem? Hij moet alleen verder zonder deze belangrijke persoon. Dat betekent dat hij dingen die hij altijd samen deed nu alleen moet doen. Het is niet zo dat wanneer er sprake is van een slechte relatie, bijvoorbeeld van een opstandige puber met zijn vader, of een partner met een onmogelijk karakter, het rouwproces makkelijker zal zijn. Juist het feit dat het nooit meer goed gemaakt kan worden, maakt dat de rouw intenser is en langer duurt. In het losmakingsproces van een jongere bijvoorbeeld was er altijd een mogelijkheid om in de toekomst de band met de ouder weer aan te halen. En nu maakt deze ouder zich los door zomaar dood te gaan. Dat kan nooit de bedoeling zijn. De toekomst waarin alles weer goed zou komen, is er plotseling niet meer. Degene die overleden is, vervulde bepaalde rollen en functies. Er valt een leegte. Wie neemt die functie nu over? Wordt er niet meer gelachen in de vriendenkring? Moet moeder besluitvaardiger worden? En gaat vader meer zorgtaken overnemen en vaker knuffelen? Misschien moeten zoon en dochter meer meehelpen in het huishouden nu moeder het alleen moet doen. Alles moet weer een plek krijgen in een patroon dat veranderd is. Langzamerhand worden de taken en de functies van de overledene overgenomen door iemand anders of ontstaan er andere gewoonten.
Rouwtaak 4: het weefsel van het leven opnieuw weven Hoe verder te leven, is de vraag. De rouwende staat voor de taak de overledene een plaats te geven in zijn emotionele leven. Dan is de verbinding tot stand gebracht en komt er ruimte voor nieuwe dingen. 'De dode moet een plek krijgen' is een veelgehoorde uitdrukking. Maar hoe doe je dat dan, vraagt de rouwende zich terecht af. Daar is niet zo gemakkelijk een antwoord op te geven. Ieder doet het op zijn eigen manier. Je zou kunnen zeggen dat een plek geven gebeurt door het innerlijk bewaren van herinneringen en verder te leven met de dode in het hart. De overledene is dan heel dichtbij en kan op deze manier zijn kracht doorgeven aan degene die achterblijft. Sommige rouwenden hebben het gevoel dat de dode er voor hen is op momenten dat dat nodig is, 'hij zit dan op mijn schouder' zei één puber. Weer een ander zegt: 'hij zit onder mijn huid'. Soms hebben rouwenden iets tastbaars nodig, een sieraad, een amulet of een bijzondere steen om te voelen dat de overledene er is voor hen en nog van betekenis kan zijn. Wanneer rouwenden deze aanwezigheid kunnen voelen dan is de verbinding tot stand gebracht en komt er ruimte voor nieuwe dingen. Sommige mensen zijn bang nieuwe banden aan te gaan. Ze denken de overledene onrecht aan te doen, als ze nieuwe contacten leggen. Ze voelen het als verraad aan hun moeder wanneer ze een vriendschap sluiten met de nieuwe partner van hun vader. Ze voelen zich schuldig als ze opnieuw verliefd worden. Sommigen zoeken lange tijd nog contacten die te maken hebben met de overledene. Vaak zijn rouwenden bang wéér iemand te verliezen. Deze angst voor nieuwe contacten kan tot gevolg hebben dat ze in het rouwproces blijven steken en in een isolement terechtkomen.
