Wat van Vietnam bijblijft is: - een mooi, boeiend land, met lieve vriendelijke mensen, en een heel zwaar en tamelijk recent oorlogsverleden, waar niet meer over gepraat wordt. Mede door dat verleden is de modale Vietnamees straatarm en is er een heel grote achterstand op het vlak van omtwikkeling. Dit uit zich o.m, in gebrek aam hygiene en veiligheidsbewustzijn. - De steden: Chaotiische overbevolkte broeierige wespennesten met miljoenen brommers geladen met heelder families en goederen. Quasi geen autos. Niemand volgt het verkeersreglement, iedereen volgt het "systeem". Dit is een groot probleem! Niet te denken hoe dit verder kan evolueren. Saigon hoort als stad bij de grootste luchtvervuilers ter wereld.
- iedereen probeert aan geld te geraken door iets te verkopen. Als toerist soms vervelend voortdurend "besprongen" te worden . Opdringerigheid vermindert naarmate je meer zuidwaarts gaat. - toch valt op dat velen werken aan een betere toekomst werken, door 6 of 7 dagen werken te combineren met studeren. In de vele gesprekken die we hadden met onze gidsen, hotelpersoneel en anderen kwam 1 ding steeds terug: het geloof dat kennis de basis is voor een betere toekomst. Bijna ieder van hen had echte armoede aan den lijve ondervonden. Pang, een van hen was als kind bijna de hongerdood gestorven. Hij was door het oog van de naald gekropen. Zijn moeder/weduwe is blijven vechten zonder opgeven zodat hij op het nippertje naar de kliniek kon. Elk van die mensen volgde na de job een of andere opleiding, iedere dong houden ze opzij om bijscholing te kunnen betalen, of ze droomden er van dat te kunnen doen. Dankbaarheid aan en respect voor hun ouders die, ondanks een armoedig bestaan, geld gespaard hadden voor onderwijs (alles betalend hier). Dat kwam in alle verhalen terug.
Lam, onze gids in de Mekong vertelde dat zijn vader geld verdiende met mijnen en onontplofte bommen op te graven van de oorlog, en dat hij daarom zijn studies  had kunnen betalen. Hij ontmantelde de bommen, verkocht het metaal en van het poeder maakte hij vuurwerk voor Nieuwjaar.
Vietnamezen zijn volgens ons ook levenskunstenaars. Ze zien er, ondanks moeilijke levensomstandigheden, gelukkig en opgewekt uit . Lam, onze gids in de Mekong, verwoordde het mooi: 's morgens opstaan, wetende dat ik werk heb vandaag, buiten gaan, een koffietje kunnen gaan drinken en weten dat ik vrienden heb. That is already happy, zei hij.
Weten dat ik nu zal bijleren voor een betere job en dat ik later voor mijn ouders zal zorgen, is more happy, voegde hij er aan toe.
"Worshipping ancesters" zit in de cultuur ingebakken. Ieder huis heeft een altaartje met fotos van voorouders. Die worden geeerd en geconsulteerd bij iedere belangrijke beslissing. Op 1 plaats zagen we tafel en stoelen voor het altaar staan. "wordt niet gebruikt om te eten" zei de gids. "hier vergadert de familie in het bijzijn van overleden ouders, grootouders, etc."
Levenskunst in beeld - enkele voorbeeldjes:
In pyjama op straat lopen (normale kleding hier)
Genieten van tafelen zonder tafel, iedere maaltijd lijkt een feestje.
Zalig niks doen, siesta houden inde verkeerschaos
De vriendelijke open glimlach op ieders gezicht, vaak om iets te verkopen maar anders ook. We hebben hier in 4 weken quasi geen stress gezien. De mensen stralen rust,en tevredenheid uit. Ze zijn geduldig en laten de andere doen wat hij te doen heeft. Misschien heeft het iets met de boeddistische cultuur te maken?.
De gekste namen Trang, Lam, Pang, Thi, Nha, Anh, Phuong, we vermoeden dat heel veel mensen Bill heten. Telkens als Jos 'Bill' riep kwam er direct iemand af.
Een wondermooie natuur, van de hooglanden en rijstvelden in Sapa, Halong Bay,en alles wat we beschreven hebben. Tot het subtropische hof van Eden in de Mekong Delta.
|