Genkse wandelroute: van sluikstort tot sluikstort... MESSAGE IN A BLOG FOR WIM DRIES
16-07-2015
Dirty Genk is alive and well and back in town
Intussen weer drie jaar hard gewerkt in het, via de trein "tergend verre Antwerpen". Genk is er intussen niet interessanter op geworden voor werkgevers. De treinen op het traject Hasselt-A'pen zijn er gelukkig een stuk op vooruit gegaan. Op dit traject rolden tot een jaar geleden nog de oudste treinstellen van heel het land (met eeuwige dank aan onze niets verrichtende Limburgse politici daar in Brussel). De vergronde vloeren en vergeelde wc-brillen en bijbehorende "odeur" ervan staan voor eeuwig in mijn geheugen gegrift, what a dirty mind... Mij relatie met Genk heeft er intussen een dimensie bijgekregen; de pure afkeer heeft een beetje plaats gemaakt om ook wat liefde te laten binnensijpelen, gelijk opgaand met mijn geëvolueerde kijk op "schoonheid". Wat is mooi? Wat is lelijk? Naast het alomtegenwoordige sluikstort in de Genkse bossen had ik een uitgesproken hekel aan het stads-"centrum" dat door toeristen eeuwig niet gevonden wordt omdat een paar , euh ...shopping centra doorgaans niet stroken met wat er in de meeste opvattingen onder een stadscentrum wordt verstaan. Intussen hebben ze dan Shopping 1, trouwens het oudste shoppingcentrum van heel België, grondig uitgebreid en in een nieuw kleedje gestoken . Het nieuw kleedje is eerder een "massieve garnituur" waardoor de hele shoppingblok nog kolossaler lijkt dan ooit tevoren. Ik had op een hypermoderne stijl gegokt maar de uiteindelijke goudkleurige bombastische jurk schijnt architecturaal geïnspireerd te zijn op oude koopmanshuizen in Firenze. Ik zie de gelijkenis niet en de fiere Genkse Italianen evenmin. Soit, het gekke is: ik vind dat ding zo lelijk dat ik het terug mooi begin te vinden! Nu denk ik dat heel Genk misschien lijdt of beter "geniet" van hetzelfde symptoom: misschien vinden zij dat alom tegenwoordige zwerfvuil wel mooi in plaats van lelijk? Plastic, glas, karton en pampervulling, achtergelaten in het bronsgroene eikenhout totdat het weer pootjes krijgt en weg kruipt... Genk leeft, dat is zeker!
Minder groen in Genk en meer beton erbij; proficiat burgemeester!
Het is zo ver: momenteel wordt er een bijkomend stuk van het Franse Bos gerooid en binnen een maand begint de eerste aannemer met de bouw van een appartementencomplex dat ça. 26 appartementen telt. Een tweetal jaren terug werd ook reeds een grote oppervlakte gerooid voor de aanleg van een luxueus appartementendorp bestaande uit zo'n 95 luxe appartementen, met speciale omheining er rond en andere toeters en bellen . Deze bouw is daaropvolgend niet doorgegaan omdat er waarschijnlijk niet voldoende kandidaat kopers gevonden werden. Soit, het kleinere project gaat nu alvast van start, en misschien volgt het luxeproject nu ook weldra. De tijden zijn immers rooskleuriger geworden in en om Genk!
Het jarenlange protest van de omgeving is dus gewoon onder tafel geveegd, zoals dat nu eenmaal gaat in een democratie. Geen gezeik, als een paar projectontwikkelaars hun zakken denken te kunnen vullen dan staat het verstand van het gemeentebestuur meteen op nul.
Dus, als je nog een glimp wil opvangen van een bos dat reeds bestaat sinds 1775, en dagelijks bezocht wordt door een schare aan natuurliefhebbers en baasjes met hond, dan moet je je haasten naar de restanten van het Franse Bos, gelegen tussen de Winterslagstraat en het verlengde van de Bresserstraat te Genk, de stad die zovele rijke burgers telt dat er niet vlug genoeg een massa luxeappartementen bijgebouwd kunnen worden.