Wanneer mensen iemand verliezen die belangrijk voor hen is, dan verandert er iets in hun leven. De wereld ziet er anders uit, niets lijkt meer hetzelfde. Prioriteiten verschuiven. Wat eerst belangrijk was, wordt van ondergeschikt belang. Dat is een schokkende ervaring omdat het meestal ook betekent dat je niet meer op dezelfde golflengte zit als de mensen om je heen. Rouwen kun je zien als het proces van iemand om zich aan te passen aan die totaal veranderde situatie. Rouw is de normale aanpassing aan een verlies, het is geen ziekte. De rouwende staat voor de taak zijn verwachtingen, zijn heden en zijn toekomst aan te passen aan de nieuwe situatie waarin de ander voor altijd weg is. Er zijn vele manieren om rouw te omschrijven. De wijze waarop de omgeving tegen rouw aankijkt bepaalt mede de werkelijkheid en de wijze van omgaan met de rouwende. We geven enkele voorbeelden van definities. Je kunt rouw zien als het totaal van gevoelens, gedachten en gedrag dat ontstaat ten gevolge van het permanent missen van iets of iemand dierbaars. Dit is niet beperkt tot personen maar het kan ook een voorwerp zijn zoals een huis, een lichaamsdeel, een baan of een bepaalde wens. Een rouwende levert aan de ene kant een gevecht om de pijn en het verdriet te boven te komen. In het begin is hij de pijn en wordt er volledig door in beslag genomen. Na verloop van tijd verandert pijn zijn in pijn hebben. Aan de andere kant worstelt de rouwende om zijn leven weer op de rails te krijgen. Hij leert de wereld opnieuw kennen. Het weefsel van het leven moet in feite opnieuw geweven worden. Het levensverhaal van degene die een verlies heeft geleden heeft een nieuwe wending gekregen, hij staat voor de taak er betekenis aan te geven en te zorgen voor de voortgang van zijn levensverhaal. Belangrijke aspecten bij rouw zijn de emotionele reactie op het verlies, het aanpassen aan de nieuwe situatie, het geven van betekenis aan het verlies en het opnieuw vormgeven van het levensverhaal. Je kunt rouwen ook zien als het interpreteren en opnieuw interpreteren van de wereld en van de relaties met belangrijke andere mensen. Rouw is zowel een denk- als een emotioneel proces dat plaatsvindt in een omgeving waarvan ook degene die dood is deel uitmaakt. Het is een doorgaand proces dat de rouwende voor de rest van zijn leven op verschillende manieren raakt. Er overheen komen is niet de juiste formulering, maar men verandert door de ervaring. Een deel van die verandering is een gewijzigde, maar blijvende relatie met de overledene.
De Boeddhisten geloven dat je veel kunt leren van de dood. Door het accepteren van de dood kunnen de mensen hun angsten de baas worden.
De Boeddhisten geloven dat je veel kunt leren van de dood. Door het accepteren van de dood kunnen de mensen hun angsten de baas worden.
Boeddha is geen god maar het is een titel. Het betekent 'hij die wakker is'. Wakker heeft hier niks met slapen te maken. Het betekent wakker zijn in de zin van dingen zien zoals ze werkelijk zijn. Boeddha heeft ook nooit beweerd een god te zijn. Hij heeft dan ook niks goddelijks. Hij is een mens zoals jij en ik. Maar door zijn eigen inspanningen heeft hij zichzelf ontwikkelt en uiteindelijk de Verlichting bereikt. Mensen die verlicht zijn, vinden de basis van de natuur en alles wat bestaat.
Boeddhisten geloven in reïncarnatie of in wedergeboorte. Ze geloven dat iedereen net zo lang terug komt in een ander lichaam totdat de persoon is verlicht. Men hoeft niet meer geboren te worden als men in de nirvana toestand is. Nirvana staat voor uitdoving.
Na de dood verlaat de ziel het lichaam om weer een ander omhulsel te vinden. Het verlaten lichaam moet zo snel mogelijk terug naar de oerbron met de vijf elementen: water, vuur, ether, lucht en aarde.
Het Hindoeïsme gaat ervan uit dat de mens net zo lang reïncarneert totdat hij met Brahm, de oerenergie, herenigd kan worden. De meeste Hindoes worden gecremeerd, dit is de snelste manier om het lichaam naar de bron terug te laten keren.
Hindoes geloven dat het lichaam en de ziel met elkaar verbonden zijn. Na de dood verlaat de ziel het lichaam om weer een ander omhulsel te vinden.. Het verlaten lichaam moet zo snel mogelijk terug naar de oerbron met de vijf elementen: water, vuur, ether, lucht en aarde. Dit is de reden dat het contact met de dode geen rol speelt bij de crematie of het rouwproces. In het algemeen wordt de overledene meteen naar het uitvaartcentrum gebracht en afgelegd in aanwezigheid van de familie. Een overleden vrouw wordt gecremeerd in een sari en een man in pak. Hindoestanen die veel waarde hechten aan de oude traditie wikkelen de mannen nog in een speciale doek. Men giet water in een koperen bokaal ten behoeve van de zielerust van de overledene.
Tijdens de crematie wordt de kist geopend en versierd met bloemenkransen. De aanwezigen leggen rijstkorrels en bloemblaadjes in de kist. Het is voor de familie heel belangrijk om het lichaam van de overledene te zien branden. Het crematorium maakt het daarom mogelijk dat een aantal mensen de crematie bij kunnen wonen. Vaak duwt de oudste zoon de kist in de oven. Aangezien Hindoestaanse crematies langer duren dan andere worden deze vaak aan het eind van de dag gehouden. Na de crematie wordt de as toevertrouwd aan de oneindigheid. Traditioneel verstrooien Hindoestanen de as boven stromend water.
Na de crematie eet de familie tien dagen lang geen vlees. Reïncarnatie wil trouwens niet alleen zeggen dat iedereen terugkomt als mens, dit kan ook in de vorm van een dier zijn. De nabestaanden mogen pas na een jaar weer feestelijkheden zoals een huwelijk organiseren.
Rosette kreeg de kans haar overvaller in de cel te spreken
Na een brutale carjacking durfde kleuterleidster Rosette Schautteet een jaar lang haar woning niet meer alleen te verlaten. Tot ze de kans kreeg met een van de carjackers in de gevangenis te spreken. ,,Toen zag ik in dat hij even bang was als ik. Hem te ontmoeten was de belangrijkste stap op weg naar mijn genezing." Herstelbemiddeling werkt. Alleen jammer dat zo weinig mensen weten dat het bestaat.
Op een van de allerlaatste dagen van de zomervakantie 2001 werd kleuterleidster Rosette Schautteet het slachtoffer van een carjacking door twee jonge Antwerpse broers. Drie uur lang werd ze in haar eigen wagen ontvoerd. De helse trip bracht haar van een parking aan het strand van Zeebrugge naar de buitenwijken van Gent. Onderweg werd de vrouw gedwongen twee cheques in te ruilen voor cash geld aan de kassa van een Delhaize terwijl een van de daders een verborgen pistool tegen haar zij gedrukt hield. Uiteindelijk kreeg ze het bevel zonder omkijken een bos in te lopen. ,,Ik heb toen gezegd: Als je me wil doden, doe het nu, want ik kan niet meer ", zegt Rosette Schautteet vier jaar na de feiten. De daders lieten haar achter in het bos.
Trillend wrak
Rosette was zo zwaar aangegrepen dat ze psychiatrische hulp nodig had. Een heilige schrik hield haar maandenlang in een ijzeren greep. ,,Ik ging andere kleren dragen en veranderde mijn kapsel omdat ik niet meer herkenbaar wou zijn voor de vrijlopende daders. Een jaar lang durfde ik niet meer alleen het huis uit. Als ik overdag toch buiten kwam en ik voelde iemand achter mij te dicht naderen, moest ik met mijn rug tegen een muur gaan staan. Ik heb niet meer kunnen werken en ben het jaar nadien gepensioneerd, met veel loonverlies."
De sociale Rosette, die bekend stond als de ,,Florence Nightingale" van de wijk was veranderd in een trillend wrak.
Toen op het proces een van de daders zich omdraaide en zijn verontschuldigingen aanbood, wees Rosette die nog af. Maar toen maanden later een bemiddelaar haar belde en vroeg of de dader haar persoonlijk zijn excuses mocht overbrengen, ging ze daar op in. ,,Met vier pagina's vol vragen onder de arm trok ik met mijn man en de bemiddelaar naar de gevangenis. De dader was er nog niet. Hij zat met diarree op het toilet. Het was een schok voor mij dat hij zelf ook bang was voor de confrontatie. Hij vertelde hoe hij bijna niks meer wist van de overval omdat hij compleet versuft was van de valium waaraan hij verslaafd was. Hij legde uit hoe hij verslaafd was geraakt en hoe hij als kind verwaarloosd werd. Toen ik zei hoe schandalig ik het had gevonden dat zijn broer tijdens het proces alles op hem had proberen af te schuiven, begon hij te huilen en zei dat hij wenste in een gezin als het mijne te zijn geboren. Achteraf hebben we nog enkele maanden gecorrespondeerd."