Gaat een vrouw een haute couture zaak binnen op de Avenue Louise: chique pand met hoge zoldering, veel hout, geur van boen en leder. Twee ranke mahoniehouten trappen omzomen een centrale salon waarin twee gastvrouwen in dure tailleurs klaar staan om hun kliëntes te omringen met uiterste zorg. De chef de maison in dandy outfit legt een laatste plooi in de zoom van een pantalon in pied de poule. Langs zijn golvende bles tintelen glinsteringen afkomstig van een laag afhangende kristallen luchter, het kroonjuweel van de salon. Over de ruimte verspreid staan strategisch een zestal notenhouten mannequins opgesteld, zonder hoofd of ledematen, zodat ook nog de kleinste fractie aandacht naar de draagbare kunstwerkjes gaat.
De aandacht van de vrouw wordt getrokken door een wikkeljurkje in diep paarse tint, vervaardigd uit een frêle jersey stof , die in mooie volants naar beneden valt. De spectaculaire eyecatcher van dit vlotte jurkje is echter de linkermouw, die helemaal uit een andere wereld lijkt te komen. De linkermouw is, in tegenstelling tot de rest, vervaardigd uit een met ruitenpatroon geweven schotse kilt, ruw en cool. Op de schouder worden ruige en frêle stof samen verenigd tot een dikke, met artisanale draad gecreëerde naad. De vrouw kirt van genot als ze de toppen van haar vingers laat glijden over de ruige stof. Terwijl ze haar gouden credit card bovenhaalt prijst de dandy haar met haar vondst, die de dualiteit in haar geheimzinnige persoonlijkheid nog meer zal accentueren.
Gaat een vrouw de kringwinkel binnen in het industriepark: grote hangar, een tikje muf, veel ijzer, geur van pressplaten en vocht. De royale ruimte beneden wordt ingenomen door een zee aan meubelen; keukenkasten uit de seventies, iets te kitcherige salontafels, beddebakken en lampedairs. Rechts in de hangar vullen bier- en wijnglazen in alle tailles de rekken. Stapels borden, elk met een ander motiefje smeken om een blik; kiezen maar, voor ieder wat wils.
De hangar wordt in twee gesneden door een brede ijzeren trap, die uitmondt op het verdiep van de kledij. De vrouw neemt de trap en gaat naar de rekken voor "vrouwen". Tussen de overvolle rekken zijn er smalle snuisterpaadjes. Ze kiest een rek met jurken en probeert ruimte te wringen tussen de exemplaren om ze te kunnen bekijken. De aandacht van de vrouw wordt getrokken door een diep paarse tint, die bij een soort wikkeljurkje blijkt te horen. Ze buigt zich naar beneden, waar de stofjes meer ruimte krijgen, en ontdekt dat het rokje in een mooie volant naar beneden valt. Ze probeert de kapstok uit het rek te wrikken om het frêle hebbeding aan de bovenkant te bekijken. De jersey stof oogt van goede kwaliteit. Het gezicht van de vrouw fronst in een plooi die het midden houdt tussen onbegrip en teleurstelling bij het zien van de te voorschijn schietende linker mouw. De jurk blijkt verminkt te zijn door de aanzet van een totaal andere mouw, vervaardigd uit een ruwe wollen stof met ruitenpatroon. Op de schouder worden ruige en frêle stof samen verenigd tot een dikke slordige naad. Ze mompelt een "hoe is het in godsnaam..." terwijl ze met haar vingers gaat over de ruige mouw. De prijs op het prijskaartje nodigt toch tot enige creatieve bezinning en ze stelt zich het wikkeljurkje mouwloos voor.
De aandacht van een andere vrouw wordt getrokken door een diep paarse tint.
De moraal van het verhaal: de "verpakking " of entourage is belangrijk. Limburg heeft vele troeven, waaronder het Nationaal Park Hoge Kempen, notabene het enige Nationaal park van Vlaanderen. Het gaat om 5700 hectare puur aaneengesloten natuur, toegankelijk via vijf verschillende toegangspoorten. Toegangspoort Kattevennen ligt op de Planetariumweg te Genk. Genk is dus een toegangspoort, een "visitekaartje". Genk hoort een mooi, proper en groen visitekaartje te zijn, niet enkel naar toeristen toe maar ook naar potentiële werkgevers, want de properheid van een stad straalt af op de bewoners.
Vandaag geen foto's getrokken van sluikstort, van zwerfvuil opgejaagd door de herfstwind. Enkel bange gezichten op straat, wachtend op het nieuws van tien. Mannen, tijdelijk werkloos, kastanjes zoekend in het park, gedachten ver weg. Vrouwen, kinderwagens voortduwend, GSM's in aanslag.