Rosette noemt de man die haar drie uur lang gegijzeld hield de hele tijd bij zijn voornaam. ,,Die verlammende schrik is weg. De oude zal ik wel nooit meer zijn, maar ik kom weer buiten en heb weer een sociaal leven."
Face to face
Maria uit Lommel werd samen met haar man thuis overvallen. Om te overleven sprong ze uit haar slaapkamer naar beneden en brak daarbij twee wervels. ,,Ik had een hoop vragen over de overval. Waarom wij? Hoe was het voorbereid enzovoort. Met mijn man kon ik er niet over praten. Hij vond dat we het zo snel mogelijk moesten vergeten maar dat kon ik niet. Pas toen ik er met de dader kon over praten, viel er een last van me af."
,,Niet weten vergroot de angst", zegt John Bergé, voorzitter van Suggnomé, de vzw die tot nu toe als enige instaat voor herstelbemiddeling in Vlaanderen.
Suggnomé heeft sinds 1998 al 850 bemiddelingen tussen slachtoffer en dader mogelijk gemaakt in heel Vlaanderen. Vorig jaar waren er dat 589. Een bemiddeling duurt gemiddeld vijf maanden. Bemiddelingen gebeuren vaak via tussenpersonen of correspondentie. Slechts in tien procent van de gevallen komt het tot een face to face ontmoeting tussen dader en slachtoffer.
Herstelbemiddeling kan enkel als dader en slachtoffer beiden akkoord zijn. In de helft van de gevallen weigert een van beide partijen. Opvallend is dat daders bijna altijd ingaan op de vraag en ook bijna altijd hun herstelbeloftes houden.
Cremeren is niet toegestaan bij de moslims. Dit heeft te maken met hun geloof in de wederopstanding. Als de directe familie diep in West-Europa woont, worden ze meestal begraven in het land waar ze wonen.
Cremeren is niet toegestaan bij de moslims. Dit heeft te maken met hun geloof in de wederopstanding. Traditiegetrouw worden moslims liever in hun vaderland begraven. Als de directe familie achter in West-Europa woont, worden ze toch meestal begraven in het land waar ze wonen. Tegenwoordig zijn er een aantal Islamitische begraafplaatsen waar dat mogelijk is.
Moslims die in hun leven niet aan de religieuze plichten konden voldoen maken dat vaak goed op hun sterfbed. Ze doen dit door veel van hun bezittingen na te laten aan de armen. Als er iemand sterft die geen bezittingen heeft dan zorgt de gemeenschap ervoor dat de persoon begraven wordt.
Vlak nadat de dood is ingetreden wordt het levenloze lichaam gewassen. Bij dit ritueel wordt het lichaam bedekt door een lendendoek aangezien men de geslachtsdelen niet mag zien. Mannen worden door mannen gewassen en vrouwen door vrouwen. Het lichaam wordt volgens de traditie drie keer gewassen met speciaal water waaraan bepaalde geurige stoffen toegevoegd zijn. Daarna wordt het lichaam in doeken gewikkeld. Moslims worden liever zonder kist begraven maar als dit toch gebeurt dan is het belangrijk dat ze daarin op hun rechterzij liggen. In orthodoxe kringen zijn de vrouwen niet aanwezig tijdens de begrafenis. Moslims worden begraven met hun gezicht richting Mekka. Van de overgebleven aarde wordt een heuveltje gemaakt en het graf wordt niet versierd. De directe rouwperiode is drie dagen.
De ziel gaat naar god en het lichaam blijft achter. Het lichaam heeft dus vanaf het intreden van de dood geen functie meer. In de dood zijn alle gelijk. Het lichaam wordt met eerbied behandeld want het heeft tenslotte tot woning gediend van de onsterfelijke ziel.
De Joden geloven dat bij het intreden van de dood het lichaam cultureel onrein is. Dit betekent echter niet dat het lichaam vies is. De ziel gaat naar god en het lichaam blijft achter. Het lichaam heeft dus vanaf het intreden van de dood geen functie meer. In de dood zijn allen gelijk. Het lichaam wordt met eerbied behandeld want het heeft tenslotte tot woning gediend van de onsterfelijke ziel.
De kleren waarmee de overledene wordt aangekleed zijn een afspiegeling van de kleren die de priesters vroeger droegen. Dit zijn een muts, hemd, broek, riem, sokken en in sommige gemeenschappen een jas. Er worden geen sieraden of andere dingen meegegeven in de kist. Over de gesloten kist wordt een zwarte doek gelegd en aan het hoofdeinde komt een lichtje te staan. De ziel van een mens wordt vergeleken met een vlammetje, dat ook altijd naar het omhooggaan streeft.
Joden vinden het belangrijk om op een stuk eigen grond hun doden te begraven. Joodse begraafplaatsen worden overal ter wereld niet geruimd, tenzij het niet anders kan.. Vroeger was het traditie dat vrouwen niet meegingen naar de begraafplaats. In orthodoxe kringen is dit nog steeds de gewoonte. Dit stamt af van het idee dat de vrouwen het leven voortbrengen. De vrouwen blijven thuis in het gezelschap van vrouwelijke vriendinnen en familie. Begrafenissen zijn altijd zeer sober. Er worden ook geen bloemen neergelegd of boompjes beplant. De doden worden begraven in de richting van de tempel van Jeruzalem, vanuit Nederland gezien is dit naar het Oosten. Dit doen ze met de gedachte dat de opstanding der doden in die tempel begint.
De nabestaanden eten vervolgens samen met vrienden en familie een maaltijd van hardgekookte eieren en brood. Het ei symboliseert het leven, het lijkt dood maar als het bebroed wordt, zit er leven in. Ze zeggen hiermee: de dode is niet echt gestorven, maar leeft eeuwig, zoals het ei dat maar schijnbaar dood is.
Katholieken geloven in het voortbestaan van de ziel in het hiernamaals. Sinds jaar en dag bestaat het beeld van een hemel, een hel en het vagevuur. Heeft de overledene een goed leven geleefd en zijn z'n zonden vergeven, dan komt hij naar alle waarschijnlijkheid in de hemel.
Katholieken geloven in het voortbestaan van de ziel in het hiernamaals. Sinds jaar en dag bestaat het beeld van een hemel, een hel en het vagevuur. Heeft de overledene een goed leven geleefd en zijn z'n zonden vergeven, dan komt hij naar alle waarschijnlijkheid in de hemel. Zijn de zonden niet vergeven is de mogelijkheid groot dat de persoon naar de hel gaat. De nabestaanden bidden voor rust van de ziel.
Vandaag de dag zoekt een pastor meestal samen met de nabestaanden teksten en liederen uit die worden gebruikt in de mis en tijdens de uitvaart. De avond voor de begrafenis of crematie wordt er vaak een avondmis gehouden. Dit kan gebeuren in de kerk maar ook in de aula van bijvoorbeeld een bejaardentehuis. Hier wordt vaak het leven van de overledene belicht en bidt men voor de mensen die achterblijven. Ook vraagt men vergeving voor zonden en schuld.
Op de dag van de begrafenis of crematie kunnen de nabestaanden afscheid nemen van de overledene en de kist begeleiden naar de kerk. Het is een gewoonte om dan ook bloemen op de kist te leggen. Bij binnenkomst in de kerk besprenkelt de priester de kist met wijwater. Vanwege het grote tekort aan priesters kan de uitvaartverzorger deze taak overnemen. Bij het bidden worden nog eens de goede kanten van de overledene aangehaald. De uitvaartmis wordt beëindigd doordat de priester de kist nogmaals besprenkelt met wijwater en wierookt. Als bij een begrafenis de kist in de grond zakt staan de familie en vrienden daaromheen. De vader bidt het Onze Vader en strooit wat aarde op de kist. Alle aanwezigen strooien vervolgens ook wat aarde op de kist. Tegenwoordig wordt de aarde ook weleens vervangen door bloemen.
rouwen in zeven religies. 2. Protestant-christelijke kerk
Rouwen in de protestant-christelijke kerk
Het is gebruikelijk geworden dat de uitvaart plaatsvindt vanuit een kerkdienst. Begraven en cremeren is allebei toegestaan alhoewel er in orthodox-protestantse kringen weerstand bestaat tegen de crematie.