En dan tegen tienen, iedereen van straat voor de uitzending van het bijzondere nieuws...
Gevoeld,...geweten, ...lang verwacht, en toch, ...de mokerslag; onze Ford dicht...
Geboortegrond, grond van kleurrijke wroeters, van mich, van dich, van uch, van os...van gisteren, van vandaag en van morgen, ...van morgen.
Burgemeester Wim Dries heeft gereageerd nadat ik hem een link naar deze blog heb doorgestuurd. Hij liet via email weten dat het achtergelaten vuil in het Lourdeskapelpark opgeruimd zou worden door de reinigingsdienst van de stad. Verder voegde hij de link toe naar het meldpunt voor sluikstort/slingervuil op de website van de stad Genk.
Heb bij wijze van proef een sluikstortplek opgegeven in het Franse Bos, gelegen langs de Winterslagstraat. Ik vond de schriftelijke meldingsprocedure te lang, niet voor herhaling vatbaar; vermelding van rijksregisternummer , adres etc., vervolgens tabblad "wat kost het?", vervolgens lange omschrijving en situering... Kan het niet wat simpeler? Waarom bijvoorbeeld dat tabblad "wat kost het?". Je moet naar het tabblad gaan om te weten dat het niets kost, maar eigenlijk had ik ook helemaal niet verwacht dat sluikstort melden überhaupt iets zou kunnen kosten, want dan meldt je natuurlijk geen tweede keer dat je sluikstort ontdekt hebt...Logisch toch? Gelukkig staat er ook een telefoonnummer vermeld op deze site om sluikstortplekken te melden. Hou het gewoon simpel.
Aan het einde van de Peerboomstraat, op het nieuw aangelegde ronde punt, kies je voor het in roze aangelegde tarmacpad dat je het bos inleidt. Na enkele meters gaat de tarmac over in een breed , als het ware donzig verend, met schokdempende houtsnippers verzadigde jogging parcours, kompleet met avondverlichting, toestellen voor lichaamsoefeningen, kortom, een pareltje van een loopterrrein, een accomodatie waar menige stad jaloers op zou zijn.
Voor mij en mijn vierpoter het ideale terrein om paddestoelen te spotten en vast te leggen op de gevoelige plaat.
Geschubde inktzwam
colablik
niet identificeerbaar bouwsel van hard plastic en hout
colablik
waterfles en fruitsapblik
Ik daag iedereen uit ; volg het brede looppad tot aan het zwembad en je kunt per lopende meter meer lege blikjes en flesjes fotograferen dan paddestoelen. Wat ik niet kan begrijpen: ik dacht dat mensen die gaan joggen ook automatisch "groene" jongens en meiskes zouden zijn, maar dit is naïef: er zijn joggers die ook sloten cola zuipen en alles maar neergooien waar ze het net kwijt willen, zonder respect voor de natuur, zonder respect voor andere mensen. Wie zijn die Genkenaren?
Lourdeskapelpark: gepensioneerden zijn de witte tornado's van Genk en niet de boskabouters
Het Lourdeskapelpark in het centrum van Genk is een ontmoetingsplaats voor viervoeters en hun baasjes.
Iedere ochtend, namiddag en avond komen we hier samen om onze honden het sociale contact met soortgenoten te gunnen.
We verzamelen rond het kapelletje, dat intussen een zoveelste nieuwe deur heeft gekregen. Ook de recentste graffiti op de teer beige muren is terug overschilderd. Vandalen van allerlei allooi koelen hun woede keer op keer op dit kleine godshuis dat voor menige Genkenaar weer een toevluchtsoord van rust en vertrouwen is.
Iedere ochtend ruimen gepensioneerde vroege vogels een massa aan vuil rond het kapelletje op; dit uit respect voor het godshuis of gewoon om te voorkomen dat een hond in deze gevaarlijke troep trapt. Naast drugspuiten vindt je er vergeten zakjes wiet, lege vodkaflessen, pizzadozen en sigarettenpakjes. Dealers doen hun zaken op de zitbanken voor de kapel of kiezen voor een meer discretere plaats aan de achterkant, ter hoogte van tennisclub 't Elleboogske. Naast de zitbank langs het terrein van't Elleboogske wordt de aandacht getrokken door een stilleven met pizzadoos, iedere dag een beetje anders, een beetje verschoven, als een kunstwerk dat langzaam voltooid geraakt onder de elementen van de natuur. Wie is die Genkse kunstenaar? Wie zijn die Genkse wietgebruikers, wie de spuitenstrooiers, wie de rijkmakers van de goedkope vodka-industrie?