Aan het begin van de vorige eeuw zijn mensen uit de hervormde en gereformeerden kringen ervan overtuigd dat de Christenen een eigen vorm van uitvaart zouden moeten hebben. Hierdoor is het gebruikelijk geworden dat de uitvaart plaatsvindt vanuit een kerkdienst. Begraven en cremeren is allebei toegestaan alhoewel er in orthodox-protestantse kringen weerstand bestaat tegen de crematie. In een protestants christelijke uitvaartdienst staat het noemen van de naam van de overledene centraal. De naam waarmee de overledene is gedoopt, wordt afgestaan aan God, die de naam bewaart.
In de uitvaartdienst gaat de predikant vaak in op het leven van de gestorven persoon. Hij noemt verschillende hoogte- en dieptepunten en maakt daarbij gebruik van bijbelteksten. Hij doet dit om aan te geven dat het menselijk leven eindig is, maar dat het werk van Christus voorgaat. Wat niet wil zeggen dat dit zonder lijden gaat. Als de kist in het graf wordt gelegd bidt men het Onze Vader en wordt de overledene de zegen meegegeven. De zondag na de uitvaart wordt in de kerk nog eens stil gestaan bij het overlijden van een persoon en meestal wordt er nog wat persoonlijks over diens leven vertelt.
Dominees proberen de nabestaanden vaak te betrekken bij de laatste verzorging en de uitvaart. Zo adviseren ze vaak om de overledene thuis op te baren zodat iedereen in een vertrouwde omgeving afscheid kan nemen. Er zijn geen vaste regels voor de uitvaart. Er is voor de nabestaande veel ruimte in een dienst om zelf in te vullen. Zo kunnen ze bepaalde teksten uit de bijbel voorlezen, of liederen zingen. Door het ontbreken van rituelen wordt de dienst soms als erg rationeel beschouwd.
'In het winti-geloof is de dood een tussenfase in het bestaan. Het is een hoedanigheid voor zielen die zich tussen verschillende levens in bevinden.'
Winti betekent zowel 'wind' als 'geest', de geest die zo snel is als de wind. Leven volgens de winti-opvatting wil zeggen dat je de wereld ziet als de schepping van een goddelijke kracht, die Anana wordt genoemd. Het betekent dat je de goden van de lucht, de grond, het water en het bos erkent. En het is belangrijk dat je je voorouders op gezette tijden eert. Deze voorouders zijn, in een geestelijke vorm, altijd bij hun familieleden. Tijdens de winti-pre, een feest en een seance ter ere van de voorouders, komt de voltallige familie samen en wordt er gegeten, gedanst en gedronken. Met drummuziek worden de goden en de geesten van voorouders opgeroepen. We betrekken de doden bij het leven, zou je kunnen zeggen. Want de doden verschillen niet zoveel van de levenden.
In het winti-geloof is de dood een tussenfase in het bestaan. Het is een hoedanigheid voor zielen die zich tussen verschillende levens in bevinden. Het kan jaren duren voordat een ziel een ander lichaam uitkiest om zich in te manifesteren. Dit kan binnen dezelfde gemeenschap zijn, maar ook in een andere omgeving. "We geloven dus in het reïncarneren van een ziel, een geest, een levenskracht in verschillende lichamen," verduidelijkt Guillaume Orlando Lont. "Als er iemand overlijdt, eren we vooral de ziel van de persoon die overleden is. We behandelen de dode op eervolle wijze zodat de geest goed aankomt in het dodenrijk. Met onze rituelen scheiden we de geest van het lichaam van de overledene. We proberen met gezang en gebeden de weg voor de geest vrij te maken naar de andere overledenen. De eerste acht dagen na het overlijden wordt de dode wakker gehouden door gasten die dag en nacht zingen, praten en eten. Er wordt voedsel bij de dode gelegd om de geest te verzorgen. Na zes weken worden deze rituelen door alle nabestaanden herhaald. Na een jaar is de officiële rouwperiode voorbij, maar de verwerking van het overlijden van een geliefd persoon kan natuurlijk nog veel langer duren
Een dader ( moordenaar ) krijgt een tweede kans en hij krijgt 20 jaar.
In de komende maanden, gedenken wij speciaal deze jonge mensen die vermoord werden. Sandy,26 jaar, 1-1-1998 Ines,37 jaar, 1-1-2002 Kim,11 jaar, 4-1-1994 Ken,8 jaar, 4-1-1994 Wendy, 19 jaar, 1-1997
WIST JE DAT ! ° Je een gesprek met de onderzoeksrechter kan aanvragen. Je kan bij hem terecht met allerlei vragen. Je kan bijkomende onderzoeksdaden stellen.
° Je familliale verzekering, geheel of gedeeltelijk de advokaat betaalt.
° Slachtofferonthaal kunnen je begeleiden bij inzage van het dossier. Zij kunnen je helpen bij de aanvraag voor het schadefonds.
° Slachtofferhulp Bij hen kan je terecht voor psychologische begeleiding. Op aanvraag komen zij ook aan huis. Ze helpen je bij de praktische zaken. Ze verwijzen je door naar de juiste personen.
° Pioniers Ze zijn er nog. Politiemensen, die niet kunnen verwerken dat een moord onopgelost blijft. Ook als het dossier reeds gesloten is, zoeken zij verder na hun diensturen. Ze vechten vaak tegen windmolens. Maar ze geven niet op. In naam van ons allen. Proficiat en dank u wel.
E-mail mij
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
Je dood kwam véél te vlug.
Mijn leven, zou ik willen geven, om je nog eenmaal, te kunnen knuffelen.
Het kan niet meer. Je bent weg, ver weg. Het doet verdomd veel pijn.
We konden, nog zoveel dingen samen doen. We hadden, elkaar nog zoveel te vertellen,
Ik mis je, ik wil je terug, Ik wil je nog eenmaal, een kus kunnen geven. Ik wil je nog eenmaal, in mijn armen nemen,
Al was het maar, om echt afscheid, te kunnen nemen, Maar ... Het kan niet meer, Je dood kwam veel te vlug.
17 lentes jong, je levensstengel brak middendoor. Je kreeg de tijd niet om te leven. Eigenlijk .... was je te rechtschapen voor deze wereld. Je was te rechtuit. Je had geen schrik. Onrecht stond niet in je woordenboek.
Je gedroeg je als een beschermengel. Soms iets teveel. Je had je eigen visie en mening over het leven. Je was bang van pijn. Niet alleen lichamelijk, of voor jezelf. Maar ook bang, om iemand pijn te doen, of te kwetsen. Je kon het ook niet hebben, te zien hoe een ander werd gekwetst. Altijd trok je partij voor de zwakkere.
Lieve meid, waar je ook bent??? Eén ding weten we zeker, daar is geen pijn meer. Daar vind je rust. Daar kan je dromen over de dingen, die je alleen en samen met anderen nog zou doen.
Je zal het ons niet komen vertellen, dat weten we, maar als er leven is na de dood, dan zien we elkaar zeker terug. Dan gaan we verder met ons leven, die nu gestopt is. Want zonder jou is niets meer hetzelfde. Wij allen missen je en hopen dat we elkaar ooit terug zien.
Marina
Je foto
Telkens ik naar je foto kijk, Kijk je mij aan. Het is alsof je me iets wil zeggen. Je straalt rust en vrede uit
Telkens als ik naar je foto kijk, Geef je me een vreemd gevoel. Het is alsof je me zegt Huil niet, ik ben er toch.
Telkens ik naar je foto kijk, Zie ik een troostende blik, Alsof je me wil zeggen, Mamsy het leven gaat verder Telkens ik naar je foto kijk Zie ik je rustgevende blik Je geeft me het gevoel Ik ben gelukkig nu! Telkens ik naar je foto kijk, Fluister je, Niemand zal me nog zo erg pijn doen Ik heb mijn rust gevonden
Marina Telkens ik naar je foto kijk Zeg je me Niemand kan me nog pijn Stuur jou pijn en verdriet weg Leer terug gelukkig zijn.
Marina
Meisje, je bent dood. ik heb je verloren. je bent verdwenen, maar . . . niet uit mijn hart. Meisje ik heb je niet begraven, maar je as uitgestrooid.
Je kan nu meereizen, op de wolken, naar ongekend oorden. Naar het onzichtbare, voor ons mensen.
Meisje, je bent nu veilig, niemand kan je nog iets doen. Je bent dood, verdwenen, Maar vergeten . . . Nee, dat ben je niet. Zolang ik leef, woon je in mijn hart.