Iedere keer zeg ik weer tegen mijn oudere hondenvrienden: Hoe wil je nu dat burgervader Wim Dries weet dat hier elke dag zulke troep wordt neergegooid, wanneer jullie het steeds voor dag en dauw terug oprapen? Laat dit nu eens een week voor onze Wim liggen....
Na 25 jaar in Antwerpen gewoond te hebben, besloten we zo'n vier jaar geleden om ons te vestigen in Limburg, back to mijn "roots". Mijn echtgenoot, een rasechte Antwerpenaar, zag het wel zitten om de stad in te ruilen voor de natuur...
Omdat moeder en zussen inmiddels in Genk woonden, kozen we eveneens om ons in Genk te vestigen, want dichtbij de familie wonen was een lang gekoesterde droom. Samen met ons moeder, die maar niet kon wennen aan haar overstap van huis met grote tuin in Maasmechelen naar een appartement in Genk, kochten we samen een mooi stuk grond met prachtige eiken erop, in de Winterslagstraat, ideaal voor de aanleg van een diepe tuin, en met vlakbij het"Franse Bos", een ontmoetingsplaats voor menige viervoeter en baasjes.
Weg uit de stad, terug naar de natuur; het mooie avontuur kon beginnen!
Onze mooie maagdelijke grond kwam van een "deftige familie" uit Genk, en op de verkoopacte werd bevestigd dat men geen weet had van eender welke verontreiniging, want nooit gebruikt. De bouwvergunning werd vlot afgeleverd, de noodzakelijke bomen mochten gerooid, maar met de maning om met tractoren ver af te blijven van de wortels van de statige inlandse eiken achter en voor het huis, zodat de eiken geen schade zouden oplopen.
Onze groene vingers kriebelden om deze reuzen te bevrijden van de torenhoge bramen die zich om de brede stammen worstelden, in een gevecht met reuze varens en ontelbare zaailingen van de vogelkers, ieder smachtend naar de beste plek. Deze wildwas werd afgezoomd met zeeën van witte dovenetel, net witte schuimkoppen op een wilde plas. Je zou gezworen hebben dat je de eerste mens was die voet zette in deze wildernis, ware het niet dat we een vloertje van tegels ontdekten, gelegd door mensen uit de buurt om tijdens hete zomers soelaas te zoeken onder de verfrissende lommerte van de brede kruinen.
Na het vloertje van tegels volgden putten met sluikstort, de ene put na de andere, onder en tussen de wortels van de eiken, en vandaar zich uitspreidend naar alle richtingen; brede putten, diepe putten, bouwpuin, glas, eternit, staal, ijzer, tot twee meter diep verwrongen in de grond. Inboedels; potten en pannen, verfblikken, oude schoenen, café reclameborden, glazen, porselein, ondergoed, noem maar op, geen rubriek uit de gouden gids die ontbrak....
Ieder stuk hebben we met de hand uitgehaald, gesorteerd, soort bij soort, en afgevoerd naar het containerpark Bosdel. In de beginfase, tijdens de bouw, toen we nog niet beschikten over een omheining, groeiden onze bergen met afval tijdens de nacht aan. Wat men in de omgeving blijkbaar kwijt wilde kwam erbij. Uiteindelijk hebben we met onze aanhangwagen ruim 40 ton (!!!!!) gesorteerd afval naar het containerpark afgevoerd.
Na twee jaar kende ik Bosdel als mijn broekzak, (met dank aan de hulp van de steeds vriendelijke ploeg aldaar) maar van de rest van Genk kende ik nog niets....
Onze tuin is inmiddels een pareltje, een toevluchtsoord voor een schare aan vogels van allerlei pluimage, eekhoorns, salamanders, noem maar op.
Eindelijk tijd om met de hond het "groene" Genk te verkennen, maar ook dit plaatje blijkt niet zo fraai als het zou moeten zijn...
De foto is getrokken in het Lourdeskapelpark in het centrum van Genk, aan het bankje vlak naast tennisclub 't Elleboogske.